NL9300482A - Baggermolen met morsopvangmiddelen. - Google Patents

Baggermolen met morsopvangmiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL9300482A
NL9300482A NL9300482A NL9300482A NL9300482A NL 9300482 A NL9300482 A NL 9300482A NL 9300482 A NL9300482 A NL 9300482A NL 9300482 A NL9300482 A NL 9300482A NL 9300482 A NL9300482 A NL 9300482A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gutter
ladder
dredger according
dredger
water
Prior art date
Application number
NL9300482A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Boer Holding Baggerbedrijf De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Boer Holding Baggerbedrijf De filed Critical Boer Holding Baggerbedrijf De
Priority to NL9300482A priority Critical patent/NL9300482A/nl
Priority to DE1994601602 priority patent/DE69401602T2/de
Priority to EP19940200707 priority patent/EP0616082B1/en
Publication of NL9300482A publication Critical patent/NL9300482A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/08Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging elements on an endless chain
    • E02F3/081Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging elements on an endless chain mounted on floating substructures
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/08Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging elements on an endless chain
    • E02F3/12Component parts, e.g. bucket troughs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/08Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging elements on an endless chain
    • E02F3/12Component parts, e.g. bucket troughs
    • E02F3/14Buckets; Chains; Guides for buckets or chains; Drives for chains
    • E02F3/144Buckets; Chains; Guides for buckets or chains; Drives for chains emptying or cleaning the buckets, e.g. in combination with spoil removing equipment

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)
  • Underground Or Underwater Handling Of Building Materials (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)

Description

Titel: Baggermolen met morsopvangmiddelen Beschrijving
De uitvinding betreft een baggermolen, omvattende een zich tussen een graafeind en een loseind uitstrekkend laddersamenstel met een eindloze transporteur en een tussen het boven- en onderpart hiervan gelegen ladder, waarbij de eindloze transporteur is voorzien van tenminste een scheporgaan, waarbij bij het graafeind een omkeereenheid voor de eindloze transporteur is aangebracht.
Een dergelijke baggermolen is algemeen bekend, en heeft als groot voordeel dat hiermee een gelijkmatig, vlak en nauwkeurig bodemprofiel is te verkrijgen, en dat een baggermolen met scheporganen weinig last heeft van grof vuil. Bij het gebruik van een baggermolen wordt door de zogenaamde "mors" (dat wil zeggen uit of van de scheporganen losgeraakt bodemmateriaal) echter veel vertroebeling van het water veroorzaakt door onder meer het in suspensie raken en verdwarrelen van fijne bodemdeeltjes, welke zich vervolgens door het water verspreiden en elders weer neerslaan. Dit is bijvoorbeeld bij het opbaggeren van met zware metalen en andere gevaarlijke stoffen verontreinigd slib ongewenst, daar verontreinigingen de neiging hebben zich in het bijzonder aan fijne bodemdeeltjes te hechten, en zich bij morsen en vertroebeling dus door het water zullen verspreiden.
Om voornoemde redenen worden bij het opbaggeren van verontreinigd slib in de praktijk geen baggermolens gebruikt, maar zuigers of kraanschepen, welke in theorie weinig vertroebeling zouden geven. Zuigers hebben als nadeel dat hierbij door het meegezogen water veel volume moet worden verwerkt, dat bij grof vuil de zuiger kan vastlopen of defect raken, en dat de nauwkeurigheid en vlakheid van het verkregen bodemprofiel te wensen overlaat. Ook bij kraanschepen is het zeer lastig om een nauwkeurig en vlak bodemprofiel te verkrijgen en bij grof vuil, zoals een blok hout, sluit de knijper niet altijd geheel, waardoor bodemmateriaal zoals slib uit de knijper kan stromen en de verontreiniging zich kan verspreiden.
Bij het uitbaggeren van havens en vaargeulen worden hoge eisen aan de vlakheid en nauwkeurigheid van het bodemprofiel gesteld, terwijl het slib vaak zwaar verontreinigd is en veel grof vuil bevat. Hier is dus het gebruik van baggermolens gewenst, waarbij vertroebeling dient te worden tegengegaan.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel een baggermolen van de aan het begin genoemde soort te verschaffen, waarbij vertroebeling ten gevolge van mors wordt tegengegaan, om daardoor verspreiding van verontreinigd slib zoveel mogelijk te verhinderen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat aan de ladder een zich onder het bovenpart uitstrekkende goot is aangebracht, welke zich in hoofdzaak vanaf het loseind tot aan het graafeind van de ladder uitstrekt. De goot vangt de mors op en voert deze af naar het graafeind van de ladder, waar de mors bij de omkeereenheid op de bodem wordt gedeponeerd. Op deze wijze wordt vertroebeling van de waterkolom onder de ladder verminderd, terwijl de vertroebeling ten gevolge van het deponeren van de mors bij de onder water gelegen omkeereenheid gering is, doordat de goot bij de bodem uitmondt. Vervolgens kan de mors dan opnieuw door een scheporgaan worden opgebaggerd. Afhankelijk van de samenstelling van het bodemmateriaal en van de mors kan het voordelig zijn om de goot achter of tussen de omkeereenheid te laten uitmonden.
Om naast de goot vallen van mors te voorkomen, is het volgens de uitvinding voordelig als het bovenpart is ingesloten tussen in hoofdzaak vertikaal aangebrachte zijschotten, welke zich tot boven een langs het bovenpart passerend scheporgaan uitstrekken. Bij voorkeur strekken deze vertikale zijschotten zich uit tot langs een deel van het bij het graafeind gelegen omkeereenheid.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is tenminste bij het tijdens het baggeren in het water liggende gedeelte van de ladder een zich tussen de zijschotten uitstrekkende overdekking aangebracht. Hierbij wordt door de goot, de zijschotten en de overdekking als het ware een tunnel gevormd, waardoor heen een met bodemmateriaal gevuld scheporgaan omhoog wordt gevoerd, zodat de mors zich niet vrij in het water verspreidt en alle mors via de tunnel en goot naar het schepeind wordt teruggevoerd.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding loopt het onderpart met het boven het water gelegen gedeelte hiervan door een spoelruimte met spoelmiddelen, welke ruimte is gelegen tussen twee zijwanden en aan zijn onderzijde is voorzien van een opvangbak, waarbij afvoermiddelen zijn aangebracht om spoelwater vanuit de opvangbak naar de goot te voeren. In deze spoelruimte wordt een bij het loseind geleegd scheporgaan schoongespoeld, zodat nog aan dit scheporgaan "klevend" bodemmateriaal hiervan wordt verwijderd. Op deze wijze wordt voorkomen dat dit nog "vastgekleefde" bodemmateriaal tijdens het door het water naar de bodem voeren van het scheporgaan in het water terecht komt en tot vertroebeling leidt. De spoelmiddelen omvatten hierbij bij voorkeur pompmiddelen om water onder hoge druk via spuitmondstukken tegen de emmers te spuiten.
In het nu volgende zal de uitvinding aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont de figuur een schematisch zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een deel van een baggermolen volgens de uitvinding.
De figuur toont een deel van een baggermolen 1, omvattende een platform 8 waarop een ladder 6 met emmerachtige scheporganen 2 (in het vervolg emmers genoemd) is aangebracht. De emmers 2 zijn bevestigd aan een eindloze ketting 3, welke bij het graafeind van de ladder rond een zeskant 4 en bij het loseind van de ladder rond een vijfkant 5 loopt. Bij het graafeind is de ladder opgehangen aan ladderdraden 7 behulp waarvan de baggerdiepte instelbaar is.
De werking van een dergelijke baggermolen is algemeen bekend. De emmers worden met behulp van de ketting linksom (gezien volgens de figuur) tegen de klok in rond getransporteerd. Achtereenvolgens worden ze met hun schepopening 22 in hoofdzaak naar beneden gericht bij 40 in het water gebracht, waarbij een luchtbel in de emmer aanwezig is, verder getransporteerd naar 4l, waar ze over het afgegraven bodemdeel 9 schrapen en vervolgens, tijdens het bij 42 rond de zeskant 4 draaien, bodemmateriaal van het nog af te graven bodemdeel 9' opscheppen. Bij de uit de stand der techniek bekende inrichtingen zal de in de emmers 2 aanwezig luchtbel in hoofdzaak uit de emmers 2 ontsnappen tijdens het schrapen en het scheppen. Dit ontsnappen van de luchtbel leidt in het bijzonder bij fijn bodemmateriaal tot een aanzienlijke vertroebeling en daardoor verspreiding van fijn bodemmateriaal. Bovendien beïnvloedt dit ontsnappen van lucht het rendement ongunstig, daar met het ontsnappen van lucht opgeschept bodemmateriaal uit de emmer ontsnapt. Na het scheppen worden de gevulde emmers naar boven naar vijfkant 5 getransporteerd, alwaar ze veelal schuddend worden geleegd in bijvoorbeeld een stortgoot (niet afgebeeld). De geleegde emmers 2 worden vervolgens weer naar beneden het water in en naar de bodem 9, 9' geleid. Met een dergelijke baggermolen wordt de te baggeren bodem in het algemeen strooksgewijs bewerkt door de baggermolen met behulp van verankerde kabels in hoofdzaak loodrecht op het tekenvlak van de figuur heen en weer te bewegen.
Aan de in hoofdzaak tegenover de schepopening 22 gelegen emmerbodem 23 van elke emmer 2 is, overeenkomstig een gelijktijdig met onderhavige aanvrage ingediende Nederlandse octrooiaanvrage, een ontluchtingsin-richting 10 bevestigd. Voor een dergelijke ontluchtingsinrichting zijn op zich vele uit de stand der techniek bekende onluchtingsinrichtingen bruikbaar. Om vertroebeling en daarmee verspreiding van fijnere slib-deeltjes tegen te gaan is het van belang, dat de onluchtingsinrichting de in de emmer ingesloten lucht hieruit laat ontsnappen voordat de emmer bij de bodem 9. 9' “et bodemmateriaal, zoals slib, wordt gevuld. Bij voorkeur vindt de ontluchting plaats tijdens het bij 40 in het water komen van de emmer, daar het in het water opstijgen van uit de emmer afkomstige luchtbellen dan wordt voorkomen. Een voordelige uitvoeringsvorm van de ontluchtingsinrichting wordt in de eerder genoemde gelijktijdig ingediende Nederlandse octrooiaanvrage beschreven.
Na het volscheppen van de emmers zal tijden het omhoogbrengen hiervan bodemmateriaal als zogenaamde "mors" uit de emmers vallen. Deze mors, die veel fijn bodemmateriaal bevat, veroorzaakt vertroebeling als deze in het water terecht komt. Zoals eerder uiteengezet is dit bij onder andere verontreinigd slib ongewenst. Om deze vertroebeling door mors tegen te gaan is onder de ladder 6, tussen het stijgende en dalende part van de ketting een goot 35 aangebracht. Deze goot 35 vangt de mors op en voert de mors af naar het graafeind van de ladder, waar de mors bij 43 uit de goot 35 op de bodem terecht komt. Op deze wijze wordt vertroebeling van de waterkolom boven het al afgegraven bodemdeel 9 tegengegaan, en kan de bij de zeskant 4 naar de bodem terugstromende mors opnieuw met de emmers worden opgebaggerd. Dit opnieuw opbaggeren kan zowel direct gebeuren, als ook bij het opbaggeren van een volgende strook ("snee").
Om naast de goot 35 vallen van mors te voorkomen, zijn de emmers aan het omhooggaande part van de ketting ingesloten tussen aan de ladder 6 bevestigde zijschotten 36. Deze zijschotten 36 strekken zich in hoofdzaak over de gehele ladderlengte uit, vanaf bij de bij het loseind gelegen vijfkant 5 tot bij of zelfs naast de bij het graafeind gelegen zeskant 4. De zijschotten 36 zijn tenminste voor zover deze tijdens het baggeren in het water liggen aan hun bovenzijde voorzien van een de zijschotten 36 met elkaar verbindende overdekking 37* zodat de gevulde emmers in het water als het ware door een door de goot 35. de zijschotten 36, en de overdekking omsloten tunnel 38 omhoog worden getransporteerd. Op deze wijze wordt verregaand verhinderd dat mors zich in het water kan verspreiden. Alle mors wordt naar het graafeind teruggevoerd, en hier op de bodem neergelegd, waarna de mors opnieuw kan worden opgebaggerd.
Bij het bij de vijfkant 5 legen van de gevulde emmers, zal er in en aan de emmers vastklevend bodemmateriaal overblijven. Om te voorkomen dat dit bodemmateriaal, tijdens het door het water naar de bodem 9. 9' brengen van de emmers 2, van de emmers 2 afspoelt en vertroebeling veroorzaakt worden de emmers met behulp van water onder hoge druk schoongespoeld. Hiertoe zijn spuitmondstukken 31 en 30 aangebracht, om de emmers respectievelijk van buiten en van binnen schoon te spuiten. Het spoelwater wordt opgevangen in een bak 32 en door een pomp 33 vie leiding 34 in de goot 35 gepompt. Via goot 35 wordt het spoelwater met bodemmateriaal en mors op eerder beschreven wijze naar de zeskant 4 geleid.
Het zal duidelijk zijn dat binnen de strekking van de uitvinding vele varianten denkbaar zijn: de ladder kan twee of meer ladderdelen omvatten de uitmonding 43 van de goot kan achter, vlak achter, tussen, of voor de omkeereenheid 42 zijn gelegen, en de goot kan onder het onderpart zijn gelegen, en daarbij eventueel een stuk achter het schepeind van de ladder uitmonden, waarbij de tunnel dan tevens een deel van het beneden part kan omvatten, de zijschotten hoeven zich niet per sé tot boven een passerend scheporgaan uit te strekken, wanneer bijvoorbeeld tussen scheporgaan en zijschot enige afstand aanwezig is, en de af voer van de opvangbak kan eventueel een pomp ontberen en/of ergens anders dan in goot 35 uitmonden.
ook kunnen in de goot 35 zich dwars op de goot uitstrekkende keerschotten worden aangebracht, die het slib tegenhouden, zodat dit kan worden af gepompt in plaats van dat het naar de zeskant stroomt. Een dergelijk keerschot 45 bevindt zich bij voorkeur boven de waterspiegel, bijvoorbeeld ter hoogte van het nummer 35· Met een dergelijk keerschot wordt de vertroebeling bij het graafeind verminderd. Bij geschikte hoogte van het keerschot kan hierbij water over het keerschot heen naar beneden stromen, terwijl bodemmateriaal wordt tegengehouden.

Claims (10)

1. Baggermolen, omvattende een zich tussen een graafeind en een loseind uitstrekkend laddersamenstel met een eindloze transporteur en een tussen het boven- en onderpart hiervan gelegen ladder, waarbij de eindloze transporteur is voorzien van tenminste een scheporgaan, waarbij bij het graafeind een omkeereenheid voor de eindloze transporteur is aangebracht met het kenmerk, dat aan de ladder een zich onder het bovenpart uitstrekkende goot is aangebracht, welke zich in hoofdzaak vanaf het loseind tot aan het graafeind van de ladder uitstrekt.
2. Baggermolen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de goot achter de omkeereenheid uitmondt.
3· Baggermolen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de goot zich tot tussen de omkeereenheid uitstrekt.
4. Baggermolen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovenpart is ingesloten tussen in hoofdzaak vertikaal aangebrachte zijschotten, welke zich tot boven een langs het bovenpart passerend scheporgaan uitstrekken.
5. Baggermolen volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de vertikale zijschotten zich uitstrekken tot langs een deel van het bij het graafeind gelegen omkeereenheid.
6. Baggermolen volgens een der conclusies 4-5, met het kenmerk, dat tenminste bij het tijdens het baggeren in het water liggende gedeelte van de ladder een zich tussen de schotten uitstrekkende overdekking is aangebracht.
7. Baggermolen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderpart met het boven het water gelegen gedeelte hiervan door een spoelruimte met spoelmiddelen loopt, welke ruimte is gelegen tussen twee zijwanden en aan zijn onderzijde is voorzien van een opvangbak, waarbij afvoermiddelen zijn aangebracht om spoelwater vanuit de opvangbak naar de goot te voeren.
8. Baggermolen volgens conclusie 7, met het kenmerk. dat de afvoermiddelen een pomp en een leiding omvatten.
9- Baggermolen volgens een der conclusies 7-8, met het kenmerk, dat de spoelmiddelen pompmiddelen omvatten om water onder hoge druk via spuitmondstukken tegen de emmers te spuiten.
10. Baggermolen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de goot, bij voorkeur boven de waterspiegel, een zich dwars op de goot uitstrekkend keerschot is aangebracht.
NL9300482A 1993-03-18 1993-03-18 Baggermolen met morsopvangmiddelen. NL9300482A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300482A NL9300482A (nl) 1993-03-18 1993-03-18 Baggermolen met morsopvangmiddelen.
DE1994601602 DE69401602T2 (de) 1993-03-18 1994-03-18 Löffelbagger mit Schüttgut-Sammelvorrichtung
EP19940200707 EP0616082B1 (en) 1993-03-18 1994-03-18 Bucket dredger with spill collection means

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300482A NL9300482A (nl) 1993-03-18 1993-03-18 Baggermolen met morsopvangmiddelen.
NL9300482 1993-03-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300482A true NL9300482A (nl) 1994-10-17

Family

ID=19862183

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300482A NL9300482A (nl) 1993-03-18 1993-03-18 Baggermolen met morsopvangmiddelen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0616082B1 (nl)
DE (1) DE69401602T2 (nl)
NL (1) NL9300482A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2004998C2 (nl) * 2010-06-29 2011-12-30 Nicolaas Gerardus Konijn Inrichting voor het uitbaggeren van waterbodems zoals in plassen, meren, rivieren, enz.
CN105672390B (zh) * 2016-01-20 2018-06-26 浙江水利水电学院 一种河道链斗式清淤船及其清淤施工方法
CN110239972B (zh) * 2019-06-18 2024-06-07 天津市环境保护技术开发中心设计所有限责任公司 斗轮式应急清淤装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL20053C (nl) * 1926-09-29
US3146537A (en) * 1962-05-07 1964-09-01 Ellicott Machine Corp Floating dredge design
EP0532490A1 (en) * 1991-09-11 1993-03-17 "Dredging International" Dredger for removing mud without stirring up sludge and/or other sediments

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL20053C (nl) * 1926-09-29
US3146537A (en) * 1962-05-07 1964-09-01 Ellicott Machine Corp Floating dredge design
EP0532490A1 (en) * 1991-09-11 1993-03-17 "Dredging International" Dredger for removing mud without stirring up sludge and/or other sediments

Also Published As

Publication number Publication date
EP0616082B1 (en) 1997-01-29
DE69401602T2 (de) 1997-06-19
DE69401602D1 (de) 1997-03-13
EP0616082A1 (en) 1994-09-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EA004721B1 (ru) Способ и устройство для высокоскоростного осушения гидросмесей
CN1008754B (zh) 水下淤泥移动装置及使用该装置清理水域的方法
NL8902253A (nl) Werkwijze en inrichting voor het transport van mengsels van grond en water.
RU2034151C1 (ru) Плавучий грейферный землечерпательный снаряд для добычи песка и гравия
NL9401863A (nl) Inrichting en werkwijze voor het wassen van aardappelen en dergelijke knolgewassen.
NL9300482A (nl) Baggermolen met morsopvangmiddelen.
EP0616083B1 (en) Method for dredging using a dredger, and a bucket dredger and scoop element therefor
US20130209181A1 (en) Self-emptying vacuum apparatus for use by gold prospectors
US1270142A (en) Gold-dredge.
JP3752185B2 (ja) 切削液濾過装置
US581036A (en) Apparatus for treating placer-dirt in recovering precious metals
NL194427C (nl) Inrichting en werkwijze voor het milieubewust wassen van aardappelen en dergelijke knolgewassen.
CN115387418A (zh) 一种用于河道清淤疏浚及淤泥干燥的方法
KR920006466Y1 (ko) 폐액처리장치
KR100495161B1 (ko) 고심도 퇴적물의 준설공법 및 그 장치
CN112963166A (zh) 一种富水地层盾构皮带机渣土快速清运设备及清运方法
US2356469A (en) Attachment for dredges and similar devices
JPS63218264A (ja) 砂利選別装置
JPS63218265A (ja) 砂利水洗装置
DE3302490C2 (de) Sinkscheider
US3951787A (en) Method and apparatus for separating gold and other heavy materials from ore
CA3130067A1 (en) Pre-treatment of oil sands fine tailings by debris removal
NL7901022A (nl) Inrichting voor het spoelen van bloembollen of dergelijke.
KR200414355Y1 (ko) 조목, 미세목 일체형 스크린 장치를 이용한 침사 협잡물종합처리기
JP4808462B2 (ja) 流水トラフを利用した砂、ごみの分別方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed