NL9300418A - Device for positioning plants - Google Patents

Abstract

The invention relates to a device for positioning holders, which are designed to contain cultivation material, in holding positions and for transporting containers between holding positions, comprising fixing means for fixing the containers in the holding positions, and separate transport means for transporting the containers between holding positions, the holding positions being at least to some extent arranged in conditioned rooms. This provides more rapid access to the supports. Preferably, the transport means are designed to move within a level which is located outside the levels in which the holding positions are located.

Description

POSITIONERINGSINRICHTING VOOR PLANTENPOSITIONING DEVICE FOR PLANTS

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in verblijfsposities positioneren en tussen verblijfsposities transporteren van houders die ingericht zijn voor het bevatten van teeltmateriaal.The invention relates to a device for positioning containers in accommodation positions and transporting containers between accommodation positions which are adapted to contain propagating material.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8601534.Such a device is known from Dutch patent application 8601534.

Bij deze bekende inrichting zijn de houders voor het teeltmateriaal elk van wielen voorzien, zodat zij langs voorafbepaalde banen beweegbaar zijn. Het is echter ook mogelijk dergelijke, tot de stand van de techniek behorende houders over voorafbepaalde banen te laten glijden.In this known device, the holders for the propagating material are each provided with wheels, so that they can move along predetermined paths. However, it is also possible to slide such containers belonging to the prior art over predetermined paths.

Deze bekende inrichting leidt aan het nadeel dat het moeilijk is vooraf uitgekozen houders uit de opgeslagen volgorde van de houders te verwijderen; in een situatie, waarin zich vanaf een centrale werkruimte naar beide zijden banen uitstrekken, waarlangs de houders beweegbaar zijn, en het gewenst is voor bewerking de meest afgelegen houder naar de bewerkingsinrichting te doen bewegen, moeten de tussenliggende houders verwijderd worden om toegang te verkrijgen tot de laatste houder.This known device suffers from the drawback that it is difficult to remove preselected containers from the stored sequence of the containers; in a situation where webs extend from a central working space to both sides, along which the holders are movable, and it is desirable to move the most remote holder to the processing device for machining, the intermediate holders must be removed to access the last holder.

Deze tussenliggende houders moeten dan in de dwarsrichting verplaatst worden naar andere parallelle banen of, wanneer daar ruimte voor is, naar dezelfde baan aan de andere zijde van de centrale werkruimte.These intermediate containers must then be moved in the transverse direction to other parallel tracks or, if there is room for them, to the same track on the other side of the central workspace.

Hetzelfde probleem doet zich voor bij een ringvormige configuratie; voor het naar de gewenste positie bewegen van de desbetreffende houder, moeten alle, tot de ringvormige configuratie behorende houders worden bewogen.The same problem occurs with an annular configuration; in order to move the respective container to the desired position, all containers belonging to the annular configuration must be moved.

Door het grote aantal houders dat moet worden bewogen is de hiervoor benodigde, door spierkracht te leveren of mechanisch op te wekken energie aanzienlijk, terwijl tevens de tijdsduur, totdat toegang verkregen wordt, aanzienlijk is.Due to the large number of containers to be moved, the energy required for this to be supplied by muscle power or to be generated mechanically is considerable, while the length of time until access is obtained is also considerable.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke inrichting, waarbij elke afzonderlijke houder direkt toegankelijk is.The object of the present invention is to provide such a device, in which each individual container is directly accessible.

Dit doel wordt bereikt door fixatiemiddelen voor het in de verblijfsposities fixeren van de houders, en afzonderlijke transportmiddelen voor het tussen verblijfsposities transporteren van de houders, waarbij de verblijfsposities ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht in geconditioneerde ruimten.This object is achieved by fixation means for fixing the holders in the accommodation positions, and separate transport means for transporting the holders between accommodation positions, the accommodation positions being at least partly arranged in conditioned spaces.

Een ander voordeel van de uitvinding is gelegen in het feit dat deze gemakkelijker gemechaniseerd kan worden uitgevoerd; het is mogelijk met automatisch bestuurde voertuigen de afzonderlijke houders op te halen en, na eventuele bewerking, naar andere posities of naar dezelfde positie terug te brengen.Another advantage of the invention lies in the fact that it can be carried out more mechanically; It is possible to pick up the individual holders with automatically steered vehicles and, after any processing, to return them to other positions or to the same position.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de transportmiddelen ingericht om te bewegen binnen een niveau dat gelegen is buiten de niveaus, waarbinnen de verblijfsposities zijn gelegen.According to a preferred embodiment, the transport means are arranged to move within a level which is outside the levels within which the residence positions are located.

Dit vergemakkelijkt de mechanisering van de inrichting, terwijl hierdoor eveneens de automatische besturing van een inrichting wordt vergemakkelijkt; door de transportmiddelen aan te brengen op een ander niveau dan het niveau van de verblijfsposities kunnen de transport-handelingen op één niveau plaatsvinden, waarbij gebruik gemaakt kan worden van automatisch bestuurde voertuigen.This facilitates the mechanization of the device, while also facilitating the automatic control of a device; by arranging the means of transport at a level other than the level of the residence positions, the transport operations can take place at one level, whereby use can be made of automatically steered vehicles.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van rails, waarlangs de voertuigen beweegbaar zijn.According to another embodiment use is made of rails along which the vehicles are movable.

Volgens een derde uitvoeringsvorm omvatten de fixatiemiddelen stijlen en grendelmiddelen die een losmaakbare vergrendeling tussen de houders en de stijlen vormen. Deze maatregel maakt het mogelijk op elke plaats naar wens fixatie te laten plaatsvinden tussen de houders en de stijlen, in dit geval de verblijfsposities.According to a third embodiment, the fixation means comprise uprights and locking means that form a releasable lock between the holders and the uprights. This measure makes it possible to allow fixation to take place at any location between the holders and the posts, in this case the residence positions.

Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: fig. 1: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 2: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm; fig. 3; een gedeeltelijk weggebroken detailaan-zicht van de in fig. 2 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 4: een ander, gedeeltelijk weggebroken de-tailaanzicht van de in fig. 2 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 5: een schematisch doorsnede-aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding; en fig. 6; een schematisch doorsnede-aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.The invention will now be elucidated with reference to the annexed drawings, in which: fig. 1 shows a partly broken away perspective view of a first embodiment of the invention; fig. 2 is a partly broken away perspective view of a second embodiment; fig. 3; a partly broken away detail view of the embodiment shown in fig. 2; fig. 4 is another, partly broken away detail view of the embodiment shown in fig. 2; Fig. 5 is a schematic sectional view of a third embodiment of the invention; and Fig. 6; a schematic sectional view of a fourth embodiment of the invention.

In fig. 1 is een kas 1 afgebeeld. Binnen de kas 1 is op de bodem 2 een railsysteem aangebracht dat gevormd wordt door paren parallelle buizen 3. Alle paren parellel-le buizen 3 strekken zich parallel aan elkaar uit, en kunnen paarsgewijs bereden worden door een wagen 4. In plaats van buizen is het eveneens mogelijk gebruik te maken van andere profielen, bijvoorbeeld profielen zoals deze bij railvervoer gebruikelijk zijn, bijvoorbeeld het vignolprofiel.In greenhouse 1 a greenhouse 1 is shown. Inside the greenhouse 1, a rail system is arranged on the bottom 2, which is formed by pairs of parallel tubes 3. All pairs of parallel tubes 3 extend parallel to each other, and can be driven in pairs by a carriage 4. Instead of tubes, it is also possible to use other profiles, for example profiles such as are customary in rail transport, for example the vignol profile.

Aan één einde van de kas is een paar zich loodrecht op de paren buizen uitstrekkende buizen 5 aangebracht, terwijl op elk van de plaatsen, waar de paren buizen 3 gekruist worden, door het paar buizen 5 een draaischijf 6 is aangebracht. Aldus is het mogelijk met behulp van de dwarse buizen en de draaischijven 6 de wagen een kwart slag te draaien en deze in de dwarse richting te doen bewegen.At one end of the greenhouse a pair of tubes 5 extending perpendicularly to the pairs of tubes is arranged, while at each of the places where the pairs of tubes 3 are crossed, a turntable 6 is arranged through the pair of tubes 5. It is thus possible to turn the carriage a quarter of a turn with the aid of the transverse tubes and the turntables 6 and to cause them to move in the transverse direction.

In plaats daarvan is het ook mogelijk de dwarse buizen 5 op een lager niveau aan te brengen, en daarop een in de dwarsrichting beweegbare wagen te laten rijden, waarop de wagen 4 kan rijden. Hierbij komen uiteraard de draaischijven 6 te vervallen.Instead, it is also possible to arrange the transverse tubes 5 at a lower level and to drive a transverse movable carriage thereon, on which the carriage 4 can drive. The turntables 6 are of course omitted here.

De wagen 4 is ingericht voor het transporteren van als bakken 7 uitgevoerde houders. Bij de onderhavige uitvoeringsvorm zijn de bakken ingericht voor het transporteren van potplanten? het is uiteraard mogelijk de bakken in te richten voor het transport van substraat, aarde of ander draagmateriaal voor planten.The trolley 4 is designed for transporting containers designed as trays 7. In the present embodiment, the trays are arranged for transporting potted plants? it is of course possible to arrange the trays for the transport of substrate, soil or other support material for plants.

Tussen elk van de paren buizen zijn stijlen 8 aangebracht volgens een regelmatig patroon. De steek van de stijlen is aangepast aan de maten van de bakken 7. Elk van de stijlen 7 is voorzien van vier steunelementen 9, waarvan de werking aan de hand van fig. 3 zal worden toegelicht. Hierbij wordt opgemerkt dat de aan een rand van een veld geplaatste stijlen slechts van een geringer aantal steunen is voorzien, omdat deze slechts aan één zijde begrensd worden door een verblijfspositie van een bak.Styles 8 are arranged between each of the pairs of tubes in a regular pattern. The pitch of the posts is adapted to the dimensions of the trays 7. Each of the posts 7 is provided with four support elements 9, the operation of which will be explained with reference to Fig. 3. It is noted here that the posts placed at an edge of a field are provided with only a smaller number of supports, because these are bounded on one side only by a residence position of a tray.

Bij de in fig. 2 afgeheelde uitvoeringsvorm is de bodem 2 van de kas 1 geheel vlak uitgevoerd. Deze wordt bijvoorbeeld gevormd door een betonnen vloer. Bij deze uitvoeringsvorm ontbreken de buizen of andere sporen. In plaats daarvan rijdt op de vlakke bodem 2 een wagen 10 die zich in twee, zich loodrecht op elkaar uitstrekkende richtingen over de bodem 2 kan voortbewegen. Deze wagen 10 wordt dan ook bij voorkeur gevormd door een ABV, een Automatisch Bestuurd Voertuig.In the embodiment shown in Fig. 2, the bottom 2 of the greenhouse 1 is completely flat. This is, for example, formed by a concrete floor. In this embodiment, the tubes or other tracks are missing. Instead, a carriage 10 rides on the flat bottom 2, which can move over the bottom 2 in two directions extending perpendicular to each other. This wagon 10 is therefore preferably formed by an ABV, an Automated Driving Vehicle.

De afmetingen van de wagen zijn zodanig, dat deze zich in beide richtingen tussen de stijlen 8 door kan bewegen.The dimensions of the carriage are such that it can move between the posts 8 in both directions.

Voor het overige wijkt deze uitvoeringsvorm af van de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm door het feit dat de bakken driemaal zo breed zijn uitgevoerd, en doordat in de stijlen opnemers 11 zijn aangebracht voor het opnemen van de positie van de wagen. Het is echter mogelijk gebruik te maken van andere positie-opnemers, bijvoorbeeld van in de bodem opgenomen inductielussen.Otherwise, this embodiment differs from the embodiment shown in Fig. 1 in that the trays are three times as wide, and in that sensors 11 are arranged in the uprights to record the position of the carriage. However, it is possible to use other position sensors, for example induction loops incorporated in the ground.

Aan de hand van fig. 3 zal de constructie van de wagen meer in detail worden beschreven. De wagen 10 wordt gevormd door een frame 12 dat van vier zwenkbaar opgehangen wielen 13 is voorzien. De zwenkwielen 13 worden be- stuurd door middel van niet in de tekening weergegeven besturingsinrichtingen, en zij worden aangedreven door middel van vier onafhankelijke elektromotoren 14 die door middel van een tandwielkast 15 met de zwenkwielen zijn verbonden. Aldus is het mogelijk het frame in twee, zich loodrecht op elkaar uitstrekkende richtingen te doen bewegen.The construction of the carriage will be described in more detail with reference to Fig. 3. The trolley 10 is formed by a frame 12 which is provided with four pivotally suspended wheels 13. The castors 13 are controlled by control devices not shown in the drawing, and they are driven by four independent electric motors 14 which are connected to the castors by a gearbox 15. It is thus possible to cause the frame to move in two directions extending perpendicular to each other.

Boven op het frame 12 is een schaarconstructie 16 aangebracht, waarop zich een platform 17 bevindt. De schaarconstructie wordt aangedreven door een lineair aandrijforgaan 18 in de vorm van een hydraulische, pneumatische of elektrische cilinder.A scissor construction 16 is mounted on top of the frame 12, on which there is a platform 17. The scissor construction is driven by a linear actuator 18 in the form of a hydraulic, pneumatic or electric cylinder.

Het platform 17 wordt gebruikt voor het dragen van de bakken 7. Door middel van de schaarconstructie kan de bak 7 in vertikale richting worden bewogen.The platform 17 is used for carrying the trays 7. The tray 7 can be moved in vertical direction by means of the scissor construction.

Verder zijn op de hoekpunten van het frame tasters 19 aangebracht, terwijl naast elk van de tasters stoters 20 zijn aangebracht, waarvan de werking aan de hand van fig. 4 zal worden toegelicht.Furthermore, feelers 19 are arranged on the corner points of the frame, while tappets 20 are arranged next to each of the feelers, the operation of which will be explained with reference to Fig. 4.

De stijlen 8 worden elk gevormd door een pijp 21 die voorzien is van vier steunelementen 22. De steunelementen 22 worden elk gevormd door een staaf die draaibaar op een as 23 bevestigd zijn. De staven 22 strekken zich elk door een in de pijp aangebrachte opening 24 heen uit. Aan de inwendige zijde van de staven zijn zij elk schar-nierbaar verbonden met een staafvormig bedieningselement 25 dat geleid wordt door een in de pijp 21 aangebrachte geleideplaat 26. Aan hun onderzijde zijn alle staafvormige bedieningselementen voorzien van een raam 27, terwijl tussen de onderzijde van het raam 27 en de bodem een drukveer 28 is aangebracht. Ter plaatse van de onderzijde van het frame is in de pijp 21 een opening 29 aangebracht.The posts 8 are each formed by a pipe 21 which is provided with four support elements 22. The support elements 22 are each formed by a rod which is rotatably mounted on a shaft 23. The bars 22 each extend through an opening 24 provided in the pipe. On the internal side of the rods they are each pivotally connected to a rod-shaped operating element 25 which is guided by a guide plate 26 arranged in pipe 21. On their underside, all rod-shaped operating elements are provided with a frame 27, while between the bottom side of the rods the frame 27 and the bottom a compression spring 28 is provided. An opening 29 is provided in the pipe 21 at the bottom of the frame.

In plaats van stijlen is het eveneens mogelijk gebruik te maken van een vlakke, hoofdzakelijk horizontale constructie die van slechts een beperkt aantal platen is voorzien. Het transport van de wagen kan dan ook schuin plaatsvinden.Instead of uprights, it is also possible to use a flat, mainly horizontal construction, which is provided with only a limited number of plates. The transport of the car can therefore take place at an angle.

Vervolgens zal de werking van de aldus gevormde fixatie-inrichting worden beschreven.Next, the operation of the fixing device thus formed will be described.

Zoals aan de hand van fig. 3 reeds beschreven is, is in elk van de hoeken van het frame 12 van de wagen 10 een stoter 20 opgenomen. Deze stoter 20 wordt bijvoorbeeld aangedreven door een spoel 30, doch het is evenzeer mogelijk hiervoor gebruik te maken van een hydraulische of een pneumatische aandrijving.As has already been described with reference to Fig. 3, a ram 20 is included in each of the corners of the frame 12 of the carriage 10. This ram 20 is driven, for example, by a coil 30, but it is equally possible to use a hydraulic or a pneumatic drive for this purpose.

Door het bekrachtigen van de spoel 30 wordt, aannemende dat de wagen 10 zich op de juiste positie bevindt, de stoter naar buiten, door de opening 29 heen bewogen, waarbij de schuine onderzijde 31 van de stoter de bovenzijde van de onderrand 32 van het raam 27 raakt, en het raam naar beneden dringt, waarbij het staafvormige bedieningselement 25 naar beneden wordt getrokken, en aldus het steunelement 22 naar zijn inactieve positie wordt gebracht. Daarna is het mogelijk door middel van de schaarconstuctie een op het platform 17 aanwezige, aangevoerde bak naar boven te bewegen tot boven het niveau van de steunelementen 22, waarna de stoter 20 kan worden ingetrokken, en het steunelement weer in zijn actieve positie terechtkomt. Daarna kan de bak 7 op de steunelementen rusten door het naar beneden doen bewegen van de schaarconstructie 16. Het zal duidelijk zijn dat alle vier stijlen met de daarin aanwezige steunelementen tegelijkertijd moeten worden bediend.By energizing the coil 30, assuming that the carriage 10 is in the correct position, the ram is moved outward through the opening 29, the angled bottom 31 of the ram being the top of the bottom edge 32 of the window 27 and the window is pushed down, the rod-shaped operating element 25 being pulled down, thus bringing the supporting element 22 into its inactive position. After that, it is possible by means of the scissors construction to move a supplied bucket present on the platform 17 upwards above the level of the support elements 22, after which the ram 20 can be retracted and the support element returns to its active position. Thereafter, the tray 7 can rest on the support elements by moving the scissor construction 16 downwards. It will be clear that all four posts with the support elements present therein must be operated simultaneously.

Voor het van de steunelementen afbewegen van een bak wordt de omgekeerde procedure uitgevoerd; aanvankelijk wordt door middel van de schaarconstructie het platform 17 en de daarboven aanwezige, op de steunen 22 rustende bak naar boven bewogen, zodat de steunen vrij zijn. Vervolgens worden door middel van de stoters de steunen naar een inactieve positie bewogen, waarna de bak door middel van de schaarconstructie naar beneden wordt bewogen.The reverse procedure is performed for moving a bin away from the support elements; Initially, the platform 17 and the tray above it resting on the supports 22 are moved upwards by means of the scissors construction, so that the supports are free. The supports are then moved to an inactive position by means of the tappets, after which the bucket is lowered by means of the scissor construction.

Hierna worden de stoters weer ingetrokken.The tappets are then retracted.

Bij de in fig. 5 getoonde uitvoeringsvorm is de constructie van de steunelementen afwijkend van de in fig.In the embodiment shown in Fig. 5, the construction of the support elements differs from that in Fig.

4 getoonde constructie. Bij de in fig. 5 getoonde constructie zijn in de pijpen 21, die de stijlen vormen, platen 33 aangebracht die scharnierbaar aan de pijpen 21 zijn bevestigd. In hun rustsituatie strekken de platen 33 zich schuin naar boven uit, zoals in fig. 5 weergegeven is. Hierbij rusten zij op aanslagen 34 die vast aan de pijpen 21 zijn bevestigd. Verder worden zij door middel van een drukveer 35 naar de weergegeven positie gedrongen.4 construction shown. In the construction shown in Fig. 5, the tubes 21 forming the posts have plates 33 pivotally attached to the tubes 21. In their resting position, the plates 33 extend obliquely upward, as shown in Fig. 5. Here they rest on stops 34 which are fixedly attached to the pipes 21. Furthermore, they are urged to the position shown by means of a compression spring 35.

De constructie van de wagen 10 komt in grote lijnen overeen met die van de in fig. 3 afgeheelde wagen. Slechts op het platform 17 zijn bij de onderhavige uitvoeringsvorm extra hefinrichtingen 36 aangebracht. Bij het op zijn plaats brengen van een bak 7 wordt, uitgaande van een lage positie van bak 7, een platform 17 door middel van de hefconstructie 16 naar boven toe bewogen. Hierbij zullen de platen 33 door de bak 7 weggedrukt worden. Vervolgens worden, nadat de bak 7 de platen 33 gepasseerd is, de hefinrichtingen 36 bekrachtigd, zodat deze gelegenheid krijgen tussen de bak 7 en het platform 17 te bewegen. Wanneer daarna het platform 17 naar beneden wordt bewogen, blijft de bak 7 staan.The construction of the trolley 10 largely corresponds to that of the trolley shown in Fig. 3. Additional lifting devices 36 are provided only on the platform 17 in the present embodiment. When a tray 7 is placed in position, starting from a low position of tray 7, a platform 17 is moved upwards by means of the lifting construction 16. The plates 33 will hereby be pushed away by the tray 7. Subsequently, after the tray 7 has passed the plates 33, the lifting devices 36 are actuated, so that they have the opportunity to move between the tray 7 and the platform 17. When the platform 17 is subsequently moved downwards, the bin 7 remains stationary.

Bij het verwijderen van een bak wordt het platform 17 naar boven bewogen, totdat dit de platen 33 raakt. Vervolgens worden de hefinrichtingen 36 naar boven bewogen, totdat deze de bak 7 optillen, en de platen 33 vrij zijn. Bij het naar boven bewegen van het platform 17 worden de platen 33 weggeduwd. Wanneer vervolgens de hefinrichtingen 36 worden ingetrokken, komt de bak 7 naar beneden, zodat de bak 7 en het platform 17 één geheel vormen. Wanneer dit geheel naar beneden wordt bewogen, zullen de platen 33 hierlangs afglijden, en pas weer naar hun actieve positie komen, nadat het geheel van bak 7 en platform 17 zich onder het niveau van de platen bevindt.When a bin is removed, the platform 17 is moved upwards until it touches the plates 33. The lifting devices 36 are then moved upwards until they lift the bucket 7 and the plates 33 are free. When the platform 17 is moved upwards, the plates 33 are pushed away. When the lifting devices 36 are subsequently retracted, the bucket 7 comes down, so that the bucket 7 and the platform 17 form one whole. When this is completely lowered, the plates 33 will slide along it, and will only return to their active position, after the whole of box 7 and platform 17 is below the level of the plates.

Bij de in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de steunelementen weer anders gevormd. Bij deze uitvoeringsvorm worden zij gevormd door scharnierbaar in de pijpen 21 bevestigde platen 37 die eveneens scharnierbaar zijn aangebracht. Aldus komt de werking in grote lijnen overeen met die van de in fig. 5 afgeheelde uitvoeringsvorm. Slechts de bediening van deze elementen 37 is anders; aan de voorzijde zijn op de platen 37 stootnokken 38 aangebracht, evenals aan de achterzijde stootnokken 39. In het platform 17 zijn L-vormige stoters 40 aangebracht die door middel van lineaire aandrijforganen 41 bedienbaar zijn. Deze L-vormige stoters 40 kunnen zich door in de pijpen 21 aangebrachte openingen 42 heen uitstrekken. Om beweging van de steunplaten 37 mogelijk te maken, is boven het platform 17 een vulstuk 43 aangebracht. Het is echter evenzeer mogelijk van het vulstuk 43 af te zien en de bedieningselementen voor de stoters 40 met dezelfde afstand onder het platform 17 aan te brengen. Uitgaande van de met stippellijnen weergegeven posities van de steunplaten 37, kan een bak 7 door de hefinrichting 16 naar boven worden bewogen tot in de weergegeven positie. Vervolgens wordt door middel van de stoters 40 en de nokken 39 de steunplaten 37 naar de met getrokken lijnen weergegeven positie bewogen, waarna de hefinrichting gevierd kan worden en de bak 7 op de steunplaten 37 rust.In the embodiment shown in Fig. 6, the support elements are again shaped differently. In this embodiment, they are formed by plates 37 hingedly mounted in the pipes 21, which are also hingedly arranged. Thus, the operation largely corresponds to that of the embodiment shown in Fig. 5. Only the operation of these elements 37 is different; on the plates 37 there are mounted bumpers 38 on the plates 37, as well as on the rear bumpers 39. L-shaped tappets 40 are arranged in the platform 17 and can be operated by means of linear actuators 41. These L-shaped pushers 40 can extend through openings 42 arranged in the pipes 21. To allow movement of the support plates 37, a spacer 43 is provided above the platform 17. However, it is equally possible to dispense with the filler piece 43 and to install the operating elements for the tappets 40 with the same distance under the platform 17. Starting from the positions of the support plates 37 shown in dotted lines, a bucket 7 can be moved upwards by the lifting device 16 to the position shown. Then the support plates 37 are moved by means of the tappets 40 and the cams 39 to the position shown in full lines, after which the lifting device can be celebrated and the bucket 7 rests on the support plates 37.

Bij het verwijderen van een bak 7 wordt de hef inrichting tot onder de bak bewogen, waarbij de bak tot iets boven de steunplaten 37 wordt bewogen, waarna door middel van de stoters 40 en de nokken 38 de steunplaten 37 naar hun inactieve, in met stippellijnen weergegeven positie worden bewogen, en de hefinrichting de bak 7 naar beneden kan doen bewegen.When a bucket 7 is removed, the lifting device is moved under the bucket, the bucket being moved slightly above the support plates 37, after which the support plates 37 are moved to their idle lines by means of the tappets 40 and the cams 38. position shown, and the lifting device can cause the bucket 7 to move downwards.

Het zal duidelijk zijn dat talloze veranderingen in de constructie van de stijlen en van de steunelementen kunnen worden aangebracht; maar zo kunnen de stijlen bijvoorbeeld door een U-profiel gevormd worden in plaats van door een pijp, terwijl het eveneens mogelijk de aandrijving van de steunelementen binnen de stijlen te doen plaatsvinden, bijvoorbeeld pneumatisch, elektrisch of door middel van een elektromagneet.It will be apparent that numerous changes can be made in the construction of the posts and of the support elements; however, the uprights can for instance be formed by a U-profile instead of a pipe, while it is also possible to drive the support elements within the uprights, for instance pneumatically, electrically or by means of an electromagnet.

Het zal eveneens duidelijk zijn dat in het bijzon- der voor uitgebreide inrichtingen tegelijkertijd diverse wagens 10 kunnen worden toegepast voor het uitvoeren van de transportwerkzaamheden.It will also be clear that, in particular for extended installations, various wagons 10 can be used simultaneously for carrying out the transport work.

De uitvinding is bedoeld voor gebruik in geconditioneerde ruimten, zoals kassen, klimaatkasten, ruimten voor het bewerken van planten en dergelijke, en zij kan zich over verscheidene, van bovengenoemde soorten ruimten uitstrekken. De vorm van de inrichting is dan ook geheel aanpasbaar aan de vorm van de beschikbare ruimte. In situaties, waarin zonlicht niet relevant is, is het zelfs mogelijk de stijlen van verscheidene, boven elkaar geplaatste steunen te voorzien, zodat de balken boven elkaar geplaatst kunnen worden.The invention is intended for use in conditioned spaces such as greenhouses, climate chambers, plant cultivation areas, and the like, and may extend over several of the above types of spaces. The shape of the interior is therefore fully adaptable to the shape of the available space. In situations where sunlight is not relevant, it is even possible to provide the posts with several supports placed one above the other, so that the beams can be placed one above the other.

β * ft π a 1 aβ * ft π a 1 a

Claims (15)

1. Inrichting voor het in verblijfsposities positioneren en tussen verblijfsposities transporteren van houders die ingericht zijn voor het bevatten van teeltmateriaal, gekenmerkt door fixatiemiddelen voor het in de verblijfsposities fixeren van de houders, en afzonderlijke transportmiddelen voor het tussen verblijfsposities transporteren van de houders, waarbij de verblijfsposities ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht in geconditioneerde ruimten.Device for positioning containers in accommodation positions and transporting them between accommodation positions, which are adapted to contain propagating material, characterized by fixing means for fixing the holders in the accommodation positions, and separate transport means for transporting the holders between accommodation positions, the residence positions are at least partly arranged in conditioned spaces. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transportmiddelen zijn ingericht om te bewegen binnen een niveau dat gelegen is buiten de niveaus, waarin de verblijfsposities zijn gelegen.2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the transporting means are adapted to move within a level located outside the levels in which the residence positions are located. 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen stijlen en grendelmiddelen omvatten die een losmaakbare vergrendeling tussen de houders en de stijlen vormen.Device as claimed in claim 2, characterized in that the fixing means comprise uprights and locking means which form a releasable locking between the holders and the uprights. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen aan de houders zijn beves-tigd, en dat de grendelmiddelen ingericht zijn voor het aangrijpen van de stijlen.Device as claimed in claim 3, characterized in that the locking means are attached to the holders, and that the locking means are adapted for engaging the posts. 5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen gevormd worden door aan de stijlen bevestigde steunen.Device according to claim 3, characterized in that the locking means are formed by supports attached to the uprights. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de stijlen zodanig zijn geplaatst, dat elke, zich in een verblijfspositie bevindende houder gesteund wordt door ten minste vier steunen.Device according to claim 5, characterized in that the posts are arranged such that each holder, which is in a residence position, is supported by at least four supports. 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aan alle zijden door verblijfsposities omringde stijlen elk voorzien zijn van ten minste vier steunen.Device as claimed in claim 6, characterized in that the posts surrounded on all sides by residence positions each comprise at least four supports. 8. Inrichting volgens een van de conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de stijlen elk gevormd worden door een profiel, en dat de steunen elk zodanig scharnierbaar met het profiel zijn verbonden, dat de steunen scharnierbaar zijn tussen een inactieve positie, waarin zij hoofdzakelijk verzonken zijn binnen het profiel en een actieve positie, waarin zij zich ten minste gedeeltelijk buiten het profiel bevinden, en in deze positie een op de steunen rustende houder steunen.Device according to any one of claims 5-7, characterized in that the posts are each formed by a profile, and that the supports are each hingedly connected to the profile, so that the supports are hinged between an inactive position, in which they are mainly recessed within the profile and an active position, in which they are at least partly outside the profile, and in this position support a holder resting on the supports. 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de steunen elk gevormd worden door een plaat die aan zijn onderzijde scharnierbaar met de stijl verbonden is, en dat de stijl van een aanslag is voorzien voor het steunen van de steun in de actieve positie.Device according to claim 8, characterized in that the supports are each formed by a plate hingedly connected to the post at its bottom, and that the post is provided with a stop for supporting the support in the active position . 10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het naar de actieve positie toe dringen van de steun.Device as claimed in claim 9, characterized in that means are provided for urging the support towards the active position. 11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de steun door middel van een op het transportmiddel bevestigde primaire excitator naar de inactieve positie beweegbaar is.Device according to claim 9 or 10, characterized in that the support is movable to the inactive position by means of a primary excitator mounted on the transport means. 12. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de steun door middel van een op het transportmiddel bevestigde secundaire excitator naar de actieve positie beweegbaar is.Device according to claim 9, characterized in that the support is movable to the active position by means of a secondary excitator mounted on the transport means. 13. Inrichting volgens een van de conclusies 2-12, met het kenmerk, dat de transportmiddelen gevormd worden door ten minste één automatisch geleid voertuig, waarop een hefinrichting is aangebracht.Device according to any one of claims 2-12, characterized in that the transport means are formed by at least one automatically guided vehicle on which a lifting device is arranged. 14. Inrichting volgens een van de conclusies 2-12, met het kenmerk, dat de transportmiddelen gevormd worden door ten minste één langs rails geleid voertuig, waarbij onder het niveau van de verblijfsposities zich parallel uitstrekkende rails zijn aangebracht, en waarbij ten minste een paar rails zich dwars op de overige rails uitstrekt.A device according to any one of claims 2-12, characterized in that the transport means are formed by at least one vehicle guided along rails, parallel rails extending below the level of the accommodation positions, and wherein at least a pair of rails extending transversely to the other rails. 15. Inrichting volgens een van de conclusies 2-12, met het kenmerk, dat de stijlen en de fixatiemiddelen zijn ingericht voor het boven elkaar vormen van verblijfsposities.Device according to any one of claims 2-12, characterized in that the posts and the fixing means are arranged for forming residence positions one above the other.