NL9100321A

NL9100321A - Inrichting voor het op n verschillende manieren met bedradingssporen op een printplaat verbinden van de aansluitpennen van een in een dual-in-line (dil)-behuizing ondergebrachte geintegreerde schakeling.

Info

Publication number: NL9100321A
Application number: NL9100321A
Authority: NL
Original assignee: Tulip Computers International
Priority date: 1991-02-22
Filing date: 1991-02-22
Publication date: 1992-09-16
Also published as: DE69203110D1; DE69203110T2; EP0500189B1; EP0500189A1; US5258890A

Description

Titel: Inrichting voor het op n verschillende manieren met bedradingssporen op een printplaat verbinden van de aansluitpennen van een in een dual-in-line (DIL)-behuizing ondergebrachte geïntegreerde schakeling.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op n, met n een geheel getal >2, verschillende manieren met bedradingssporen op een printplaat verbinden van de aansluitpennen van een in een dual-in-line (DIL)-behuizing ondergebrachte geïntegreerde schakeling, waarbij is voorzien in contactopeningen die electrisch verbonden zijn met de bedradingssporen en die elk geschikt zijn voor het opnemen van een aansluitpen van de DIL-behuizing.

Bij de fabricage van printplaten met daarop geïntegreerde schakelingen, hierna te noemen IC's, is het, bijvoorbeeld wanneer het printplaten voor computers betreft, soms gewenst om tijdens de fabricage van de computer of eventueel later bij onderhoudswerkzaamheden de aansluitpennen van de dual-in-line (DIL) behuizing waarin een IC is ondergebracht naar keuze op verschillende manieren met andere delen van de op de printplaat aangebrachte electronische schakeling te kunnen verbinden. Een voorbeeld hiervan is een printplaat voor een computer, waarbij in de op de printplaat aanwezige electronische schakeling een scheidingstransformator-IC aanwezig is, waarvan de secundaire aansluitingen naar keuze verbonden moeten kunnen worden met bijvoorbeeld de aansluitingen voor drie verschillende interfaces Tot op heden wordt voor de oplossing van dit probleem gebruik gemaakt van op de printplaat paarsgewijs evenwijdig naast elkaar geplaatste rijen pennen, waarbij de corresponderende pennen van één paar rijen met behulp van doorverbindings-elementen met elkaar verbonden kunnen worden. Dergelijke paren uit pennen bestaande rijen worden gewoonlijk "jumperblokken" genoemd, welke benaming in het hiernavolgende dan ook gebruikt zal worden. In het voornoemde voorbeeld van een scheidingstransformator waarvan de secundaire aansluitingen met drie verschillende interfaces gekoppeld moeten kunnen worden, betekent dit bijvoorbeeld dat er op de printplaat drie jumperblokken aanwezig moeten zijn, waarbij de rijen pennen van een jumperblok voorzien worden van de genoemde doorverbindingselementen om de secundaire aansluitingen van het scheidingstransformator-IC met de uitgang voor de gewenste interface uitgang te kunnen verbinden.

Het gebruik van jumperblokken heeft als bezwaar, dat deze op de printplaat relatief veel oppervlak in beslag nemen, hetgeen in verband met de steeds verdergaande miniaturisatie van apparatuur ongewenst is, terwijl bovendien op de printplaat extra ruimte nodig is voor het aanbrengen van de naar de diverse pennen van de jumperblokken leidende bedradingssporen. Verder is het bij de fabricage van de printplaat of later bij onderhoudswerkzaamheden aanbrengen van de doorverbindingselementen voor het gewenste jumperblok tijdrovend en omslachtig.

De uitvinding beoogt voor het beschreven verbindingsprobleem een oplossing te bieden die de bezwaren van de tot nu toe toegepaste techniek niet heeft.

De uitvinding voorziet hiertoe in een inrichting van voornoemde soort, waarbij de contactopeningen een matrix van p kolommen en q rijen vormen, waarbij p tenminste gelijk is aan het aantal aansluitpennen aan een lange zijde van de DIL-behuizing, waarbij q tenminste gelijk is aan 2n en waarbij de onderlinge afstand tussen de q contactopeningen zodanig is, dat tussen de rijen aansluitpennen aan de tegenovergelegen lange zijden van de DIL-behuizing, wanneer deze in twee rijen contactopeningen geplaatst zijn, n-1 rijen vrije contactopeningen zijn gelegen.

De contactopeningen worden bijvoorkeur gevormd door een op de printplaat geplaatste zogenaamde IC-voet met p x q contactopeningen.

Door de maatregelen volgens de uitvinding bestaat het omschakelen van het in een DIL-behuizing ondergebrachte IC slechts uit het op een andere wijze in de IC-voet plaatsen van het IC, zoals onderstaand nader verduidelijkt zal worden. Er zijn geen veel plaatsruimte vragende jumperblokken meer nodig en de gedrukte bedradingssporen kunnen, zoals eveneens onderstaand verduidelijkt zal worden, op een eenvoudige, ruimte besparende wijze verlopen.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de figuur, hierin toont:

Figuur 1: Schematisch een gedeelte van een printplaat waarop een op drie verschillende manieren te verbinden IC in een DIL-behuizing op de wijze volgens de uitvinding geplaatst is; en

Figuur 2: Schematisch een mogelijk verloop van de bedradingssporen op een printplaat met daarop de DIL-behuizing voor het IC volgens figuur 1.

Figuur 1 toont zeer schematisch een gedeelte van een printplaat 1 waarop onder andere een in een 16-pens DIL-behuizing 2 ondergebracht IC op zodanige wijze aangesloten moet kunnen worden, dat een aantal aansluitpennen, bijvoorbeeld 8, ervan naar keuze verbonden is met een van drie uitgangen, respectievelijk 3, 4 en 5, die elk uit een aantal aansluitpennen bestaan, respectievelijk 3 a-h; 4 a-h; 5 a-h. Waarbij het aantal aansluitpennen van iedere uitgang, in het voorbeeld 8, overeenkomt met het aantal met de aansluitpennen te verbinden aansluitpennen van het IC. In het voorbeeld zal worden aangenomen, dat het IC een scheidingstransformator is, die in het totaal 8 signalen die bestemd zijn voor, respectievelijk geleverd worden door de overige op de printplaat aanwezige electronische schakeling galvanisch scheidt van op de uitgangen 3, 4 of 5 aangesloten randapparatuur. De keuze van de uitgang 3, 4 of 5 waarmee de secundaire aansluitingen van de scheidingstransformator worden verbonden, kan hetzij bij de fabricage van de printplaat, hetzij naderhand bij onderhoudswerkzaamheden geschieden. Met nadruk wordt er op gewezen, dat het type IC, het aantal aansluitingen ervan dat op verschillende manieren moet kunnen worden verbonden en het aantal aansluitpennen van de DIL- behuizing uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor een beter begrip van de uitvinding worden gegeven en dat ook andere typen IC's en DIL-behuizingen met meer of minder aansluitpennen en/of met meer of minder op verschillende manieren te verbinden aansluitpennen binnen het kader van de uitvinding zonder meer toepasbaar zijn.

Op de printplaat 1 is een IC-voet 6 van een op zich aan vakmensen welbekend type op de daartoe gebruikelijke wijze bevestigd. De IC-voet omvat contactopeningen die geschikt zijn voor het op de gebruikelijke wijze opnemen van een van de aansluitpennen van de DIL-behuizing 2. De IC-voet omvat 8 kolommen 7 t/m 14, waarbij iedere kolom uit 6 contactopeningen a t/m f bestaat, zodat er ook 6 rijen a t/m f met contactopeningen zijn en de IC-voet in totaal 48 contactopeningen omvat. De onderlinge afstand tussen de kolommen correspondeert met de onderlinge afstand tussen de contactpennen aan een van de lange zijden van een DIL-behuizing.

De onderlinge afstand tussen de opeenvolgende rijen a - f is zodanig gekozen, dat, indien de DIL-behuizing op enigerlei wijze met de aansluitpennen ervan in twee rijen contactopeningen van de voet 6 geplaatst is, zich tussen de aansluitpennen aan beide lange zijden van de DIL-behuizing twee rijen vrije contactopeningen bevinden. Het zal duidelijk zijn dat dit in het onderhavige voorbeeld de mogelijkheid biedt om de DIL-behuizing, door deze in de rij-richting te verplaatsen op drie verschillende manieren in de voet 6 te plaatsen.

Verder is de verbinding van de contactopeningen van de IC-voet 6 met respectievelijk de uitgangen 3 a-h, 4 a-h en 5 a-h enerzijds en de overige schakeling op de printplaat 1 anderzijds zodanig gekozen, dat wanneer de DIL-behuizing met de twee rijen aansluitpennen ervan geplaatst is in de contactopeningen van respectievelijk de rijen a en d, de aansluitpennen aan de ene lange zijde van de DIL-behuizing 2 via de contactopeningen in rij a verbonden zijn met de 8 in-/uitgangen van de overige electronische schakeling op de printplaat 1 en de aansluitpennen aan de andere lange zijde van de DIL-behuizing 2 via de contactopeningen in rij d verbonden zijn met de 8 uitgangspennen van de uitgang 3. Wanneer echter de DIL- behuizing 2 met de twee rijen aansluitpennen geplaatst is in de contactopeningen van respectievelijk de rijen b en e, blijven de aansluitpennen aan de ene lange zijde van de DIL-behuizing via de contactopeningen in rij b verbonden met de 8 in-/uitgangen van de overige electronische schakeling op de printplaat 1 maar zijn de aansluitpennen aan de andere lange zijde via de contactopeningen in rij e verbonden zijn met de 8 uitgangspennen van de uitgang 5.

Tenslotte, in het geval de DIL- behuizing 2 met de twee rijen aansluitpennen geplaatst is in de contactopeningen van respectievelijk de rijen c en f, blijven opnieuw de aansluitpennen aan de ene lange zijde van de DIL-behuizing via de contactopeningen in rij c verbonden met de 8 in-/uitgangen van de overige electronische schakeling op de printplaat 1, maar de aansluitpennen aan de andere lange zijde zijn nu via de contactopeningen in rij f verbonden met de 8 uitgangspennen van de uitgang 4.

Figuur 2 toont schematisch een mogelijk patroon van bedradingssporen voor het onder verwijzing naar figuur 1 beschreven voorbeeld, waarbij de onderzijde van de printplaat uit figuur 1 in aanzicht is.getoond. Hierbij is uitgegaan van een tweezijdig van bedradingssporen voorziene printplaat, waarbij de sporen aan de onderzijde in figuur 2 in stippellijn zijn getoond. De contactopeningen a, b en c van steeds een van de kolommen 7-14 zijn met elkaar doorverbonden omdat de respectieve aansluitpennen aan die zijde van de DIL-behuizing steeds met dezelfde aansluitingen van de overige schakeling op de printplaat 1 verbonden zijn. Opgemerkt wordt echter, dat het voor het principe van de uitvinding niet essentieel is dat alle met de overige op de printplaat te verbinden aansluitpennen en/of alle met een van de uitgangen 3, 4 of 5 te verbinden aansluitpennen zich aan een lange zijde van de behuizing bevinden. De contactopeningen a - h van rij d zijn verbonden met respectievelijk de aansluitingen a - h van uitgang 3; de contactopeningen a - h van rij e zijn verbonden met respectievelijk de aansluitingen a - h van uitgang 5 en de contactopeningen a - h van rij f met respectievelijk de aansluitingen a - h van uitgang 4.

Zoals bovenstaand is toegelicht wordt op de wijze volgens de uitvinding een zeer eenvoudige mogelijkheid geboden om een in een DIL-behuizing ondergebracht IC op verschillende manieren met een op een printplaat aanwezige electronische schakeling te verbinden, waarbij de ten behoeve van deze keuzemogelijk op de printplaat benodigde ruimte minimaal is en de keuze op zich uiterst eenvoudig kan geschieden door het simpelweg op een andere wijze in een IC-voet plaatsen van de DIL-behuizing. In bepaalde gevallen is zelfs het toepassen van een IC-voet niet nodig. Wanneer immers bij de fabricage van een printplaat de keuze voor de verbinding van het IC eenmalig gemaakt wordt, is het ook mogelijk de aansluitpennen van de DIL-behuizing op de wijze volgens de uitvinding rechtsteeks in de gewenste boringen in de printplaat te plaatsen en aldaar door solderen permanent te verbinden. Alhoewel in het voorafgaande voorbeeld gesproken is van een op drie verschillende manieren te verbinden IC, zal het duidelijk zijn dat het principe volgens de uitvinding ook toepasbaar is in het geval van twee verschillende manieren (n = 2), in welk geval q = 4, en in het geval van meer dan drie verschillende manieren.

Claims

1. Inrichting voor het op n, met n een geheel getal > 2, verschillende manieren met bedradingssporen op een printplaat verbinden van de aansluitpennen van een in een dual-in-line (DIL)-behuizing ondergebrachte geïntegreerde schakeling, waarbij is voorzien in contactopeningen die electrisch verbonden zijn met de bedradingssporen en die elk geschikt zijn voor het opnemen van één aansluitpen van de DIL-behuizing, met het kenmerk, dat de contactopeningen een matrix van p kolommen en q rijen vormen, waarbij p tenminste gelijk is aan het aantal aansluitpennen aan een lange zijde van de DIL-behuizing, waarbij q tenminste gelijk is aan 2n en waarbij de onderlinge afstand tussen de q contactopeningen zodanig is, dat tussen de rijen aansluitpennen aan de tegenovergelegen lange zijden van de DIL-behuizing, wanneer deze in twee rijen contactopeningen geplaatst zijn, η - 1 rijen vrije contactopeningen zijn gelegen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de contactopeningen zich bevinden in een op de printplaat aangebrachte IC-voet.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat n = 3 en q = 6.