NL9200920A - Bandopbouwinrichting met gesegmenteerde trommel. - Google Patents

Description

Bandopbouwinrichting met gesegmenteerde trommel.

Achtergrond van de uitvinding Gebied van de uitvinding

Deze uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van een band en, in het bijzonder, op een bandopbouwinrichting die een verbeterd aandrijfmechanisme bevat voor het radiaal bewegen van een aantal trommelsegmenten tussen een geëxpandeerde opbouwpositie waarin de trommel wordt aangepast voor het opnemen van een overgangsdeel en een loopvlak-deel van de band om daarop te worden aangebracht voorafgaand aan een vulkaniseerbewerking en een samengetrokken verwijde-ringspositie waarin de trommel van de zo samengestelde band wordt verwijderd.

Achtergrond

Bij de vervaardiging van een autoband, zoals een radi-aalband, is het normaal om gebruik te maken van een bandopbouwinrichting van het trommel-type, zoals die met een gesegmenteerde trommel voor het samenstellen van een staal-band. Deze bandopbouwinrichtingen kunnen pneumatisch en hydraulisch gestuurd worden tussen een geëxpandeerde opbouwpositie waarin een overgangsdeel, een loopvlak en dergelijke op de gesegmenteerde trommel worden gebouwd, en een samengetrokken verwijderingspositie, waarin de gesegmenteerde trommel een verkleinde diameter heeft om zijn verwijdering uit de samengestelde band mogelijk te maken. De bandopbouwinrichting heeft gewoonlijk het vermogen tot het veranderen van de diameter van de gesegmenteerde trommel, teneinde verschillende bandmaten te kunnen onderbrengen. Sommige van de inrichtingen bezitten een enkelvoudige luchtleiding, via welke lucht wordt ingebracht in, en verwijderd uit het pneumatische aandrijforgaan ervan, en sommige bezitten een dubbel leidingsysteem waarin twee afzonderlijke leidingen zijn verschaft voor het onder druk brengen en drukloos maken van het pneumatische aandrijforgaan.

Een karakteristieke bandopbouwinrichting volgens de bekende techniek met een enkele poort is weergegeven in figuur 1. Deze bevat een centrale as 10, een op de as gemonteerde bus 12, een aantal trommelsegmenten 14 die radiaal kunnen bewegen tussen een geëxpandeerde opbouwpositie en een samengetrokken verwi jderingspositie, een paar tegenover elkaar liggende, ringvormige trommelgeleiders 16, terugstel-veren 18 om de trommel segmenten onder veerkracht naar hun verwijderingspositie te bewegen, en een ringvormige blaas 20 die geschikt is om de trommelsegmenten 14 naar hun opbouwpo-sitie te bewegen. Het bovendeel van figuur 1 geeft met getrokken lijnen een trommelsegment 14 aan, dat in de geëxpandeerde opbouwpositie wordt gehouden door de met lucht gevulde blaas 20. Het onderdeel van de figuur toont in denkbeeldige lijnen het trommelsegment 14' diametraal tegenover het segment 14, dat naar de samengetrokken verwi jderingspositie is bewogen, omdat de geledigde blaas toestaat dat de terugstelveren 18 het trommelsegment 14' radiaal naar binnen doen bewegen. Waar het gewenst is om het trommelsegment radiaal naar buiten te bewegen naar de opbouwpositie, wordt de blaas 20 gevuld met lucht tot de weergegeven toestand, door lucht via een luchtdoorgang 22 in de blaas te brengen. Omgekeerd, zal het laten ontsnappen van lucht uit de blaas ertoe leiden dat de trommel wordt samengetrokken op grond van de werking van de terugstelveren.

Ofschoon er geschikte blaasinrichtingen in de handel verkrijgbaar zijn ter verschaffing van de gewenste werking van het veranderen van de diameter, zijn bepaalde beperkingen inherent aan dergelijke inrichtingen van het blaas-type, ; zoals hieronder vermeld: (1) het is uiterst moeilijk om alle trommelsegmenten gelijkmatig radiaal te bewegen met gelijke toenemingen, vanwege variaties in dikte van het blaasmateriaal en de weerstand tegen beweging die elk segment afzonderlijk ver- i toont, en ongelijkheden van terugstelveerkrachten.

(2) De blaas is onderhevig aan beweging of vervorming onder invloed van andere krachten dan de binnendruk van de blaas, zoals stikseldrukken, waardoor het zeer moeilijk is om op een stabiele wijze banden van zeer hoge kwaliteit te i produceren.

(3) Vanwege een relatief grote hoeveelheid lucht die nodig is voor het vullen van de blaas, duurt het enige tijd om de gesegmenteerde trommel radiaal te bewegen tussen de geëxpandeerde opbouwpositie en de samengetrokken verwijde- ) ringspositie, en dit heeft dus een nadelig invloed op de produktiviteit van een bandvervaardigingsbewerking.

(4) Vele onderdelen 2oals een blaas, terugstelveren etc. worden verbruikt en moeten periodiek worden vervangen, of moeten worden vervangen wanneer zij defect zijn. Aangezien de blaas is omgeven door de gesegmenteerde trommel, zal een moeizame en tijdrovende ontmanteling van de trommelin-richting nodig zijn wanneer de blaas moet worden vervangen.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een bandopbouwinrichting die de bovengenoemde problemen omzeilt of verkleint.

Het is een ander doel van de uitvinding om tenminste in de voorkeursuitvoeringsvorm ervan te voorzien in een verbeterde bandopbouwinrichting die een nieuw pneumatisch aandrijfmechanisme bevat voor het realiseren van een gelijkmatige en nauwkeurige radiale beweging van elk trommelsegment om te voorzien in een volledig rond trommeloppervlak voor het samenstellen van een band.

Het is een verder doel van de uitvinding om tenminste in de voorkeursuitvoeringsvorm ervan te voorzien in een verbeterde bandopbouwinrichting die gebruik maakt van een stationaire zuiger en een beweegbare cilinder waarin een axiale beweging van de cilinder wordt omgezet in een radiale beweging van de gesegmenteerde trommel door middel van mechanische schakels.

Nog een verder doel van de uitvinding tenminste in de voorkeursuitvoeringsvorm ervan te voorzien in een verbeterde bandopbouwinrichting van het type met gesegmenteerde trommel, die het vermogen bezit om de diameter van de trommel te veranderen wanneer deze in zijn geëxpandeerde opbouwpositie verkeert.

Volgens de onderhavige uitvinding is voorzien in een bandopbouwinrichting omvattend: een as; een zuiger die vast aangebracht is op genoemde as; een cilinder die heen en weer kan bewegen op genoemde zuiger langs genoemde as; waarbij van genoemde cilinder één eindwand in afdichtend en schuivend kontakt is met het omtreksoppervlak van genoemde as voor begrenzing van een opblaasbare primaire kamer aan één zijde van genoemde zuiger grenzend aan genoemde ene eindwand, waarbij genoemde cilinder ook een te ledigen secundaire kamer aan de tegenoverliggende zijde van genoemde zuiger begrenst; een orgaan dat een drukaccumulatiekamer begrenst die in mediumverbinding staat met genoemde secundaire kamer; een bron van bedrijfsmedium onder druk; een orgaan om genoemd bedrijfsmedium in genoemde bron naar keuze te koppelen met genoemde primaire kamer teneinde genoemde cilinder in een eerste richting te bewegen voor het vullen van genoemde primaire kamer terwijl genoemde secundaire kamer wordt geledigd om daardoor te zorgen voor het onder druk brengen van genoemde secundaire kamer en bijgevolg genoemde drukaccumulatiekamer, waarbij genoemde cilinder wordt bewogen in een tweede richting tegenover genoemde eerste richting op grond van een onder druk gebrachte toestand in genoemde drukaccumulatiekamer en genoemde secundaire kamer wanneer genoemd bedrijfsmedium wordt ontkoppeld van genoemde primaire kamer; een gesegmenteerde trommel die is opgebouwd uit een aantal gebogen segmenten, waarbij genoemde gebogen segmenten radiaal te bewegen zijn tussen een geëxpandeerde opbouwpositie waarin genoemde gesegmenteerde trommel een eerste diameter heeft voor het opnemen van een ringvormig stuk bandmateriaal om daarop te worden gebouwd en een samengetrokken verwijderingspositie waarin de gesegmenteerde trommel een tweede diameter heeft die kleiner is dan de eerste diameter om toe te staan dat het samengestelde bandmateriaal ervan kan worden verwijderd; en een orgaan dat voorziet in een werkzame verbinding tussen genoemde gesegmenteerde trommel en genoemde cilinder om genoemde gesegmenteerde trommel te bewegen van genoemde samengetrokken verwi jderingspositie naar genoemde geëxpandeerde opbouwpositie in reactie op beweging van genoemde cilinder in genoemde eerste richting en ook om genoemde gesegmenteerde trommel te bewegen van genoemde geëxpandeerde opbouwpositie naar genoemde samengetrokken verwijderingspositie in reactie op de beweging van genoemde cilinder in genoemde tweede richting,

De onderhavige uitvinding zal verder bij wijze van voorbeeld worden beschreven onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin;

Figuur 1 een overlangse doorsnede is van een bandop-bouwinrichting volgens de bekende techniek die een ringvormige blaasinrichting bevat voor het radiaal bewegen van een aantal trommelsegmenten;

Figuur 2 een aanzicht in perspektief is van een band-opbouwinrichting volgens de uitvinding;

Figuur 3 een overlangse doorsnede is van de bandop-bouwinrichting van fig. 2, die de gesegmenteerde trommel toont in een samengetrokken verwijderingspositie waarin de trommel een kleinste diameter heeft en zo de verwijdering ervan uit de samengestelde band mogelijk maakt;

Figuur 4 een aanzicht is dat lijkt op fig. 3, maar de gesegmenteerde trommel toont in een geëxpandeerde opbouwpo-sitie waarin de trommel een overgangsdeel en een loopvlak-deel opneemt op zijn omtreksoppervlak voor het samenstellen van beide delen; en

Figuur 5, 6 en 7 gedeeltelijke, schematische aanzichten zijn, die de wijze tonen waarop het pneumatische aandrijfmechanisme wordt bediend voor het veroorzaken van de axiale beweging van de cilinder.

BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURUITVOERINGSVORMEN

Thans verwijzend naar de tekeningen, en naar fig. 2 in het bijzonder, is een aanzicht in perspektief getoond van een bandopbouwinrichting 30 geconstrueerd volgens de uitvinding. De bandopbouwinrichting 30 bevat een gesegmenteerde trommel die bestaat uit een aantal trommelsegmenten 32. Elk trommelsegment 32 is gebogen in dwarsdoorsnede en geschikt om radiaal te bewegen tussen een geëxpandeerde opbouwpositie waarin de trommel een vooraf bepaalde diameter voor het samenstellen van een overgangsdeel en een loopvlakdeel (niet afgeheeld) van een band en een samengetrokken verwijderings-positie waarin de gesegmenteerde trommel een diameter heeft die klein genoeg is om de verwijdering ervan uit de samengestelde band toe te staan.

Fig. 3 toont de inwendige structuur van de bandopbouwinrichting 30 in details. Deze bevat een algemeen cilindrische as 34 die zich uitstrekt tot voorbij de zijomvang van de gesegmenteerde trommel 32. In de as 34 is een medium- of luchtdoorgang 36 gebouwd, die geschikt is om een bron van bedrijfsmedium onder druk, zoals een compressor, te koppelen aan de bandopbouwinrichting 30. De as 34 heeft een verkleinde diameter, voorliggend deel 34a en een deel 34b met een . grotere diameter dan het voorliggende deel, tussen welke een kraag 38 is gevormd, dienend voor een later te. beschrijven doel. Van de mediumdoorgang 36 is een ingang (niet af geheeld) gekoppeld aan de mediumbron en een uit laat 40 ingebouwd in het omtreksoppervlak van het deel met verkleinde diameter 34a. Een bus 42 is gemonteerd op het voorliggende i deel 34a van de as en bevat een flens 44 die in kontakt is met de kraag 38 van de as, wanneer de bus eenmaal op zijn plaats op de as is gemonteerd. De bus 42 bevat ook een eerste axiale mediumdoorgang 45 die daarin is ingebouwd, die een inlaat bezit welke in lijn ligt met de uitlaat 40 van de i mediumdoorgang 36 van de as 34. De mediumdoorgang 46 bezit ook een uitlaat 48 die uitkomt in het buitenomtreksoppervlak van de bus 42 in hoofdzaak aan de binnenkant van de inlaat ervan.

Thans zullen de constructie en werking worden beschre-. ven van een pneumatisch bedieningsorgaanmechanisme volgens de uitvinding voor het veroorzaken van een radiale beweging van de gesegmenteerde trommel 32. Het pneumatische bedieningsorgaanmechanisme bevat een ringvormig zuigerorgaan 50 dat vast gemonteerd is op de bus 42 grenzend aan de medium-i doorganguitlaat 48. Het zuigerorgaan 50 is voorzien van een zuigerring in zijn buitenliggende omtreksgroef om de noodzakelijke afdichting te verschaffen. Het zuigerorgaan 50 vormt een eindwand of plaat van een drukaccumulatiereservoir 52 die wordt begrenst door zijn cilindrische wand 46, een i andere eindwand 54 en het omtreksoppervlak van de bus 42. Beide eindwanden van het drukaccumulatiereservoir 52 zijn bevestigd aan de bus 42, bij voorkeur door lassen om te voorzien in een gasdicht reservoir.

De bandopbouwinrichting 30 bevat ook een cilinder 60 i die heen en weer beweegbaar is langs de hartlijn van de as 34. De cilinder 60 bezit een ringvormige eindplaat 62 die in afdichtend en schuivend kontakt gehouden wordt met het omtreksoppervlak van de bus 42 tussen de uitlaat 48 van de mediumdoorgang 46 en de flens 44. Een opblaasbare primaire • kamer 64 is gevormd tussen het zuigerorgaan 50 en de cilinder 60, welke kamer in verbinding staat met de ringvormige doorgang 46 in de bus 42. Van de cilinder 60 is ook een andere ringvormige eindplaat 66 in afdichtend en schuivend kontakt met het buitenliggende cilindrische oppervlak van i het drukaccumulatiereservoir 52 om daardoor een ledigbare secundaire kamer 68 te vormen tussen de cilinder en het reservoir. De ringvormige eindplaat 66 is gescheiden van de rest van de cilinder gebouwd en is losneembaar daarop gemonteerd voor het gemakkelijk samenstellen en demonteren van het pneumatische bedieningsorgaan. Zoals duidelijk is, wordt de eindplaat 66 in een samengestelde positie losneembaar gemonteerd op het zuigerorgaan 50. Het buitenomtreksopper-vlak van het ringvormige zuigerorgaan 50 is in afdichtend en schuivend kontakt met het binnenoppervlak van de cilinder 60.

Het drukaccumulatiereservoir 52 bezit een opening 70, aangebracht in het cilindrische oppervlak ervan, die voorziet in een mediumverbinding tussen het reservoir 52 en de ledigbare secundaire kamer 68. Een terugslagklep 72 is aangebracht in het zuigerorgaan 50 om te zorgen dat het bedrijfsmedium slechts in één richting kan stromen, dat wil zeggen, van de primaire kamer 64 naar de secundaire kamer 68. Om een overmatige drukopbouw in het reservoir 52 te voorkomen, is dit gekoppeld met een klep 74 aangebracht in de flens 44 van de bus 42 via een tweede axiale doorgang 76.

De bandópbouwinrichting 30 bevat ook een paar tegenover elkaar liggende, ringvormige trommelgeleiders 80 die vast gemonteerd zijn op de bus 42. Elke geleider 80 bezit een aantal radiaal lopende groeven 82, gevormd in het binnenoppervlak ervan, welke geschikt zijn om de trommelsegmenten 32 te ondersteunen voor heen en weergaande beweging daarin.

In een voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de cilinder een aantal klampen 84 die op gelijke afstand van elkaar zijn geplaatst op het buitenliggende cilindrische oppervlak ervan. De klampen 84 zijn aandrijvend verbonden met de lijven 86 van de trommelsegmenten 32 door middel van geschikte koppeling, zoals een paar axiaal uit elkaar geplaatste schakels 88. Andere soorten krachtoverbrengende middelen, zoals een taps toelopende kegelopstelling kunnen worden gebruikt om de axiale beweging van de cilinder om te zetten in de radiale beweging van trommelsegmenten.

Er is voorzien in een aantal, bij voorkeur vier, stangen 90 voor het bepalen van de trommeldiameter, welke door openingen 92 in de trommelgeleider 80 heen lopen voor schroefdraadbevestiging aan de eindplaat 66 van de cilinder.

Op elke stang 90 is een moer 94 gedraaid en deze draagt ook een in hoofdzaak rechthoekige verbindingsplaat 96, één voor elke twee stangen, wat het duidelijkst te zien is in fig. 2. Elke stang 90 draagt ook een afstandsstuk 98 met een vooraf bepaalde axiale lengte die overeenkomt met de diameter van da gesegmenteerde trommel wanneer elk trommelsegment 32 is bewogen naar de geëxpandeerde opbouwpositie door middel van de beweging naar rechts, zoals te zien is in figuur 3, van de cilinder 60. Afstandsstukken van verschillende axiale lengte kunnen worden aangebracht om plaats te hebben voor verschillende maten banden.

Fig. 4 toont de bandopbouwinriehting 30 in een geëxpandeerde opbouwpositie met een combinatie van een overgangs-deel 100 en een loopvlak 102, aangebracht op de gesegmen-i teerde trommel 32 voor samenstellingsdoeleinden. Zoals degenen die bekwaam zijn in de techniek weten, wordt wanneer de overgangsdeel-loopvlakcombinatie eenmaal gevormd is, de bandopbouwinriehting in werking gesteld om zich samen te vouwen, d.w.z., geleidelijk de diameter van de gesegmenteerde trommel 32 te verkleinen om de trommel te scheiden van de gevormde combinatie, terwijl de combinatie in zijn gevormde gedaante wordt gehouden door middel van een zuigblok (niet afgebeeld). Daarna wordt een geraamte (niet afgebeeld) op de gevormde overgangsdeel-loopvlakcombinatie aangebracht voor ; het daarop volgende vulkaniseringsproces.

Zoals het duidelijkst te zien is in fig. 4, is wanneer het trommelsegment 32 de geëxpandeerde opbouwpositie heeft bereikt, het afstandsstuk 98 in kontakt is met het buitenoppervlak van de trommelgeleider-eindplaat 66 en verhindert 20 1 het verder naar rechts bewegen van de cilinder 60.

Bij het bedienen van de inrichting brengt de bedie-ningspersoon eerst op de stang 90 een afstandsstuk 98 aan dat een vooraf bepaalde lengte heeft die overeenkomt met de maat van de te vervaardigen band. Dan wordt de inlaatpoort i van de luchtdoorgang 36 in de as 34 gekoppeld aan de compressor voor het ontvangen van onder druk gebrachte lucht, bijvoorbeeld 5 kg/cm2, om daardoor het pneumatische bedie-ningsorgaanmechanisme in werking te stellen om de axiale beweging van de cilinder 60 om te zetten in de radiale 1 beweging van de trommelsegmenten 32. De werking van het pneumatische bedieningsorgaanmechanisme zal hieronder in meer bijzonderheden worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 5 tot en met 7.

Fig. 5 toont het pneumatische bedieningsorgaanmechanisme in een toestand waarin de cilinder 50 zojuist is begonnen met zijn beweging naar rechts als gezien in de figuur. Wanneer de onder druk gebrachte lucht vanuit de compressor naar de opblaasbare primaire kamer 64 wordt gevoerd, stroomt deze vanuit de kamer de terugslagklep 72 door en de ledigba-re secundaire kamer 68 in. Een deel van de lucht die de secundaire kamer 68 binnenstroomt, komt in het drukaccumula-tiereservoir 52 terecht door de opening 70.

Het moet worden opgemerkt dat er een verschil bestaat tussen het gebied van het binnenoppervlak van één ringvormigs eindwand 66 van de cilinder 60 en dat van het binnenoppervlak van de andere ringvormige eindwand 62 ervan. Het is dit verschil in het gebied van het binnenoppervlak van beide ringvormige eindwanden, dat de cilinder 60 naar rechts doet bewegen zoals te zien is in fig. 5. Met andere woorden, de resulterende kracht die inwerkt op de cilinder 60, dat wil zeggen, de vectorsom van de krachten die inwerken op beide ringvormige eindwanden van de cilinder door de druk in de primaire en secundaire kamer leidt ertoe, dat de cilinder naar rechts beweegt. Wanneer de druk in de primaire en secundaire kamer een bepaalde waarde bereikt heeft, overschrijdt de resulterende kracht die inwerkt op de cilinder 60 de som van de wrijvingsweerstanden tussen respektievelijk de beide eindwanden van beide cilinders en de bus 42 en het drukaccumulatiereservoir 52, en zorgt zo dat de cilinder zijn beweging begint.

Fig. 6 toont het pneumatische bedieningsorgaanmechanisme in een toestand die lijkt op die van fig. 4. Zoals boven beschreven, wordt de beweging naar rechts van de cilinder 60 stilgezet wanneer het afstandsstuk 98 op de stang 90 in kontakt komt met het buitenoppervlak van de ringvormige trommelgeleider 80. In deze toestand is de druk in de primaire kamer 64 nagenoeg gelijk aan die in de secundaire kamer 68 en bijgevolg in het drukaccumulatiereservoir 52. Wanneer de druk in het drukaccumulatiereservoir 52 een maximaal toelaatbare waarde heeft overschreden, zal de klep 74 automatisch opengaan op een wijze ter voorkoming van het overmatig onder druk brengen van het reservoir 52 en de secundaire kamer 68.

Wanneer het samenstellingsproces voltooid is, wordt de bandopbouwinrichting bediend om terug te keren naar de toestand als weergegeven in fig. 3. Om dit te bereiken, kan de druk in de primaire kamer 64 worden verlaagd tot de atmosferische druk door de compressor te ontkoppelen van de inlaatpoort van de luchtdoorgang 36. Dit zal ertoe leiden, dat de cilinder 60 naar links beweegt naar de positie als weergegeven in fig. 7 ten gevolge van de kracht die inwerkt op het binnenoppervlak van de ringvormige eindwand 66 van de cilinder. Er moet worden opgemerkt, dat de onder druk gebrachte lucht niet uit de secundaire kamer 68 en het drukac-cumulatiereservoir 52 en in de primaire kamer 64 kan stromen vanwege de aanbrenging van de terugslagklep 72, waardoor de druk in de secundaire kamer 68 en het reservoir 52 relatief hoger gehouden wordt dan die in de primaire kamer 64. Deze beweging van de cilinder 60 naar links zal ertoe leiden dat een deel van de onder druk gebrachte lucht in het reservoir 52 de secundaire kamer 68 binnenstroomt via de opening 70.

Men zal begrijpen dat volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is voorzien in een verbeterde bandopbouwinrichting van het type met een gesegmenteerde trommel, welke inrichting ook een nieuw pneumatisch bedieningsorgaanstelsel bevat. Voor het samenvatten van de belangrijke kenmerken en de resulterende voordelen van de uitvinding: (a) het onder druk brengen van de primaire kamer 64 zal een axiale beweging van de cilinder 60 veroorzaken, welke beweging wordt omgezet in een radiaal buitenwaartse beweging van de trommelsegmenten 32 naar de geëxpandeerde opbouwposi-tie. Ook zal het onder druk brengen van de primaire kamer toestaan dat de cilinder uit de opbouwpositie beweegt ten gevolge van de onder druk gebrachte toestand in de secundaire kamer gekoppeld aan het drukaccumulatiereservoir. Bijgevolg is het niet nodig om een blaas, terugstel ver en of andere elementen te gebruiken die onregelmatigheden in de werking van de trommelinrichting kunnen opleveren.

(b) het gebruik van mechanische schakels 88 om de axiale beweging van de cilinder over te brengen op de geseg menteerde trommel voor radiale beweging zal ook eventuele onregelmatigheden in de werking van de trommelinrichting opheffen, wat ertoe leidt dat er in de geëxpandeerde opbouw-positie een volledig rond trommeloppervlak beschikbaar is. Anders dan bij de inrichting van het type met blaas, is de gesegmenteerde trommel volgens de onderhavige uitvinding niet onderhevig aan vervorming ten gevolge van externe krachten die eventueel daarop worden uitgeoefend. Bijgevolg zijn afgewerkte banden vrij van asymmetrische vervorming en wordt de hoge kwaliteit van eindprodukten gewaarborgd.

(c) het gebruik van onder druk gebrachte lucht voor het bewegen van de cilinder, die mechanisch gekoppeld is met de gesegmenteerde trommel via geschikte schakels, 2al een zeer snelle beweging van de trommel mogelijk maken en zo leiden tot een toenemende produktiviteit van het bandvervaardi-gingsproces.

(d) de bandopbouwinrichting volgens de onderhavige uitvinding bevat relatief weinig te vervangen onderdelen, zoals blazen, terugstelveren etc., wat het tot een minimum terugbrengen van de moeite van het vervangen van onderdelen en een verlenging van de continue werking inhoudt.

(e) Door het gebruik van een enkele luchtleiding om de onder druk gebrachte lucht toe te voeren aan, en te verwijderen uit het pneumatisch bedieningsorgaanmechanisme, is het relatief makkelijk om het mechanisme te koppelen aan rand-systemen zoals een compressor. Voor bepaalde inrichtingen van het type met blaas die een enkele luchtleiding hebben is het makkelijk om de inrichting achteraf te monteren, teneinde het nieuwe pneumatische bedieningsorgaanmechanisme op te nemen in de richting.

(f) Met het aanbrengen van afstandsstukken van verschillende axiale lengten is het mogelijk om de bandopbouwinrichting op een doelmatige wijze geschikt te maken voor verschillende bandenmaten.

(g) Het aanbrengen van de klep 74 gekoppeld met het drukaccumulatiereservoir 52 zal doelmatig een overmatige drukopbouw in de secundaire kamer en het reservoir voorkomen, daar de klep automatisch opengaat wanneer de druk in · het reservoir overmatig hoog wordt.

Ofschoon slechts één uitvoeringsvorm van de· onderhavige uitvinding is beschreven, zal het duidelijk zijn, dat er verschillende vervangingen voor de basis- of conventionele constructie, en veranderingen van de nieuwe aspecten van de beschreven uitvoeringsvorm kunnen worden aangebracht, die binnen het concept en oogmerk van de onderhavige uitvinding vallen, wat wordt omschreven door de bijgaande conclusies.

Claims (11)

1. Bandopbouwinrichting omvattend een as, een gesegmenteerde trommel die is aangebracht op de as, waarbij de gesegmenteerde trommel een aantal gebogen segmenten bezit die zodanig opgesteld zijn dat zij ten opzichte van de as radiaal kunnen bewegen, en een orgaan voor het bewegen van de gebogen segmenten tussen een geëxpandeerde opbouwpositie voor het opnemen van een ringvormig stuk bandmateriaal om daarop te worden gevormd, en een samengetrokken verwijde-ringspositie om toe te staan dat het samengestelde bandmateriaal kan worden verwijderd, waarbij het bewegend orgaan bestaat uit een zuiger en cilinder opstelling, opgenomen op de as voor het verschaffen van heen en weergaande beweging los van genoemde zuiger en cilinderopstelling in een axiale richting, en een mechanische verbinding tussen genoemd deel van de zuiger en cilinderopstelling en de gesegmenteerde trommel om de axiale beweging van genoemd deel om te zetten in radiale beweging van de gebogen segmenten.

2. Bandopbouwinrichting omvattend: een asorgaan; een zuigerorgaan dat vast aangebracht is op genoemde as; een cilinderorgaan dat heen en weer kan bewegen op genoemd zuigerorgaan langs genoemd asorgaan, waarbij van genoemd cilinderorgaan één eindwand in afdichtend en schuivend kontakt is met het omtreksoppervlak van genoemd asorgaan voor het vormen van een opblaasbare primaire kamer aan één zijde van genoemd zuigerorgaan grenzend aan genoemde ene eindwand, waarbij genoemd cilinderorgaan ook een ledigbare secundaire kamer vormt aan de tegenoverliggende zijde van genoemd zuigerorgaan; een orgaan dat een drukaccumulatiekamer vormt die in mediumverbinding staat met genoemde secundaire kamer; een bron van bedrijfsmedium onder druk; een orgaan om genoemd bedrijfsmedium in genoemde bron selectief te koppelen met genoemde primaire kamer teneinde genoemd cilinderorgaan in een eerste richting te bewegen voor het opblazen van genoemde primaire kamer, terwijl genoemde secundaire kamer wordt geledigd om daardoor te zorgen dat de secundaire kamer en bijgevolg genoemde drukac-cumulatiekamer onder druk gebracht wordt, waarbij genoemd cilinderorgaan in een tweede richting tegengesteld aan genoemde eerste richting wordt bewogen ten gevolge van een i onder druk gebrachte toestand in genoemde drukaccumulatieka-mer en genoemde secundaire kamer wanneer genoemd bedrijfsme-dium wordt ontkoppeld van genoemde primaire kamer; een gesegmenteerde trommel die is opgebouwd uit een aantal gebogen segmenten, welke gebogen segmenten radiaal i bewogen kunnen worden tussen een geëxpandeerde opbouwpositie waarin genoemde gesegmenteerde trommel een eerste diameter heeft voor het opnemen van een ringvormig stuk bandmateriaal om daarop te worden gevormd en een samengetrokken verwijde-ringspositie waarin de gesegmenteerde trommel een tweede ί diameter heeft die kleiner is dan de eerste diameter om toe te staan dat het gevormde bandmateriaal ervan wordt verwijderd; en middelen die een werkzame verbinding verschaffen tussen genoemde gesegmenteerde trommel en genoemd cilinderorgaan om i genoemde gesegmenteerde trommel vanuit genoemde samengetrokken verwijderingspositie te bewegen naar genoemde geëxpandeerde opbouwpositie in reactie op de beweging van genoemd cilinderorgaan in genoemde eerste richting en ook om genoemde gesegmenteerde trommel vanuit genoemde geëxpandeerde > opbouwpositie te bewegen naar genoemde samengetrokken ver-wijderingspositie in reactie op de beweging van genoemd cilinderorgaan in genoemde tweede richting.

3. Bandopbouwinrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat genoemd asorgaan bestaat uit een ) as en een daarop aangebrachte bus; genoemd zuigerorgaan bestaat uit een ringvormig zuigerorgaan dat vast gemonteerd is op genoemde bus; genoemd orgaan voor de vorming van een drukaccumulatiekamer bestaat uit een ringvormig reservoir dat is aangebracht op genoemde bus en een buitenliggend 5 cilindrisch oppervlak bezit; van genoemd cilinderorgaan een andere eindwand in afdichtend en schuivend kontakt is met het buitenliggende cilindrische oppervlak van genoemd ringvormig reservoir voor de vorming van genoemde ledigbare secundaire kamer tussen genoemd cilinderorgaan en genoemd ) ringvormig reservoir.

4. Bandopbouwinrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat genoemd zuiger orgaan een terugslagklep bevat die stroming van genoemd bedrijfsmedium toestaat in slechts één richting vanaf genoemde primaire naar secundaire kamer.

5. Bandopbouwinrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de binnenwand van genoemde primaire kamer begrenst door genoemde ene eindwand van genoemd cilinderorgaan een groter gebied bezit dan dat van genoemde secundaire kamer begrenst door genoemde andere eindwand van genoemd cilinderorgaan waardoor genoemd cilinderorgaan in een eerste richting wordt bewogen wanneer genoemd bedrijfsmedium wordt gekoppeld met genoemde primaire kamer en via genoemde terugslagklep in genoemde secundaire kamer kan stromen.

6. Bandopbouwinrichting volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat het buitenliggende cilindrische oppervlak van genoemd ringvormig reservoir een opening bezit, die voorziet in een mediumverbinding tussen genoemde secundaire kamer en genoemde drukaccumulatiekamer.

7. Bandopbouwinrichting volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat in de bus een eerste axiale mediumdoorgang is aangebracht voor het koppelen van genoemd bedrijfmedium met genoemde primaire kamer en een tweede axiale mediumdoorgang gekoppeld met een klep die geschikt is om genoemd bedrijfsmedium te laten ontsnappen uit genoemde drukaccumulatiekamer wanneer de druk in de kamer een vooraf bepaald niveau overschrijdt.

8. Bandopbouwinrichting volgens conclusie 3, 4, 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat het gesegmenteerde trommelorgaan ook een paar tegenover elkaar liggende, ringvormige trommelgeleiders bevat waarin een aantal radiaal lopende groeven is aangebracht, waarbij elke groef geschikt is voor het ondersteunen van een van de genoemde hoeveelheid gebogen trommelsegmenten voor radiale beweging daarin, waarbij een van genoemde trommelgeleiders een opening bezit voor het schuivend opnemen van een axiaal verlopende stang waarvan één einde is vastgezet aan genoemd cilinderorgaan, waarbij genoemde stang een afstandsstuk van een vooraf bepaalde axiale lengte bezit dat is gemonteerd aan het andere einde, waarbij genoemd afstandsstuk geschikt is om in kontakt te komen met het buitenoppervlak van genoemde trom-melgeleider wanneer genoemd cilinderorgaan in genoemde eerste richting is bewogen tot een punt waar genoemde gesegmenteerde trommel in genoemde geëxpandeerde opbouwpositie verkeert.

9. Bandopbouwinrichting volgens conclusie 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat genoemde middelen die een werkzame verbinding verschaffen, bestaan uit een aantal klampen die vast gemonteerd zijn aan genoemd cilinderorgaan, en een gelijk aantal mechanische schakels elk met een einde beweegbaar zijn verbonden met een van de genoemde hoeveelheid klampen en met het andere einde beweegbaar verbonden zijn met de lijfdelen van genoemde hoeveelheid gebogen tromme1segmenten.

10. Bandopbouwinrichting omvattend? een as waarin een doorgang is aangebracht, waarbij genoemde doorgang een inlaat bezit die geschikt is voor het ontvangen van een bedri jfsmedium en een uitlaat die is aangebracht in het omtreksoppervlak van genoemde as; een ringvormig zuigerorgaan dat vast aangebracht is op genoemde as? een cilinder die heen en weer kan bewegen op genoemd zuigerorgaan langs genoemde as en waarvan een ringvormige eindplaat in afdichtend en schuivend kontakt is met het omtreksoppervlak van genoemde as voor de vorming van een opblaasbare primaire kamer aan een zijde van genoemd zuigerorgaan grenzend aan genoemde eindplaat, waarbij de uitlaat van genoemde doorgang uitkomt in genoemde primaire kamer, genoemde cilinder ook een ledigbare secundaire kamer op de tegenoverliggende zijde van genoemd zuigerorgaan vormt? een orgaan dat een drukaccumulatiekamer vormt rond het omtreksoppervlak van genoemde as? een orgaan dat voorziet in een mediumverbinding tussen genoemde secundaire kamer en genoemde drukaccumulatiekamer? een kleporgaan dat mediumstroom vanuit genoemde primaire kamer naar genoemde secundaire kamer toestaat? een bron van bedrijfsmedium onder druk; een orgaan dat is gekoppeld met de inlaat van genoemde doorgang in genoemde as om genoemd bedrijfsmedium in genoem de bron selectief te koppelen met genoemde primaire kamer zodat genoemd onder druk gebracht bedrijfsmedium werkzaam is om genoemde cilinder in een eerste richting te bewegen voor het opblazen van genoemde primaire kamer terwijl genoemde secundaire kamer wordt geledigd, waardoor genoemde secundaire kamer en dus genoemde drukaccumulatiekamer onder druk gebracht wordt, genoemd cilinderorgaan in een tweede richting tegengesteld aan genoemde eerste richting wordt bewogen ten gevolge van de onder druk gebrachte toestand in genoemde drukaccumulatiekamer en genoemde secundaire kamer wanneer genoemd onder druk gebracht bedrijfsmedium wordt ontkoppeld van genoemde primaire kamer; een gesegmenteerde trommel opgebouwd uit een aantal gebogen segmenten; een paar tegenover elkaar gelegen, ringvormige trommel-geleiders die elk een aantal daarin gevormde radiaal lopende groeven bezitten en geschikt zijn om genoemd aantal gebogen trommelsegmenten te ondersteunen voor radiale beweging daarin? een aantal mechanische schakels die genoemde cilinder verbinden met genoemde trommelsegmenten om genoemde gesegmenteerde trommel vanuit genoemde eerste naar genoemde tweede positie te bewegen in reactie op de beweging van genoemde cilinder in genoemde eerste richting en ook om genoemde gesegmenteerde trommel vanuit genoemde tweede naar genoemde eerste positie te bewegen in reactie op de beweging van genoemde cilinder in genoemde tweede richting.

11. Bandopbouwinrichting, in hoofdzaak zoals hierin in het bijzonder beschreven onder verwijzing naar en als weergegeven in de figuren 2 tot 7 van de bijgaande tekeningen.