NL9100910A - Transportinstallatie. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Transportinstallatie.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinstal1atie voorzien van een toevoertransporteur en een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs, waarbij nabij het uiteinde van de toevoertransporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de ene afvoer-transporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd.

Bij bekende transportinstallaties van bovengenoemde soort wordt gebruik gemaakt van een hulptransporteur, welke zich in een eerste stand uitstrekt tussen het benedenstroomse einde van de toevoertransporteur en het stroomopwaarste einde van de ene afvoertransporteur en zich in de andere stand uitstrekt tussen het stroomafwaartse einde van de toevoertransporteur en het stroomopwaartse einde van de andere afvoertransporteur. De afstand tussen de stroomopwaartse einden van de beide afvoertransporteurs wordt mede bepaald door de grootte van de te verplaatsen voorwerpen, daar de aan de onderste afvoertransporteur toegevoerde voorwerpen onder de bovenste afvoertransporteur moeten kunnen doorbewegen.

De lengte van de hulptransporteur wordt beïnvloed door de afstand tussen de bovenstroomse einden van de beide afvoertransporteurs alsmede de maximale helling waaronder de hulptransporteur zich omhoog kan uitstrekken zonder daarbij het beoogde transport van de voorwerpen in gevaar te brengen.

In de praktijk worden steeds grotere transportsnelheden vereist ten einde met behulp van de transportinstallatie zo veel mogelijk voorwerpen per tijdseenheid te kunnen verplaatsen. De hulptransporteur kan echter eerst dan vanuit de ene naar de andere stand worden verplaatst, indien een in de ene stand naar een afvoertransporteur over te brengen voorwerp op de desbetreffende afvoertransporteur is afgeleverd. Eerst daarna kan de hulptransporteur worden verzwenkt.

Volgens de uitvinding is nu een tweede hulptransporteur aan- gebracht, welke aansluit op de bovenste van de beide afvoertransporteurs en ten opzichte van deze afvoertransporteurs om een nabij een uiteinde van de afvoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulp-transporteurs nabij elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de bovenste afvoertransporteur afgekeerde uiteinde van de tweede hulptransporteur ten opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan gebruik worden gemaakt van een betrekkelijk korte op de toevoertranspor-teur aansluitende hulptransporteur, welke in een eerste stand voorwerpen aflevert aan de onderste van de beide afvoertransporteurs en in een tweede stand voorwerpen aflevert op de tweede hulptransporteur, die deze voorwerpen verder transporteert naar de bovenste van de beide afvoertransporteurs.Doordat deze verdere op de bovenste van de beide afvoertransporteurs aansluitende hulptransporteur vanuit de gebruikstand omhoog te zwenken is wordt bij afvoer van voorwerpen naar de onderste afvoertransporteur voldoende ruimte tussen de beide boven elkaar gelegen afvoertransporteurs verkregen voor de doorvoer van voorwerpen. Doordat de op de toevoer-transporteur aansluitende hulptransporteur een verhoudingsgewijs korte lengte heeft zullen ook de voorwerpen zich slechts verhoudingsgewijs korte tijd op deze hulptransporteur bevinden, zodat de hulptransporteur eerder vanuit de ene stand naar de andere stand kan worden verzwenkt dan bij de tot nu toe gebruikelijke transportinstallaties. Verder zal door de kortere uitvoering van deze hulptransporteur ook de massa van deze hulptransporteur kleiner zijn dan de massa van de bij de bekende transportinstallaties gebruikte hulptransporteur, zodat ook de verstelling van de hulptransporteur sneller kan plaatsvinden.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuur waarin schematisch in perspectief een uitvoer-ingsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding is weergegeven.

De in de figuur weergegeven transportinstallatie omvat een toevoertransporteur 1 en een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs 2 en 3. Te verplaatsen voorwerpen worden met behulp van deze transporteurs verplaatst in de richting zoals aangeduid met de ingetekende pijlen. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de transporteurs op gebruikelijke wijze voorzien van eindloze transportbanden 4, die zijn geleid om omleidrollen 5.

Op het stroomafwaartse einde van de toevoertransporteur 1 sluit een hulptransporteur 6 aan, welke eveneens is voorzien van een eindloze transportband 7, die is geleid om omleidtrommels 8. Daarbij is de hulptransporteur 6 zodanig aangebracht, dat deze om een nabij het stroomafwaartse einde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas, die wordt gevormd door de draaiingsas van de bij het stroomafwaartse einde van de toevoertransporteur 1 gelegen trommel 8, zoals aangeduid met behulp van de dubbele pijl A verzwenkbaar is tussen de in de figuur met getrokken lijnen weergegeven stand en de in de figuur met stippellijnen weergegeven stand.

Op het stroomopwaartse einde van de bovenste afvoertranspor-teur 2 sluit een verdere hulptransporteur 9 aan, die eveneens is voorzien van een eindloze transportband 10, die is geleid om omleidtrommels 11. De hulptransporteur 9 is verzwenkbaar om een nabij het stroomopwaartse einde van de bovenste afvoertransporteur 2 gelegen zwenkas, die wordt gevormd door de draaiingsas van de nabij het stroomopwaartse einde van de afvoertransporteur 2 gelegen omleidrol 11, een en ander zodanig, dat de tweede hulptransporteur 9, zoals aangeduid met behulp van de dubbele pijl B, verzwenkbaar is tussen de in de figuur met getrokken lijnen weergegeven stand en de in de figuur met stippellijnen weergegeven stand.

Het zal duidelijk zijn, dat in de in de figuur weergegeven stand met behulp van de toevoertransporteur 1 toegevoerde voorwerpen via de beide hulptransporteurs 6 en 9 kunnen worden toegevoerd aan de bovenste afvoertransporteur 2.

Indien achter een voorwerp, dat aan de bovenste afvoertransporteur 2 moet worden toegevoerd, een voorwerp aankomt, dat naar de onderste afvoertransporteur 3 moet worden toegevoerd, kan de hulptransporteur 6 naar de in de figuur in gestippelde lijnen weergegeven stand worden verzwenkt, zodra het laatste aan de bovenste afvoertransporteur 2 toe te voeren voorwerp is overgegeven aan de hulptransporteur 9, die na ontvangst van dit laatste aan de afvoertransporteur 2 toe te voeren voorwerp ook reeds vanuit de in getrokken lijnen weergegeven stand omhoog kan worden verzwenkt naar de in gestippelde lijnen weergegeven stand. Het zal duidelijk zijn, dat hierdoor een aanzienlijke tijdsbesparing kan worden verkregen ten opzichte van de gebruikelijke constructies, waarbij een uit een stuk bestaande hulptransporteur wordt toegepast, die verzwenkbaar is om een nabij het benedenstroomse einde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas en waarvan de lengte althans nagenoeg gelijk zal moeten zijn aan de som van de lengtes van de beide hulptransporteurs 6 en 9. Doordat verder de massa's van de hulptransporteurs 6 en 9 ook aanzienlijk kleiner zullen zijn dan de massa van een dergelijke lange hulptransporteur kan ook de verplaatsing van de beide hulptransporteurs 6 en 9 tussen de beide werkstanden sneller plaatsvinden dan de verplaatsing van een dergelijke lange hulptransporteur bij de bekende constructies.

Ofschoon in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld transporteurs zijn weergegeven, die zijn voorzien van eindloze banden, zal het duidelijk zijn, dat ook anders uitgevoerde transporteurs, bijvoorbeeld rollentransporteurs kunnen worden toegepast.

Ter wille van de eenvoud van de beschrijving en de conclusie is gesproken over een uitvoeringsvoorbeeld van de transportinstallatie waarbij gebruik wordt gemaakt van een toevoertransporteur, met behulp waarvan voorwerpen kunnen worden toegevoerd aan een tweetal boven elkaar gelegen afvoertransporteurs. Het zal echter duidelijk zijn, dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding ook een constructie valt, waarbij voorwerpen met behulp van de beide boven elkaar gelegen transporteurs 2 en 3 in een richting tegengesteld aan de met de ingetekende pijlen aangeduide richtingen worden toegevoerd aan de transporteur 1, die dan dienst doet als afvoertransporteur.

i

Claims (1)

1. Transportinstallatie voorzien van een toevoertransporteur en een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs, waarbij nabij het uiteinde van de toevoertransporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de ene afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd, met het kenmerk, dat een tweede hulptransporteur is aangebracht, welke aansluit op de bovenste van beide afvoertransporteurs en ten opzichte van deze afvoertransporteur om een nabij een uiteinde van de afvoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulp-transporteurs nabij elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de bovenste afvoertransporteur afgekeerde uiteinde van de tweede hulptransporteur ten opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is.