NL9201024A - Samenstel voor het ophangen van voorwerpen zoals prenten. - Google Patents

Description

Samenstel voor het ophanaen van voorwerpen zoals prenten

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het ophangen van prenten, schilderijen en andere in het zicht te plaatsen voorwerpen, omvattend een haak, die aan een ophangrail of op de bovenzijde van een paneel of iets dergelijks gehangen kan worden, een langwerpig element, zoals een draad of een kabel, die aan zijn boveneind bevestigd kan worden aan de haak en daardoor aan de rail of de rand van het paneel etc. en aan zijn ondereind voorzien kan worden van een verdere eventueel· identieke haak of iets dergelijks, waaraan het voorwerp zelf gehangen kan worden.

Een dergelijk samenstel is onder meer bekend uit het Europese octrooi 0183325 op naam van aanvraagster. In het Europese octrooi 0183325 wordt een ophangsysteem getoond, dat een bovenste en een onderste blokvormige haak omvat, waarbij de bovenste blokhaak in hoofdzaak omgekeerd U-vormig is om met de aldus gevormde goot of groef op een opstaande wanddeel van een ophangrail of de bovenrand van een paneel gehaakt te worden. De blokvormige haak is voorts voorzien van een verticale doorgang voor een draad, alsmede van een zich loodrecht op die doorgang uitstrekkende verdere doorgang, die voorzien is van een schroefdraad en waarin een inbusbout geschroefd kan worden om de draad in zijn positie in de doorgang vast te leggen.

Een ander samenstel voor het ophangen van prenten is bekend uit het Duitse gebruiksmodel 7917482. Dit bekende samenstel omvat bovenste en onderste, in hoofdzaak C-vormige haken, waarbij de bovenste haak aan een ophangrail gehaakt kan worden en de onderste haak, die met de bovenste haak verbonden is door middel van een draad, aan het voorwerp gehaakt kan worden. De C-vormige haken zijn voorzien van open groeven, waardoorheen de draad zich kan uitstrekken. De draad is aan zijn boveneind en aan zijn ondereind voorzien van ankerblokken, die zodanige afmetingen hebben dat zij niet door de eerder genoemde groeven heen kunnen bewegen en aldus de draad kunnen vastleggen ten opzichte van de betreffende haken. Teneinde de positie van de ankerblokken ten opzichte van de C-vormige haken enigszins vast te leggen zijn de van de groeven voorziene benen van de C-vormige haken V-vormig, zodat de ankerblokken daarin op schuinliggende wijze opgenomen kunnen worden. De kubusvormige ankerblokjes zullen hierbij een zodanige ligging aannemen, dat hun ondervlak respectievelijk bovenvlak onder een hoek van ongeveer 45° met de horizontaal zal komen te liggen. De draad, die zich door de blokjes heen uitstrekt en daar met behulp van een schroef in vastgelegd is, zal op de plaats van uittrede uit het blokje een richtingsverandering over 45® ondergaan en ter plaatse tegen de openingsrand van de doorgang in het blokje aanliggen. Hierbij bestaat het gevaar dat de draad aldaar naar verloop van tijd ingesneden wordt, mogelijk resulterend in breuk van de draad met als verder gevolg dat het voorwerp naar beneden valt.

De uitvinding heeft tot doel een samenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij het langwerpige element althans met zijn boveneind vastgelegd wordt in een ankerblok, dat op zekere wijze in de haak gehangen kan worden, zonder dat er een vergroot risico op bezwijken van het langwerpige element bestaat.

De uitvinding verschaft hiertoe een samenstel voor het ophangen van voorwerpen, zoals schilderijen, prenten en dergelijke aan een rail of een paneelrand of iets dergelijks die bestemd is om op in hoofdzaak horizontale wijze opgesteld te worden, omvattend een langwerpig element dat bestemd is om zich op in hoofdzaak verticale wijze tussen de rail, paneelrand of iets dergelijks en het voorwerp uit te strekken, een haak, die een bovenste haakvormig gedeelte en een onderste haakvormig gedeelte omvat, alsmede aan ankerblok, dat voorzien is van een opneemruimte voor het daarin bevestigen van het langwerpige element, waarbij het bovenste haakvormige gedeelte geschikt is om aangehaakt te kunnen worden aan de rail, de paneelrand of iets dergelijks en het onderste haakvormige gedeelte een rondom begrensde opening omvat voor doorvoer van het langwerpige element en steunmiddelen omvat voor het zodanig ondersteunen van het ankerblok dat het boveneind van het langwerpige element zich op rechte wijze uitstrekt door de opneemruimte en door het gat naar beneden toe.

Het onderste haakvormige gedeelte is bij voorkeur in hoofdzaak u-vormig, waarbij de steunmiddelen gevormd worden door de bodem daarvan. Het onderste haakvormige gedeelte is bij voorkeur recht U-vormig, waarbij het ankerblok in hoofdzaak recht-parallelle pipedum-vormig is en de opneemruimte zich loodrecht op tenminste één van de vlakken van het ankerblok uitstrekt.

Het ankerblok is bij voorkeur op passende wijze opgenomen in het onderste haakvormige gedeelte.

De uitvinding heeft ook betrekking op een haak die kennelijk geschikt is voor het samenstel volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel en een haak zoals hierboven omschreven, maar waarbij het ankerblok en het onderste haakvormige gedeelte als één geheel met elkaar zijn gevormd, zoals omschreven in de conclusies 6-8.

De uitvinding zal nu nader toegelicht worden aan de hand van twee in de bijgevoegde tekening weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt ins fig. 1 een samenstel volgens de uitvinding, waarbij ankerblok en haak gescheiden elementen vormen; en fig. 2 een samenstel volgens de uitvinding waarbij ankerblok en haak één geheel vormen.

In fig. 1 is op schematische wijze een wandpaneel 1 weergegeven, dat voorzien is van een bovenrand 2. Op en om de bovenrand 2 is een dubbele haak 3 geplaatst, waarbij het bovenste omgekeerd U-vormige deel met wanddelen 4, 5 en 6 aan drie zijden tegen de bovenrand van het paneel 1 aanligt. De breedte van de bodem van het bovenste U-vormige haakdeel komt hierbij overeen met de breedte van de bovenrand 2, zodat de haak 3 tegen rotatie in het verticale vlak verzekerd is, en met zijn wanddeel 6 vlak aanligt tegen het vooropper-vlak 15 van het paneel 1. De haak 3 omvat voorts een onderste haakdeel, dat gevormd wordt door de wanddelen 6, 7 en 8, die met elkaar een U-vorm met rechte hoeken bepalen. De bodem van de U-vorm, gevormd door het wanddeel 7, is in zijn midden voorzien van een rond gat 10.

Het (niet weergegeven) ondereind van de ophangdraad 14 kan voorzien zijn van een haak of een lus waar het te tonen voorwerp aangehangen kan worden.

Het boveneind van de draad 14 is opgenomen in de verticale doorgang 12 in kubusvormig ankerblok 9. Het ankerblok 9 is voorts voorzien van een van een schroefdraad voorziene doorgang 11, die op loodrechte wijze uitmondt in de doorgang 12 en geschikt is om een inbusbout 13 te ontvangen. Door de inbusbout in de richting B in de doorgang 11 te schroeven wordt het boveneind van de draad 14 vastgelegd in de doorgang 12.

Indien het ondereind van de draad 14 geen vaste lus vormt wordt bij installatie bij voorkeur de draad 14 met zijn ondereind van bovenaf door het gat 10 heengevoerd in de richting A totdat het ankerblok 9, dat tevoren vast bevestigd is aan het boveneind van de draad 14, op passende wijze opgenomen is in het u-vormige, onderste deel van de haak 3. Het ankerblok is dan op zekere wijze tegen verschuiving vastgelegd en doordat de doorgang 12 zich in lijn bevindt met het gat 10 en het verdere deel van de draad 14 zal de draad 14 niet onderworpen zijn aan enige kerfwerking.

In fig. 2 is een ander type samenstel weergegeven, dat een haak 113 omvat welke haak 113 voorzien is van een omgekeerd U-vormig bovenste haakdeel, gevormd door de wanddelen 115, 114 en 116 op passende wijze om de bovenrand van een wandpaneel (niet weergegeven) gehaakt kan worden. Het wanddeel 116 gaat aan zijn ondereind over in een daarmee als een geheel gevormd blok 109, dat voorzien is van een verticale doorgang 112 en een op loodrechte wijze daarin uitmondende, van schroefdraad voorziene doorgang 111, waar respectievelijk het boveneind van een ophangdraad 114 en een imbusbout 113, bestemd voor het in de doorgang 112 vastleggen van de draad 114, opgenomen kunnen worden.

Het zal duidelijk zijn dat bij beide haakuitvoeringen het bovenste omgekeerd U-vormige gedeelte vervangen kan worden door een anders gevormd haakvormig gedeelte, wanneer de vorm van de ophangrail of de bovenrand van het paneel zulks nodig maakt voor een zekere bevestiging.

Claims (8)

1. Samenstel voor het ophangen van voorwerpen zoals schilderijen, prenten en dergelijke aan een rail, paneelrand of iets dergelijks, die bestemd is om op in hoofzaak horizontale wijze opgesteld te worden, omvattend een langwerpig element dat bestemd is om zich in hoofdzaak in verticale richting, tussen de rail, paneelrand of iets dergelijks en het voorwerp uit te strekken, een haak, die een bovenste haakvormig gedeelte en een onderste haakvormig gedeelte omvat, alsmede een ankerblok, dat voorzien is van een opneemruimte voor het daarin vasthouden van het langwerpige element, waarbij het bovenste haakvormige gedeelte gevormd is om aangehaakt te kunnen worden aan de rail, paneelrand, of iets dergelijks en het onderste haakvormige gedeelte een rondom begrensd gat omvat voor doorvoer van het langwerpige element daardoorheen en steunmiddelen omvat voor het zodanig ondersteunen van het ankerblok, dat het gedeelte van het langwerpige element, dat zich in de opneemruimte bevindt in lijn ligt met het zich daar beneden bevindende gedeelte van het langwerpige element.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij het onderste haakvormige gedeelte in hoofdzaak U-vormig is en de steunmiddelen gevormd worden door de bodem daarvan.

3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij het onderste haakvormige gedeelte U-vormig is met rechte hoeken, waarbij het ankerblok in hoofdzaak recht-parallellepipedumvormig is.

4. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het ankerblok op passende wijze opgenomen is in het onderste haakvormige gedeelte.

5. Haak, kennelijk geschikt voor het samenstel volgens één der voorgaande conclusies.

6. Samenstel voor het ophangen van voorwerpen, zoals schilderijen, prenten en dergelijke aan een rail, paneelrand, of iets dergelijks, die bestemd is op een in hoofdzaak horizontale wijze opgesteld te worden, omvattend een langwerpig element, dat bestemd is om zich in hoofdzaak in verticale richting tussen de rail, paneelrand, of iets dergelijks en het voorwerp uit te strekken, een haak, die een bovenste gedeelte en een onderste gedeelte omvat, waarbij het bovenste gedeelte haakvormig is om aangehaakt te kunnen worden aan de rail, paneelrand of iets dergelijks en het onderste gedeelte voorzien is van een opneemruimte voor het daarin vastleggen van het boveneind van het langwerpige element en waarbij het onderste gedeelte en het bovenste gedeelte met elkaar verbonden zijn door een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkend brugdeel, waarbij het bovenste gedeelte, het onderste gedeelte en het brugdeel als een geheel met elkaar gevormd zijn.

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij het onderste gedeelte in hoofdzaak parallelepipedumvormig is.

8. Haak, kennelijk geschikt voor het samenstel volgens conclusie 6 of 7.