NL9200245A - Inrichting voor het verwijderen van op plaatmetaal aangebracht kunststofschuim. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET VERWIJDEREN VAN OP PLAATMETAAL AANGEBRACHT KÜNSTSTOPSCHÜIM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van op plaatmetaal aangebracht kunststofschuim. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het verwerken van panelen die zijn opgebouwd uit op plaatmetaal aangebracht polyurethaanschuim, welke panelen afkomstig zijn uit bijvoorbeeld koelkasten en diepvrieskasten die worden ontmanteld. Hierbij moet er voor worden zorggedragen dat zo weinig mogelijk schadelijke stoffen in het milieu vrijkomen.

Onderzoek heeft geleerd dat het mechanisch verwijderen van het kunststofschuim, met name het polyurethaanschuim, slecht of moeizaam is uit te voeren terwijl veel losse kunststofschuimstukjes ontstaan en veel kunststofschuimresten op het plaatmetaal achterblijven. Door deze ernstige beschadiging van het kunststofschuim komen onnodig veel in het kunststofschuim aanwezige schadelijke stoffen in het milieu.

De uitvinding is gebaseerd op de ontdekking, dat door gebruik te maken van het verschil in buigstijfheid van enerzijds het plaatmetaal en anderzijds het kunststofschuim niet alleen efficiënt een scheiding tussen het plaatmetaal en het kunststofschuim is aan te brengen maar anderzijds het kunststofschuim relatief weinig beschadigd wordt.

Derhalve heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een inrichting voor het verwijderen van op plaatmetaal aangebrachte kunststof, met name polyurethaanschuim, dat wordt gekenmerkt doordat hij omvat toevoermiddelen voor het toevoeren van een paneel, middelen voor het ombuigen van het plaatmetaal, middelen voor het afvoeren van het verwijderde kunststofschuim, en middelen voor het afvoeren van het plaatmetaal.

Ofschoon het mogelijk is vanaf het vrije plaatmetaaloppervlak de plaat aan te grijpen en om te buigen, is het echter veel efficiënter het plaatmetaal door het kunststofschuim heen om te buigen maar daarbij ervoor zorg te dragen dat relatief weinig schade aan het kunststofschuim ontstaat. Het heeft derhalve voorkeur dat de ombuigmiddelen i over de breedte van de toevoermiddelen verspreid aangebrachte, door het kunststofschuim heen het plaatmetaal ombuigende, separate ombuigelementen, en een draaibare het paneel daarbij ondersteunende tegenrol, omvatten. Aldus ontstaan in het kunststofschuim groeven die gelijk zijn aan de breedte van de ombuigelementen.

Het kan voordelig zijn om het ombuigen van het plaatmetaal in meer dan één stap uit te voeren. In dat geval heeft het voorkeur dat de ombuigmiddelen zijn verdeeld in ten minste twee in de verwerkingsrichtirig op elkaar volgende groepen. Bij het gebruik van meerdere groepen op elkaar volgende ombuigelementen wordt een beschadiging van het kunststofschuim in verregaande mate beperkt, indien verder bij voorkeur opeenvolgende ombuigelementen van de twee groepen onderling sporen. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de ombuigelementen is een ombuigschijf. Deze schijf kan een glad, gekarteld of spaakvormige omtreksrand bezitten. In het geval van het gebruik van schijven die zijn voorzien van een snijrand, kunnen de schijven sporend en op onderling minimale afstand achter elkaar aangebracht worden indien verder bij voorkeur de omtreksrand van opeenvolgende ombuigschijven uit de twee opeenvolgende groepen een tegengestelde conus-vorm bezitten.

Het op het plaatmetaal aangebrachte kunststofschuim is aan zijn vrije oppervlak veelal voorzien van een toplaag.

Deze toplaag kan het verwijderen van het kunststofschuim in negatieve zin beïnvloeden. In dat geval heeft het voorkeur dat voorafgaande aan de ombuigmiddelen een snijeenheid is opgesteld voor het verwijderen van een op het kunststofschuim aanwezige toplaag.

Indien onder omstandigheden resten kunststofschuim achterblijven op het omgebogen plaatmetaal, kunnen deze resten vrij eenvoudig verwijderd worden, indien verder bij voorkeur volgens de uitvinding op de ombuigmiddelen volgend een roteerbare borstel is opgesteld voor het reinigen van het van het kunststof ontdane oppervlak van het plaatmetaal.

Genoemde en andere kenmerken van de inrichting volgens de uitvinding zullen hierna worden verduidelijkt aan de hand van twee niet limitatieve uitvoeringsvoorbeelden waartoe de uitvinding geenszins beperkt is. Hiérbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening waarin: figuur 1 en 2 elk een perspectivisch deels weggebroken aanzicht van telkens een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het verwerken van een paneel 3, dat bestaat uit een laag 4 van plaatmetaal en een daarop aangebrachte laag 5 van kunststofschuim, met name polyurethaanschuim.

Geleid langs een wand 6 wordt het paneel toegevoerd via twee transportbanden 7 en 8. De toevoer vindt plaats naar ombuigmiddelen 9 volgens de uitvinding.

De ombuigmiddelen 9 omvatten een het plaatmetaal 4 ondersteunende keerrol 10, en langs zijn omtrek opeenvolgend aangebrachte twee groepen ombuigelementen 11 en 12. De ombuigelementen ll en 12 zijn aangebracht op respectieve assen 13 en 14. De afstand tussen elk ombuigelement 11 en 12 en de keerrol 10 is in hoofdzaak gelijk aan de dikte van het plaatmetaal 4. Tijdens het passeren van de ombuigelementen 11 en 12 wordt het plaatmetaal in twee stappen naar beneden toe omgebogen. Hierbij snijden de ombuigelementen door het kunststofschuim heen en buigen het plaatmetaal neerwaarts om. Doordat in hoofdzaak geen drukkrachten worden uitgevoerd op het kunststofschuim 5 buigt dit in hoofdzaak niet om en lost van het plaatmetaal 4.

Het losgelaten kunststofschuim 5 wordt opgenomen door niet getoonde transportmiddelen en afgevoerd. De omgebogen metaalplaat passeert tussen een rol 15 en een wigvormig mes 16. Dit mes dient tevens als ondersteuning van het plaatmetaal 4 terwijl dit contact maakt met een roterende staalborstel 17 die eventuele kunststofschuimresten van het plaatmetaal 4 borstelt. Passerend langs een rol 18 wordt het plaatmetaal voor verdere verwerking afgevoerd.

Figuur 1 laat duidelijk zien dat de ombuigelementen bij het inwerken op het plaatxnetaal in het kunststofschuim vier snijsleuven 19 achterlaten. Aldus ontstaan vijf kunststofschuimdelen.

Figuur 2 toont een inrichting 2 volgens de uitvinding die in die zin van de inrichting 1 üit figuur 1 afwijkt, doordat de ombuigelementen ll en 12!die zijn aangebracht op de respectieve assen 13 en 14 onderling sporend zijn aangebracht, waardoor in het verwijderde kunststofschuim slechts twee snijsleuven 19 ontstaan en slechts drie kunststofschuimdelen worden gevormd. De afstand tussen de ombuigschijven 11 en 12 kan worden geminimaliseerd indien de omtreksrand 20 van de ombuigschijven 11 en de omtreksrand 21 van de ombuigschijven 12 tegen conisch zijn, welke conische vlakken naar elkaar toe gericht zijn.

Volgens de uitvinding is het eveneens mogelijk om in plaats van ombuigschijven andere typen ombuigelementen te gebruiken. Gebruik gemaakt kan worden van bijvoorbeeld metaal snaren die door het kunststofschuim heen contact maken met het plaatmateriaal, van zeer grove vertanding voorziene ombuigelementen ofwel spaakwielen, danwel dwars op het loopvlak van de keerrol 10 staande messen, waarvan een uitsparing zich uitstrekt langs een deel van de omtrek van het loopvlak van de keerrol 10.

Verder is bij de inrichting 2 uit figuur 2 tussen de toevoertransporteur 8 en de eerste ombuigelementen 11 een opbuigeenheid 22 aangebracht, waarmee op het kunststofschuim 5 aanwezige toplaag 24 kan worden verwijderd en afgevoerd. Deze toplaag kan bestaan uit metaal, zoals staal en aluminium, en/of kunststof. De opbuigeenheid omvat op een as 25 aangebrachte messen 26,. waarmee de toplaag 24 wordt losgemaakt, omhooggebogen en afgevoerd langs de plaat 27.

Claims (8)

1. Inrichting voor het verwijderen van op plaatmetaal aangebracht kunststofschuim, omvattende toevoermiddelen voor het toevoeren van een paneel, middelen voor het ombuigen van het plaatmetaal, middelen voor het af voeren vain het verwijderde kunststofschuim, en middelen voor het afvoeren van het plaatmetaal.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de ombuigmiddelen over de breedte van de toevoermiddelen verspreid aangebrachte, door het kunststofschuim heen het plaatmetaal ombuigende, separate ombuigelementen, en een draaibare het paneel daarbij ondersteunende tegenrol, omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin de ombuigmiddelen zijn verdeeld in ten minste twee in de verwerkingsrichting op elkaar volgende groepen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin opeenvolgende ombuigelementen van de twee groepen onderling sporen.

5. Inrichting volgens conclusie 2-4, waarin de ombuigelementen ombuigschijven omvatten. i

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin de omtreksrand van opeenvolgende ombuigschijven uit de twee opeenvolgende groepen een tegengestelde conus-vorm bezitten.

7. Inrichting volgens conclusie 1-6, waarin op de ombuigmiddelen volgend een roteerbare borstel is opgesteld voor het reinigen van het van het künststof ontdane oppervlak van het plaatmetaal.

8. Inrichting volgens conclusie 1-7, waarin voorafgaande aan de ombuigmiddelen een opbuigeenheid is opgesteld voor het verwijderen van een op het kunststofschuim aanwezige toplaag.