NL9002446A - Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager. - Google Patents

Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager. Download PDF

Info

Publication number
NL9002446A
NL9002446A NL9002446A NL9002446A NL9002446A NL 9002446 A NL9002446 A NL 9002446A NL 9002446 A NL9002446 A NL 9002446A NL 9002446 A NL9002446 A NL 9002446A NL 9002446 A NL9002446 A NL 9002446A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
music
record carrier
tracks
piece
group
Prior art date
Application number
NL9002446A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL9002446A priority Critical patent/NL9002446A/nl
Priority to EP91202820A priority patent/EP0485020A1/en
Priority to JP3292611A priority patent/JPH04265593A/ja
Priority to SK3396-91A priority patent/SK339691A3/sk
Priority to CS913396A priority patent/CZ339691A3/cs
Priority to KR1019910019880A priority patent/KR920010554A/ko
Publication of NL9002446A publication Critical patent/NL9002446A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/102Programmed access in sequence to addressed parts of tracks of operating record carriers
    • G11B27/107Programmed access in sequence to addressed parts of tracks of operating record carriers of operating tapes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/11Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information not detectable on the record carrier
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/60Solid state media
    • G11B2220/65Solid state media wherein solid state memory is used for storing indexing information or metadata
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers
    • G11B2220/91Helical scan format, wherein tracks are slightly tilted with respect to tape direction, e.g. VHS, DAT, DVC, AIT or exabyte
    • G11B2220/913Digital audio tape [DAT] format

Landscapes

  • Indexing, Searching, Synchronizing, And The Amount Of Synchronization Travel Of Record Carriers (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)

Description

N.V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken van een magnetische registratiedrager, welke muziekstukken zijn opgetekend op een zijde van de magnetische registratiedrager, welke inrichting is voorzien van - eerste uitleesmiddelen voor het uit de registratiedrager uitlezen van muziekstukken, - tweede uitleesmiddelen voor het uit een geheugen uitlezen van een inhoudstabel, welke inhoudstabel bevat de volgordenummers van de muziekstukken op de registratiedrager en lokatie-informatie die in relatie staat tot de beginposities van de muziekstukken op de registratiedrager, - geheugenmiddelen voor het opslaan van de informatie in de inhoudstabel uitgelezen uit het geheugen, - selektiemiddelen voor het willekeurig selekteren van een muziekstuk uit ten minste een aantal van de op de registratiedrager opgetekende muziekstukken, - transportmiddelen voor het met een ten opzichte van de transportsnelheid bij weergave verhoogde transportsnelheid transporteren van de registratiedrager naar een positie op de registratie overeenkomstig het begin van het geselekteerde muziekstuk, en waarbij de - eerste uitleesmiddelen verder zijn ingericht voor het vervolgens bij een weergavetransportsnelheid weergeven van het geselekteerde muziekstuk.
Het in een willekeurige volgorde weergeven van muziekstukken die zijn opgetekend op een registratiedrager is bijvoorbeeld bij compact disc digital audio spelers bekend onder de naam "random play" of "shuttle play".
Wordt dit feature toegepast bij een inrichting voor het weergeven van een aantal muziekstukken op een magnetische registratiedrager dan zijn er additionele maatregelen nodig om dit feature zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen.
De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk - dat voor het weergeven van een tweede muziekstuk volgend op de weergave van een eerste muziekstuk de selektiemiddelen zijn ingericht voor het, gebruikmakend van de lokatie-informatie voor de muziekstukken opgeslagen in de geheugenmiddelen, bepalen van die groep van muziekstukken waarvoor geldt dat de beginposities van de muziekstukken in de groep liggen binnen een zone in voorwaartse en achterwaartse richting rond het eindpositie van het eerste muziekstuk op de registratiedrager, welke zone al die posities op de registratiedrager aangeeft die vanaf de eindpositie van het eerste muziekstuk kunnen worden bereikt binnen een zeker zoektijdinterval bij de verhoogde transportsnelheid van de registratiedrager in voorwaartse of achterwaartse richting, - dat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het willekeurig selekteren van een muziekstuk uit de genoemde groep van muziekstukken, en de eerste uitleesmiddelen zijn ingericht voor het als tweede muziekstuk weergeven van het geselekteerde muziekstuk uit de genoemde groep van muz iekstukken.
De uitvinding gaat uit van het inzicht dat bij het in een willekeurige volgorde weergeven van muziekstukken van een magnetische registratiedrager soms lange zoektijden nodig zijn om van de weergave van een zeker muziekstuk over te gaan naar de weergave van een volgend muziekstuk.
Volgens de uitvinding wordt daarom voor het selekteren van het tweede muziekstuk een groep van muziekstukken uit het totale aantal op de registratiedrager opgetekende muziekstukken vastgelegd, waarvan de beginposities op de registratiedrager op korte afstand liggen van de eindpositie van het eerste muziekstuk op de registratiedrager. Deze afstand dient natuurlijk duidelijk kleiner te zijn dan de totale lengte van de registratiedrager wil de maatregel effekt sorteren.
Volgens de uitvinding neemt men de lengte van de zone bij voorkeur kleiner dan of gelijk aan 50% van de totale lengte van de registratiedrager. Bij voorkeur neemt men de lengte van de zone maximaal gelijk aan 25% van de totale lengte van de registratiedrager.
Het spreekt natuurlijk voor zich dat de procedure van de selektie van een volgend weer te geven muziekstuk telkens herhaald kan worden, uitgaande van de eindpositie van het daarvoor weergegeven muziekstuk.
De weergeefinrichting kan een inrichting van het auto reverse type zijn. Is dat het geval dan kan bij de selektie van een muziekstuk gekozen worden uit de muziekstukken van de A- en de B-zijde waarvan de beginposities zich in de zone bevinden.
Betreft het een inrichting niet zijnde van het auto reverse type dan kan natuurlijk alleen gekozen worden uit de muziekstukken die zich bevinden op de uit te lezen zijde van de registratiedrager.
De inrichting kan verder zijn gekenmerkt, doordat de selektiemiddelen een additioneel geheugen bevatten voor het opslaan van volgordenummers van die muziekstukken die reeds een maal zijn weergegeven, en dat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het selekteren van een muziekstuk uit een deelgroep van muziekstukken uit de genoemde groep van muziekstukken, welke deelgroep die muziekstukken bevat die nog niet zijn weergegeven.
Hiermee wordt voorkomen dat een muziekstuk voor een tweede keer wordt weergegeven.
De uitvinding kan bovendien zijn gekenmerkt, doordat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het vaststellen dat alle muziekstukken in een groep van muziekstukken reeds een maal zijn weergegeven, en dat op detektie daarvan de selektiemiddelen zijn ingericht voor het selekteren van een muziekstuk buiten de groep van muziekstukken dat nog niet is weergegeven.
Hiermee wordt bereikt dat, op het moment dat alle muziekstukken in de groep al één maal zijn weergegeven, de inrichting stopt met de weergave of anderszins in een "dead lock" situatie komt. Door in deze situatie een geforceerde keuze buiten de op dat moment valabele groep van muzieknummers te doen kan de inrichting de procedure vervolgens weer voortzetten.
Bij voorkeur wordt dan dat muziekstuk buiten de groep van muziekstukken geselekteerd waarvan de beginpositie zich het dichtst bevindt bij de eindpositie van het direkt daarvoor weergegeven muziekstuk.
Op deze wijze wordt de transporttijd naar het nieuwe geselekteerde muziekstuk zo klein mogelijk gehouden.
De inrichting kan verder zijn gekenmerkt doordat voor het overbruggen van de transporttijd van de eindpositie van een weer te geven muziekstuk naar de beginpositie van een volgend weer te geven muziekstuk de eerste uitleesmiddelen verder zijn voorzien van een buf fergeheugen.
Bij voorkeur is daarbij dat het buffergeheugen is ingericht voor het opslaan van audioinformatie met een lengte van maximaal het zoektijdinterval.
De uitvinding zal aan de hand van de hierna volgende figuurbeschrijving nader worden uiteengezet. Hierin toont figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting, figuur 2 de werkwijze van de inrichting voor het willekeurig selekteren van muziekstukken op een magnetische registratiedrager, en figuur 3 een verdere uitwerking van de versterkerschakeling in de inrichting.
Figuur 1 toont schematisch de inrichting volgens de uitvinding. De inrichting bevat (eerste) uitleesmiddelen 1, in de vorm van een weergavekop, voor het uitlezen uit de registratiedrager 2 van muziekstukken die op de registratiedrager 2 zijn aangebracht. Figuur 2a toont een voorbeeld van een registratiedrager 2 waarbij zowel op de A-zijde als de B-zijde van de registratiedrager muziekstukken zijn aangebracht. In totaal zijn er in dit voorbeeld zestien muziekstukken tot en met T16 op de registratiedrager 2 aangebracht, waarvan de eerste negen op kant A en de resterende zeven op kant B. Alhoewel er op elk der kanten slechts e'e'n spoor is aangegeven, spreekt het natuurlijk voor zich dat zich op elke kant feitelijk twee sporen naast elkaar bevinden voor het optekenen van een stereosignaal.
De weergeefkop 1 is elektrisch gekoppeld met een versterkerschakeling 3. Aan de uitgang 4-4' van de versterkerschakeling kan dan een luidspreker 5 aangesloten worden, zodat de van de registratiedrager weergegeven muziekstukken hoorbaar gemaakt kunnen worden.
De inrichting is verder voorzien van geheugenmiddelen 6 voor het daarin opslaan van een inhoudstabel (TOC) bevattende volgordenummers van de muziekstukken op de registratiedrager (de tracknummers) en bevattende lokatie-informatie die in relatie staat tot de beginposities van de muziekstukken op de registratiedrager.
Deze lokatie-informatie kan bijvoorbeeld zijn in de vorm van een absolute tijd aangevende de transporttijd benodigd om vanaf het begin van de registratiedrager bij de weergavetransportsnelheid te komen bij de beginpositie van het bewuste muziekstuk.
De lokatie-informatie kan ook zijn in de vorm van tellerstanden van een teller, aangevende de tellerstanden gemeten vanaf het begin van de registratiedrager, behorende bij de beginposities van de muziekstukken op de registratiedrager.
Deze inhoudstabel kan bijvoorbeeld op de registratiedrager 2 zelf zijn opgetekend. In de Europese oktrooiaanvrage EP 29.946 is bijvoorbeeld aangegeven dat een dergelijke inhoudstabel op een daarvoor bestemd gedeelte op en aan het begin van de registratiedrager is opgetekend.
Gaat het bijvoorbeeld om een inrichting van het SDAT type dan bevat elke kant van de registratiedrager een aantal van 20 sporen naast elkaar in de lengterichting van de registratiedrager, voor het optekenen van de digitale muziekinformatie en een extra hulpspoor, zie hiervoor het boek "The art of digital audio" van J. Watkinson, Focal Press, 1988 het hoofdstuk 9.20. In dit hulpspoor zit de inhoudstabel opgeslagen en de informatie in de inhoudstabel kan door middel van een meervoudige weergeefkop van bijvoorbeeld het MRH type worden uitgelezen en opgeslagen in de geheugenmiddelen 6. De Nederlandse oktrooiaanvrage nr. 90.00.039 (PHN 13.209) beschrijft een inrichting volgens een nieuwe digitale kompakt kassette standaard waarbij op elke zijde acht parallelle sporen voor het optekenen van de digitale audioinformatie, en een additioneel hulpspoor zijn aangebracht. In het hulpspoor bevindt zich weer de voornoemde inhoudstabel.
De inhoudstabel kan ook zijn opgeslagen in een apart geheugen, bijvoorbeeld een solid state geheugen, dat op de kassette waarin de registratiedrager is opgenomen, is aangebracht. Men heeft in dit geval aparte (tweede) uitleesmiddelen (niet getekend) nodig om de informatie uit het geheugen uit te lezen. Een dergelijke konstruktie is bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse oktrooischriften no. 4,338,644 en 4,383,285 (beide op naam van Staar) en de Europese oktrooiaanvrage no. 373,718 (PHO 88.513), op naam van aanvraagster.
De inrichting bevat verder bandtransportmiddelen. De transportmiddelen bevatten in dit voorbeeld haspelmotoren 7 en 8 en een stuurschakeling 9. In dit voorbeeld is aangenomen dat het transport enkel plaatsvindt door middel van de motoren 7 en 8. Het is echter ook mogelijk dat een kaapstaander die samenwerkt met een aandrukrol aanwezig is, waarbij het transport bij weergave door de rotatie van de kaapstaander wordt gerealiseerd.
De registratiedrager 2 wordt tijdens de weergave van een muziekstuk op kant A van een eerste haspel 10 via geleidingsrollen 12 en 13 getransporteerd naar een tweede haspel 11. Is de inrichting bovendien een inrichting van het auto reverse type, dan zal bij weergave van een muziekstuk van de B-kant de registratiedrager 2 in de tegengestelde richting, van de haspel 11 naar haspel 10 worden getransporteerd. De weergavekop 1 wordt daartoe geroteerd totdat de kop precies ten opzichte van de sporen van de B-kant is gepositioneerd, of de uitleesmiddelen 1 bevat een vast gepositioneerde dubbele weergavekop waarvan het ene kopdeel ten opzichte van de sporen op de A-kant en het andere deel ten opzichte van de sporen op de B-kant is gepositioneerd. Het omschakelen van het uitlezen van kant A naar het uitlezen van kant B wordt dan elektrisch gerealiseerd.
Positiedetektiemiddelen (15, 16, 17) zijn aangebracht voor het detekteren van de positie van de weergeefkop gezien in de lengterichting van de registratiedrager. Deze detektiemiddelen kunnen op verschillende manieren worden gerealiseerd. Figuur 1 toont een meeloopwiel 16 dat meeloopt met het transport van de registratiedrager 2 en dat samenwerkt met een tachogenerator (niet getoond). Een dergelijke tachogenerator levert tachopulsen op de rotatie van het meeloopwiel, welke tachopulsen via de leiding 17 worden toegevoerd aan een teller 15.
Indien de tellerstand bij het begin van de registratiedrager op nul is gezet dan is de tellerstand vervolgens een maat voor de positie van de kop, gezien in de lengterichting van de registratiedrager, ten opzichte van deze registratiedrager.
Andere positiedetektiemiddelen zijn bijvoorbeeld beschreven in de Duitse oktrooiaanvragen 27.30.134, 28.53.025 en 29.51.816 (Staar).
De inrichting bevat verder selektiemiddelen (19, 20) die zijn opgebouwd uit een random generator 20 en rekenmiddelen 19. Het geheel wordt bestuurd onder invloed van stuursignalen die worden geleverd door een centrale besturingseenheid 21.
De werking van de inrichting zal met behulp van figuur 2 worden uiteengezet. Zoals al eerder is uiteengezet bevatten de geheugenmiddelen 6 de volgordenummers van de zestien muziekstukken die op de registratiedrager 2 zijn opgetekend zoals in figuur 2a is weergegeven, benevens de lokatie-informatie (in de vorm van "tijden", "adressen" of "tellerstanden") aangevende de beginposities van de muz iekstukken.
In figuur 2a is door middel van de pijl a1 aangegeven dat de inrichting de registratiedrager in de fast forward mode, dat wil zeggen met een ten opzichte van de weergavetransportsnelheid verhoogde transportsnelheid transporteert naar de beginpositie van het vierde muziekstuk en daar overschakelt op de weergavesnelheid in voorwaartse richting (dat is van links naar rechts in de tekening van figuur 2a). Het vierde muziekstuk wordt nu weergegeven tot aan het einde van het muziekstuk, onder invloed van stuursignalen die via de leiding 40 en 41 door de besturingseenheid 21 worden toegevoerd aan de versterker 3 en de transportbesturingsmmiddelen 9.
In de geheugenmiddelen 6 is de inhoudstabel opgenomen en de Tekenmiddelen 19 kunnen nu, onder invloed van een stuursignaal dat via de leiding 42 aan de middelen 19 worden aangeboden, een stuursignaal via de leiding 43 toevoeren aan de geheugenmiddelen 6. Deze geheugenmiddelen 6 leveren daarop via de leiding 44 de lokatie-informatie overeenkomende met de beginpositie P1 van het vijfde muziekstuk aan de rekenmiddelen 19. De rekenmiddelen 19 bepalen nu uitgaande van deze positie P^ de zone van posities op de registratiedrager rond de positie P^ die de transportmiddelen 7, 8 en 9 maximaal kunnen bestrijken binnen een zeker tijdinterval ΔΤ en bij een transportsnelheid gelijk aan de bandtransportsnelheid in de fast forward of the fast rewind mode.
Het tijdinterval ΔΤ is kleiner dan of gelijk aan de transporttijd benodigd om de registratiedrager bij de verhoogde snelheid over 80% van zijn totale lengte te transporteren. Bij voorkeur is het tijdinterval ΔΤ kleiner dan of gelijk aan de transporttijd benodigd om de registratiedrager bij de snelheid over 50% van zijn totale lengte te transporteren. In het voorbeeld van figuur 2 is ΔΤ gelijk aan de transporttijd benodigd om de registratiedrager bij de verhoogde snelheid over 25% van zijn totale lengte te transporteren. De zone is in figuur 2a in voorwaartse en achterwaartse richting aangegeven door middel van de pijlen Z respektievelijk Z .
v d
De rekenmiddelen 19 berekenen de posities b^ en b2 die de grenzen van de zone aangeven. Vervolgens leiden de rekenmiddelen 19 uit de lokatie-informatie opgeslagen in de geheugenmiddelen 6 en de posities b^ en b2 die groep van muzieknummers of waarvan de beginposities zich bevinden binnen de grenzen b1 en b2 van de zone. Dit zijn in het voorbeeld van figuur 2a de muziekstukken T3, T^, T5, Tg, T14, T15 en T^g. Onder invloed van een stuursignaal via de leiding 45 toegevoerd aan de random generator 20 genereert de generator op de leiding 46 een selektiesignaal op grond waarvan een willekeurige keuze wordt gemaakt uit de bovengenoemde (eerste) groep van muzieknummers.
Bij voorkeur bevatten de rekenmiddelen 19 een geheugen waarin de muzieknummers zijn opgeslagen die reeds zijn weergegeven. Dit geheugen bevat dus ten minste het volgordenummer van T4· Dit is van voordeel omdat dan in de selektie van een volgend weer te geven muziekstuk de selektie van (nogmaals) het vierde muziekstuk kan worden voorkomen.
Uit figuur 2b wordt duidelijk dat het zesde muziekstuk Tg wordt geselekteerd. De lokatie-informatie overeenkomstig de beginpositie van het muziekstuk Tg wordt via de leiding 47 toegevoerd aan de besturingseenheid 21.
Daar bovendien de huidige positie van de weergavekop 1 via de leiding 48 aan de besturingseenheid 21 wordt toegevoerd, kan de besturingseenheid 21 de transportbesturing 9 via de leiding 41 zodanig aansturen dat vanaf de eindpositie van het muziekstuk T4 wordt overgeschakeld op fast forward bij de transportsnelheid in voorwaartse richting, tot aan de beginpositie van het muziekstuk Tg waar op de weergavesnelheid wordt overgeschakeld. Dit is weergegeven door middel van de pijl a2· Onder invloed van stuursignalen via de leidingen 40 en 41 wordt het muziekstuk Tg weergegeven.
De procedure herhaald zich nu. Dat wil zeggen de rekenmiddelen 19 lezen nu uit de geheugenmiddelen 6 de lokatie-informatie over de beginpositie van het volgende (zevende) muziekstuk T7· Dit is de positie P2 in figuur 2b. Vervolgens wordt weer de zone Zv, Za rond deze positie bepaald en worden de muzieknummers bepaald waarvan de beginposities liggen binnen de grensen b1 en b2 van de zone. Dit zijn de muzieknummers T- tot en met T_ en T._ tot en met T15, zie figuur 2b. Uit deze (tweede) groep van muziekstukken wordt gebruikmakend van de random generator 20 weer een muziekstuk geselekteerd. Het volgordenummer van het muziekstuk is weer in het tot de rekenmiddelen 19 behorende geheugen opgeslagen zodat dit muziekstuk niet opnieuw kan worden gekozen. Uit figuur 2c wordt duidelijk dat het elfde muziekstuk T1;L wordt geselekteerd.
De registratiedrager 2 wordt weer met de verhoogde snelheid in voorwaartse richting getransporteerd naar de beginpositie van T^, zie de pijl ag. Dan wordt overgeschakeld naar de weergavesnelheid in achterwaartse richting zodat het muziekstuk T1;L kan worden weergegeven. De procedure wordt nu opnieuw herhaald. De zone z . Z_. rond de
α V
eindpositie P3 van het muziekstuk wordt weer vastgesteld. In deze zone bevinden zich de beginposities van de muziekstukken Tg tot en met T13 zie figuur 2c. Van deze muziekstukken zijn de muziekstukken Tg en reeds weergegeven. Uit de resterende muziekstukken wordt gekozen. Het muziekstuk Tg wordt geselekteerd, zie figuur 2d.
Indien in het tot de rekenmiddelen 19 behorende geheugen wordt bijgehouden welke muziekstukken reeds zijn weergegven dan kan het voorkomen dat al de muziekstukken in een groep reeds een keer zijn weergegeven.
Nemen wij het voorbeeld van figuur 2d. Na het weergeven van muziekstuk Tg wordt weer een groep van muziekstukken bepaald waaruit geselekteerd moet worden. Deze groep omvat de muziekstukken T7 tot en met Tlg. Laten wij nu aannemen dat al deze muziekstukken reeds een keer zijn weergegeven. Laten wij bovendien aannemen dat de muziekstukken T^, T2, Tg, Tg en T14, T15 en Tlg nog niet zijn weergegeven.
Het feit dat de muziekstukken T7 tot en met T13 alle al een keer zijn weergegeven, betekent dat een situatie ontstaat waarin de procedure hier stokt, terwijl er nog muziekstukken zijn die nog niet zijn weergegeven.
De rekenmiddelen kunnen nu bovendien in staat zijn een detektiesignaal aan de besturingseenheid 21 toe te voeren aangevende deze situatie. De besturingseenheid 21 kan nu door middel van stuursignalen via de leidingen 42 en 50 toegevoerd aan de geheugenmiddelen 6 en de rekenmiddelen 19, de rekenmiddelen in staat stellen een nog niet weergegeven muziekstuk buiten de groep te kiezen, welk muziekstuk dan bij voorkeur een beginpositie heeft die het dichtst ligt bij de positie van het eind van het laatst weergegeven muziekstuk. Dit is in het voorbeeld van figuur 2d het muziekstuk T14· Er wordt hier niet gekozen voor het muziekstuk Tg omdat dat muziekstuk ook al eens weergegeven is.
In de tijd dat de registratiedrager 2 moet worden getransporteerd van de eindpositie van een zojuist weergegeven muziekstuk naar de beginpositie van een volgend muziekstuk is er een stilte in de muziekweergave via de luidspreker 5.
Om deze stilte te overbruggen kan de versterkerschakeling 3 zijn voorzien van een buffergeheugen 55, zie figuur 3. Het buffergeheugen is een first-in first-out geheugen 55. Een dergelijk geheugen kan bijvoorbeeld digitaal worden uitgevoerd, en is dan bij een digitaal weergavesysteem zoals SDAT of het nieuwe digitale kompakt kassettesysteem zeer bruikbaar. Audiobemonsteringen die uit de registrateidrager worden uitgelzen worden met een zekere klokfrekwentie fcl in het geheugen 55 ingelezen en er met een zeker klokfrekwentie fc2 weer uitgelezen. De klokfrekwenties fc2 is konstant en bijvoorbeeld gelijk aan 44,1 kHz.
De geheugenruimte van het geheugen 55 is zo groot dat stereo-audioinformatie ter lengte van maximaal AT in het geheugen is opgeslagen. Tijdens het weergeven van een muziekstuk is het geheugen 55 geheel gevuld en worden de audiobemonsteringen met frekwentie f^ en fc2 die gelijk aan elkaar zijn in het geheugen opgeslagen respektievelijk uit het geheugen uitgelezen. Wordt door de weergeefkop 1 de eindpositie van het weer te geven muziekstuk bereikt dan wordt op dat moment de laatste audiobemonsteringen van het muziekstuk in het geheugen 55 ingelezen, waarna het inlezen in het geheugen 55 stopt. Het uitlezen van de bemonsteringen uit het geheugen 55 gaat door aangezien het geheugen de audioinformatie overeenkomende met de laatste ΔΤ sekonden van het muziekstuk bevat. In de tussentijd wordt de registratiedrager 2 getransporteerd naar de beginpositie van het volgende weer te geven muziekstuk. Het geheugen 55 loopt dus in de tussentijd (gedeeltelijk) leeg aangezien in deze tijd er geen nieuwe audiobemonsteringen aan de ingang worden aangeboden. Bij de beginpositie van het volgende muziekstuk aangekomen schakelt de inrichting om naar een weergavesnelheid voor de registratiedrager die iets hoger is dan de normale weergavesnelheid. Vervolgens wordt het begin van het volgend weer te geven muzieksnelheid bij deze verhoogde transportsnelheid van de registratiedrager uitgelezen en ingelezen in het geheugen 55 dat daartoe een inleesklokfrekwentie fcl krijgt toegevoerd die dan, in evenredigheid met de verhoogde weergavetransportsnelheid, hoger ligt dan 44,1 kHz. Het eerste audiomonster van het volgende weer te geven muziekstuk wordt in het geheugen 55 opgeslagen, direkt achter het laatste audiomonster van het voorgaande muziekstuk. Opvolgende monsters worden direkt daarna in het geheugen, dat dus feitelijk als schuifgeheugen fungeert, opgeslagen. Nadat het laatste audiomonster van het voorgaande muziekstuk uit het geheugen 55 is uitgelezen wordt vervolgens het eerste audiomonster van het volgende muziekstuk uitgelezen. De zoekpauze is daarmee dus overbrugd en er ontstaat geen stilte tussen de beide weer te geven muz iekstukken.
Doordat het begin van het volgende weer te geven muziekstuk met een hogere frekwentie wordt ingeschreven in het geheugen dan de 44,1 kHz, wordt het geheugen 55 dus sneller gevuld dan dat audiomonsters 55 aan de uitgang worden uitgelezen. Is er gedetekteerd dat het geheugen weer geheel gevuld is wordt overgeschakeld op de normale weergavesnelheid en op de inleesklokfrekwentie fcl die gelijk is aan fc2*
De kloksignalen fc^ en fc2 kunnen als voorbeeld via de leiding 40 door de besturingseenheid 21 aan het buffergeheugen 55 worden toegevoerd.

Claims (11)

1. Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken van een magnetische registratiedrager, welke muziekstukken zijn opgetekend op een zijde van de magnetische registratiedrager, welke inrichting is voorzien van - eerste uitleesmiddelen voor het uit de registratiedrager uitlezen van muziekstukken, - tweede uitleesmiddelen voor het uit een geheugen uitlezen van een inhoudstabel, welke inhoudstabel bevat de volgordenummers van de muziekstukken op de registratiedrager en lokatie-informatie die in relatie staat tot de beginposities van de muziekstukken op de registratiedrager, - geheugenmiddelen voor het opslaan van de informatie in de inhoudstabel uitgelezen uit het geheugen, - selektiemiddelen voor het willekeurig selekteren van een muziekstuk uit ten minste een aantal van de op de registratiedrager opgetekende muziekstukken, - transportmiddelen voor het met een ten opzichte van de transportsnelheid bij weergave verhoogde transportsnelheid transporteren van de registratiedrager naar een positie op de registratie overeenkomstig het begin van het geselekteerde muziekstuk, en waarbij de - eerste uitleesmiddelen verder zijn ingericht voor het vervolgens bij een weergavetransportsnelheid weergeven van het geselekteerde muziekstuk, met het kenmerk, - dat voor het weergeven van een tweede muziekstuk volgend op de weergave van een eerste muziekstuk de selektiemiddelen zijn ingericht voor het, gebruikmakend van de lokatie-informatie voor de muziekstukken opgeslagen in de geheugenmiddelen, bepalen van die groep van muziekstukken waarvoor geldt dat de beginposities van de muziekstukken in de groep liggen binnen een zone in voorwaartse en achterwaartse richting rond het eindpositie van het eerste muziekstuk op de registratiedrager, welke zone al die posities op de registratiedrager aangeeft die vanaf de eindpositie van het eerste muziekstuk kunnen worden bereikt binnen een zeker zoektijdinterval bij de verhoogde transportsnelheid van de registratiedrager in voorwaartse of achterwaartse richting, - dat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het willekeurig selekteren van een muziekstuk uit de genoemde groep van muziekstukken, en de eerste uitleesmiddelen zijn ingericht voor het als tweede muziekstille weergeven van het geselekteerde muziekstuk uit de genoemde groep van muz iekstukken.
2. Inrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat voor het weergeven van een derde muziekstuk volgend op de weergave van het tweede muziekstuk de selektiemiddelen zijn ingericht voor het gebruikmakend van de lokatie-informatie voor de muziekstukken opgeslagen in de geheugenmiddelen, bepalen van een tweede groep van muziekstukken waarvoor geldt dat de beginposities van de muziekstukken in de groep liggen binnen een zone in voorwaartse en achterwaartse richting rond het eindpositie van het tweede muziekstuk op de registratiedrager, welke zone al die posities op de registratiedrager aangeeft die vanaf de eindpositie van het tweede muziekstuk kunnen worden bereikt binnen een zeker zoektijdinterval bij de verhoogde transportsnelheid van de registratiedrager in voorwaartse of achterwaartse richting, dat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het willekeurig selekteren van een muziekstuk uit de tweede groep van muziekstukken, en de eerste uitleesmiddelen zijn ingericht voor het als derde muziekstuk weergeven van het geselekteerde muziekstuk uit de genoemde tweede groep van muziekstukken.
3. Inrichting volgens konklusie 1 of 2, van het auto reverse type, voor het volgens een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgetekend op een A- en een B-zijde van de magnetische registratiedrager, waarbij de tweede uitleesmiddelen zijn ingericht voor het uit het geheugen uitlezen van de inhoudstabel bevattende de volgordenummers van de muziekstukken op de registratiedrager en lokatie-informatie die in relatie staat tot de beginposities van de muziekstukken op de A- en de B-zijde van de registratiedrager, met het kenmerk, dat voor het weergeven van het tweede muziekstuk de selektiemiddelen zijn ingericht voor het, gebruikmakend van de lokatie-informatie voor de muziekstukken opgeslagen in de geheugenmiddelen, bepalen van die groep van muziekstukken op de A- en de B-zijde waarvoor geldt dat de beginposities van de muziekstukken in de groep liggen binnen een zone in voorwaartse en achterwaartse richting rond het eindpositie van het eerste muziekstuk op de registratiedrager, welke al die posities op de A- en de B-zijde van de registratiedrager aangeeft die vanaf de eindpositie van het eerste muziekstuk kunnen worden bereikt binnen een zeker zoektijdinterval bij de verhoogde transportsnelheid van de registratiedrager in voorwaartse of achterwaartse richting.
4. Inrichting volgens konklusie 3, voor zover afhankelijk van konklusie 2, met het kenmerk, dat voor het weergeven van het derde muziekstuk volgend op de weergave van het tweede muziekstuk de selektiemiddelen zijn ingericht voor het, gebruikmakend van de lokatie-informatie voor de muziekstukken opgeslagen in de geheugenmiddelen, bepalen van die groep van muziekstukken op de A- en de B-zijde waarvoor geldt dat de beginposities van de muziekstukken in de groep liggen binnen een zone in voorwaartse en achterwaartse richting rond het eindpositie van het tweede muziekstuk op de registratiedrager, welke zone al die posities op de A- en de B-zijde van de registratiedrager aangeeft die vanaf de eindpositie van het tweede muziekstuk kunnen worden bereikt binnen een zeker zoektijdinterval bij de verhoogde transportsnelheid van de registratiedrager in voorwaartse of achterwaartse richting.
5. Inrichting volgens e'e'n der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat het geheugen een gedeelte is van de magnetische registratiedrager en dat de eerste uitleesmiddelen en de tweede uitleesmiddelen gelijk aan elkaar zijn.
6. Inrichting volgens e'e'n der konklusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de registratiedrager in een kassette is opgenomen en het geheugen op de kassette is aangebracht.
7. Inrichting volgens e'e'n der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat de selektiemiddelen een additioneel geheugen bevatten voor het opslaan van volgordenummers van die muziekstukken die reeds een maal zijn weergegeven, en dat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het selekteren van een muziekstuk uit een deelgroep van muziekstukken uit de genoemde groep van muziekstukken, welke deelgroep die muziekstukken bevat die nog niet zijn weergegeven.
8. Inrichting volgens konklusie 7, met het kenmerk, dat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het vaststellen dat alle muziekstukken in een groep van muziekstukken reeds een maal zijn weergegeven, en dat op detektie daarvan de selektiemiddelen zijn ingericht voor het selekteren van een muziekstuk buiten de groep van muziekstukken dat nog niet is weergegeven.
9. Inrichting volgens konklusie 8, met het kenmerk, dat de selektiemiddelen zijn ingericht voor het selekteren van dat muziekstuk buiten de groep van muziekstukken, waarvan de beginpositie zich het dichtst bevindt bij de eindpositie van het direkt daarvoor weergegeven muziekstuk.
10. Inrichting volgens e'e'n der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat voor het overbruggen van de transporttijd van de eindpositie van een weer te geven muziekstuk naar de beginpositie van een volgend weer te geven muziekstuk de eerste uitleesmiddelen verder zijn voorzien van een buffergeheugen.
11. Inrichting volgens konklusie 10, met het kenmerk, dat het buffergeheugen is ingericht voor het opslaan van audioinformatie met een lengte van maximaal het zoektij dinterval.
NL9002446A 1990-11-09 1990-11-09 Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager. NL9002446A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002446A NL9002446A (nl) 1990-11-09 1990-11-09 Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager.
EP91202820A EP0485020A1 (en) 1990-11-09 1991-10-31 Device for random-order reproduction of a number of pieces of music recorded on a magnetic record carrier
JP3292611A JPH04265593A (ja) 1990-11-09 1991-11-08 磁気記録担体に記録された多数の音楽作品の無作為順序再生装置
SK3396-91A SK339691A3 (en) 1990-11-09 1991-11-08 Device for reproduction of several music compositions recorded on magnetic record carrier in accidental order
CS913396A CZ339691A3 (en) 1990-11-09 1991-11-08 Device for reproducing several musical compositions recorded onto magnetic record carrier in random order
KR1019910019880A KR920010554A (ko) 1990-11-09 1991-11-09 자기기록 캐리어상에 기록된 다수의 곡을 무순으로 선택하기 위한 장치

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002446A NL9002446A (nl) 1990-11-09 1990-11-09 Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager.
NL9002446 1990-11-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002446A true NL9002446A (nl) 1992-06-01

Family

ID=19857949

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002446A NL9002446A (nl) 1990-11-09 1990-11-09 Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0485020A1 (nl)
JP (1) JPH04265593A (nl)
KR (1) KR920010554A (nl)
CZ (1) CZ339691A3 (nl)
NL (1) NL9002446A (nl)
SK (1) SK339691A3 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0512794A (ja) * 1991-07-05 1993-01-22 Sony Corp デイスク再生装置

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB831459A (en) * 1957-10-10 1960-03-30 Rank Organisation Ltd Improvements in or relating to phonographic apparatus
US4180838A (en) * 1978-01-03 1979-12-25 William Fehrenkamp Method and apparatus for producing programmable selection of music
DE2948021A1 (de) * 1979-11-29 1981-06-04 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Verfahren und anordnung zum speichern und wiederauffinden von stellen auf aufzeichnungstraegern in einem aufnahme- und/oder wiedergabegeraet, insbesondere in einem magnetbandkassettengeraet

Also Published As

Publication number Publication date
KR920010554A (ko) 1992-06-26
SK339691A3 (en) 1995-01-05
CZ339691A3 (en) 1994-08-17
EP0485020A1 (en) 1992-05-13
JPH04265593A (ja) 1992-09-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2581786B2 (ja) 記録情報再生方式
NL7901801A (nl) Automatische afspeelinrichting.
US4916681A (en) Apparatus for, and method of, recording undivided compositions in undivided form on a two-sided recording medium
NL9002446A (nl) Inrichting voor het in een willekeurige volgorde weergeven van een aantal muziekstukken die zijn opgenomen op een magnetische registratiedrager.
KR0175835B1 (ko) 멀티디스크 플레이어의 디스크 순차재생방법
KR960030198A (ko) 디지탈 데이타 기록/재생 장치 및 디지탈 데이타 기록/재생 방법
CN1038164C (zh) 检测磁带播放时间的方法
US5394279A (en) Method and apparatus for simultaneoulsy searching two sides of a tape for locations of blanks between recorded signals
US5847893A (en) Recording and/or reproducing apparatus for recording medium and recording and/or reproducing method
NL9100198A (nl) Kombinatie van een signaalbron en een optekeninrichting voor het optekenen van n muziekstukken geleverd door de signaalbron op een magnetische registratiedrager, een signaalbron en een optekeninrichting te gebruiken in de kombinatie.
KR900005594B1 (ko) 정보재생기록장치
JPH077578B2 (ja) ディジタル信号再生装置
JP2702823B2 (ja) 光ディスク再生装置
JPH0258718B2 (nl)
JPH0441512Y2 (nl)
JP2548403B2 (ja) 記録再生装置
KR920008438B1 (ko) 자기녹화 재생장치
JPH08194954A (ja) ディスクのトラック検索方法
NL9002319A (nl) Kombinatie van een signaalbron en een optekeninrichting voor het optekenen van n muziekstukken geleverd door de signaalbron op een magnetische registratiedrager, een signaalbron en een optekeninrichting te gebruiken in de kombinatie.
JPH0258719B2 (nl)
JPH09212976A (ja) 再生装置
JPH0249272A (ja) 再生装置
KR960038834A (ko) 자기 기록/재생 장치
JPH03291076A (ja) 磁気記録再生装置
JPS5853004A (ja) 検索制御方式

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed