NL9100773A - AUXILIARY DEVICE FOR USE IN FINISHING THE SEPARATE WIRES OF A MULTI-PURPOSE CABLE, IN PARTICULAR COAX TYPE. - Google Patents

Abstract

The invention relates to an auxiliary device for use in terminating the individual conductors of a multi-conductor cable, more particularly of the coax-type. The auxiliary device has a supporting frame with an elongated jig, which is provided with a series longitudinally juxtaposed openings having their axes radially directed for receiving the housings of miniature (female) connectors, said supporting frame carrying adjacent one end of the jig a cable support, whereas at a distance parallel to the jig a supporting rail is provided, which is provided with supporting areas for the ends of the connecting tongues that extend from the (female) connectors, said supporting areas corresponding to the receiving openings in the jig, wherein the jig cooperates with means for holding the connector housings in the receiving openings and wherein the supporting rail cooperates with means for holding the conductor end portions onto the connecting tongues. <IMAGE>

Description

Korte aanduiding: Eulpinrichting ten gébruike bij het afwerken van de afzonderlijke aders van een veeladerige kabel, meer in het bijzonder van het coax-type.Short designation: Calling device for use in finishing the individual cores of a multi-core cable, more particularly of the coax type.

De uitvinding betreft het afwerken van de afzonderlijke aders van een veeladerige kabel, meer in het bijzonder van het coax-type.The invention relates to the finishing of the individual cores of a multi-core cable, more particularly of the coax type.

Het afwerken van de afzonderlijke aders van een veeladerige kabel van het coax-type komt o.a. op grote schaal voor in de telefonie en wel op plaatsen, zoals centrales, waar veeladerige kabels van het coax-type moeten worden verbonden met conpiterpanelen of verdeelfra-mes, die voor elke aan te sluiten kabel een met het aantal aders, veelal zestien, corresponderende reeks aansluitpunten bevatten.The finishing of the individual cores of a multi-core cable of the coax type is widely used in telephony, among other places, such as power stations, where multi-core cables of the coax type must be connected to confiter panels or distribution frames, which for each cable to be connected contain a series of connection points corresponding to the number of cores, usually sixteen.

De daartoe uit te voeren handelingen omvatten allereerst het over een zékere lengte wegnemen van de kabelmantel, waarna de daarbij vrijgemaakte afzonderlijke aders op de gewenste lengten worden afge-kort en elk afzonderlijk worden "gestript". Met deze laatste striphan-deling komen de einden van de betreffende geleiders (bij een kabel van het coax-type zijn dit een kemgeleider en een buitengeleider) in elke ader vrij te liggen en kan het eigenlijke afwerken beginnen. Deze af-werkhandeling bestaat in de regel uit het vastsolderen van de vrije geleidereinden aan een miniatuur-steker of -contrasteker, die past bij een complementaire contrasteker respectievelijk steker, welke zich bevindt in het betreffende aansluitpunt van het computerpaneel respectievelijk verdeelframe.The operations to be carried out for this purpose first of all comprise removing the cable sheath over a very long length, after which the individual cores released thereby are shortened to the desired lengths and each is "stripped" separately. With this last stripping operation, the ends of the respective conductors (in the case of a coaxial cable, these are a core conductor and an outer conductor) are exposed in each vein and the actual finishing can begin. As a rule, this finishing operation consists of soldering the free conductor ends to a miniature plug or socket suitable for a complementary socket or plug, which is located in the respective connection point of the computer panel or distribution frame.

De genoemde striphandelingen, waarmede de eigenlijke afwerkhan-deling (het vastsolderen van een miniatuurstekertj e) wordt voorbereid, levert in de praktijk geen moeilijkheden, daar hiervoor eenvoudig te hanteren en bedrijfszeker werkende stripapparatuur beschikbaar is. In de tot nu toe gangbare praktijk vormt het vastsolderen van de miniatuurstekert j es aan de vrije geleidereinden daarentegen een lastig en tijdrovend karwei, dat bovendien moeilijk door één persoon is uit te voeren. Daarbij hébben miniatuurstekertj es veelal een rechthoekige dwarsdoorsnede en zijn deze veelal voorzien van een van het achtereinde van een (genormaliseerd) stekerhuisje uitstékend tongvormig print-plaatje met daarop een wiegvormige aansluitklem voor de buitengeleider en een perforatie voor het naar de andere zijde van het plaatje doorvoeren van de kemgeleider. Aan elke zijde van het printplaatje dient derhalve een soldeerverbinding te worden gemaakt, namelijk aan de ene zijde voor het vastzetten van de buitengeleider en aan de andere zijde voor het vastzetten van de kemgeleider. Veelal dient voorts het op het vrije einde van het printplaatje aanliggende manteleinde van de betreffende ader met behulp van een binddraad je qp het printplaatje te worden vastgezet cm aldus een zékere trékontlasting te bewerkstelligen. Het binddraadje dient daartoe met de hand door het gaatje in het printplaatje te worden geregen en rond de ader te worden vastgeknoopt. Om deze soldeer- en knoophandelingen te kunnen uitvoeren, laat de monteur zich bij staan door een tweede persoon, die het stekertje en de daarmede te verbinden voorbereide ader vasthoudt.The above-mentioned stripping operations, with which the actual finishing operation (soldering a miniature plug-in solder) is prepared, do not present any difficulties in practice, since stripping equipment which is easy to handle and operates reliably for this purpose is available. In current practice, soldering the miniature plugs to the free conductor ends, on the other hand, is a difficult and time-consuming task, which is moreover difficult to carry out by one person. In addition, miniature plugs usually have a rectangular cross-section and are usually provided with a tongue-shaped printed circuit board protruding from the rear end of a (normalized) plug housing with a cradle-shaped connection terminal for the outer conductor and a perforation for passing it to the other side of the board of the core conductor. A solder connection must therefore be made on each side of the printed circuit board, namely on one side for securing the outer conductor and on the other side for securing the core conductor. In many cases, the jacket end of the wire in question adjoining the free end of the printed circuit board must also be fastened by means of a binding wire, so that the strain relief can be achieved. The binding wire must be threaded through the hole in the circuit board by hand and tied around the vein. In order to be able to carry out these soldering and knotting operations, the mechanic is assisted by a second person, who holds the plug and the prepared vein to be connected to it.

De kwaliteit van de op deze wijze verkregen verbindingen laat veelal te wensen over. Bij het uitvoeren van een ter beproeving van de verbindingen ontwikkeld testprogramma blijkt dikwijls een groot deel van de verbindingen totaal ondeugdelijk te zijn. De praktijk is dan, dat de betreffende aders worden losgeknipt, opnieuw worden gestript en vervolgens opnieuw worden afgewerkt.The quality of the compounds obtained in this way often leaves much to be desired. When carrying out a test program developed for testing the compounds, a large proportion of the compounds often prove to be completely defective. In practice, the cores in question are cut loose, stripped again and then finished again.

De uitvinding nu beoogt te voorzien in een hulpinrichting ten gébruike bij het afwerken van de afzonderlijke aders van een veelade-rige kabel, meer in het bijzonder van het coax-type, waarmede de bo-ven-geschetste moeilijkheden in hoofdzaak worden ondervangen.The object of the invention is to provide an auxiliary device for use in finishing the individual cores of a multifaceted cable, more particularly of the coax type, with which the above-described difficulties are substantially obviated.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt met een hulpinrichting, die gekenmerkt wordt door een steunframe met een langgerekte montagemal, die voorzien is van een reeks in de lengterichting daarvan naast elkaar gelegen en met hun assen in dwarsrichting georiënteerde openingen voor het opnemen van de huisjes van miniatuur- (contra) ste-kertjes, welk steunframe tenminste nabij één einde van de montagemal een kabeloplegsteun draagt, terwijl zich op een afstand evenwijdig aan de montagemal een oplegrail uitstrékt, die voorzien is van met de op-neemopeningen in de mal corresponderende oplegvlakken voor de einden van van de (contra) stekertj es uitstékende aansluittongen, waarbij de mal samenwerkt met middelen voor het in de opneemopeningen vastzetten van de stékerhuisjes en waarbij de oplegrail samenwerkt met middelen voor het opsluiten van de op de aansluittongen qp te leggen aan te sluiten adereinden.According to the invention, this object is achieved with an auxiliary device, which is characterized by a support frame with an elongated mounting jig, which is provided with a series of longitudinal side-by-side openings and with their axes transversely oriented for receiving the houses of miniature (counter) plugs, which support frame carries a cable support bracket at least near one end of the mounting jig, while a bearing rail extends at a distance parallel to the mounting jig and is provided with bearing surfaces corresponding to the receiving openings in the jig the ends of connecting tongues protruding from the (counter) plugs, wherein the mold cooperates with means for fixing the plug housings in the receiving openings and in which the support rail cooperates with means for locking up the wire ends to be connected to the connecting tongues qp .

Het zal duidelijk zijn, dat een dergelijke hulpinrichting de mogelijkheid biedt eerst alle aan de voorbereide adereinden van een veeladerige kabel te bevestigen (contra)stékertjes qp eenvoudige wijze in de montagemal te plaatsen en vast te zetten, cm daarna alle aan te sluiten voorbereide adereinden qp de respectieve aansluittongen te leggen en op te sluiten. Aldus zijn alle aan te sluiten aders ten opzichte van de betreffende stekertongen gefixeerd kamen te liggen. Via de tussenruimte tussen de mal en de oplegrail zijn vervolgens beide zijden van de aansluittong toegankelijk voor het aanbrengen van de eventueel vereiste binddraadj es en het maken van de benodigde soldeer-verbindingen. Dankzij de stabiele ligging van de aansluittongen zijn de soldeerverbindingen gemakkelijker met de voor het waarborgen van een hoge kwaliteit vereiste precisie uit te voeren.It will be clear that such an auxiliary device offers the possibility of first placing all (counter) plugs qp to be attached to the prepared core ends of a multi-core cable in the mounting jig and then securing all prepared core ends qp to be connected. to lay and lock the respective connection tongues. All the cores to be connected can thus be positioned fixedly relative to the respective plug-in tongues. Both sides of the connecting tongue are then accessible through the gap between the mold and the support rail for the installation of any required binding wires and for making the required solder connections. Thanks to the stable location of the connection tongues, the solder joints are easier to perform with the precision required to ensure high quality.

In een practistihe uitvoeringsvorm is de mal een draaibaar in het steunframe gelegerde staaf met radiaal ten opzichte van de staaf as gerichte opneemopeningen, welke staaf beweegbaar is tussen een eerste hoekstand, waarin (contra) stekertj es vrij in de opneemopeningen kunnen worden gestoken, en een tweede hoekstand, waarin het de assen van de opneemopeningen bevattende middenlangsvlak van de staaf (nagenoeg) samenvalt met dat van de oplegvlakken van de oplegrail.In a practical embodiment, the jig is a rod which is rotatably mounted in the support frame and with receiving openings radially oriented relative to the rod axis, which rod is movable between a first angular position, in which (counter) plugs can be inserted freely in the receiving openings, and a second angular position, in which the axial longitudinal plane of the rod containing the axes of the receiving apertures coincides with that of the bearing surfaces of the bearing rail.

Een dergelijke uitvoering vergemakkelijkt het plaatsen van de (contra) stekertj es in de eerste hoekstand, daar de aansluittongen daarbij aanvankelijk vrijblijven van de oplegvlakken van de oplegrail. Eerst bij het in het in de tweede hoekstand draaien komen de aansluittongen qp de oplegvlakken van de oplegrail te rusten.Such an embodiment facilitates the placing of the (counter) plugs in the first corner position, since the connecting tongues initially remain free of the bearing surfaces of the bearing rail. The connection tongues qp come to rest on the bearing surfaces of the bearing rail when turning into the second angular position.

Bij voorkeur zijn de opneemopeningen in de staaf cilindrisch gevormd, daar dit het plaatsen van de (contra) stekertjes nog verder vergemakkelijkt. Een eventueel "gedraaid" ingestoken (contra) stekertje wordt dan automatisch gericht bij het naar de tweede hoekstand draaien van de staaf.Preferably, the receiving openings in the bar are cylindrical, since this further facilitates the placement of the (counter) plugs. Any "twisted" inserted (counter) plug is then automatically aligned when the rod is rotated to the second angular position.

Voorts verdient het aanbeveling de staaf uitneembaar te monteren, zodat deze kan worden vervangen door een exemplaar met cpeningen, waarvan de omtrekswand overeenkomt met de omgeschreven cilinder van een (contra) stekertje van een afwijkende maat.Furthermore, it is recommended to mount the rod in a removable manner, so that it can be replaced by one with holes, the circumferential wall of which corresponds to the circumscribed cylinder of a (counter) plug of a different size.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm is de staaf rond uitgevoerd en gelegerd in een mantelbuis, die ter plaatse van de opneemopeningen in de staaf van doorsteekopeningen voor de huisjes van de (contra) stekertj es is voorzien, van welke openingen één der langs-randen in één vlak met de oplegvlakken van de oplegrail is gelegen. Ervan uitgaande, dat de diepte van de insteekopeningen in de staaf overeenkomt met de hoogte van de huisjes van de (contra) stekkertjes, heeft deze uitvoering het voordeel, dat de aansluittongen op een punt direct aansluitend aan de huisjes komen aan te liggen tegen de zojuist genoemde langsranden van de doorsteekopeningen, wanneer de staaf met de daarin geplaatste (contra) stekertj es in de tweede hoekstand wordt gedraaid. De huisjes van de (contra) stekertjes komen hierdoor in dé insteekopeningen opgesloten te zitten, terwijl de uitstekende aan-sluittongen op twee punten, namelijk nabij de huisjes enerzijds en op de oplegvlakken van de oplegrail anderzijds worden ondersteund.In a preferred embodiment, the rod is round and alloyed in a casing, which is provided at the location of the receiving openings in the rod with piercing openings for the housings of the (counter) plugs, of which openings one of the longitudinal edges one plane is located with the bearing surfaces of the bearing rail. Assuming that the depth of the insertion openings in the bar corresponds to the height of the housings of the (counter) plugs, this embodiment has the advantage that the connecting tongues come to lie at a point directly adjacent to the housings. said longitudinal edges of the piercing openings, when the rod with the (counter) plugs placed therein is turned to the second angular position. The houses of the (contra) plugs are hereby trapped in the insertion openings, while the protruding connection tongues are supported at two points, namely near the houses on the one hand and on the bearing surfaces of the support rail on the other.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding worden de middelen voor het opsluiten van de op de aansluittongen cp te leggen aan te sluiten adereinden gevormd door een in de lengterichting op een afstand boven de oplegvlakken van de oplegrail inschuifbaar geleide cp-sluitlineaal. Deze lineaal, waarvoor bijvoorbeeld gebruik kan worden gemaakt van de (stalen) meetlat waarmede de afzonderlijke aders cp de gewenste lengte worden af gekort, kan bijvoorbeeld stapsgewijs, en wel telkens nadat een aan te sluiten adereinde pet zijn vrijgemaakte bui-tengeleidereinde in de betreffende wiegvormige klem is gelegd, worden ingeschoven. Het opsluiten van de adereinden boven de oplegvlakken van de oplegrail biedt de mogelijkheid de hulpinrichting om te keren voor het maken van de tweede soldeerverbindingen aan de andere zijde van de tongen. Zonder een dergelijke opsluiting zouden de adereinden gemakkelijk van hun ligplaatsen loskomen en zelfs van de aansluittongen kunnen worden losgetrokken.According to a further feature of the invention, the means for locking up the wire ends to be connected to the connection tongues cp are formed by a cp closing ruler which can be slid in the longitudinal direction at a distance above the bearing surfaces of the bearing rail. This ruler, for example, for which use can be made of the (steel) measuring rod with which the individual cores are shortened to the desired length, can, for example, be carried out step-by-step, each time after an end of the conductor cap to be connected has been released outer conductor end in the relevant cradle-shaped clamped, be pushed in. Locking the wire ends above the bearing surfaces of the bearing rail allows reversing the auxiliary device for making the second solder joints on the other side of the tongues. Without such confinement, the wire ends would easily detach from their moorings and even be detached from the connection tongues.

Nog een ander kenmerk van de uitvinding bestaat daarin, dat de staaf aan zijn aan de kant van de kabeloplegsteun gelegen einde is voorzien van een een zijwaarts uitstekende arm, waarmede de staaf vanuit de eerste naar de tweede hoekstand kan worden gedraaid, en wel zodanig, dat deze arm in de tweede hoekstand over de kabel in de op-legsteun heenreikt en deze opsluit.Yet another feature of the invention is that the rod at its end located on the cable support support side is provided with a laterally projecting arm with which the rod can be rotated from the first to the second angular position, such that that in the second angular position this arm extends over the cable in the support bracket and traps it.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing with an exemplary embodiment.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief cp vergrote schaal van een contrastekertje van een type, waarmede de aders van veeladerige kabels van het coax-type veelal worden afgewerkt; fig. 2. is een aanzicht in perspectief van een op het verwerken van stekertjes van het type volgens fig. 1 afgestemde hulpinrichting volgens de uitvinding in een voorkeursuitvoering; fig. 3A toont een door een opneemopening van de montagemal gaande dwarsdoorsnede door de inrichting volgens fig. 2 in een rechtopstaande positie, met de staafvormige montagemal in een eerste hoekstand; fig. 3B toont een dwarsdoorsnede als weergegeven in fig. 3a, doch thans met de montagemal in een tweede hoekstand en met een aan te sluiten ader in een in de oplegrail opgesloten positie; fig. 3C toont een dwarsdoorsnede als die volgens fig. 3B, doch volgens een vlak gaande door de kabel-oplegsteun ? fig. 4 toont een dwarsdoorsnede als die volgens fig. 3B, in een naar rechts gekantelde positie; en fig. 5 toont de inrichting in een vanuit de positie volgens fig. 4 naar links en achterover gekantelde positie.Fig. 1 is a perspective view at an enlarged scale of a mating connector of a type with which the cores of multi-core cables of the coax type are often finished; FIG. 2 is a perspective view of an auxiliary device according to the invention adapted to the processing of plugs of the type according to FIG. 1 in a preferred embodiment; FIG. 3A shows a cross section through a receiving opening of the mounting jig through the device of FIG. 2 in an upright position, with the rod-shaped mounting jig in a first angular position; Fig. 3B shows a cross-section as shown in Fig. 3a, but now with the mounting jig in a second angular position and with a wire to be connected in a position enclosed in the support rail; FIG. 3C shows a cross-section like that of FIG. 3B, but in a plane passing through the cable support bracket? FIG. 4 shows a cross-section like that of FIG. 3B in a right-tilted position; and FIG. 5 shows the device in a position tilted to the left and backward from the position according to FIG. 4.

Het in fig. 1 op vergrote schaal weergegeven (zespolige) contra-stekertje heeft een huisje 1 en een daarvan uitstekend, door een printplaatje gevormde, bedraade aansluittong 2. De aansluittong 2 heeft twee wiegvonnige aansluitklernmetjes 3, alsmede twee paar gaatjes 4 en 5. De eveneens in fig. 1 getoonde, "gestripte1' ader 6 komt met het vrij liggende buitengeleidergedeelte 8 in één der aansluitklemme-tjes 3 en met zijn mantel 7 op het aansluittonggedeelte daarachter te liggen, terwijl de kemgeleider 9 door één der gaatjes 4 heen naar de andere zijde van de aansluittong 2 moet worden gestoken om aldaar te worden vastgesoldeerd. Eén der gaatjes 5 wordt voorts gébruikt om daardoor een bintdraadje te steken, waarmede de ader op de aansluittong 2 wordt vastgebonden.The (six-pole) contra-plug shown in fig. 1 on an enlarged scale has a housing 1 and one of these protruding connection tongue 2, formed by a printed circuit board. The connection tongue 2 has two cradle-shaped connection terminals 3, as well as two pairs of holes 4 and 5. The "stripped 1" conductor 6, also shown in FIG. 1, rests with the exposed outer conductor section 8 in one of the terminal blocks 3 and with its jacket 7 on the connecting tongue section behind it, while the core conductor 9 passes through one of the holes 4 the other side of the connecting tongue 2 must be inserted in order to be soldered there. One of the holes 5 is furthermore used to insert a ribbon of wire, with which the vein is tied to the connecting tongue 2.

De in fig. 2-5 weergegeven hulpinrichting volgens de uitvinding heeft een steunframe, dat in het getékende uitvoeringsvoorbeeld is opgébouwd uit twee in de lengterichting verlopende kokerprofielen 11 en 12, alsmede twee nabij de einden daarvan in dwarsrichting uitstekende kortere kokerprofielen 13. Van het aldus gevormde steunframe is in de tekening alleen het eindgedeelte op de voorgrond te zien, zodat bijvoorbeeld het op de achtergrond gelegen, dwars gerichte kortere kökerprofiel niet is te zien.The auxiliary device according to the invention shown in Figs. 2-5 has a support frame, which in the illustrated exemplary embodiment is built up of two tubular profiles 11 and 12 running in the longitudinal direction, as well as two shorter tubular profiles 13 extending in transverse direction near the ends thereof. The support frame formed only shows the end section in the foreground in the drawing, so that, for example, the transversely oriented shorter bilge profile in the background cannot be seen.

De kokerprofielen 11-13 zijn in een zodanige onderlinge positie aan elkaar gelast, dat drie steunvlakken A-A, B-B en C-C zijn verkregen, waarmede het steunframe op een montagetafel kan worden geplaatst. Zo is de inrichting in fig. 2 getoond in een positie, waarin deze op het vlak B-B rust.The tubular profiles 11-13 are welded together in such a mutual position that three supporting surfaces A-A, B-B and C-C are obtained, with which the supporting frame can be placed on a mounting table. Thus, the device is shown in Fig. 2 in a position in which it rests on the plane B-B.

In de tweevlakshoék tussen de profielen 11 en 12 is een mantel-buis 14 bevestigd c.q. vastgelast, die aan zijn van het profiel 11 afgékeerde zijde van een langssleuf 16 is voorzien en dient als steun-leger voor een als ronde staaf uitgevoerd montagemal 15. Deze mal is voorzien van een aantal in de lengterichting naast elkaar liggende radiale openingen 17. Deze openingen, waarvan het aantal (bijvoorbeeld zestien) overeenkomt met dat van de af te werken aders van een veel-aderige kabel van het coax-type, hébben een cilindrische vorm en een diameter, die correspondeert met die van de omgeschreven cirkel van het (genormaliseerde) rechthoekige dwarsdoorsnedeprofiel van het huisje van de te verwerken contrastekertj es. De diepte van de cpeningen 17 komt overeen met de hoogte van het stekerhuisje.A casing tube 14 is fixed or welded to the dihedral corner between profiles 11 and 12, which is provided with a longitudinal slot 16 on its side facing away from profile 11 and serves as a support bearing for a mounting jig 15 designed as a round bar. template has a number of longitudinally adjacent radial openings 17. These openings, the number of which (for example sixteen) corresponds to that of the cores to be finished of a multicore coaxial cable, have a cylindrical shape and a diameter corresponding to that of the circumscribed circle of the (normalized) rectangular cross-sectional profile of the house of the contrasting inserts to be processed. The depth of the holes 17 corresponds to the height of the connector housing.

Op een afstand evenwijdig aan de mantelbuis 14 met de daarin gelegerde staafmal 15 bevindt zich een qp de einden van de dwarsprofielen 13 ondersteunde oplegrail 18. Deze oplegrail wordt gevormd door een kokerprofiel, waarin op met de opneemopeningen 17 in de staafmal 15 gelegen plaatsen uitsparingen 19 zijn aangebracht. Hierdoor zijn randen 20 en 21 ontstaan, die, zoals hieronder nader zal worden toegelicht, dienen als oplegvlakken voor de aansluittongen 2 van de contrastekert j es en voor de aan te sluiten aders.At a distance parallel to the casing 14 with the bar jig 15 mounted therein is a support rail 18 supported on the ends of the transverse profiles 13. This support rail is formed by a tubular profile, in which recesses 19 are located with the receiving openings 17 in the bar jig 15. are provided. This has resulted in edges 20 and 21, which, as will be explained in more detail below, serve as bearing surfaces for the connecting tongues 2 of the contrasting conductors and for the cores to be connected.

Aan het op de voorgrond gelegen einde bevindt zich tussen de mantelbuis 14 en de oplegrail 18 een kabeloplegsteun 22, die op zij aan het in de lengterichting voorbij het ondersteunende kokerprofiel 13 uitstekende eindgedeelte van de oplegrail 18 is vastgelast. Een soortgelijke kabeloplegsteun lean aanwezig zijn aan het andere einde van het steunframe.At the foreground end there is a cable support bracket 22 between the jacket pipe 14 and the support rail 18, which is welded on the side of the end section of the support rail 18 protruding longitudinally past the supporting box section 13. A similar cable support lean may be present at the other end of the support frame.

De staafmal 15 is aan het in fig. 2 op de voorgrond gelegen einde voorzien van een radiaal uitstekende arm 23, met behulp waarvan de staafmal 15 kan worden gedraaid vanuit een eerste hoekstand (zie fig. 3A), waarin de assen van de opneemopeningen 17 loodrecht op het steun-vlak A-A staan, en een tweede hoekstand (zie fig. 3B, fig. 4 en fig. 5), waarin het de assen van de opneemopeningen in de staafmal bevattende middenlangsvlak van de staafmal nagenoeg samenvalt met dat door de rechterrand 16a van de sleuf 16 en de oplegrand 20 van de oplegrail 18. In werkelijkheid bestaat er tussen deze vlakken een afstand, die overeenkomt met de halve dikte van een aansluittong 2. Een soortgelijke radiaal uitstekende arm kan aanwezig zijn aan het andere einde van de staafmal .The bar jig 15 is provided at the foreground end shown in Fig. 2 with a radially projecting arm 23, by means of which the bar jig 15 can be rotated from a first angular position (see Fig. 3A), in which the shafts of the receiving openings 17 perpendicular to the support plane AA, and a second angular position (see fig. 3B, fig. 4 and fig. 5), in which the axes of the receiving openings in the bar mold containing the longitudinal central plane of the bar mold coincide with that of the right edge 16a of the slot 16 and the supporting edge 20 of the support rail 18. In reality, there is a distance between these surfaces, which corresponds to half the thickness of a connecting tongue 2. A similar radially protruding arm can be present at the other end of the bar mold .

In de tweede hoekstand (zie fig. 3C) dient de arm 23 tevens voor het opsluiten van een kabel 24 in de oplegsteun 22. Het vrije eindgedeelte van de arm 23 valt daarbij in een uitsparing 25 van de oplegrail 18 en kan in deze positie worden vergrendeld door het inschuiven van een ook als meetlat te gebruiken lineaal 26 (zie fig. 2 en 3C), waarmede tijdens het maken van de verbindingen ook de verschillende aders in de respectieve uitsparingen 19 van de oplegrail worden opgesloten.In the second corner position (see fig. 3C), the arm 23 also serves to lock a cable 24 in the support bracket 22. The free end portion of the arm 23 thereby falls into a recess 25 of the support rail 18 and can be moved in this position locked by sliding in a ruler 26 which can also be used as a ruler (see fig. 2 and 3C), with which the various cores are also enclosed in the respective recesses 19 of the support rail during the making of the connections.

De armen 23 kunnen tevens dienen cm de staafmal 15 in axiale richting in de mantelbuis 14 op te sluiten. Hiertoe kunnen de armen 23 met hun naar elkaar toegekeerde zijranden aanliggen tegen in de draai-bewegingsbaan van de respectieve armen opgestelde aanslagen, welke aanslagen voor de overzichtelijkheid van de tekening niet nader zijn weergegeven. Deze aanslagen bestrijken dan echter alleen het boekgebied tussen de beide genoemde hoekstanden. Wordt de staafmal 15 dan vanuit de eerste hoekstand in fig. 1 naar links gedraaid, dan kamen de armen 23 vrij van hun respectieve aanslagen en kan de staafmal 15 uit de mantelbuis 14 worden getrokken.The arms 23 can also serve to enclose the rod jig 15 in axial direction in the casing 14. For this purpose, the arms 23 with their side edges facing each other can abut against stops arranged in the rotational movement path of the respective arms, which stops are not shown in more detail for the sake of clarity of the drawing. However, these stops then only cover the book area between the two angles mentioned. When the bar jig 15 is then turned to the left from the first angular position in Fig. 1, the arms 23 come free from their respective stops and the bar jig 15 can be pulled out of the casing 14.

Voor het afwerken van de afzonderlijke aders van een bijvoorbeeld zestien-aderige kabel van het coax-type gaat men als volgt te werk:Proceed as follows to finish the individual cores of, for example, a 16-core cable of the coax type:

De hulpinrichting wordt opgesteld in de positie volgens fig. 3A, dus rustend qp zijn grondvlak A-A, terwijl de staafmal 15 zich in de eerste hoekstand bevindt, dat wil zeggen met de assen van de opneemo-peningen 17 in hun loodrechte stand. In de oplegsteun 22, die in de doorsnedefiguur 3A niet is te zien, wordt het eindgedeelte van een reeds voorbewerkte, dat wil zeggen gestripte kabel gelegd. De van dit kabel-eindgedeelte uitstekende en reeds op lengte gesneden aders liggen daarbij los over het nabij gelegen kokerprofiel 13. In deze positie worden de contrastekertjes achtereenvolgens, van boven af in de opneemopeningen 17 geplaatst.The auxiliary device is arranged in the position according to Fig. 3A, i.e. resting on its base A-A, while the bar jig 15 is in the first angular position, i.e. with the axes of the receiving holes 17 in their perpendicular position. In the support bracket 22, which cannot be seen in the cross-section figure 3A, the end portion of an already prepared, i.e. stripped, cable is laid. The cores protruding from this cable end section and already cut to length lie loosely over the adjacent tubular profile 13. In this position, the mating connectors are successively placed in the receiving openings 17 from above.

Hierna wordt de staafmal 15 met behulp van de uitstékende arm 23 in de tweede hoekstand volgens fig. 3B en 3C geplaatst. Daarbij komen de huisjes 1 van de contrastekertjes achter de rechterrand 16a van de langssleuf 16 in de mantelbuis 14 in hun ligplaatsen opgesloten kamen te liggen, terwijl de aansluittongen 2 daarbij op de randen 20 van het oplegprofiel 18 komen te rusten (fig. 3B). Tegelijkertijd sluit de arm 23 de kabel 24 in zijn ligsteun 22 op (zie fig. 3C). Vervolgens worden de afzonderlijke aders opgepakt en via de verschillende uitsparingen 19 van de oplegrail 18 op hun plaats gébracht, waarbij de door het vooraf strippen vrijgekomen buitengeleidereinden 8 elk in een wiegvor-mig klemmetje 3 van een aansluittong 2 worden gelegd. Het aanbrengen van de aders geschiedt één voor één, te beginnen bij het einde, van waaraf de opsluitlineaal 26 wordt ingeschoven.. Dit inschuiven geschiedt stapsgewijs, zodat eerst de arm 23 in zijn ligplaats 25 wordt vergrendeld en daarna de verschillende aders, in de inschuifrichting van de opsluitlineaal gezien, succesievelijk worden aangebracht en door stapsgewijs opschuiven van de lineaal in hun ligplaatsen worden opgesloten. De inrichting kan daarna zonder gevaar voor ongewenste verplaatsingen van de aders voorover worden gekanteld naar de positie volgens fig. 4. De aansluittongen 2 zijn hierbij in een nagenoeg horizontale of licht naar voren afhellende positie komen te liggen, welke geschikt is voor het maken van de soldeerverbindingen tussen de bui-tengeleiderdelen 8 en de respectieve wiegvormige klemmetjes 3, terwijl in deze positie ook de eventueel vereiste binddraadjes kunnen worden aangebracht en rond de aders kunnen worden vastgeknoopt.The bar jig 15 is then placed in the second angular position according to Figs. 3B and 3C with the aid of the protruding arm 23. The housings 1 of the mating connectors behind the right edge 16a of the longitudinal slot 16 in the casing tube 14 come to lie enclosed in their berths, while the connecting tongues 2 thereby rest on the edges 20 of the bearing profile 18 (fig. 3B). At the same time, the arm 23 encloses the cable 24 in its lying support 22 (see fig. 3C). The individual cores are then picked up and brought into place via the various recesses 19 of the support rail 18, the outer conductor ends 8 released by the pre-stripping each being placed in a cradle-like clip 3 of a connecting tongue 2. The cores are applied one by one, starting at the end, from which the retaining ruler 26 is pushed in. This retraction is done in steps, so that first the arm 23 is locked in its position 25 and then the different cores, in the insertion direction. viewed from the retaining ruler, are applied successfully and locked in their moorings by sliding the ruler in steps. The device can then be tilted forward without risk of undesired displacement of the cores to the position according to Fig. 4. The connecting tongues 2 have thereby come to lie in a substantially horizontal or slightly inclined position, which is suitable for making the soldered connections between the outer conductor parts 8 and the respective cradle-shaped clamps 3, while in this position also any binding wires required may be provided and tied around the cores.

In dit stadium zijn de kerndraden 9 reeds door één der gaatjes 4 heen naar de onderzijde van de aansluittongen 2 geleid. De inrichting wordt hierna volgens de pijlrichting in fig. 4 achterover gekanteld naar de stand volgens fig. 5, waarin de andere zijden van de aansluittongen, die in fig. 4 naar beneden gericht lagen, in een schuin achterover hellende.positie zijn komen te liggen. In deze positie worden tenslotte de doorgestoken kemdraadeinden 9 vastgesoldeerd. De kabel is hiermede voor aansluiting gereedgekomen en kan dus uit de inrichting worden verwijderd. Daartoe wordt eenvoudig de opsluitlineaal 26 uitgetrokken en wordt vervolgens de arm 23 in de eerste hoekstand teruggedraaid. De kabel 24 en de daarvan uitstekende, elk met een con-trastekertje verbanden aders kunnen dan eenvoudig uit hun ligplaatsen worden opgepakt.At this stage, the core wires 9 have already been passed through one of the holes 4 to the underside of the connecting tongues 2. The device is then tilted backwards according to the arrow direction in fig. 4 to the position according to fig. 5, in which the other sides of the connecting tongues, which lay downwards in fig. 4, have come to lie in an obliquely tilted back position. . Finally, the pierced core wire ends 9 are soldered in this position. The cable is hereby ready for connection and can thus be removed from the device. To this end, the retaining ruler 26 is simply pulled out and the arm 23 is then rotated back into the first angular position. The cable 24 and its cores, each of which is connected with a contrasting plug, can then simply be picked up from their berths.

Zoals hierboven reeds werd opgemerkt kan de staafmal 15 uit de mantelbuis 14 worden verwijderd om te worden verwisseld door een ander exemplaar met verschillend gedimensioneerde opneemopeningen. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van contrastekertjes ook stekertjes (dat wil zeggen stekerhuisjes met uitstekende aansluitpennetj es in plaats van ingelaten aansluitbusjes) op de bovenbeschreven wijze kunnen worden verwerkt. Eventueel kunnen de stekertjes daarbij worden geplaatst in hulpstukjes, die op hun beurt in de opneemopeningen in de staafmal worden geplaatst.As already noted above, the bar jig 15 can be removed from the casing 14 to be exchanged for another specimen with differently sized receptacles. It will be clear that instead of mating plugs, also plugs (i.e. plug housings with protruding connection pins instead of recessed connection sockets) can be processed in the manner described above. The plugs can optionally be placed in attachments, which in turn are placed in the receiving openings in the bar mold.

Evenzo kan de oplegrail 18, indien afneembaar gemonteerd, worden verwisseld voor een exemplaar met smallere of bredere uitsparingen, een en ander afhankelijk van de breedte van de aansluittongen van de te verwerken (contra) stekertjes.Likewise, the support rail 18, if mounted detachably, can be exchanged for one with narrower or wider recesses, depending on the width of the connecting tongues of the (counter) plugs to be processed.

Claims (12)

1. Hulpinrichting ten gebruike bij het afwerken van de afzonderlijke aders van een veeladerige kabel, meer in het bijzonder van het coax-type, gekenmerkt door een steunframe met een langgerekte montage-mal, die voorzien is van een reeks in de lengterichting daarvan naast elkaar gelegen en met hun assen in dwarsrichting georiënteerde openin-gen voor het opnemen van de huisjes van miniatuur-(contra) stekertjes, welk steunframe tenminste nabij één einde van de montagemal een kabel-oplegsteun draagt, terwijl zich op een afstand evenwijdig aan de montagemal een oplegrail uitstrekt, die voorzien is van met de opneemope-ningen in de mal corresponderende oplegvlakken voor de einden van van de (contra) stekertj es uitstekende aansluittongen, waarbij de mal samenwerkt met middelen voor het in de opneemopeningen vastzetten van de stekerhuisjes en waarbij de oplegrail samenwerkt met middelen voor het opsluiten van de op de aansluittongen op te leggen aan te sluiten adereinden.Auxiliary device for use in finishing the individual cores of a multi-core cable, in particular of the coax type, characterized by a support frame with an elongated mounting template, which is provided with a series in the longitudinal direction thereof side by side located and with their axes transversely oriented for receiving the houses of miniature (counter) plugs, which support frame carries a cable support support at least near one end of the mounting jig, while a distance parallel to the mounting jig extension rail, which is provided with bearing surfaces corresponding to the receiving openings in the mold for the ends of connecting tongues protruding from the (counter) plugs, the mold cooperating with means for fixing the plug housings in the receiving openings and wherein the supporting rail cooperates with means for locking up the wire ends to be connected to the connection tongues. 2. Hulpinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mal een draaibaar in het steunframe gelegerde staaf met radiaal ten opzichte van de staaf as gerichte opneemopeningen is, welke staaf beweegbaar is tussen een eerste hoekstand, waarin (contra) stekertj es vrij in de opneemopeningen kunnen worden gestoken, en een tweede hoekstand, waarin het de assen van de opneemopeningen bevattende middenlangsvlak van de staaf (nagenoeg) samenvalt met dat van de oplegvlakken van de oplegrail.Auxiliary device as claimed in claim 1, characterized in that the mold is a rod rotatably mounted in the support frame with receiving openings radially oriented relative to the rod axis, which rod is movable between a first angular position, in which (counter) plugs are freely positioned the receiving openings can be inserted, and a second angular position, in which the axial longitudinal plane of the rod containing the axes of the receiving openings coincides with that of the bearing surfaces of the bearing rail. 3. Hulpinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de opneemopeningen in de staaf cilindrisch zijn gevormd.Auxiliary device according to claim 2, characterized in that the receiving openings in the rod are cylindrical. 4. Hulpinrichting volgens conclusies 2-3, met het kenmerk, dat de staaf uitneembaar is gemonteerd.Auxiliary device according to claims 2-3, characterized in that the rod is mounted removably. 5. Hulpinrichting volgens conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de staaf rond is uitgevoerd en gelegerd is in een mantelbuis, die ter plaatse van de opneemopeningen in de staaf van doorsteekopeningen voor de huisjes van de (contra) stekertj es is voorzien, van welke openingen één der langsranden in één vlak met de oplegvlakken van de oplegrail is gelegen.Auxiliary device as claimed in claims 2-4, characterized in that the rod is round and is mounted in a casing, which is provided with piercing openings for the houses of the (counter) plugs at the location of the receiving openings in the rod, from which openings one of the longitudinal edges lies in one plane with the bearing surfaces of the bearing rail. 6. Hulpinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de doorsteekopeningen tezamen een zich over de gehele lengte van de mantelbuis uitstrekkende sleuf vormen.Auxiliary device according to claim 5, characterized in that the piercing openings together form a slot extending over the entire length of the jacket pipe. 7. Hulpinrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de middelen voor het opsluiten van de op de aansluittongen op te leggen aan te sluiten adereinden worden gevormd door een in de lengterichting op een af-stand boven de cplegvlakken van de oplegrail inschuifbaar geleide opsluitlineaal.Auxiliary device as claimed in claims 1-6, characterized in that the means for locking up the wire ends to be connected to the connecting tongues are formed by a longitudinally slidable extension above the bearing surfaces of the support rail guided locking ruler. 8. Hulpinrichting volgens conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de staaf aan zijn aan de kant van de kabeloplegsteun gelegen einde is voorzien van een een zijwaarts uitstékende arm, waarmede de staaf vanuit de eerste naar de tweede hoekstand kan worden gedraaid, en wel zodanig, dat deze arm in de tweede hoekstand over de kabel in de op-legsteun heenreikt en deze opsluit.Auxiliary device according to claims 2-7, characterized in that the rod at its end located on the cable support support side is provided with a side projecting arm with which the rod can be rotated from the first to the second angular position, and in such a way that in the second angular position this arm extends over the cable in the support bracket and encloses it. 9. Hulpmiddelen volgens conclusie 6 en 8, met het kenmerk, dat de zijwaarts uitstékende arm aanligt tegen een de sleuf terplaatse voor een deel in tangentiale richting overbruggend aanslagdeel.Auxiliaries according to claims 6 and 8, characterized in that the laterally projecting arm rests against a stop part partially bridging the slot in the tangential direction. 10. Hulpinrichting volgens conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de oplegrail wordt gevormd door een kokerprofiel, dat op met de op-neemopeningen van de staaf conrresponderende plaatsen is uitgespaard tot U-profielen, waarvan de flensranden de oplegvlakken voor de aan-sluittongen en de adereinden vormen, waarbij de tussen de uitsparingen overgebleven kokerwanddelen als geleiding voor de opsluitlineaal fungeren.Auxiliary device according to claims 6-9, characterized in that the support rail is formed by a tubular profile, which is recessed into U-profiles at places corresponding to the receiving openings of the rod, the flange edges of which have the support surfaces for the support form connecting tongues and the wire ends, the tube wall parts remaining between the recesses serving as guides for the locking ruler. 11. Hulpinrichting volgens conclusie 8 en 10, met het kenmerk, dat het kokerprofiel van een verdere uitsparing is voorzien, waarin, in de tweede hoekstand van de mal, het vrije einde van de zijwaarts uitstekende arm met behulp van de opsluitlineaal vergrendelbaar is.Auxiliary device according to claims 8 and 10, characterized in that the box section is provided with a further recess, in which, in the second angular position of the mold, the free end of the laterally projecting arm can be locked by means of the locking ruler. 12. Hulpinrichting volgens conclusie 10 en 11, met het kenmerk, dat de oplegrail afneembaar op het steunframe is bevestigd.Auxiliary device according to claims 10 and 11, characterized in that the support rail is mounted detachably on the support frame.