NL9202218A - Gedempte cilinder. - Google Patents

Description

GEDEMPTE CILINDER

De uitvinding heeft betrekking op een cilinder omvattende een cilinderhuis, een afdichtend in het cilinder-huis beweegbare zuiger, ten minste één met de zuiger geïntegreerde tap en ten minste één afdichting, met demping in tenminste één bewegingsrichting van de zuigerbeweging, in de nabijheid van een eindstand van de zuiger, door middel van een zich tijdens het naderen van de eindstand vormende ruimte, omsloten door de met de zuiger geïntegreerde tap en het cilinderhuis, voorzien van een kanaal voor het afvoeren van een zich in de ruimte bevindend medium.

Bij een voorbeeld van de reeds bekende gedempte cilinders zoals getoond in fig. 1 van de begeleidende figuren wordt de beweging van een zuiger 1 gedempt doordat een met de zuiger 1 geïntegreerde tap 2 met een deel van een cilinderhuis 3 een ruimte 4 omsluit waardoor een medium dat zich in de ruimte 4 bevindt slechts door een kanaal 5, in deze figuur met een instelbare opening met stelschroef 6, kan ontwijken. Een afdichting 7 tussen zuiger 1 en cilinderhuis 3 en een afdichting 8 tussen de met de zuiger 1 geïntegreerde tap 2 en het cilinderhuis 3 staan hierbij tijdens het dempen van de zuigerbeweging onder druk. Een probleem van deze reeds bekende gedempte cilinders is de beperkte levensduur ervan.

Doel van de uitvinding is een verbeterde gedempte cilinder te verschaffen met een langere levensduur.

Dit wordt door de uitvinding bereikt doordat de ruimte, omsloten door de met de zuiger geïntegreerde tap en het cilinderhuis, wordt gevormd door een einddeel van het cilinderhuis en de met het zuigerdeel geïntegreerde tap en de afdichting van de ruimte tussen de tap en het einddeel van de cilinder wordt gevormd door ten minste een afdichting.

Een voordeel van de gewijzigde constructie is het niet belasten van een afdichting tussen het cilinderhuis en de zuiger tijdens het dempen.

Een voorkeursuitvoering van de cilinder wordt gekenmerkt doordat de cilinder een dubbelwerkende cilinder is, voorzien van twee aan weerszijden van de zuiger met de zuiger geïntegreerde tappen, die ieder resp. samenwerking met een einddeel van het cilinderhuis. Op deze wijze is het mogelijk de zuigerbeweging in beide bewegingsrichtingen te dempen.

Een voorkeursuitvoering van de cilinder wordt gekenmerkt doordat de cilinder een pneumatische cilinder is en het medium een gas is. Een andere vo.orkeursuitvoering van de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de cilinder een hydraulische cilinder is en het medium een vloeistof is.

De afdichting tussen de tap en het cilinderhuis bij voorkeur is voorzien van een lip. Het vrije einde van de lip drukt tegen het cilinderhuis. Zo is het afhankelijk van de bewegingsrichting van de zuiger of de afdichting een slepende afdichting of een schrapende afdichting is. Een belaste schrapende afdichting slijt sneller dan een belaste slepende afdichting. In de gewijzigde constructie van de onderhavige uitvinding worden in tegenstelling tot de reeds bestaande constructie de afdichtingen tussen cilinderhuis en zuiger en tussen de tappen en het cilinderhuis alleen in slepende toestand belast.

Het kanaal voor het afvoeren van een zich in de, door het einddeel van de cilinderhuis en de met de zuiger geïntegreerde tap gevormde, ruimte bevindend medium is bij voorkeur voorzien van een instelbare opening. Op deze wijze is het mogelijk de mate van demping in te stellen.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de i hand van de begeleidende tekeningen. Hierin toont: fig. 1 een schematische weergave van een reeds bekende dubbelzijdig gedempte cilinder, fig. 2 een schematische weergave van de gedempte cilinder overeenkomstig de onderhavige uitvinding, en > fig. 3 een aanzicht op een dwarsdoorsnede van een dubbelzijdig gedempte cilinder overeenkomstig de onderhavige uitvinding.

De schematisch in fig. 1 weergegeven tweezijdig gedempte cilinder bestaat uit een in een cilinderhuis 3 afdichtend beweegbare zuiger 1. De afdichting geschiedt door afdichtingen 7, 9, hier uitgevoerd als manchetten. Met de zuiger 1 zijn twee tappen 2, 10 geïntegreerd, die bij het dempen resp. samenwerken met de afdichtingen 8, 11. Bij het in de figuur naar rechts verplaatsen van de zuiger 1, door het door een toe- en afvoeropening 12 toevoeren van een medium, ontstaat op het moment dat de tap 2 afdichtend samenwerkt met de afdichting 8, een ruimte 4, waar druk wordt opgebouwd bij het verder naar rechts verplaatsen van de zuiger 1. Doordat de afdichtingen 7, 8 geen medium laten passeren is de enige uitweg voor het medium een kanaal 5, dat in deze figuur een instelbare opening heeft door middel van een stelschroef 6. Door het variëren van de opening van het kanaal 5, dat uitkomt in een toe- en afvoeropening 13 kan de mate van demping bepaald worden. Voor de teruggaande beweging van de zuiger 1, in de figuur naar links, wordt er via toe- en afvoeropening 13 een medium toegevoerd. De zuiger 1 kan dan naar de andere zijde bewegen. Tijdens deze beweging wordt er medium via de toe- en afvoeropening 12 afgevoerd tot de tap 10 gaat samenwerken met de afdichting 11. Nu vormt een kanaal 14 met een stelschroef 15 de enige uitweg voor het medium uit de omsloten ruimte.

Naar de onderdelen in figuur 2 die overeenkomen met onderdelen in fig. 1 is hetzelfde verwezen. Ook in deze figuur vormt de zuiger 1 één geheel met twee tappen 2, 10 en vormen afdichtingen 7, 9 een afdichting tussen de zuiger 1 en het cilinderhuis 3. Anders is echter een ruimte 16 die ontstaat op het moment dat de tap 2 en een omgekeerd aan afdichting 8 werkende afdichting 17 samen gaan werken. Deze ruimte 16 bevindt zich aan een einddeel van het cilinderhuis 3. Hierdoor wordt slechts één afdichting 17 belast tijdens het dempen. De afdichting 7 in de zuiger 1 wordt nu dus niet belast hetgeen de slijtage vermindert. De afdichting 17 kan ook verbonden zijn met de tap 2 die zodra de zuiger 1 voldoende naar rechts verplaatst is gaat samenwerken met het rechter einddeel van het cilinderhuis 3. De positie van een kanaal 18, regelbaar met behulp van de stelschroef 6, en een toe- en afvoeropening 19 zijn zo dat het kanaal 18 in verbinding staat met de ruimte 16 en de toe- en afvoeropening 19 juist niet in verbinding staat met de ruimte 16. Aan de andere zijde van het cilinderhuis 3 zijn overeenkomstig een kanaal 20, een toe- en afvoeropening 21 en een afdichting 22 aangebracht.

In de in fig. 3 getoonde dwarsdoorsnede van een uitvoering van de cilinder overeenkomstig de onderhavige uitvinding zijn de delen die overeenkomen met de delen van de schematische weergave van fig. 2 overeenkomstig aangeduid. Tussen de in de zuiger 1 opgenomen afdichtingen 7, 9 is een vulring 23 geplaatst. Deze vulring 23 kan bijvoorbeeld van metaal of kunststof zijn. Een vulring 23 kan magnetisch zijn om de positie van de zuiger 1 door middel van een taster te bepalen.

Claims (6)

1. Cilinder omvattende een cilinderhuis, een afdichtend in het cilinderhuis beweegbare zuiger, ten minste één met de zuiger geïntegreerde tap en ten minste één afdichting, met demping in tenminste één bewegingsrichting van de zuigerbeweging, in de nabijheid van een eindstand van de zuiger, door middel van een zich tijdens het naderen van de eindstand vormende ruimte, omsloten door de met de zuiger geïntegreerde tap en het cilinderhuis, voorzien van een kanaal voor het afvoeren van een zich in de ruimte bevindend medium, met het kenmerk, dat de ruimte wordt gevormd door een cilindereinddeel van het cilinderhuis en de met het zuigerdeel geïntegreerde tap en de afdichting tussen de tap en het cilindereinde wordt gevormd door ten minste één afdichting.

2. Cilinder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cilinder een dubbelwerkende cilinder is, voorzien van twee aan weerszijden van zuiger met de zuiger geïntegreerde tappen, die ieder respectievelijk samenwerken met een einddeel van het cilinderhuis.

3. Cilinder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de cilinder een pneumatische cilinder is en het medium een gas is.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de cilinder een hydraulische cilinder is en het medium een vloeistof is.

5. Cilinder volgens één der voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de afdichting tussen de tap en het cilinderhuis is voorzien van een lip.

6. Cilinder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal voor het afvoeren van een zich in de, door het einddeel van het cilinderhuis en de met de zuiger geïntegreerde tap gevormde, ruimte bevindend medium is voorzien van een instelbare opening.