NL9201297A - Tunnelvormig spuitvoertuig. - Google Patents

Description

Tunnelvormiq spuitvoertuig

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tunnelvormig spuitvoertuig, meer in het bijzonder op een tunnelvormig spuitvoertuig, waarvan de afstand tussen de laterale zijwanden instelbaar is.

Het is bekend om bij tunnelvormige spuitvoertuigen de beide laterale zijwanden onderling te verbinden aan de bovenzijde via telescopische verbindingsstangen. Aldus is het mogelijk om de laterale spuitwanden op variabele afstanden van elkaar te plaatsen. De afstand tussen de laterale zijwanden wordt bij het spuiten bepaald door de breedte van het te bespuiten gewas, en bij verplaatsing over de weg door de maximaal toelaatbare voertuigbreedte.

De uitvinding beoogt een tunnelvormig spuitvoertuig te verschaffen, waarbij de afstand tussen de laterale zijwanden gemakkelijker is in te stellen, en desondanks een stabielere constructie wordt verkregen.

Dit wordt bereikt met een spuitvoertuig volgens de uitvinding dat omvat een tunnelvormige opbouw met twee van spuitmiddelen voorziene, laterale spuitwanden, waarin de spuitwanden elk zijn geplaatst op een spuitwandchassis en met elkaar zijn verbonden via scharniermiddelen. Doordat de beide laterale spuitwanden via scharniermiddelen die over een groot deel van de lengte van de spuitwanden zich uitstrekkend, met elkaar zijn verbonden, ontstaat een zeer stabiele constructie, met name tijdens gebruik in de uitgescharnierde stand. Als gevolg van het uitscharnieren zullen in de uitgescharnierde stand de beide laterale spuitwanden voorover naar elkaar toe hellen, waardoor de gewassen beter kunnen worden bespoten en de tunnel veelal een aan het gewas meer aangepaste vorm daarbij inneemt.

Een zeer stabiele constructie ontstaat, indien verder bij voorkeur de scharniermiddelen omvatten een SCharnier-gestel, waarmee aan weerszijden via een scharnier de spuitwanden zijn verbonden. Aldus wordt tussen de laterale spuit- wanden niet alleen een minimale afstand gerealiseerd, maar ontstaat een zeer buig- en torsiestijve tunnelvormige opbouw.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het scharnier-gestel een scharnierraam en zijn de spuitwandscharnieren aan weerszijden aan het scharnierraam via het scharnier bevestigd. Door als scharniergestel een scharnierraam te kiezen, kan dit scharnierraam tevens worden gebruikt voor bevestiging van de bovenste afscherming.

Voor het tot in de gewenste uitgescharnierde stand brengen van de laterale spuitwanden heeft het voorkeur dat het scharniergestel is voorzien van een bedienbare, daaraan gelagerde uitzetas, die via uitzetstangen is verbonden met de spuitwanden.

Tijdens het transport van het spuitvoertuig over de openbare weg en tijdens het manoeuvreren langs en tussen de gewassen, heeft het voorkeur dat in het geval van het gebruik van een trekkend voertuig, dit voertuig voor of zijdelings het spuitvoertuig kan voorttrekken. Daartoe heeft het voorkeur dat de trekhoek instelbaar is. Voor een optimale instelling van de trekhoek heeft het voorkeur dat een trekstang scharnierend is verbonden met een spuitwandchassis, en is voorzien van middelen voor het instellen van de trekhoek.

Voor een optimale circulatie van lucht door de laterale spuitwanden vanaf de luchtinlaat naar de spuitmiddelen, heeft, het voorkeur dat een spuitwand een starre, gevormde spuitkast omvat. Teneinde te verzekeren dat zo weinig mogelijk spuit-middel tot buiten de tunnelvormige opbouw geraakt en in hoofdzaak slechts een interne luchtcirculatie binnen te tunnelvormige opbouw plaatsvindt, heeft het verder voorkeur dat een spuitkast aan de in de gebruiksrichting voorzijde is voorzien van een spuitkap en aan de achterzijde van tenminste één luchtinlaat.

Voor het optimaal bespuiten van het gewas heeft het voorkeur dat de spuitkap is voorzien van middelen voor het instellen van de spuithoek, waarbij bij voorkeur een spuitkastwand aansluit op de spuitkap.

Genoemde en andere kenmerken van het tunnelvormige spuitvoertuig volgens de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat slechts bij wijze van voorbeeld wordt gegeven onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening.

In de tekening is figuur 1 een perspectivisch deels weggebroken aanzicht van het tunnelvormige spuitvoertuig volgens de uitvinding; figuur 2 een bovenaanzicht van het spuitvoertuig uit figuur 1; en figuur 3 detail III uit figuur 1.

Figuur 1 toont een spuitvoertuig 1 volgens de uitvinding, dat omvat een tunnelvormige opbouw 2 met twee van spuitmiddelen 3 voorziene laterale spuitwanden 4 en 5, die elk zijn geplaatst op een spuitwandchassis 6 en 7.

De beide spuitwanden 4 en 5 zijn scharnierend met elkaar verbonden via een scharnierraam 8, waaraan via scharnieren 9 en 10 de beide spuitwanden 4 en 5 zijn bevestigd. In het scharnierraam 8 is een uitzetas 11 gelagerd die bedienbaar is via een cilinder 12 die is verbonden met een askruk 13.

Verder is de uitzetas 11 voorzien van via krukken 14 en 15 daarmee verbonden uitzetstangen 16 en 17, die verbonden zijn met de scharnierende zijwanden 4 en 5. De uitzetstangen 16 en 17 steken daarbij door in een tunnelplafond 18 aangebrachte openingen 19.

Elk zijwandchassis 6 en 7 is voorzien van een wiel 20, respectievelijk 21.

Het zijwandchassis 7 is verder voorzien van een tank 22 voor spuitmiddel, dat via niet getoonde leidingen wordt toegevoerd naar de spuitmiddelen 3.

Een dissel 23 van een trekker is verbonden met een trekstang 24 die via een scharnier 25 is bevestigd aan het zijwandchassis 7. Met de trekstang 24 is verder scharnierend via een scharnier 26 verbonden een uitzetcilinder 27 die als instelmiddel een trekhoek a kan instellen tussen trekker 28 en opbouw 2 (zie figuur 2).

Voor de bekrachtiging van onder andere de spuitmiddelen 3 en de cilinder 12, is het voertuig 1 via een aandrijfstand 29 die is verbonden met een drijfkast 30 aangesloten op de trekker 28.

Figuur 2 toont meer in detail de opbouw van de beide spuitwanden 4 en 5. De spuitwanden 4 en 5 omvatten een starre, gevormde spuitkast van bijvoorbeeld een kunststof, zoals polyester, die is voorzien van een in de gebruiks-richting volgens de pijl 32 aan de voorzijde gelegen lucht-uitlaat 33 en een aan de achterzijde gelegen luchtinlaat 34. In de luchtinlaat 34 zijn een aantal ventilatoren 35 opgenomen voor het aanzuigen van lucht en transporteren van de lucht volgens de pijl 46.

Aan de luchtuitlaat 33 is een spuitkap 36 geplaatst, welke vormt een langwerpige spleet 37 met daarin aangebrachte leidschotten 38. Naast en voor de spuitkap 36 zijn een aantal spuitdoppen 39 geplaatst voor het afgeven van spuitmiddel-stralen 40.

Zoals meer in detail getoond in figuur 3, is de spuitkap 36 om zijn lengte-as scharnierbaar rond een scharnier 41, en met behulp van een instelorgaan 42 in een bepaalde spuit-hoek b borghaar. Duidelijk is te zien een spleet 43 tussen de spuitkap 36 en een strak binnenpaneel 47 van de spuitkast 31. Door de vorming van de spuitkast 31 zal voornamelijk volgens de pijl 44 lucht via de spuitkap 36 naar de ruimte binnen de tunnelvormige opbouw 2 naar het gewas, bijvoorbeeld bomen 45, in een licht neergaande richting worden afgegeven. Door de circulatie volgens de pijlen 46, 32, zal in hoofdzaak geen spuitmiddel tot buiten de opbouw 2 treden, en is deze circulatie in hoofdzaak volledig intern.

Claims (9)

1. Spuitvoertuig, omvattende een tunnelvormige opbouw met twee van spuitmiddelen voorziene, laterale spuitwanden, waarin de spuitwanden elk zijn geplaatst op een spuitwand-chassis en met elkaar zijn verbonden via scharniermiddelen.

2. Spuitvoertuig volgens conclusie 1, waarin de scharniermiddelen omvatten een scharniergestel, waarmee aan weerszijden via een scharnier de spuitwanden zijn verbonden.

3. spuitvoertuig volgens conclusie 2, waarin het scharniergestel een scharnierraam is en de spuitwand-scharnieren aan weerszijden aan het scharnierraam via het scharnier zijn bevestigd.

4. Spuitvoertuig volgens conclusie 2 of 3, waarin het scharniergestel is voorzien van een bedienbare, daaraan gelagerde uitzetas, die via uitzetstangen is verbonden met de spuitwanden.

5. Spuitvoertuig volgens conclusie 1-4, waarin een trekstang scharnierend is verbonden met een spuitwandchassis, en is voorzien van middelen voor het instellen van de trekhoek.

6. Spuitvoertuig volgens conclusie 1-5, waarin een spuitwand een starre, gevormde spuitkast omvat.

7. Spuitvoertuig volgens conclusie 1-6, waarin een spuitkast aan de in de gebruiksrichting voorzijde is voorzien van een spuitkap en aan de achterzijde van tenminste één luchtinlaat.

8. Spuitvoertuig volgens conclusie 6 of 7, waarin de spuitkap is voorzien van middelen voor het instellen van de spuithoek.

9. Spuitvoertuig volgens conclusie 8, waarin een spuitkastwand aansluit op de spuitkap.