NL9300128A - Substraatblok met vloeistofopvangmiddelen. - Google Patents

Description

Substraatblok met vloeistofopvancnniddelen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een substraatblok voor plantenteelt, en meer in het bijzonder op het substraatblok, dat is voorzien van middelen voor het opvangen van aan het substraatblok toegevoerde vloeistof.

Het substraatblok volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor het telen van planten en kan dus bijvoorbeeld bestaan uit een groeiblok of uit een groeimat.

Wanneer een plant in een dergelijk substraatblok groeit, wordt aan het substraatblok vloeistof toegevoerd, bijvoorbeeld voedingsoplossing die voedingsstoffen, bijvoorbeeld anorganische zouten, bevat. Daarnaast wordt eventueel leidingwater toegevoegd, dat eventueel een gewasbeschermingsmiddel bevat.

Als gevolg van het indrogen van de voedingsoplossing en/of door algengroei op het bovenvlak van het substraatblok, kunnen er zich omstandigheden voordoen waarin de vloeistof niet tot in het substraatblok doordringt, maar over het bovenvlak heen wegvloeit, dan wel daarop blijft staan en aan de voet van de plant aanleiding kan geven tot ongewenste aantasting. Verder kan veel water wegvloeien bij het van bovenaf verzadigen van de substraatblokken.

De uitvinding beoogt het substraatblok van de in de aanhef genoemde soort in die zin te verbeteren, dat de hiervoor beschreven nadelen zich in verminderde mate voordoen en aan het substraatblok toegevoerde vloeistof tot in het blok kan doordringen en niet op ongewenste wijze kan wegstromen. Dit wegstromen heeft vooral nadelige gevolgen wanneer het substraatblok een groeiblok is, dat is geplaatst op een groeimat en de watervoorziening van de groeimat via het groeiblok plaatsvindt.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een substraatblok voor plantenteelt dat wordt gekenmerkt doordat een bovenvlak voor het opnemen van een plant is voorzien van middelen voor het opvangen van vloeistof.

Aldus is het met de vloeistofopvangmiddelen mogelijk al dan niet tijdelijk aan het bovenvlak van het substraatblok vloeistof te verzamelen die vervolgens tot in het substraatblok kan doordringen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de vloeistofopvangmiddelen tenminste één in het bovenvlak aangebrachte sleuf. Het is echter eveneens mogelijk dat de vloeistofopvangmiddelen bestaan uit over het bovenvlak verspreid daarin aangebrachte holten.

Bij voorkeur strekt de sleuf zich tenminste ten dele uit rondom een in het bovenvlak aangebrachte of aan te brengen plantgat. Aldus is het mogelijk onder omstandigheden waarin het substraatblok niet rechtop staat, naar een bepaalde zijde wegstromende vloeistof in hoofdzaak volledig op te vangen.

Heeft de sleuf de vorm van een rondgaande cirkel, dan is het mogelijk om een dergelijke sleuf op zeer eenvoudige wijze in het bovenvlak aan te brengen, bijvoorbeeld gelijktijdig met het aanbrengen van een plantgat.

Teneinde te vermijden dat opgevangen vloeistof zich verzamelt nabij de stam van de plant, en eventueel daar aanleiding kan geven tot aantasting, heeft het verder voorkeur dat de sleuf is voorzien van een bodemvlak dat naar een substraatrand toe naar beneden helt. Bovendien wordt bereikt dat over een groter deel van het oppervlak van het substraatblok de mogelijkheid bestaat om water naar ondergelegen delen af te voeren.

De afvoer van in de opvangmiddelen verzamelde vloeistof wordt verder verbeterd indien verder op de vloeistofopvangmiddelen tenminste één kanaal aansluit voor het afvoeren van de vloeistof.

Het kanaal kan eindigen in het inwendige van het substraatblok, dan wel aan een ondervlak of zijvlak van het substraatblok. Eén en ander kan afhankelijk zijn van de toepassing van het substraatblok. Eindigend in het ondervlak heeft voorkeur wanneer het substraatblok wordt gebruikt als groeiblok dat rust op een daaronder gelegen groeimat waaraan de toegevoerde vloeistof moet worden doorgegeven.

Genoemde en andere kenmerken van het substraatblok volgens de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden die slechts bij wijze van voorbeeld worden gegeven, terwijl wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening.

In de tekening is figuur 1 een bovenaanzicht van een substraatblok volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede over de lijn II-II uit figuur 1; figuur 3 en 4 elk een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van andere uitvoeringsvormen; en figuur 5 een met figuur 1 overeenkomend bovenaanzicht van weer een ander substraatblok volgens de uitvinding.

Figuur 1 en 2 tonen een substraatblok 1 volgens de uitvinding. Het substraatblok 1 heeft de vorm van een groeiblok met vier zijvlakken 2-5, die op niet getoonde wijze kunnen zijn ingehuld in een kunststof folie. Verder is het substraatblok 1 voorzien van een bovenvlak 6 en een ondervlak 7. Het bovenvlak 6 is voorzien van een plantgat 8, bestemd voor het opnemen van een plant die voorheen is opgekweekt in een plug.

Verder is het bovenvlak 6 voorzien van vloeistofopvangmiddelen 9. De vloeistofopvangmiddelen worden gevormd door een rond het plantgat 8 aangebrachte sleuf 10, waarvan een bodemvlak 11 naar beneden toe helt in de richting van de zijvlakken 2-5.

Figuur 3 toont een substraatblok 12 volgens de uitvinding met in hoofdzaak dezelfde opbouw als het substraatblok 1 uit figuur 1 en 2. Echter, de sleuf 10 is verder over de omtrek verspreid voorzien van een aantal afvoerkanalen 13, waarlangs vloeistof verzameld door de sleuf 10 wordt afgevoerd naar het inwendige 14 van het substraatblok 12.

Figuur 4 toont een substraatblok 15 in doorsnede, welk blok loodrecht op het vlak van tekening een aanzienlijke lengte bezit. Over de lengte is het bovenvlak 6 van het substraatblok 15 voorzien van twee langwerpige sleuven 16 voor het opvangen van vloeistof, welke sleuven zich uitstrekken langs tenminste één of een aantal in het bovenvlak 6 aangebrachte nauwe plantgaten 17, bijvoorbeeld voor het opnemen van stekken. Het substraatblok 15 kan aan zijn zijvlakken en eventueel aan zijn ondervlak zijn ingehuld in kunststof folie.

Figuur 5 toont een substraatblok 18 volgens de uitvinding, waarvan het bovenvlak 6 eveneens is voorzien van vloeistofopvangmiddelen in de vorm van een het plantgat 8 insluitende sleuf 19. De sleuf 19 is voorzien van een aantal afvoerkanalen 20, waarlangs in de sleuf 19 verzamelde vloeistof kan worden afgevoerd tot aan een ondervlak van het substraatblok 18, alwaar het kanaal 20 eindigt.

Eventueel kunnen de opvangmiddelen zich uitstrekken tot aan de zijrand van het bovenvlak en aldaar de opgevangen vloeistof afgeven aan de ruimte tussen het zijvlak en het het substraatblok omgevende kunststof-folie.

De substraatblokken 1, 12, 15 en 18 volgens de uitvinding kunnen zijn vervaardigd uit een mineraal materiaal, zoals steenwol en glaswol, uit een organisch materiaal, zoals een kunststof, met name een schuimkunststof, en eventueel een mengsel van deze materialen, eventueel met andere toevoegingen, zoals klei, veen, en dergelijke.

Claims (7)

1. Substraatblok voor plantenteelt, dat is voorzien van een bovenvlak voor het opnemen van een plant, welk bovenvlak is voorzien van middelen voor het opvangen van vloeistof.

2. Substraatblok volgens conclusie 1, waarin de vloeistofopvangmiddelen omvatten tenminste één in het bovenvlak aangebrachte sleuf.

3. Substraatblok volgens conclusie 2, waarin de sleuf zich tenminste ten dele uitstrekt rondom een in het bovenvlak aangebrachte of aan te brengen plantgat.

4. Substraatblok volgens conclusie 2 of 3, waarin de sleuf is voorzien van een bodemvlak dat naar een substraatrand toe naar beneden helt.

5. Substraatblok volgens conclusie 1-4, waarin op de vloeistofopvangmiddelen tenminste één kanaal aansluit voor het afvoeren van de vloeistof.

6. Substraatblok volgens conclusie 5, waarin het kanaal eindigt in het inwendige van het substraatblok.

7. Substraatblok volgens conclusie 5 of 6, waarin het kanaal eindigt aan een ondervlak en/of een zijvlak van het substraatblok.