NL9100482A - CELL WHEEL VALVE WITH DRAIN VENT. - Google Patents

Description

Celwielsluis met lekluchtuitlaatopenina.Cell wheel lock with leak air outlet openina.

De uitvinding heeft betrekking op een celwielsluis met een van een inlaatschacht en een uitlaatschacht voorzien sluishuis, waarvan de cilindervormige binnenruimte ter plaatse van het opwaarts draaiende deel van het celwiel voorzien is van een lekluchtuitlaatopening.The invention relates to a cellular wheel lock with a lock housing provided with an inlet shaft and an outlet shaft, the cylindrical inner space of which is provided with a leakage air outlet opening at the location of the upwardly rotating part of the cell wheel.

Een dergelijke celwielsluis is dezerzijds in het openbaar gebruikt. Haar huis is tussen de inlaatschacht en de uitlaatschacht aan de opwaarts draaiende zijde van het celwiel voorzien van een lekluchtuitlaatopening. Wanneer de sluis werkt tegen een tegendruk, dus bijvoorbeeld ingezet wordt als afgiftesluis in pneumatische druktransport-inrichtingen, ontspant de zich in de opwaarts draaiende kamers van het celwiel bevindende lucht van de in de uitlaatschacht heersende druk tot de atmosferische druk. Hierdoor wordt weliswaar vermeden dat de samengedrukte lucht pas ontspant in de inloopschacht en daarmee de toevoer van stortgoed hindert, maar wordt door de lekluchtuitlaatopening in het huis onvermijdelijk ook het afdichtings-traject tussen de inlaatzijde en de uitlaatzijde van de sluis aanzienlijk verkort en daardoor de afdichting verslechterd.Such a cell wheel lock has been used in public on this side. Her housing is provided with a leak air outlet opening between the inlet shaft and the outlet shaft on the upwardly rotating side of the cell wheel. When the sluice acts against a counter-pressure, i.e. is used as a delivery sluice in pneumatic pressure conveying devices, the air contained in the upwardly rotating chambers of the cell wheel relaxes from the pressure prevailing in the outlet shaft to atmospheric pressure. Although this does not prevent the compressed air from relaxing in the inlet shaft and thus hinders the supply of bulk material, the leakage air outlet opening in the housing inevitably also considerably shortens the sealing distance between the inlet side and the outlet side of the lock and thereby the sealing deteriorated.

De uitvinding heeft tot doel een celwielsluis van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij deze verslechtering van de afdichting geminimaliseerd wordt door betreffende constructieve maatregelen.The object of the invention is to provide a cellular wheel lock of the type mentioned in the preamble, wherein this deterioration of the sealing is minimized by relevant constructional measures.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de door de inlaatdoorsnede en de uitlaatdoorsnede ingesloten omtrekshoek alsook het aantal celwielribben en de plaats van de lekluchtuitlaatopening zo bepaald zijn, dat zich tussen de rand van de uitlaatdoorsnede, waar de celwielribben het laatst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand van de lekluchtuitlaatopening steeds minstens twee celwielribben aanwezig zijn, alsook zich tussen de de rand van de inlaatdoorsnede, waar de celwielribben het eerst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand van de lekluchtuitlaatopening steeds minstens één celwielribbe bevindt.This object is achieved according to the invention in that the circumferential angle enclosed by the inlet cross section and the outlet cross section, as well as the number of cell wheel ribs and the location of the leakage air outlet opening, are determined such that they lie between the edge of the outlet section, where the cell wheel ribs last pass, and the The nearest edge of the leakage air outlet opening must always have at least two cell wheel ribs, and there must be at least one cell wheel rib between the edge of the inlet cross section, where the cell wheel ribs first pass, and the nearest edge of the leak air outlet opening.

De volgconclusies hebben betrekking op voorkeursuitvoerin- gen van de celwielsluis van conclusie 1. In bijzonder is gebleken dat voor een in de zin van de uitvinding optimaal uitgevoerde celwielsluis het gebruik van een celwiel met twaalf ribben bijzonder voordelig is.The subclaims relate to preferred embodiments of the cell wheel lock of claim 1. In particular, it has been found that for a cell wheel lock which is optimally designed in accordance with the invention, the use of a cell wheel with twelve ribs is particularly advantageous.

In de tekening is een celwielsluis volgens de uitvinding op schematisch vereenvoudigde wijze in doorsnede weergegeven.The drawing shows a cell wheel lock according to the invention in a schematic simplified cross-section.

De sluis bestaat uit een huis 1, dat in het voorbeeld een geheel vormt met de inlaatschacht 2 en een uitlaatschacht 3. In de cilindervormige boring van het huis 1 bevindt zich een celwiel, bestaande uit een celwielas 5 en twaalf celwielribben 6, die zich uitstrekken tussen twee zij schijven, waarvan in de gekozen doorsnede weergave slechts de achterste zij schijf 7 te zien is. De rotatierich-ting van het celwiel is aangegeven met pijl 8.The lock consists of a housing 1, which in the example forms a whole with the inlet shaft 2 and an outlet shaft 3. In the cylindrical bore of the housing 1 there is a cell wheel, consisting of a cell wheel shaft 5 and twelve cell wheel ribs 6, which extend between two side disks, of which in the selected cross-sectional view only the rear side disk 7 is visible. The direction of rotation of the cell wheel is indicated by arrow 8.

Het sluishuis 1 is aan de opwaarts draaiende zijde van het celwiel voorzien van een lekluchtuitlaatopening 10, via welke de in de betreffende kamers ingesloten, samengedrukte lucht volgens de richting van pijl 11 ontspant. De geometrie van het sluishuis 1 is nu zo gekozen, dat zich tussen de rand 3a van de uitlaatschacht 3, waarlangs de celwielribben 6 het laatst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand 10 van de lekluchtuitlaatopening steeds tenminste twee celwielribben bevinden, en dat zich tussen de rand 2a van de inlaatschacht 2, waar de celwielribben 6 het eerst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand 10b van de lekluchtuitlaatopening steeds tenminste één celwielribbe bevindt.The lock housing 1 is provided on the upwardly rotating side of the cell wheel with a leakage air outlet opening 10 through which the compressed air enclosed in the respective chambers relaxes in the direction of arrow 11. The geometry of the lock housing 1 is now chosen such that between the edge 3a of the outlet shaft 3, along which the cell wheel ribs 6 pass last, and the nearest edge 10 of the leakage air outlet opening, there are always at least two cell wheel ribs, and between the edge 2a of the inlet shaft 2, where the cell wheel ribs 6 pass first, and the nearest edge 10b of the leak air outlet opening is always at least one cell wheel rib.

Om dit te bereiken kan het noodzakelijk zijn om ofwel de inlaatdoorsnede ofwel de uitlaatdoorsnede (zoals in het voorbeeld), en eventueel ook beide doorsneden, asymmetrisch aan te brengen ten opzichte van de celwielas 5. Hierbij moet er echter op gelet worden dat ook aan de neerwaarts draaiende zijde van het celwiel een voldoende lang afdichtingstrajeet behouden blijft, hetgeen gewaarborgd is wanneer zich tussen de betreffende randen 2b van de inlaatschacht 2 en 3b van de uitlaatschacht 3 steeds tenminste hetzelfde aantal celwielribben bevindt als aan de tegenoverliggende, opwaarts draaiende zijde van het celwiel tussen de randen 2a respectievelijk 3a.In order to achieve this, it may be necessary to arrange either the inlet cross section or the outlet cross section (as in the example), and optionally both cross sections, asymmetrically with respect to the cell wheel shaft 5. However, care must also be taken that the downwardly rotating side of the cell wheel a sufficiently long sealing trajectory is retained, which is ensured if between the respective edges 2b of the inlet shaft 2 and 3b of the outlet shaft 3 there is always at least the same number of cell wheel ribs as on the opposite, upwardly rotating side of the cell wheel between the edges 2a and 3a, respectively.

Beschouwt men deze verdere voorwaarde, dan blijkt een celwiel met twaalf ribben het meest gunstige compromis te vormen, omdat bij een vermindering tot bijvoorbeeld tien ribben zowel de inlaat- alsook de uitlaatdoorsnede, in omtreksrichting gezien, zeer sterk verkleind moeten worden om de wenselijke lengten van de afdich-tingstrajecten te verkrijgen. Het gevolg zou een overeenkomstig slechtere vulling van de kamers zijn. Omgekeerd kan met een verhoogd aantal ribben van het celwiel weliswaar zowel aan de opwaarts draaiende alsook aan de neerwaarts draaiende zijde van het celwiel een voldoende lang afdichtingstraject, ook met grote inlaat- en uitlaat-doorsnede, bereikt worden, maar dan daalt het effectief benutbare kamervolume, omdat om vervaardigingstechnische redenen de diameter van de celwielas 5 vergroot moet worden en tegelijkertijd de dikte van de celwielribben om redenen van sterkte niet onder een minimale waarde mag dalen.If one considers this further condition, a twelve-rib cell wheel appears to be the most favorable compromise, because with a reduction to, for example, ten ribs, both the inlet and the outlet cross-sections, viewed in the circumferential direction, have to be greatly reduced in order to achieve the desired lengths of obtain the sealing trajectories. The result would be a correspondingly poorer filling of the chambers. Conversely, with an increased number of ribs of the cell wheel it is possible to achieve a sufficiently long sealing distance on both the upwardly rotating and the downwardly rotating side of the cell wheel, also with a large inlet and outlet cross section, but then the effectively usable chamber volume decreases. because, for manufacturing reasons, the diameter of the cell wheel shaft 5 must be increased and at the same time the thickness of the cell wheel ribs must not fall below a minimum value for reasons of strength.

Hieruit volgt dat tussen de rand 3a van de uitlaatschacht 3, waar de celwielribben 5 het laatst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand 10a van de lekluchtuitlaatopening 10 een omtrekshoek a van tenminste 60° en bij voorkeur van meer dan 70° ligt en dat tussen de rand 2a van de inlaatschacht 2, waar de celwielribben 6 het eerst langsstrijken, en de dichtstbijzijnde rand 10b van de lekluchtuitlaatopening 10 een omtrekshoek β van tenminste 30° ligt. Daarbij blijven voldoende grote doorsneden aan de inlaat- en de uitlaatzijde behouden wanneer tussen de rand 2b van de inlaatschacht, waar de celwielribben 6 het laatst langs strijken, en de rand 3b van de uitlaatschacht 3b, waar de celwielribben het eerst langsstrijken, een omtrekshoek γ van ongeveer 90° ligt.It follows that between the edge 3a of the outlet shaft 3, where the cell wheel ribs 5 pass last, and the nearest edge 10a of the leakage air outlet opening 10, there is a circumferential angle α of at least 60 ° and preferably of more than 70 ° and that between edge 2a of the inlet shaft 2, where the cell wheel ribs 6 pass first, and the nearest edge 10b of the leak air outlet opening 10 has a circumferential angle β of at least 30 °. Sufficiently large cross sections on the inlet and outlet sides are retained when, between the edge 2b of the inlet shaft, where the cell wheel ribs 6 pass last, and the edge 3b of the outlet shaft 3b, where the cell wheel ribs pass first, a circumferential angle γ of about 90 °.

Bij voorkeur is de celwielsluis volgens de uitvinding zodanig ingericht dat in aanvulling op de maatregelen volgens conclusie 1 bovendien zich ter plaatse van het neerwaarts draaiende deel van het celwiel een afdichtingstraject bevindt, dat gevormd wordt door tenminste drie celwielribben.The cell wheel lock according to the invention is preferably arranged in such a way that, in addition to the measures according to claim 1, a sealing path is formed at the location of the downwardly rotating part of the cell wheel, which is formed by at least three cell wheel ribs.

Claims (5)

1. Celwielsluis met een van een inlaatschacht (2) en een uitlaatschacht (3) voorzien sluishuis (1), waarvan de cilindervormige binnenruimte ter plaatse van het opwaarts draaiende deel van het celwiel voorzien is van een lekluchtuitlaatopening (10), met het kenmerk, dat de door de inlaatdoorsnede en de door de uitlaatdoorsnede ingesloten omtrekshoek alsook het aantal celwielribben (6) en de plaats van de lekluchtuitlaatopening (10) zo bepaald zijn, dat zich tussen de rand (3a), waar de celwielribben (6) het laatst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand (10a) van de lekluchtuitlaatopening (10) zich steeds tenminste twee celwielribben bevinden, alsook zich tussen de rand (2a) van de inlaatdoorsnede, waar de celwielribben het eerst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand (10b) van de lekluchtuitlaatopening (10) steeds tenminste één celwielribbe bevindt.Cell wheel lock with a lock housing (1) provided with an inlet shaft (2) and an outlet shaft (3), the cylindrical inner space of which has a leakage air outlet opening (10) at the location of the upwardly rotating part of the cell wheel, characterized in that: that the circumferential angle enclosed by the inlet cross-section and the outlet cross-section, as well as the number of cell wheel ribs (6) and the location of the leakage air outlet opening (10), are such that are located between the edge (3a), where the cell wheel ribs (6) last and the nearest edge (10a) of the leakage air outlet opening (10) is always at least two cell wheel ribs, as well as between the edge (2a) of the inlet cross section, where the cell wheel ribs first pass, and the nearest edge (10b) of the leak air outlet opening (10) is always at least one cell wheel rib. 2. Celwielsluis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zich ter plaatse van het neerwaarts draaiende deel van de celwiel, tussen de rand (2b) van de inlaatdoorsnede, waar de celwielribben (6b) het laatst langs strijken, en de rand (3b) van de uitlaatdoorsnede, waar de celwielribben het eerst langs strijken, steeds tenminste drie celwielribben bevinden.Cell wheel lock according to claim 1, characterized in that at the location of the downwardly rotating part of the cell wheel, it is located between the edge (2b) of the inlet cross section, where the cell wheel ribs (6b) last pass, and the edge (3b ) of the outlet section, where the cell wheel ribs first pass, always have at least three cell wheel ribs. 3. Celwielsluis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het celwiel voorzien is van twaalf celwielribben (6).Cell wheel lock according to claim 1 or 2, characterized in that the cell wheel is provided with twelve cell wheel ribs (6). 4. Celwielsluis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat tussen de rand (3a) van de uitlaatdoorsnede, waar de celwielribben (6) het laatst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand (10a) van de lekluchtuitlaatopening (10) een omtrekshoek (a) van tenminste 60° en bij voorkeur meer dan 70° ligt, en dat tussen de rand (2a) van de inlaatdoorsnede, waar de celwielribben (6) het eerst langs strijken, en de dichtstbijzijnde rand (10b) van de lekluchtuitlaatopening (10) een omtrekshoek (β) van tenminste 30° ligt.Cell wheel lock according to claim 3, characterized in that between the edge (3a) of the outlet section, where the cell wheel ribs (6) last pass, and the nearest edge (10a) of the leakage air outlet opening (10), a circumferential angle (a ) of at least 60 ° and preferably more than 70 °, and that between the edge (2a) of the inlet cross section, where the cell wheel ribs (6) first pass, and the nearest edge (10b) of the leakage air outlet (10) is a peripheral angle (β) of at least 30 °. 5. Celwielsluis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat tussen de rand (2b) van de inlaatdoorsnede, waar de celwielribben (6) het laatst langs strijken, en de rand (3b) van de uitlaatdoorsnede, waar de celwielribben het eerst langs strijken, een omtrekshoek (γ) van ongeveer 90° ligt.Cell wheel lock according to claim 3, characterized in that between the edge (2b) of the inlet cross section, where the cell wheel ribs (6) last pass, and the edge (3b) of the outlet section, where the cell wheel ribs pass first. , a perimeter angle (γ) of about 90 °.