NL9002139A - Rookartikel. - Google Patents

Description

Rookartikel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op sigaretten en dergelijke rookartikelen.

Uit de Britse octrooi specificatie GB-A-2.175.789 is het bekend dat sigaretten met een omtrek binnen een bereik van 10 mm tot 19 nm en een vrije verbrandingssnelheid van de sigarettestang van 25 tot 50 mg.mfrs geringere afgifte van rookcomponentzijstroom vertonen dan vergelijkbare gebruikelijke sigaretten.

Uit de Britse octrooispecificatie GB-A-2.094.130 zijn sigaretten bekend omvattende sigarettepapier met een luchtdoorlatendheid voor viskeuze stroming van niet meer dan 3 Coresta-eenheden en Do/t-verhoudin-gen in een bereik van 0,08 tot 0,65 cm.s, waar Do de diffusiecoëffi-cient van zuurstof door stikstof in het papier aangeeft en t de dikte van het sigarettepapier. Dergelijke sigaretten vertonen geringe afgifte van totale deeltjesvormige materie en nicotine in de zijstroomrook.

Een verdere benadering voor het verkrijgen van een lage afgifte componenten in de zijstroomrook van sigaretten is het gebruik van sigarettepapier omvattende een of meer zijstroom beperkende samenstellingen. Bijvoorbeeld wordt in GB-A-2.139.869 beschreven dat de totale deeltjesvormige materie in de zijstroomrook tredend uit het aangestoken einde van een sigaret tijdens het roken daarvan beperkt kan worden met tenminste 30¾ indien het sigarettepapier een of meer, bij voorkeur een veelheid, van samenstellingen omvat uit de groep omvattende lithiumhy-droxide, aluminiumhydroxide, calciumhydroxide, kaliumformaat, natrium-formaat en natriumacetaat.

Een ander voorbeeld van het gebruik van zijstroom beperkende samenstellingen is bekend uit de Amerikaanse octrooispecificatie US-A-4.231.377, waaruit bekend is dat magnesiumoxide en een adjuvans zout in combinatie opgenomen zijn in sigarettepapier.

Het is een doeleinde van de onderhavige uitvinding in een verbeterde sigaret of overeenkomstig rookartikel met geringe zijstroom te voorzien.

De onderhavige uitvinding voorziet in een rookartikel omvattende een rookmateriaalstang, welke stang omvat rookmateriaal en een omhulsel dat dat rookmateriaal omgeeft, welke stang niet meer dan 20 mm omtrek heeft en welk omhulsel van een materiaal is omvattende een zijstroom verminderende samenstelling, welk materiaal zodanig is dat indien in een omhulsel van een rookmateriaalstang van een gebruikelijke sigaret-omtrek voorzien wordt een beperking van tenminste 30¾ in deeltjesvormi- ge materie verwezenlijkt wordt op water- en nicotinevrije basis van zijstroomrook in vergelijking met een referentiestang van dezelfde gebruikelijke sigarette-omtrek en omvattende gebruikelijk sigarettepa-pier.

De zij stroom beperkende samenstelling is werkzaam om zichtbare zijstroomrookcomponenten te beperken zonder een uitgesproken, indien al enige, beperking van zich in gasfase bevindende bestanddelen van de zijstroomrook. Van de samenstellingen die alleen of in combinatie gebruikt kunnen worden als zijstroom beperkende samenstellingen worden genoemd aluminiumhydroxide, calciumhydroxide, lithiumhydroxide, magne-siumhydroxide, magnesiumoxide, aluminiumoxide en attapulgietklei. Andere samenstellingen die gebruikt kunnen worden als zijstroom beperkende samenstellingen zijn bekend uit US-A-4.461.311 waarnaar verwezen wordt.

Op passende wijze is het materiaal van de omhulsels van rookartikelen volgens de onderhavige uitvinding papier. In water niet oplosbare zijstroom beperkende samenstellingen kunnen in poedervorm toegevoegd worden als een vulmiddel aan de papiervoorziening tijdens de berei- / dingswijze van papieromhulselmateriaal. In water oplosbare zijstroom beperkende samenstellingen worden bij voorkeur in waterige oplossing op het omhulsel materiaal opgebracht.

Het rookmateriaal van rookartikelen volgens de onderhavige uitvinding omvat bij voorkeur of bestaat uit gesneden tabak, een deel van welke tabak geëxpandeerde tabak kan zijn. Het rookmateriaal kan gereconstrueerde tabak of substitutietabakmateriaal omvatten.

De lengte van de rookmateriaalstang is bij voorkeur tenminste 60 mn en de stang moet bij voorkeur niet minder dan zes inhaleringen en meer in het bijzonder niet minder dan zeven inhaleringen voortbrengen indien gerookt onder standaard machinerookomstandigheden. De stang heeft bij voorkeur een gelijkmatige dwarsdoorsnedegedaante en afmetingen over de lengte van de stang. Indien de stang een cirkel vormige dwarsdoorsnede heeft, kan de omtrek van de stang bijvoorbeeld wel 10 mm klein zijn maar is bij voorkeur niet kleiner dan 12,5 mm.

Op van voordeel zijnde wijze is de omtrek van de stang rookmateriaal niet groter dan ongeveer 19 mm en meer in het bijzonder kan deze kleiner dan 18 mm zijn.

Bij voorkeur omvatten sigaretten volgens de onderhavige uitvinding filter- of mondstukmiddelen bevestigd aan de stang rookmateriaal bij een einde daarvan.

Bij voorkeur hebben omhulsels van rookartikelen volgens de onder- havige uitvinding een geringe doorlatendheid, waarbij de doorlatendheid daarvan bijvoorbeeld niet meer dan 20 Coresta-eenheden is en meer in het bijzonder niet meer dan 12 Coresta-eenheden.

Om de onderhavige uitvinding beter te begrijpen zullen voorbeelden in overeenstemming daarmee thans beschreven worden.

Voorbeeld I

Een sigaret werd vervaardigd omvattende een sigarettestang met een omtrek van 20 imi en 64 mm lang en een celluloseacetaatfliter van 20 mm lengte bevestigd aan de stang door middel van een mondstukpapierom-hulsel. De stang omvatte een gesneden tabaksvulmiddel met een dichtheid van 240 mg.cnr3, welk vulmiddel gewikkeld werd in een omgevend sigarettepapieromhul sel met 19 Coresta-eenheden doorlaatbaarheid en een omvang van 45 g.m"2. Het omhulsel sigarettepapier omvatte 23¾ kalk, 8% magnesiumhydroxide en 2% natriumacetaat. Indien deze sigaretten gerookt werden onder standaard machinerookomstandigheden, d.w.z. een 35 cm3 in-halering van 2 seconden duur gedurende elke minuut tót een sigarette-stangstomp van 8 mm lang, was de totale opbrengst van deeltjesvormige zijstroommaterie op water- en nicotinevrije basis 9,2 mg, waarbij de totale opbrengst zijstroomkoolmonoxide 34,3 mg was. Het aantal inhale-ringen tijdens roken was 8,9.

Voorbeeld II

Sigaretten werden vervaardigd omvattende sigarettestangen van 20 irm omtrek en 64 mm lang en 20 nm lange celluioseacetaatfilters aan de stangen bevestigd door mondstukpapieromhulsels. De sigarettestangen omvatten een gesneden tabaksvulmiddel met een dichtheid van 287 mg.cnr3 en sigarettepapieromhulseis met 11 Coresta-eenheden doorlaatbaarheid en een omvang van 43 g.m-2. Het sigarettepapieromhulsel omvatte 19,7¾ kalk, 5,0¾ magnesiumoxide en 6,7¾ kaliumtricitraat (uitgedrukt als ¾ anhydriet citroenzuur). Deze sigaretten gerookt onder standaard machinerookomstandigheden brachten een totale opbrengst deeltjesvormige zijstroommaterie, water- en nicotinevrij, voort van 13,3 mg en een totale opbrengst van zijstroomkoolmonoxide van 36,8 mg. De sigaretten brachten 8,3 inhaleringen voort.

Voorbeeld III

Sigaretten werden vervaardigd met een omtrek van 17 mm en 70 mm lange sigarettestangen en 27 nm lange celluioseacetaatfilters. De dichtheid van het gesneden tabaksvulmiddel van de sigarettestangen was 293 mg.cm-3. De sigarettestangomhulsels waren uit een sigarettepapier met een doorlaatbaarheid van 26 Coresta-eenheden en een omvang van 26 g.m"2. Het papier bevatte geen zijstroom beperkende samenstellingen.

Enkele van deze sigaretten werden omwikkeld met een tweede sigarettepapier, welk tweede papier een doorlaatbaarheid van 15 Coresta-eenheden had en een basisgewicht van 50 g.m*2. Het tweede papier omvatte 4,5¾ kalk, 24,3¾ magnesiumhydroxide en 3,6¾ natriumacetaat.

Bij het onder standaard rookomstandigheden roken van de overwikkelde sigaretten werd bepaald dat elk een totale opbrengst van deel-tjesvormige zijstroommaterie, water- en nicotinevrij, voortbracht van 8,3 mg en totaal voortbracht zijstroomkoolmonoxide en nicotine respectievelijk 39,1 mg en 1,1 mg. Het aantal inhaleringen van de overwikkelde sigaretten was 12. Indien de niet-overwikkelde sigaretten onder dezelfde omstandigheden gerookt werden, was de totale opbrengst deeltjes-vormige zijstrooirniaterie, water- en nicotinevrij, koolmonoxide en nicotine respectievelijk 20,7 mg, 45 mg en 2,7 mg.

Twee soorten referentiesigaret werden gerookt, elk met een 64 mm lange sigarettestang en een gebruikelijke 24,75 mm omtrek. Het eerste soort referentiesigaret omvatte een gebruikelijk sigarettepapieromhul-sel met een doorlaatbaarheid van 47 Coresta-eenheden, een omvang van 25 g.m-2, waarbij het omhulsel omvatte 26¾ kalk en 0,8¾ kaliumtrici-traat. Indien het eerste soort referentiesigaret gerookt werd onder standaard rookomstandigheden bleek deze een totale opbrengst af te geven van zijstroomnicotine van 4,9 mg. Zoals hierboven vermeld was de totale afgifte zijstroomnicotine voor de niet-overgewikkelde 17 mm sigaretten 2,7 mg. Derhalve kan opgemerkt worden dat met de sigaretten omvattende gebruikelijke sigarettepapieromhulsels een beperking van omtrek van de sigarettestang naar niet gebruikelijke 17 mm, van gebruikelijk 24,75 mm, de zijstroomnicotine 45¾ beperkt.

Het tweede soort referentiesigaret omvatte een sigarettepapierom-hulsel van hetzelfde soort papier als gebruikt voor het overwikkelen van de bovengenoemde overwikkelde 17 mm sigaretten. Indien het tweede soort referentiesigaret onder standaard rookomstandigheden gerookt werd, bleek deze een totale opbrengst van zijstroomnicotine voort te brengen van 2,5 mg. Indien deze opbrengst zijstroomnicotine vergeleken wordt met die van het eerste soort referentiesigaret, kan waargenomen worden dat het vervangen van het zij stroom reducerende sigarettepapier door gebruikelijk sigarettepapier van het eerste soort referentiesigaret een vermindering van 49¾ in opbrengst zijstroomnicotine tot gevolg heeft.

Uit het bovenstaande zou verwacht kunnen worden dat door het combineren tot een enkele sigaret de twee zijstroomnicotine beperkende kenmerken, namelijk een vermindering in sigaretomtrek van 24,75 mm tot 17 mm en het vervangen van een gebruikelijk sigarettepapier door een zijstroom beperkend sigarettepapier, dat de totale zijstroomnicotine-opbrengst tot 28¾ van die van een gebruikelijke sigaret omvattende geen van de eigenschappen beperkt zal worden, welke gebruikelijke sigaret vertegenwoordigd wordt door het eerste soort referent!esigaret. In praktijk evenwel verwezenlijken de overwikkelde sigaretten met 17 mm omtrek, die vanzelfsprekend beide zijstroom beperkende kenmerken omvatten, een beperking in totale opbrengst zijstroomnicotine tot een waarde, namelijk 1,1 mg, die 22,5¾ van die van het eerste soort referentie-sigaret is. Bijgevolg vertoonden de overwikkelde sigaretten met 17 rnn omtrek een synergetisch zijstroomnicotine beperkend effect.

Voorbeeld IV

Sigaretten werden vervaardigd omvattende 24,75 mm omtrek, 64 mm lange sigarettestangen en 20 rnn lange celluioseacetaatfliters. De dichtheid van het gesneden tabaksvulmiddel van de sigarettestangen was 279 mg.cm“3. De sigarettestangomhulsels waren van een gebruikelijk sigarettepapier met een doorlaatbaarheid van 47 Coresta-eenheden en een omvang van 25 g.m“2. Het papier omvatte 26¾ calciumcarbonaatvulmiddel en 0,81¾ verbrandingstoevoegsel omvattende een mengsel van kaliumci-traat en natriumcitraat, uitgedrukt als percentage citroenzuur. Deze sigaretten werden aangegeven als sigaretten A.

Tweede sigaretten, aangegeven als sigaretten B, werden vervaardigd, waarbij de sigaretten B in alle details hetzelfde waren als de sigaretten A, behalve dat de sigarettestangomhulsels van de sigaretten B uit een zijstroom beperkend papiermateriaal waren met een doorlaatbaarheid van 19 Coresta-eenheden en een omvang van 44,8 g.m~2. Het zijstroom beperkende papier omvatte 8,2¾ magnesiumhydroxide, 21,8¾ cal-ciumcarbonaat en 2,02¾ natriumacetaat.

Sigaretten C werden vervaardigd, welke sigaretten hetzelfde waren als sigaretten A in alle details behalve dat de sigaretten C een omtrek van 17 mm hadden.

Sigaretten D-werden vervaardigd, welke sigaretten in alle details hetzelfde waren als sigaretten C, behalve dat de sigarettestangomhulsels van de sigaretten D uit hetzelfde papier waren als dat van de sigarettestangomhulsels van de sigaretten B. Sigaretten D waren sigaretten in overeenstemming met de onderhavige uitvinding.

De sigaretten A-D werden onder standaard machinerookomstandigheden gerookt en metingen werden uitgevoerd van de totale zijstroomopbrengst per sigaret van deeltjesvormige materie op water- en nicotinevrije basis (PMWNF), totale nicotine-alkaloiden (TNA) en koolmonoxide (CO). De gemeten waarden zijn in tabel A weergegeven.

De in tabel A voorspelde waarden voor sigaretten D werden berekend uit de gemeten waarden voor sigaretten A-C. Bijgevolg wordt de voorspelde waarde van PMWNF voor de sigaretten D bijvoorbeeld berekend als

De gemeten waarde van PMWNF voor sigaretten D was 7,0 mg. Het blijkt derhalve dat door het zowel beperken van de diameter van een sigaret als het voorzien in een zij stroom beperkende omhulsel daarvoor in overeenstemming met de onderhavige uitvinding een synergetische beperking in zijstroom PMWNF verwezenlijkt wordt. Zoals tabel A eveneens toont, vertonen sigaretten D in overeenstemming met de onderhavige uitvinding eveneens synergetische beperking in zijstroom TNA en CO.

Het gemiddelde aantal inhaleringen van sigaretten D was 10,8.

Tabel A

Sigaret PMWNF TNA CO

_mg_mg_mg A 36,5 7,72 62,1 B 15,8 5,43 60,1 C 18,5 3,29 42,4 D voorspeld 8,0 2,30 41,1 D gemeten 7,0 2,17 36,1

Voorbeeld V

Sigaretten E werden vervaardigd omvattende 24,75 mm omtrek, 64 mm lange sigarettestangen en 20 mm lange celluloseacetaatfilters. De dichtheid van het' gesneden tabaksvulmiddel van de sigarettestangen, welk vulmiddel 12 gew.% DIET geëxpandeerde tabak bevatte, was 252 mg.cm"3. De sigarettestangomhulsels van de sigaretten E bestonden uit hetzelfde gebruikelijke sigarettepapier als gebruikt voor de sigaretten A uit voorbeeld IV.

Sigaretten F werden vervaardigd, die hetzelfde waren in alle details als de sigaretten E, behalve het gebruik in sigaretten F van sigarettepapier van een doorlaatbaarheid van 18 Coresta-eenheden en 47,4 g.m"2 omvang en omvattende 33,3¾ magnesiumhydroxide, 5,3¾ calciumcar- bonaat, 5,3% kaliumacetaat en 1,1% natriumacetaat.

Sigaretten G waren in alle details hetzelfde als sigaretten E behalve dat sigaretten G een omtrek van 17 nm hadden en het gesneden tabaksvulmateriaal bevatte 40 gew.% DIET geëxpandeerde tabak, waarbij de dichtheid van het vulmiddel 224 g.cm"3 was.

Sigaretten H waren hetzelfde als sigaretten G in alle details behalve dat de omhulsels van de sigarettestang van sigaretten H uit hetzelfde zijstroom beperkende papier waren als dat van sigaretten F. Sigaretten H waren sigaretten in overeenstemming met de onderhavige uitvinding.

De sigaretten E t/m H werden onder standaard machinerookomstandig-heden gerookt en bepalingen werden uitgevoerd van de totale zijstroom-opbrengst per sigaret van PMWNF, TNA en CO. De gemeten waarden worden in tabel B gegeven. De voorspelde waarden voor sigaretten H werden op dezelfde wijze berekend als hierboven in detail met betrekking tot sigaretten D uiteengezet is.

Uit tabel B blijkt dat sigaretten H in overeenstemming met de onderhavige uitvinding synergetische beperking in zijstroom PMWNF, TNA en CO vertonen. Sigaretten H vertonen eveneens een synergetische beperking van zijstroomkooldioxide.

Het gemiddelde aantal inhaleringen van sigaretten H was 6,8.

Tabel B

Sigaret PMWNF TNA CO

_mg_mg_._mg E 25,6 5,45 58,6 F 11,8 3,79 51,5 G 14,6 2,40 30,4 H voorspeld 6,7 1,68 26,7 H gemeten 5,3 1,15 25,9

Voorbeeld VI

Sigaretten I werden vervaardigd omvattende 24,75 mm omtrek, 64 mm lange sigarettestangen en 20 m lange celluloseacetaatfilters. De dichtheid van het gesneden tabaksvulmiddel van de sigarettestangen was 291 mg.cm-3. De sigarettestangomhulsels van de sigaretten I waren van hetzelfde gebruikelijke sigarettepapier als dat gebruikt voor de sigaretten A uit voorbeeld IV.

Sigaretten J werden vervaardigd, die hetzelfde waren in alle details als de sigaretten I behalve voor het gebruik in sigaretten J van sigarettepapier met een doorlaatbaarheid van 5 Coresta-eenheden en 45,0 omvang en omvattende 16¾ attapulgietklei, 18¾ calciumcarbonaat, 11¾ kali umtricitraat en 3¾ ammoniummonofosfaat.

Sigaretten K waren in alle details hetzelfde als sigaretten I, behalve dat sigaretten K een omtrek van 17 mm hadden.

Sigaretten L waren hetzelfde als sigaretten K in alle details behalve dat de sigarettestangomhulsels van sigaretten L uit hetzelfde zijstroom beperkende papier waren als sigaretten J. Sigaretten L waren sigaretten in overeenstemming met de onderhavige uitvinding.

De sigaretten I t/m L werden onder standaard machinerookomstandig-héden gerookt en bepalingen werden uitgevoerd van de totale zijstroom-opbrengst per sigaret van PMWNF, TNA en CO, waarvan de waarden in tabel C gegeven worden.

Opgemerkt moet worden dat uit tabel C blijkt dat sigaretten L in overeenstemming met de onderhavige uitvinding synergetische beperking in zijstroom TNA en CO vertonen.

Het gemiddelde aantal inhaleringen van sigaretten L was 13,0.

Tabel C

Sigaret PMWNF TNA CO

_mg_mg_mg I 33,7 4,9 67,0 J 13,5 2,7 49,0 K 18,5 3,29 42,4 L voorspeld 7,4 1,81 31,0 L gemeten 9,8 1,73 25,6

In de tekening zijn details van de uitvoering van de uitvinding afgebeeld. Daarbij toont:

Fig. 1 een inrichting gebruikt voor het bepalen van de afgifte van zijstroomrookcomponenten, en

Fig. 2 t/m 5 een vissestaartschoorsteen die deel uitmaakt van de inrichting afgebeeld in fig. 1, waarbij fig. 3 t/m 5 aanzichten van fig. 2 zijn genomen in de richting van de pijlen respectievelijk A, B en C.

De in fig. 1 getoonde inrichting, die gebruikt wordt voor het uit- voeren van de bepalingen van de bovengenoemde afgiften van zij stroom-rookcomponenten omvatte een Filtrona 302 lineaire rookmachine 7, waarvan een opening aangegeven wordt door verwijzingscijfer 8. Bij elke opening van de rookmachine 7 was vertikaal een open eindigende schoorsteen met glazen vissestaart afgebeeld, die behorende bij opening 8 is aangegeven met verwijzingscijfer 9. In fig. 2 zijn afmetingen a en b respectievelijk 410 mm en 80 mm. In fig. 3 is de inwendige afmeting (diameter) c 24 rnn en afmeting d is 22 mm. Dwars boven schoorsteen 9 was een voorgewogen Cambridge-filterblok 10 aangebracht. Het voorwerp aangegeven door verwijzingscijfer 10' is een Cambridge-filterblok gebruikt bij het meten van afgifte van rookcomponenten uit de hoofdstroom. Een buis 11 strekte zich uit vanaf de bovenzijde van het fil-terblok 10 naar een gasstroommeter 12, vanaf welke meter 12 een buis 13 zich uitstrekte naar een gaspomp 14. Een infrarood koolmonoxide-analy-seerinrichting 17 was verbonden met pijp 13 via inlaat- en uitlaatbui-zen 15, 16 omvattende een inwendige gascirculatiepomp (niet afgebeeld) .

Tijdens gebruik van de inrichting volgens fig. 1, voor het bepalen van de afgifte van zijstroomrookcomponent van een sigaret 18 gerookt bij de opening 8 van de rookmachine 7, werd de pomp 14 ingesteld om in een stroomsnelheid door schoorsteen 9, buis 11 en buis 13 te voorzien van 2,0 liter per minuut. Tijdens het roken van de sigaret 18 onder standaard rookomstandigheden bij de poort 8, ging de zijstroomrook tredend uit de sigaret 18 naar boven door de schoorsteen 9 naar het fi 1 -terblok 10. Het deel van de rook niet afgezet bij het blok 10 of bij de inwendige wanden van de schoorsteen 9 ging door buizen 11, 13 en een nevenmonster daarvan ging door de koolmonoxide-analyseerinrichting 17 door middel van de inlaat- en uitlaatbuizen 15, 16.

Na het voltooien van het roken bij opening 8 van de sigaret 18 en van twee gelijke sigaretten, werd het blok 10 opnieuw gewogen. Van het. zo bepaalde gewicht werd het oorspronkelijke gewicht van het blok 10 afgetrokken, waardoor het gewicht van totale deeltjesvormige materie (TPM) afgezet op het blok 10 verkregen werd. Het blok 10 werd vervolgens geëxtraheerd met een extraherend oplosmiddel, bijvoorbeeld pro-paandiol. Het zo verkregen extract werd geanalyseerd met gaschromato-grafie om de hoeveelheden nicotine en water neergeslagen op het blok 10 te bepalen. De som van de zo bepaalde gewichten van nicotine en water werd afgetrokken van het hierboven gravimetrisch bepaalde gewicht van TPM neergeslagen op het blok 10 waardoor het gewicht van daar neergeslagen PMWNF verkregen werd.

Het Inwendige van de schoorsteen 9 werd met een extraherend oplos- , middel gespoeld, bijvoorbeeld propaandiol. Een deel van het zo verkregen extract werd geanalyseerd door gaschromatografie om de hoeveelheid nicotine afgezet op de inwendige wanden van de schoorsteen 9 te bepalen. Het gewicht van het zo bepaalde nicotine werd toegevoegd aan het gewicht van nicotine afgezet op het blok 10, waardoor het totale gewicht van de zijstroomnicotine voortgebracht uit de drie sigaretten verkregen werd, welk gewicht door drie gedeeld werd om het gewicht van zijstroomnicotine per sigaret te verkrijgen.

Het andere deel van het extract verkregen bij het spoelen van de schoorsteen 9 werd met een ultraviolette techniek geanalyseerd, waarbij als standaard een deel van het bovengenoemde extract verkregen uit het blok 10 gebruikt werd om de hoeveelheid PMWNF te bepalen neergeslagen op de inwendige wanden van de schoorsteen 9. Het gewicht zo bepaalde PMWNF werd geteld bij het gewicht van PMWNF zoals hierboven bepaald, afgezet op het blok 10, waardoor het totale gewicht zijstroom PMWNF verkregen werd voortgebracht uit de drie sigaretten, welk gewicht door drie gedeeld werd om het gewicht van zijstroom PMWNF per sigaret te geven.

De opbrengst zijstroom CO per sigaret werd bepaald aan de hand van gegevens verkregen uit de analyseerinrichting 17.

Claims (18)

1. Sigaret met de gedaante van een langwerpige stang met gelijkblijvende dwarsdoorsnede over de lengte daarvan, welk een langwerpige stang omvat: een tabaksvulmiddel, een omhulsel sigarettepapier; en een filter, met het kenmerk, dat dat omhulsel van sigarettepapier omvat een eerste sigarettepapier dat het tabaksvulmiddel omgeeft, en een tweede sigarettepapier dat dat eerste sigarettepapier omhult, welk tweede sigarettepapier een basisgewicht in g.m-^ heeft afwijkend van dat eerste sigarettepapier en een permeabiliteitswaarde in Coresta-eenheden afwijkend van die van dat eerste papier, en waarbij die langwerpige stang een uitwendige omtrek heeft liggend tussen 12,5 mm en 20 mm.

2. Sigaret volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het basisgewicht in g.m“2 van dat tweede sigarettepapier hoger is dan dat van dat eerste sigarettepapier.

3· Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat tweede sigarettepapier een permeabiliteitswaarde in Coresta-eenheden heeft, die in hoofdzaak afwijkt van die van dat eerste sigarettepapier.

4. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat dat tweede sigarettepapier vast vulmateriaal omvat.

5. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat tabaksvulmiddel een pakkingdichtheid van 293 mg/cm^ heeft.

6. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat filter een lengte van 27 mm heeft.

7. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat tabaksvulmiddel een lengte van 70 mm heeft.

8. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het basisgewicht in g. m-^ van het tweede sigarettepapier wezenlijk groter is dan dat van dat eerste sigarettepapier.

9. Sigaret .volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat die langwerpige stang een omtrek heeft kleiner dan ongeveer 19 mm.

10. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat die langwerpige stang een omtrek heeft kleiner dan 18 mm.

11. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de omtrek 17 mm is.

12. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat massieve vulmateriaal kalk omvat.

13· Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat massieve vulmateriaal omvat een stof gekozen uit de groep omvattende kalk en magnesiumhydroxide.

14. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat vaste vulmateriaal aanwezig is in een hoeveelheid van ongeveer 29 geu.%.

15. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat vaste vulmateriaal kalk en magnesiumhydroxide omvat.

16. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat vaste vulmateriaal aanwezig is in een hoeveelheid van 28,8 gew.j£.

17. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat die gerede sigaret bij het roken een zijstroom nicotine-opbrengst van 1,1 mg afgeeft.

18. Sigaret volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat die gerede sigaret bij het roken een zijstroom nicotine-opbrengst af geeft, die 22,5# is van die van een sigaret met een gebruikelijke omtrek van 24,75 mm, op gebruikelijke wijze omhuld met een gebruikelijk sigaretomhulsel.