NL9202135A - Elektrische kabel. - Google Patents

Description

Elektrische kabel

De uitvinding heeft betrekking op een elektrische kabel/ omvattende: een elektrisch geleidende ader; een daaromheen aangebrachte eerste halfgeleidende mantel; een daaromheen aangebrachte isolerende mantel; een daaromheen aangebrachte tweede halfgeleidende mantel; een daaromheen aangebrachte elektrisch geleidende aardingsmantel; een daaromheen aangebrachte, onder invloed van water expandeerbare afdichtmantel; een daaromheen aangebrachte elektrisch geleidende buitenmantel; en elektrische geleidingsmiddelen die de aardingsmantel en de buitenmantel lokaal met elkaar in contact brengen.

De elektrisch geleidende buitenmantel, die verder kan zijn afgedekt door een mechanisch beschermende en elektrisch isolerende beschermingsmantel kan bijvoorbeeld bestaan uit aluminiumfolie. De buitenmantel moet dezelfde potentiaal aannemen als de elektrisch geleidende aardingsmantel. De tussen de twee genoemde mantels aanwezige, onder invloed van water expanderende afdichtmantel bezit in verband daarmee min of meer geleidende eigenschappen. Bij omstandigheden, waarin kortsluiting optreedt, kan tussen de aardingsmantel en de buitenmantel een relatief hoog spanningsverschil ontstaan, waardoor doorslag kan optreden. Hierdoor kan lokaal verkolen of anderszins degenereren van de expandeerbare afdichtmantel optreden.

Het is gewenst, het contact tussen de aardingsmantel en de buitenmantel, in het bijzonder voor het geval van kortsluiting, te verbeteren en niettemin een fysieke scheiding te handhaven tussen de aardingsmantel en de buitenmantel. De expandeerbare afdichtmantel dient te worden gehandhaafd om de langswaterdichtheid van de elektrische kabel onder omstandigheden te verzekeren.

In de kabel volgens de uitvinding zijn daartoe de elektrische geleidingsmiddelen aanwezig, die de aardingsmantel en de buitenmantel lokaal met elkaar in contact brengen. Deze geleidingsmiddelen kunnen op diverse wijzen zijn uitgevoerd, in het bijzonder als elektrisch geleidende afstandselementen tussen de aardingsmantel en de buitenmantel. Zeer eenvoudig is die uitvoering, waarin de geleidingsmiddelen een zich door de afdichtmantel uitstrekkende geleidende draad omvatten.· Produktietechnisch het meest eenvoudig en uitstekend beheersbaar is die uitvoering waarin de draad schroeflijnvormig is opgewikkeld.

Teneinde een goed contact met een min of meer homogene verdeling van de contactplaatsen te verzekeren vertoont een specifiek uitvoeringsvoorbeeld het kenmerk dat de aardingsmantel ten minste één schroeflijnvormig opgewikkelde geleider omvat en dat de spoed van de geleidende draad verschilt van de spoed van althans de radiaal meest naar buiten geplaatste geleider(s) van de aardingsmantel.

Een voorkeursuitvoering van dit type vertoont de bijzonderheid dat de aardingsmantel een aantal naast elkaar gelegen schroeflijnvormig opgewikkelde geleidende draden omvat, en dat de spoed daarvan tegengesteld is aan de spoed van de genoemde geleidende draad. Hiermee wordt onder alle omstandigheden verzekerd, dat de genoemde geleidende draad, die het contact tot stand moet brengen tussen de aardingsmantel en de buitenmantel, nooit naar binnen kan worden gedrukt en een positie kan innemen tussen de schroeflijnvormig opgewikkelde geleidende draden van de aardingsmantel.

Zeer eenvoudig is die uitvoering waarin de afdichtmantel door extrusie is aangebracht. De geleidende draad, in het bijzonder een koperdraad, ligt, voorafgaand aan het extrusieprocédé tegen het buitenoppervlak van de aardingsmantel. Wanneer de tot zover gerede kabel wordt doorgevoerd door de corresponderend bemeten extrusiekop, blijft het radiaal meest naar buiten gelegen oppervlak van de draad althans lokaal blootliggen. Wanneer vervolgens een strook aluminiumfolie in langsrichting tegen de kabel wordt gelegd en met een langsnaad met overlappende randzones met lijm rond de kabel wordt gesloten, kan door de lichte druk, die in één gang wordt gebruikt voor het onmiddellijk na het extrusieprocédé aanbrengen van het aluminiumfolie, een lokaal contact worden verzekerd tussen de aardingsmantel en de buitenmantel.

Na de extrusiebewerking, die bij verhoogde temperatuur plaatsvindt, koelt het betreffende materiaal, zoals MDFE of HDPE, af, waardoor een zekere krimp optreedt die een gewenste verhoogde contactdruk met zich meebrengt.

Zoals gezegd, kan de kabel zijn afgewerkt door rond de elektrisch geleidende buitenmantel een beschermmantel aan te brengen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, die een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht toont van een kabel volgens de uitvinding.

De kabel volgens de uitvinding omvat een elektrisch geleidende ader 1, een daaromheen aangebrachte eerste halfgeleidende mantel 2, een daaromheen aangebrachte isolerende mantel 3, een daaromheen aangebrachte tweede halfgeleidende mantel 4, een daaromheen aangebrachte elektrisch geleidende aardingsmantel 5, 6, een daaromheen aangebrachte, onder invloed van water expanderende afdichtmantel 8, een daaromheen aangebrachte elektrisch geleidende buitenmantel 9 en een in de afdichtmantel 8 ingebedde koperdraad 7, die met zijn binnenvlak contact maakt met de aardingsmantel 5, 6 en met zijn buitenvlak contact maakt met de uit aluminiumfolie bestaande, elektrisch geleidende buitenmantel 9.

De aardingsmantel omvat een aantal naast elkaar gelegen, samen een cilindermantel vormende, schroeflijnvormig opgewikkelde draden 10, en een daaromheen aangebrachte, met tegengestelde spoed opgewikkelde baan 6 van koperfolie. Opgemerkt wordt dat desgewenst deze baan over deze strook 6 koperfolie achterwege kan blijven. De koperdraad 7 vertoont een aan de spoed van de draden 10 tegengestelde spoed.

De onder invloed van water expandeerbare afdichtmantel 8 is door extrusie aangebracht op de kabel, tijdens de produktiefase, waarin de kabel nog bestond uit de elektrisch geleidende ader 1 en de mantels 2, 3, 4, 5, 6 en de geleidende draad 7.

Claims (6)

1. Elektrische kabel, omvattende: een elektrisch geleidende ader (1); een daaromheen aangebrachte eerste halfgeleidende mantel (2); een daaromheen aangebrachte isolerende mantel (3); een daaromheen aangebrachte tweede halfgeleidende mantel (4)? een daaromheen aangebrachte elektrisch geleidende aardingsmantel (5,6); een daaromheen aangebrachte, onder invloed van water expandeerbare afdichtmantel (8); een daaromheen aangebrachte elektrisch geleidende buitenmantel (9); en elektrische geleidingsmiddelen die de aardingsmantel (5, 6) en de buitenmantel (9) lokaal met elkaar in contact brengen.

2. Kabel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen een zich door de afdichtmantel (8) uitstrekkende geleidende draad (7) omvatten.

3. Kabel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de draad (7) schroeflijnvormig is opgewikkeld.

4. Kabel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aardingsmantel (5, 6) ten minste één schroeflijnvormig opgewikkelde geleider (5, 6) omvat en dat de spoed van de geleidende draad (7) verschilt van de spoed van althans de radiaal meest naar buiten geplaatste geleider(s) (6) van de aardingsmantel (5, 6).

5. Kabel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aardingsmantel een aantal naast elkaar gelegen schroeflijnvormig opgewikkelde geleidende draden omvat, en dat de spoed daarvan tegengesteld is aan de spoed van de genoemde geleidende draad.

6. Kabel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afdichtmantel (8) door extrusie is aangebracht.