NL9100505A - Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer. - Google Patents

Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer. Download PDF

Info

Publication number
NL9100505A
NL9100505A NL9100505A NL9100505A NL9100505A NL 9100505 A NL9100505 A NL 9100505A NL 9100505 A NL9100505 A NL 9100505A NL 9100505 A NL9100505 A NL 9100505A NL 9100505 A NL9100505 A NL 9100505A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
portable unit
control circuit
compartment
characteristic
sensor
Prior art date
Application number
NL9100505A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ericsson Radio Systems Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ericsson Radio Systems Bv filed Critical Ericsson Radio Systems Bv
Priority to NL9100505A priority Critical patent/NL9100505A/nl
Priority to DE1992615561 priority patent/DE69215561T2/de
Priority to EP19920200763 priority patent/EP0505001B1/en
Publication of NL9100505A publication Critical patent/NL9100505A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B3/00Audible signalling systems; Audible personal calling systems
    • G08B3/10Audible signalling systems; Audible personal calling systems using electric transmission; using electromagnetic transmission
    • G08B3/1008Personal calling arrangements or devices, i.e. paging systems
    • G08B3/1016Personal calling arrangements or devices, i.e. paging systems using wireless transmission
    • G08B3/1075Paging racks

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)

Description

Korte aanduiding: stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer.
De uitvinding heeft betrekking op een aanwezigheids-detectiestelsel volgens de aanhef van conclusie 1. De draagbare eenheid kan bijvoorbeeld een oproepeenheid van een personenoproèpstelsel, een transponder, een alarmzender of een electronische sleutel zijn.
Een aanwezigheidsdetectiestelsel van de hiervoor genoemde soort is beschreven in de' nederlandse octrooiaanvrage 90.02677 die op 5 december 1990 ten name van aanvraagster werd ingediend en die op het tijdstip van indiening van de onderhavige aanvrage nog niet ter inzage was. Bij het in de genoemde octrooiaanvrage beschreven stelsel is elke draagbare eenheid tenminste bij plaatsing ervan in een vak actief waarbij het het plaatsen detecteert en door middel van een zendmiddel een aanwezigheidsmeldsignaal uitzendt dat het identificatienummer van de eenheid bevat. De opnemer detecteert dit aanwezigheidsmeldsignaal en levert een overeenkomstig detectiesignaal aan de stuurketen van de detectie-inrichting, die in responsie daarop een aan-wezigheidsgegeven behorend bij de eenheid met het gedetecteerde identificatienummer in het geheugen van de inrichting wijzigt.
Bovengenoemd stelsel heeft als bezwaar dat elke draagbare eenheid extra middelen moet bevatten om de aanwezigheid ervan in een vak te kunnen detecteren. Enerzijds is dit kostprijsverhogend. Anderzijds nemen deze extra middelen extra energie op waardoor een accu van de eenheid eerder uitgeput raakt en gekozen moet worden voor een grotere accu of moet de eenheid eerder in een dergelijk rek geplaatst worden voor het opladen van de accu. Een ander bezwaar is dat het bekende stelsel niet geschikt is voor het detecteren van de aanwezigheid van "oude" draagbare eenheden die de extra middelen niet hebben, waardoor het toepassen van het stelsel beperkt wordt.
De uitvinding beoogt de bezwaren van het bekende stelsel op te heffen.
Deze doelstelling wordt voor het stelsel van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding bereikt doordat elke draagbare eenheid een passief individueel kenmerk draagt en elke opnemer een opnemer is die geschikt is voor het detecteren van het kenmerk en voor het daarbij opwekken van een detectiesignaal dat een voorstelling van het kenmerk bevat, dat het geheugen een tabel bevat dat de relaties tussen de identificatienummers en en de kenmerken bevat, en dat de stuurketen van de detectie-inrichting bij ontvangst van een detectiesignaal het bijbehorende aanwezigheidsgegeven wijzigt. Omdat het kenmerk passief is kan een draagbare eenheid met een dergelijk kenmerk met betrekking tot het detecteren van de aanwezigheid ervan in een vak van een rek passief zijn, d.w.z. dat het ten behoeve van de aanwezigheidsdetectie geen extra electronische middelen hoeft te hebben.
Het kenmerk kan een optisch, magnetisch of mechanisch detecteerbaar kenmerk zijn. In het bijzonder optisch en magnetisch detecteerbare kenmerken zijn geschikt omdat deze, als plakstrook met bijvoorbeeld een streepjescode of een magneetband, achteraf op elke soort eenheden aangebracht kunnen worden.
Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende toelichting van uitvoeringsvormen van het aanwezigheidsdetectiestelsel volgens de uitvinding. In de tekeningen tonen:
Fig. 1 in perspectief een draagbare eenheid die geschikt is voor gebruik in een aanwezigheidsdetectiestelsel volgens de uitvinding;
Fig. 2 schematisch een doorsnede van een vak van een rek van het stelsel volgens de uitvinding waarin gedeeltelijk een draagbare eenheid geplaatst is;
Fig. 3 een electrisch blokschema van een oproepeenheid van een personenoproepstelsel als draagbare eenheid in een detectiestelsel volgens de uitvinding;
Fig. 4 een schema van een uitvoeringsvorm van een detectiestelsel volgens de uitvinding;
Fig. 5 een stroomschema van de werking van de stuur-keten van het detectiestelsel van fig. 4; en
Fig. 6 een voorstelling als van fig. 2 van een andere uitvoeringsvorm van een vak.
Fig. 1 toont een draagbare transmissie-eenheid 2 die geschikt is voor gebruik in een aanwezigheidsdetectiestelsel volgens de uitvinding en die geschikt is voor het draadloos ontvangen en/of uitzenden van een zendsignaal dat een aan de draagbare eenheid toegewezen en in een register van de eenheid 2 opgeslagen identificatienummer bevat.
De draagbare eenheid is bijvoorbeeld een oproepeenheid van een personenoproepstelsel.
De draagbare eenheid 2 heeft langs een lange zijkant ervan een hierna toegelicht, van buiten de eenheid 2 detecteerbaar kenmerk 3 dat individueel aan de eenheid 2 toegewezen is.
Fig. 2 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een vak 1 van een rek (niet getoond) met een aantal soortgelijke vakken, waarbij in elk vak 1 een draagbare eenheid 2 geplaatst kan worden.
In de uitvoeringsvorm van fig. 2 heeft elk vak 1 twee contacten 4a, 4b die via een geleiderbundel 15 verbonden zijn met de aansluitingen van een spanningsbron (niet getoond) van het rek. Elke draagbare eenheid 2 heeft twee contacten 5a, 5b, die na plaatsing van de draagbare eenheid 2 in een vak 1 de contacten 4a respectievelijk 4b raken en die verbonden zijn met de aansluitingen van een accu of accuvoedingsketen (27 in figuur 3) van de draagbare eenheid 2. Na plaatsing van de draagbare eenheid 2 in een vak 1 zal de spanningsbron van het rek de accu van de draagbare eenheid 2 laden.
Het vak 1 heeft tevens een opnemer 6 die geschikt is voor het detecteren van een kenmerk 3 wanneer dit tijdens het verplaatsen van een eenheid 2 in het vak 1 de opnemer 6 passeert. De geleiderbundel 15 omvat geleiders die met de opnemer 6 verbonden zijn.
Het kenmerk 3 kan een optisch detecteerbaar kenmerk zijn en bestaat bijvoorbeeld uit een streepjescode waarvan de streepjes de insteekrichting van de eenheid 2 in het vak 1 kruisen. De opnemer 6 is dan een optische opnemer, die een lichtgevend element, zoals een lichtemitterende diode, voor het verlichten van een passerend kenmerk 3, een lichtgevoelig element, zoals een lichtgevoelige diode, voor het detecteren van gereflecteerd licht kan hebben.
Het kenmerk 3 kan als alternatief een magnetisch detecteerbaar kenmerk zijn en bestaat bijvoorbeeld uit een magneetbandstrook. De opnemer 6 is dan een magnetische opnemer.
Het kenmerk 3 kan als alternatief een mechanisch detecteerbaar kenmerk zijn, bijvoorbeeld bestaande uit een patroon van verdiepingen of verhogingen. De verdiepingen of verhogingen kunnen gedetecteerd worden door een of meer schakelaars die de opnemer 6 vormen of op andere wijze, zoals met een laseraftaster als van een CD-speler.
De opnemer 6 is bij voorkeur dicht bij de invoer-opening 7 van het vak 1 aangebracht, waardoor het kenmerk 3 relatief lang kan zijn en daardoor veel informatie kan bevatten of de informatie over een langere afstand verspreid kan worden, waardoor het kenmerk 3 minder nauwkeurig uitgevoerd hoeft te zijn en/of de opnemer 6 minder gevoelig en/of nauwkeurig hoeft te zijn. Bovendien zal bij een dergelijke plaats van de opnemer 6 de doorvoersnelheid gelijkmatiger zijn, waardoor de kans op foute detectie tegengegaan wordt.
In het bijzonder wanneer het kenmerk 3 een optisch of magnetisch detecteerbaar kenmerk van de hiervoorgenoemde soort is bestaat de mogelijkheid dat het kenmerk 3 bijvoorbeeld als plakstrook op reeds bestaande draagbare eenheden aangebracht wordt.
Fig. 3 toont een electrisch blokschema van een oproepeenheid van een personenoproepstelsel als draagbare eenheid 2. De oproepeenheid 2 omvat een antenne 19, een met de antenne 19 verbonden ontvangstketen 20, die verbonden is met een decoder 21, die verbonden is met een vergelijker 22 en een stuurketen 23, die verbonden is met een register 24, bedieningsmiddelen, zoals schakelaars, 25, een signaalgever 26 en een accu of accuvoedingsketen 27.
Het register 24 is tevens verbonden met de vergelijker 22 en bevat een aan de oproepeenheid 2 toegewezen identificatienummer of identificatiegegeven.
De signaalgever 26 kan een optische en/of akoestische en/of electromechanische signaalgever zijn. Het personenoproepstelsel omvat verder een niet-getoond centraal station met bedieningsmiddelen en een zender voor het samenstellen van een oproepbericht dat het identificatienummer van de oproepeenheid 2 bevat en voor het uitzenden van een zendsignaal dat het oproepbericht bevat. De antenne 19 en de ontvangstketen 20 van de oproepeenheid 2 zijn geschikt voor het ontvangen en demoduleren van het door het centrale station verzonden zendsignaal. Na ontvangst van een oproepbericht levert de ontvangstketen 20 dit aan de decoder 21, die het identificatienummer en overige gegevens van het bericht afscheidt. De vergelijker 22 vergelijkt het ontvangen identificatienummer met een in het register 24 opgeslagen identificatienummer en levert bij gelijkheid een vrijgeefsignaal aan de stuurketen 23 voor het verder verwerken van de ontvangen overige gegevens, die door middel van de signaalgever 26 gepresenteerd kunnen worden.
Fig. 4 toont een schema van een detectie-inrichting voor toepassing van de uitvinding. Een rek heeft een aantal vakken 1 die via de geleiderbundel 15 met een stuurketen 28 verbonden zijn. Voor de uitvoeringsvorm van een vak 1 als getoond in fig. 2 kunnen de met de contacten 4a en met de contacten 4b verbonden geleiders van de verschillende vakken 1 echter ook direct met elkaar verbonden worden. De stuurketen 28 hoeft dan van alle vakken 1 slechts twee geleiders voor verbinding met de acculaadspanningsbron en de met de verschillende opnemers verbonden geleiders te ontvangen. De stuurketen 28 is verbonden met een geheugen 29 waarvan een gedeelte geschikt is voor het daarin opslaan van een aan-wezigheidsgegeven voor elke draagbare eenheid die in een vak 1 geplaatst is. Daarbij kan het geheugen 29 voor elke draagbare eenheid een eigen locatie hebben of kan aan elk vak een locatie toegewezen zijn voor het opslaan van een identificatienummer na plaatsing van de bijbehorende draagbare eenheid 2 in een vak 1 en eventueel een vaknummer en reknummer wanneer de vakken 1 verspreid zijn over een aantal rekken. Voor toepassing van de uitvinding maken deze verschillende wijzen van opslag niet uit. De stuurketen 28 kan een microprocessor zijn. De stuurketen 28 en het geheugen 29 kunnen in elk rek aangebracht zijn. De stuurketen 28 en het geheugen 29 kunnen ook aan een groep rekken toegewezen zijn. Verder kunnen een of meer stuurketens 28 verbonden zijn met een gemeenschappelijke stuurketen, niet getoond, bijvoorbeeld van een centraal station van het oproepstelsel voor het opslaan en verwijderen van aan-wezigheidsgegevens in een met de gemeenschappelijke stuurketen verbonden gemeenschappelijk geheugen. De met de stuurketens 28 verbonden geheugens 29 kunnen dan eventueel vervallen. De hiervoor benodigde verbindingen en communicatie-regels worden voor een vakman gemakkelijk realiseerbaar geacht en worden daarom hier niet verder beschreven.
Fig. 5 toont een stroomschema van een werking van de in fig. 4 getoonde detectie-inrichting. In het stroomschema stellen "Y" een antwoord "JA" en "N" een antwoord "NEE" op een in een nevenstaand blok gestelde vraag voor.
Na initialisatie, aangegeven met blok 30, bewaakt de stuurketen 28 de geleiderbundels 15 om te kijken of het van een bundel 15 een van een vak 1 afkomstig detectiesignaal ontvangt. Wanneer, zoals aangegeven met blok 31, een detectiesignaal ontvangen wordt wordt doorgegaan met blok 32 en anders wordt teruggegaan naar de ingang van blok 31 om met de bewaking door te gaan. Volgens blok 32 bepaalt de stuurketen 28 uit het detectiesignaal de richting waarin een draagbare eenheid 2 in het betreffende vak 1 verplaatst wordt. Informatie hierover kan, als op zich bekend, op verschillende manieren verkregen worden, bijvoorbeeld uit een bepaalde rangschikking van streepjes van een streepjescode van het kenmerk 3 van de draagbare eenheid 2.
Vervolgens bepaalt de stuurketen 28, volgens blok 33, uit het detectiesignaal het kenmerk dat daarin aanwezig is. Daarna, volgens blok 34, zoekt de stuurketen 28 in een in het geheugen 29 opgeslagen tabel het identificatienummer dat toegewezen}aan de draagbare eenheid met het volgens blok 33 bepaalde kenmerk.
Wanneer, volgens blok 35 de draagbare eenheid 2 in het vak 1 geplaatst werd geeft de stuurketen 28 volgens blok 36 een eerste waarde aan een aanwezigheidsgegeven dat in het geheugen 29 opgeslagen is voor het volgens blok 34 gevonden identificatienummer. Wanneer de draagbare eenheid 2 volgens blok 35 uit het vak 1 verwijderd werd geeft de stuurketen 28 volgens blok 37 een tweede waarde aan dat aanwezigheidsgegeven.
Na de blokken 36 en 37 wordt teruggekeerd naar de ingang van blok 31.
Wanneer gewenst kan de stuurketen 28 of een verwerkingsstelsel (niet getoond), dat een centraal station van een personenoproepstelsel kan zijn en dat direct met het geheugen 29 of via de stuurketen 28 met het geheugen 29 verbonden kan zijn, het geheugen 29 lezen om te zien welke waarde een aanwezigheidsgegeven voor een bepaald identificatienummer heeft. Afhankelijk van de waarde van het aanwezigheidsgegeven kan de stuurketen 28 of het verwerkingsstelsel dan op een bepaalde wijze reageren. De reactie kan bestaan uit een eenvoudige signalering die aangeeft dat een draagbare eenheid 2 met het opgegeven identificatienummer al of niet in een vak 1 geplaatst is en/of kan bestaan uit het verhinderen van het uitzenden van een oproepsignaal door een centraal station van een personenoproepstelsel naar een draagbare eenheid 2 waarvan het aanwezigheidsgegeven de eerste waarde heeft.
De werking volgens de blokken 36 en 37 kan ook anders gezegd worden: bij plaatsing van een draagbare eenheid 2 in een vak 1 schrijft de stuurketen 28 in het geheugen 29 een aanwezigheidsgegeven voor het volgens blok 34 bepaalde identificatienummer en bij verwijdering van de draagbare eenheid 2 uit het vak 1 wist of verwijdert de stuurketen 28 dit aanwezigheidsgegeven uit het geheugen 29.
Binnen het kader van de uitvinding kunnen met de stuurketen 28 geleiderbundels 15 van verschillende rekken met vakken 1 verbonden zijn. Binnen het kader van de uitvinding is tevens mogelijk dat elk rek een stuurketen 28 heeft en dat alle stuurketens 28 voor het opslaan van de aanwezigheidsgegevens een gemeenschappelijk geheugen en eventueel een gemeenschappelijke extra stuurketen delen.
Het is tevens mogelijk dat elk rek een inrichting als getoond in fig. 4 omvat en dat de verschillende stuurketens 28 verbonden zijn met een gemeenschappelijke stuurketen en een gemeenschappelijk geheugen. Het locale geheugen 29 van een rek hoeft daarbij slechts zoveel geheugenlocaties voor het daarin opslaan van aanwezigheidsgegevens te hebben als het aantal vakken 1 van het betreffende rek.
Voor de hiervoorgenoemde alternatieve rangschikkingen van het stelsel volgens de uitvinding kan verwezen worden naar de nederlandse octrooiaanvragen 90.01318, ingediend op 11 juni 1990 en 90.02677, ingediend op 5 december 1990, beide t.n.v. onderhavige aanvraagster, en die beide op het tijdstip van indiening van de onderhavige aanvrage nog niet ter inzage warén.
Fig. 6 toont, op de wijze als in fig. 2, een alternatieve uitvoeringsvorm van een vak 1' van het stelsel volgens de uitvinding. Het vak 1' heeft een schakelaar 40 met geleiders die via de bundel 15' met de stuurketen 28 verbonden is. Net als bij de genoemde nederlandse octrooiaanvrage 90.02677 kan deze schakelaar 40 gebruikt worden voor het detecteren van het verwijderen van een draagbare eenheid 2 uit een vak 1'.
Deze uitvoeringsvorm zou nodig kunnen zijn wanneer het gebruikte kenmerk 3 van een draagbare eenheid 2 slechts tijdens het plaatsen van de eenheid 2 in het vak 1' door de opnemer 6 gedetecteerd zou kunnen worden. De stuurketen 28 kan daarbij zodanig ingericht zijn dat wanneer het detecteert dat de schakelaar 40 gedurende een voorafbepaalde tijd in een stand is, die gelijk is aan een stand waarbij zich geen draagbare eenheid 2 in het vak 1' bevindt, de stuurketen 28' aan het aanwezigheidsgegeven voor het identificatienummer van een eerder in het vak 1' geplaatste eenheid 2 een tweede waarde geeft of, zoals hiervoor toegelicht het aanwezigheidsgegeven, uit het geheugen wist of verwijdert. In blok 5 kan dan blok 35 vervallen, volgt op blok 34 direct blok 36 en is tussen de "N"-uitgang van het blok 31 en de ingang van het blok 31 een vraagblok tussengevoegd waarin de stuurketen 28 de zojuist hiervoor genoemde voorwaarde bewaakt en waarvan de "Y"-uitgang met de ingang van blok 37 verbonden is.
Er wordt opgemerkt, dat moderne draagbare eenheden van de hiervoor genoemde soort gebaseerd zijn op micro-processortechnieken en vaak een ASIC (Application Specific Integrated Circuit) omvatten waarmee zowel analoge als digitale functies vervuld kunnen worden. Er wordt daarom aangenomen dat een deskundige de in de tekeningen getoonde stroomschema's voor de verschillende werkingen van een draagbare eenheid zonder substantiële problemen in een dergelijk stelsel zal kunnen realiseren. Ook de schema's voor de verschillende werkingen van de detectieinrichtingen lijken voor een deskundige gemakkelijk voor een soortgelijk stelsel te realiseren te zijn. Er wordt daarom afgezien van een toelichting op een fysieke realisatie van een dergelijk stelsel.
De toegelichte detectieinrichtingen kunnen zelfstandige inrichtingen zijn voor het daarmee door middel van niet-getoonde presentatiemiddelen aangeven van de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde draagbare eenheden in vakken 1, 1' van een of meer rekken. De detectieinrichting kan echter ook door toepassing van op zich bekende verbindingen en communicatieregels verbonden zijn met een centraal station waar de aanwezigheid of afwezigheid van draagbare eenheden in rekken bewaakt wordt. Een dergelijk centraal station kan een centraal oproepstation van een personenoproepstelsel zijn. Het centraal station kan dan ingericht zijn om na ontvangst van een opdracht voor het uitzenden van een oproepbericht met een bepaald identificatienummer van een draagbare oproepeenheid te controleren of deze oproepeenheid 2 zich al of niet in een vak 1, 1' bevindt en om bij aanwezigheid in een vak 1, 1' het uitzenden van het oproepbericht te verhinderen.
Hoewel in de beschrijving en conclusies de uitdrukking "identificatienummer" gebruikt is voor het aangeven van de identiteit (eigen identiteit of groepsidentiteit) wordt opgemerkt dat hiermee elk soort gegeven bedoeld wordt waarmee een dergelijke identiteit voorgesteld kan worden.
Verder wordt opgemerkt dat, hoewel de uitvinding toegelicht is voor een uitvoeringsvorm van het stelsel waarin het rek een laadrek is, de uitvinding van toepassing is voor elk soort rek. Het rek kan zeer eenvoudig zijn met alleen de opnemers 6. Het rek kan ook ingewikkelder zijn en middelen hebben voor het testen van van in het rek geplaatste draagbare eenheden. Wanneer uit de test blijkt dat een draagbare eenheid niet goed werkt/^fe detectie--inrichting met gebruik van het passieve kenmerk van de eenheid deze eenheid in het geheugen van de inrichting als defect kan aanmerken.

Claims (9)

1. Aanwezigheidsdetectiestelsel voor het detecteren van de aanwezigheid van een eenheid van een aantal draagbare transmissie-eenheden in een vak van een rek van een of meer rekken, die elk een of meer vakken hebben, waarbij elke draagbare eenheid een stuurketen en een met de stuurketen verbonden transmissieketen en een register heeft voor het draadloos ontvangen of uitzenden van een transmissiesignaal dat een aan de draagbare eenheid toegewezen en in het register opgeslagen identificatienummer bevat, en verder omvattende een detectie-inrichting met een stuurketen waarmee verbonden zijn een aantal opnemers, die elk bij een respectievelijk vak aangebracht zijn en die bestemd zijn voor het afhankelijk van de aanwezigheid van een draagbare eenheid in het bijbehorende vak leveren van een overeenkomend detectiesignaal aan de stuurketen van het rek, en een geheugen waarin de stuurketen afhankelijk van van een opnemer ontvangen detectiesignaal een gegeven over de aanwezigheid van een draagbare eenheid in een bijbehorend vak wijzigt, waarbij de stuurketen na ontvangst van een daarvoor bestemd stuursignaal dat een identificatienummer bevat de status van het bijbehorende aanwezigheidsgegeven uitvoert, met het kenmerk, dat elke draagbare eenheid een passief individueel kenmerk draagt en elke opnemer een opnemer is die geschikt is voor het detecteren van het kenmerk en voor het daarbij opwekken van een detectiesignaal dat een voorstelling van het kenmerk bevat, dat het geheugen een tabel bevat dat de relaties tussen de identificatienummers en en de kenmerken bevat, en dat de stuurketen van de detectie-inrichting bij ontvangst van een detectiesignaal het bijbehorende aanwezigheidsgegeven wijzigt.
2. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kenmerk een door een opnemer optisch detecteerbaar kenmerk is.
3. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het kenmerk een streepjescode is waarbij een hoofdvlak evenwijdig aan de insteekrichting van de draagbare eenheid in een vak loopt en streepjes van de code de insteekrichting kruisen en dat de opnemer aangebracht is op een plaats die tijdens het insteken door de streepjes gepasseerd wordt.
4. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kenmerk een door de opnemer magnetisch detecteerbaar kenmerk is.
5. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kenmerk een magnetische strook is waarbij een lengterichting in hoofdzaak evenwijdig aan de insteekrichting van de draagbare eenheid in een vak loopt.
6. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kenmerk een door de opnemer mechanisch detecteerbaar kenmerk is.
7. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het kenmerk bestaat uit een patroon van door de opnemer detecteerbare verhogingen of verdiepingen van een behuizing van de draagbare eenheid.
8. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het patroon langwerpig is en een lengterichting ervan in hoofdzaak evenwijdig aan de insteekrichting van de draagbare eenheid in een vak loopt.
9. Aanwezigheidsdetectiestelsel volgens een van de conclusies 3, 5 en 8, met het kenmerk, dat de opnemer bij een insteekopening van het vak aangebracht is.
NL9100505A 1991-03-21 1991-03-21 Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer. NL9100505A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100505A NL9100505A (nl) 1991-03-21 1991-03-21 Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer.
DE1992615561 DE69215561T2 (de) 1991-03-21 1992-03-17 Personenrufanlage, die zur Betriebsüberprüfung von tragbaren Rufvorrichtungen geeignet ist
EP19920200763 EP0505001B1 (en) 1991-03-21 1992-03-17 Paging system suitable for checking the operation of portable paging devices of the system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100505 1991-03-21
NL9100505A NL9100505A (nl) 1991-03-21 1991-03-21 Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100505A true NL9100505A (nl) 1992-10-16

Family

ID=19859043

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100505A NL9100505A (nl) 1991-03-21 1991-03-21 Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0505001B1 (nl)
DE (1) DE69215561T2 (nl)
NL (1) NL9100505A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2775103B1 (fr) * 1998-02-13 2000-09-01 Bernard Daragon Dispositif pour connaitre la disponibilite d'individus identifies d'un groupe

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE372640B (nl) * 1971-12-06 1974-12-23 Sonab Dev Ab
DE2738887C2 (de) * 1977-08-29 1985-09-05 ANT Nachrichtentechnik GmbH, 7150 Backnang Einrichtung zur Abwesenheitsanzeige für eine Personenrufanlage
GB2212310A (en) * 1987-11-09 1989-07-19 Step By Step Consultants Limit Monitoring movable equipment and goods

Also Published As

Publication number Publication date
DE69215561D1 (de) 1997-01-16
DE69215561T2 (de) 1997-03-27
EP0505001B1 (en) 1996-12-04
EP0505001A1 (en) 1992-09-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3906448A (en) Fault detection facilitating means for card reader of identification card reading system
KR960035306A (ko) 입출 감시 시스템
US4578636A (en) Apparatus for identifying wires of multiple wire electrical system
NL9001318A (nl) Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer.
JPS63500862A (ja) 認識整理棚
KR970022842A (ko) 카드 및 그 처리장치
WO2004027689A2 (en) A data input device
CN101057266B (zh) 用于检查对象存在的方法和设备
CN105425308A (zh) 物品跟踪***和方法
NL9100505A (nl) Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer.
US3748483A (en) Indicating device for use in optical data sensing equipment
NL9002677A (nl) Stelsel voor het detecteren van de aanwezigheid in een rek van een draagbare eenheid die geschikt is voor het uitzenden of ontvangen van een signaal met een toegewezen identificatienummer.
KR940002732A (ko) 제거가능한, 전기-광학적으로 코드화된 감시태그를 포함한 자체성능검사, 포인트오브트랜잭션시스템
JP2004200296A (ja) 電子部品の誤実装防止システム
US3604899A (en) Mark-detecting system
KR900002198A (ko) 물류설비
DK0915439T3 (da) Fremgangsmåde og indretning til identificering og deaktivering af et deaktiverbart sikringselement
US7307525B2 (en) Instruction drop-off warning system and method
ID23382A (id) Sistim dan metode untuk mengidentifikasi dan peralatan tambahan untuk pembuktian, peralatan bantu dan atau peralatan pengoperasian untuk perlengkapan
BE1007257A3 (nl) Inrichting voor het testen van kontaktloze lezers.
ATE230872T1 (de) Datenerfassungsvorrichtung und verfahren zum betreiben der vorrichtung
BE1006636A3 (nl) Inrichting voor het opzoeken van een plat voorwerp uit een reeks platte voorwerpen in een verzamelrek en daarbij gebruikt verzamelrek.
SE8504092D0 (sv) Datainsamlingsterminal
KR970706502A (ko) 반도체장치 시험장치 및 복수의 반도체장치 시험장치를 구비한 반도체장치 시험시스템
US3587049A (en) Credit card testing equipment

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed