NL9002092A - Vaccin, geschikt voor de bestrijding van bordetella pertussis. - Google Patents

Vaccin, geschikt voor de bestrijding van bordetella pertussis. Download PDF

Info

Publication number
NL9002092A
NL9002092A NL9002092A NL9002092A NL9002092A NL 9002092 A NL9002092 A NL 9002092A NL 9002092 A NL9002092 A NL 9002092A NL 9002092 A NL9002092 A NL 9002092A NL 9002092 A NL9002092 A NL 9002092A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pertussis
omvs
omp
vaccine
vaccine according
Prior art date
Application number
NL9002092A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nederlanden Staat
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nederlanden Staat filed Critical Nederlanden Staat
Priority to NL9002092A priority Critical patent/NL9002092A/nl
Priority to DE69109126T priority patent/DE69109126T2/de
Priority to ES91919318T priority patent/ES2073180T3/es
Priority to CA002092420A priority patent/CA2092420C/en
Priority to EP91919318A priority patent/EP0550683B1/en
Priority to AT91919318T priority patent/ATE121423T1/de
Priority to PCT/NL1991/000185 priority patent/WO1992005194A1/en
Priority to DK91919318.5T priority patent/DK0550683T3/da
Publication of NL9002092A publication Critical patent/NL9002092A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07KPEPTIDES
    • C07K14/00Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • C07K14/195Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof from bacteria
    • C07K14/235Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof from bacteria from Bordetella (G)
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K39/00Medicinal preparations containing antigens or antibodies
    • A61K39/02Bacterial antigens
    • A61K39/099Bordetella
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K39/00Medicinal preparations containing antigens or antibodies

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Gastroenterology & Hepatology (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Medicines Containing Antibodies Or Antigens For Use As Internal Diagnostic Agents (AREA)

Description

Vaccin, geschikt voor de bestrijding van Bordetella pertussis.
De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een vaccin, dat geschikt is voor de bestrijding van B.pertussis bij de mens.
Stand van de techniek
Zoals vermeld in de Lancet, June 2, 1990, blz. 1326-1329 is Bordetella pertussis de veroorzaker van kinkhoest. Meer in het bijzonder is B.pertussis een gram-negatieve bacterie, welke zich hecht aan de cilia van epitheelcellen van het menselijke ademhalingskanaal, waar de bacterie zich vermenigvuldigt en toxische stoffen afscheidt. Op locaal niveau brengt de infectie een vernietiging teweeg van het epitheel van het ademhalingskanaal en doodt de van cilia voorziene cellen, wat aanleiding geeft tot bijvoorbeeld belemmering van de ademhaling, paroxis-male hoest, apnoea en encephalopathie, al dan niet vergezeld gaande van koorts. De infectie kan bij de mens op elke leeftijd optreden maar komt voornamelijk bij zuigelingen en jonge kinderen voor.
Alhoewel B.pertussis gevoelig is voor velerlei antibiotica is een behandeling met dergelijke antibiotica niet effectief aangezien, voordat de diagnose van de ziekte is gesteld, de B.pertussis bacteriën veelal reeds het ademhalingskanaal hebben aangetast en de toxines hebben afscheiden, welke verantwoordelijk zijn voor de daarmee teweeggebrachte ernstige gevolgen. Derhalve is een preventieve bescherming tegen B.pertussis een zaak van cruciaal belang.
Gezien het bovenstaande heeft er een ontwikkeling van vaccins plaatsgevonden, waarbij het "whole-cell" vaccin van B.pertussis als eerste vaccin toepassing heeft gevonden. Een dergelijk vaccin bestaat uit hele B.pertussis cellen, welke door bijvoorbeeld inwerking van warmte of een formaline-behandeling zijn gedood. Dit type vaccin is effectief inzake het voorkomen van kinkhoest. Niettemin is het gebruik van dit type vaccin sterk controversieel vanwege het optreden van locale en systemische neveneffekten. Sommige effekten zijn milde reakties, welke eveneens bij andere vaccins optreden maar toch bij B.pertussis vaccins frequenter voorkomen. Voorbeelden van dergelijke effekten zijn roodheid, pijn, induratie en koorts. Tevens veroorzaakt het B.pertussis "whole-cell"-vaccin andere voor dit type vaccin specifieke reakties zoals aanhoudend huilen en convulsies. Bovendien komen bij dit type vaccin ook sterke neveneffekten zoals hersenbeschadiging en zelfs sterftegevallen voor.
Met het oog op de bovenbeschreven, aan B.pertussis "whole-cell" vaccins verbonden nadelen, welke vaccins velerlei stoffen zoals bij- voorbeeld proteïnen, nucleinezuren, peptidoglucanen, lipiden en lipo-polysacchariden bevatten, is er een breed onderzoek gestart naar de ontwikkeling van acellulaire vaccins, waarbij in het optimale geval slechts die antigenen zouden mogen voorkomen, welke voldoende immuniteit opwekken en zelf geen toxiciteit vertonen.
Als maatstaf voor de werkzaamheid van dergelijke acellulaire vaccins wordt de algemeen erkende intracerebrale (i.c.) muis-protectie-proef gekozen [Medical Research Counsel. 1956, Vaccination against whooping cough. Relation between protection tests in children and results of laboratory tests. Brit.Med.J. 2: biz. ^5^-462].
Zoals uit het bovenvermelde Lancet-artikel blijkt, zijn er vaccins met verschillende antigenen onderzocht. Een van de voorbeelden is gede-toxificeerd pertussis toxine (PT-toxoid), dat blijkbaar - volgens de i.c. muis-protectieproef - minder effectief is dan het "whole-cell" vaccin. Alleen bij toevoeging van een of meer andere antigenen zoals bijvoorbeeld het buitenmembraaneiwit (OMP) met een molgewicht van 69kDa (69K OMP) wordt een potentie bereikt, welke enigermate die van het "whole-cell" vaccin benadert. Een voorbeeld van dergelijke acellulaire vaccins is o.a. een mengsel van filamenteus haemagglutinine (FHA) en pertussis toxine (PT), welke tezamen uit cultuursupernatanten zijn gewonnen en met behulp van formaldehyde gedetoxificeerd. Echter houdt het gebruik van dergelijke, gedetoxificeerd PT-houdende vaccins steeds het gevaar in, dat er tijdens de klinische behandeling een reversie naar de toxiciteit plaats vindt. Op grond hiervan heeft men genetisch geïnactiveerde vormen van pertussis toxine ontwikkeld. Hierbij is het B.pertussis toxine-gen door middel van deletie, insertie of substitutie van voor bepaalde aminozuren coderende codons zodanig gewijzigd, dat het PT nauwelijks nog toxiciteit vertoont maar de immuniteit-opwekkende werking behouden heeft [Pizza, M.G. et al., Mutants of pertussis toxin suitable for vaccine development. Science 2^6, (1989). biz. 497_500].
UITVINDING
Gezien de bovenbeschreven problematiek heeft aanvraagster onderzoek gepleegd naar effektieve, niet-giftige acellulaire B.pertussis vaccins, welke - na toediening - een effectieve bescherming tegen B.pertussis bij de mens teweeg brengen.
Gevonden werden voor de bestrijding van B.pertussis geschikte vaccins, welke als werkzame component tenminste een of meer van B.pertussis afgeleide buitenmerabraaneiwitten (OMPs) in een buiten-membraanvesicle (OMV)-formulering of een artificieel vesicle- formulering omvatten. Voorbeelden van artificiële vesicle-formuleringen zijn bijvoorbeeld een liposoom, proteosoom en detergens-micel.
Vaccins volgens de uitvinding omvatten met voordeel OMP's houdende OMV's respectievelijk artificiële vesicles, welke van B.pertussis stammen in de virulente fase zijn afgeleid. Hierbij bevatten dergelijke OMV's respectievelijk artificiële vesicles normaliter tenminste OMP's met een molgewicht van ca. 92kDa en 32kDa (92K OMP en 32K OMP). Dergelijke vaccins geven volgens de i.c. muis-protectieproef waarden, welke ruimschoots boven de internationaal gestelde minimale beschermingswaarde van 4 liggen. Uit verder onderzoek van aanvraagster is verrassenderwijs gebleken, dat er een verband bestaat tussen de verhouding tussen de hoeveelheden OMP's met een molgewicht van 92kDa en 32kDa (92K OMP en 32 K OMP) en het OMP met een molgewicht van 38kDa (38K OMP) enerzijds en de werkzaamheid c.q. beschermingswaarde (volgens de i.c. muis-protectieproef) anderzijds. Op grond hiervan dient volgens aanvraagster de 92K OMP/38K OMP-gewichtsverhouding in de OMV's tenminste groter dan 0,25 en met voordeel groter of gelijk aan 0,4, bijvoorbeeld 0,5 of zelfs meer, te bedragen. De betreffende relatie wordt grafisch in fig. 1 weergegeven. Het verkrijgen van OMV's van optimale samenstelling kan worden bewerkstelligd door middel van genetische manipulatie. OMV's met optimale hoeveelheden 92kDa en 32kDa OMP's ten opzichte van het voor groei onmisbare 38kDa OMP kunnen langs deze weg worden bereid.
Voorts heeft de uitvinding met voordeel betrekking op artificiële vesicles, waarin bij voorkeur ten minste het 32kDa OMP aanwezig is. Een dergelijk OMP kan met behulp van een detergens zoals Zwittergent 3"l4 alsook andere detergentia in de vorm van zogenaamde "gemengd" eiwit-detergens-micellen worden gebracht. Dergelijke artificiële vesicles bezitten volgens de i.c. muisprotectieproef interessante werkzaamheden, zoals later in Tabel 3 wordt aangegeven.
Met het oog op de aanwezigheid van lipopolysacchariden in OMV's, welke als endotoxine werkzaam (kunnen) zijn, heeft de uitvinding voorts betrekking op vaccins, welke OMV's omvatten, die ter vermindering van het endotoxine-gehalte met een werkzame hoeveelheid desoxycholaat zijn behandeld.
Beter definieerbare vaccins volgens de uitvinding kunnen met behulp van fimbriae- en/of FHA" B.pertussis stammen worden verkregen. Dergelijke stammen kunnen op eenvoudige en algemeen bekende wijze worden geselecteerd.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op vaccins, waarvan de werkzaamheid door het toevoegen van extra werkzame componenten zoals PT- toxoid en/of FHA is vergroot. Alhoewel het PT-toxoid afgeleid kan zijn van met formaldehyde of glutaaraldehyde gedetoxificeerd PT wordt bij voorkeur het PT-toxoid toegepast, dat onttrokken is uit B.pertussis stammen, waarin het PT-gen zodanig is gemodificeerd, dat dit een niet-toxisch PT produkt met voldoende immunologische activiteit oplevert.
De vaccins volgens de uitvinding worden toegepast voor het vaccineren van personen, in het bijzonder kinderen met een leeftijd van minder dan 2 jaar. Hierbij kan de te injecteren dosis ca. 5~25 pg OMV bedragen.
Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op de bovengedefinieerde, van B.pertussis stammen afgeleide OMV's, welke voor het bereiden van de vaccins volgens de uitvinding bruikbaar zijn.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.
Bij het door aanvraagster uitgevoerde onderzoek zijn vele B.pertussis antigenen zoals gedetoxificeerd PT, filamenteus hemag-glutinine (FHA) fimbriae, virulente fase OMP's en avirulente fase OMP's de revue gepasseerd. Al deze antigenen zijn voor wat betreft hun werkzaamheid met behulp van de intracerebrale (i.c.) muis-protectieproef onderzocht. Van deze internationaal bekende i.c. muis-protectieproef is namelijk gebleken, dat deze aan de veldprotectie is gecorreleerd.
De bovenbedoelde, van PT-toxoid verschillende antigenen zijn verkregen uit een PT-negatieve mutant van B.pertussis, namelijk de mutant BP-TOX 6, zoals beschreven in Reiman, D.A. et al., Filamentous hemagglutinin of Bordetella pertussis: nucleotide sequence and crucial role in adherence. Proc.Natl.Acad.Sci 86 (1989). biz. 2637-264l. Deze BP-T0X6 mutant mist het pertussis toxine operon. Meer in het bijzonder zijn uit deze mutant de volgende antigenen gewonnen: gezuiverd FHA, fimbriae, OMV's en 92 K OMP, 69 K OMP, 38 K OMP en 32 K OMP.
In de onderstaande Tabel 1 worden de resultaten van de onderzochte B.pertussis antigenen vermeld, alsook van een "whole-cell" B.pertussis vaccin (WCV).
TABEL 1 KH 85/I (whole-cell vaccin) 6,0
Pertussis toxoid (formaldehyde) 12,8
Pertussis toxoid (9K/129 G mutant) 14,9 FHA (BP-T0X6) 11,8 OMV (BP-T0X6) 6,3 0MV/D0C (BP-T0X6) 4,3 OMV (BP-T0X6, C-mode) 1,3 OMV (BP 509) 8,1 OMV (BP 509, C-mode) 2,7 OMV (BP 509, fim“ mutant) 9,8 OMV (BP 5Ο9, FHA- mutant) 6,2 OMV (BP 134) 9,5 OMV (BP 134, C-mode) 3,1 OMV (BP W28) 3,1 OMV (BP W28, 69K“ mutant) 5,0
fimbriae 2+3 ND
69K OMP ND
92K OMP ND
38k OMP ND
32K OMP ND
ND = niet detecteerbaar C-mode: avirulente fase fim“mutant: mutant, welke geen fimbriae heeft FHA“mutant: mutant, welke geen FHA heeft DOC: desoxycholaatbehandeling ondergaan
Zoals uit de bovenstaande tabel 1 blijkt, bezitten een aantal antigenen een beschermingswaarde van ^4. Hiertoe behoren PT-toxoid (hetzij behandeld met formaldehyde of het gemutageerde niet-toxische PT), FHA en OMV. De gezuiverde fimbriae en OMP's met een molgewicht van 92kDa (92K OMP), 69kDa (69K OMP), 38kDa (38K OMP) en 32kDa (32K OMP) hadden echter geen meetbare beschermingswaarde.
Uit onderzoek van verscheidene preparaten, geanalyseerd met SDS-PAGE en elektroblotting na kleuring met monoklonale antilichamen (anti-PT, anti-FHA, anti-fimbriae, anti~92K OMP, anti-69K OMP, anti-38K OMP en anti~32K OMP) van de specifieke proteïnen of coomassie blauw voor het totale proteine is gebleken, dat - het WCV-preparaat in hoofdzaak buitenmembraaneiwitten bevat, - OMV in de avirulente fase 38K OMP, 33K OMP en 18Κ OMP bevat en - OMV in de virulente fase 92K OMP, 32K OMP en 30K OMP bevat.
Uit de bijgaande fig. 2 blijkt, dat de avirulente fase-OMP's (38, 33 en l8kDa) onderscheiden kunnen worden van de virulente fase-OMP's (92, 32 en 30kDa) op basis van trypsine-gevoeligheid en Triton-X- 100/MgCl2 extraheerbaarheid.
Met betrekking tot het in de onderzochte preparaten aanwezige endotoxine-gehalte wordt het volgende naar voren gebracht. Het endo-toxine-gehalte in het FHA-preparaat werd door aanvraagster hoog geacht. De WCV- en OMV-vaccins bevatten vergelijkbare endotoxine-gehaltes. Het is mogelijk gebleken dit endotoxine-gehalte van de OMV-preparaten met de onderstaand nader beschreven desoxycholaat-behandeling (DOC) met een faktor ΙΟ** te verminderen. Deze DOC-behandeling veroorzaakte een afname in vesicle-grootte van 40-180 nm (OMV) tot 10-25 nm (0MV-D0C).
In de onderstaande tabel 2 worden de serologische analyseresultaten van antilichamen, opgewekt in de muis, met een een-dosis-immuni-satie met WCV, OMV, PTX, FHA, fimbriae, 92K OMP, 38K OMP en 32K OMP weergegeven.
TABEL 2
Antilichaam-respons in muis geïmmuniseerd met WCV, OMV, fimbriae, FHA en PT„ ELISA-Anti geen
Vaccin WC* OMV LPS firn 2 firn 3 PT FHA
WCV 12,5 1,721 2,221 0,093 0,085 0,038 0,030 0,046 PTx(form) 0,750 0,871 0,059 0,110 0,097 2,310 0,479 PTx(mut.) 0,305 0,282 0,048 0,080 0,072 2,996 0,285 FHA 0,498 1,031 0,026 0,018 0,066 0,043 2,443 OMV 2,616 3,270 0,648 0,633 0,185 0,038 0,699 firn 2+3 2,508 3,169 0,037 1,826 1,075 0,217 0,063 92K 2,035 1,986 0,056 0,188 0,102 0,178 0,069 38K 1,484 2,399 0,024 0,146 0,057 0,095 0,117 * "whole-cell" preparaat voor het testen in ELISA werd uit schudfles cultures bereid
Uit de bovenstaande tabel 2 kan worden afgeleid, dat het bereide WCV-vaccin (in de virulente fase) geen detecteerbare antilichaam-formering tegen PT, FHA en fimbriae oplevert. ΡΤχ, FHA en fimbriae induceren antilichamen, zoals gedetecteerd door WC en OMV. De WC- en OMV-preparaten, toegepast als bekledingsantigeen bevatten enig FHA en fimbriae, terwijl FHA en fimbriae-preparaten bepaalde OMP kunnen bevatten.
OMV-vaccins induceren enige antilichamen tegen fimbriae en FHA. Ter voorkoming van dit effekt heeft aanvraagster bij haar onderzoek fimbriae- en FHA" varianten van de 509~stam toegepast, verkregen door middel van colony blotting onder toepassing van monoclonale antilichamen. In fig. 3 worden dergelijke varianten geïllustreerd. OMV- vaccins, bereid uit dergelijke varianten, hadden soortgelijke beschermingswaarden als OMV-vaccins, bereid uit de wild type 509-stam.
OMV-vaccins bereid uit andere onderzochte B,pertussis stammen in de virulente fase, zoals de PT“ stam ΒΡ-ΤΟΧβ, de stam 134 en de 69kDa“ mutant van de stam W28 bezitten een voldoende i.c. muis beschermings-fase. Wanneer de B.pertussis stammen BP-T0X6, 509 en 134 in de avirulente fase verkeerden, nam de i.c. muis-beschermingswaarde van de OMV vaccins sterk af. In dit verband wordt benadrukt, dat het verschil tussen de OMV's in de virulente en de avirulente fase gelegen is in de bovenbesproken aanwezigheid van de 92K OMP, 32K OMP en 30K OMP in de virulente fase. Hoe groter het 92K OMP en 32K OMP-gehalte ten opzichte van het 38K OMP gehalte, hoe groter de i.c. muis-beschermingswaarde van de OMV-vaccins (zie Tabel 1 en fig. 1). Uit de fig. 1, waarin de kritische waarde van 4 inzake de beschermingspotentie wordt weergegeven, blijkt duidelijk de voorkeur voor een grote 92K OMP/38K OMP-verhouding in OMV-vaccins.
Onderstaand volgen de aminozuursequenties van enkele OMP's, welke met behulp van een gasfasesequencer zijn bepaald.
(a) 92kDa OMP
AAVTAAQRIDGGAAFLGDVAIAT(T)K(A)(S)(E) (A)
(b) 32kDa OMP
ALSKRMGELRLTPVAGGV(W)(G)(R)AF(G) (V)
(c) 33KdA OMP
ALSKRMGELRLTPVAGGVWGRAFV (G)(Y)(Q) (G) (R) (R) (V) (N) (L)
(d) 30kDa OMP
ALDKRLGELRL(N)A DAG (G) — (P)
Zoals reeds eerder is aangegeven, bezitten artificiële vesicles, waarin bij voorkeur het 32kDa OMP aanwezig is, een werkzaamheid tegen B.pertussis. In de onderstaande Tabel 3 worden de resultaten van artificiële vesicles met een drietal verschillende OMP's in de i.c. muis-protectieproef weergegeven, waarbij deze OMP's met Zwittergent 3~l4 tot zogenaamde gemengd eiwit-detergens-micellen zijn omgezet.
TABEL 3 i.c. potentie van gezuiverde OMP's
Antigeen PT Overlevende muizen (10) 92K + Zw* 3-1*» - 2/2/2/4 92K + Zw 3-14 + 8/8/5/1 32K + Zw 3-14 - 8/5/1/2 32K + Zw 3-14 + 10/8/7/4 38k + Zw 3-14 - 1/3/4/6 38k + Zw 3-14 + 4/8/3/1 * Zw = Zwittergent
In de eerste kolom van de bovenstaande tabel wordt het gebruikte antigeen, in de tweede kolom de aanwezigheid van PT ( + ) of afwezigheid van PT (-) en in de derde kolom de overlevingsgraad van de muizen (10 exemplaren per proef) weergegeven.
MATERIALEN EN METHODEN Stammen en groeiomstandigheden
De Bordetella pertussis-stammen 134 (atypisch LPS, firn 3) en 509 (typisch LPS, firn 2) zijn de twee stammen, die gebruikt worden om het Nederlandse "whole-cell vaccine" (WCV) te vervaardigen (P.A. van Hemert, Specific properties of acid precipitated pertussis vaccines.
Progr.Immunobiol.Standard 2l, (1969). biz. 297_301).
Stam Tohama is afkomstig van Ch. R. Manclark (FDA, Bethesda, USA). Stam BP-T0X6 is afkomstig van R. Rappuoli (Sclavo Research Center) en is reeds beschreven in Reiman, C.A. c.s., Filamentous hemagglutinin of Bordetella pertussis: nucleotide sequence and crucial role in adherence, Proc.Natl.Acad.Sci. 86 (1989). biz. 2637-2641.
Stam W28 en stam W28 (69K-) zijn afkomstig van G. Doughan (Wellcome Ltd. Engeland). Stam 18323 werd in dit geval gebruikt als de controle-stam (zie Relman et al., Proc.Natl.Acad.Sci. 86 (1989). blz. 2637. Sato et al., Infect.Immun. 4l (1983), blz. 313 en Kendrick et al., Am.J.Publ.Health 32 (1947). blz. 803.
Mutanten van stam 509 werden verkregen met behulp van colony blotting onder gebruikmaking van monoclonale antilichamen. Na het kweken gedurende drie dagen op Bordet-Gengou agar platen (Difco) werden de kolonies op nitrocellulosefilters geblot en onderzocht op de aanwezig heid van fimbriae, FHA en 92kDa OMP. De fimbriae- en FHA- mutanten werden op deze wijze gemakkelijk gedetecteerd.
Kleinschalige groei in vloeistof van B.pertussis werd uitgevoerd in schudflessen, bevattende Verwey medium: 14 g/1 casaminozuur, KC1 0,2 g/1, stijfsel 1 g/1, ΚΗ2Ρ0ί| 0,5 g/1. MgCl2.H20 0,1 g/1, nicotinezuur 0,02 g/1, glutathion 0,01 g/1. Voor groei in de avirulent C-mode werd O. 5 g/1 nicotinezuur toegevoegd.
Grootschalige fermentatie in vloeistof werd uitgevoerd in 40 1, 140 1 of 300 1-Bilthoven units in B2-medium met een pH en P02 controle (P.A. van Hemert, Specific properties of acid precipitated pertussis vaccines. Progr.Immunobiol.Standard 3. (1969). biz. 297-301).
De cellen werden geïnaktiveerd door verwarming op 56 °C gedurende 10 min., gecentrifugeerd bij 3000 x g en opnieuw in een fysiologische zoutoplossing gesuspendeerd.
Opaciteitseenheden werden met behulp van een referentienorm gedetecteerd. De eiwitbepaling werd uitgevoerd met het BCA eiwit analyse reagens (Pierce) met BSA als standaard.
Intracerebrale (i.c.) muis potentie-test
De i.c. test werd uitgevoerd volgens Kendrick et al. (Kendrick, P. L. c.s., Mouse protection test in the study of pertussis vaccine,
Am.J.Publ.Hlth. 2Z* (1947). blz.803~ff). NIH-gefokte muizen werden gebruikt (10-14 gr.), mannetjes en wijfjes.
Elk vaccin werd in vier vijfvoudig verdunde oplossingen getest (20 muizen/oplossing) door i.p. immunisatie (0,5 ml, bevattende 1 mg AlPO/j). WCV werden getest met 1 OU, 0,2, 0,04, 0,008 OU.
Daar 1 OU ongeveer 15 pg eiwit bevat, werden de eindberekeningen gemaakt voor gezuiverde antigenen op een vergelijkbare eiwitbasis.
0MV, ΡΤχ en FHA werden getest in 5. 1. 0, 2, 0,04 pg doses. Gezuiverde antigenen in 25, 5. 1. 0,2 pg op basis van proefexperimenten. Een WCV referentie met standaardpotentie is onderdeel van elk experiment.
De muizen werden 14-16 dagen na immunisatie intracerebraal geïnjecteerd met 10 pl van een suspensie van B.pertussis 18323, bevattende 15x103 bacteriën. Deze suspensie was vervaardigd uit een gelyo-filiseerde cultuur met een LD 50 <10^ bacteriën. Deze cultuur was gedurende 4 dagen op Bordet-Gengou platen gekweekt, daarna 24 uur verder gekweekt op Bordet-Gengou en gesuspendeerd in 1 gew.jK casaminozuur in een fysiologische zoutoplossing tot een concentratie van 15x10^ bacteriën/ml.
Twaalf muizen werden elk geïnjecteerd met 15x10^ bacteriën.
Eveneens werden telkens twaalf muizen geïnjecteerd met 1500, 300 en 60 bacteriën. Voor de berekening werden alleen de muizen, die stierven vanaf dag 4 tot 14, in aanmerking genomen.
Gebaseerd op het percentage muizen die bleven leven werd de sterkte van het vaccin berekend volgens de "probit"-analyse.
De proef had een betrouwbaarheidsinterval van 55#“192# van het referentiepreparaat met een betrouwbaarheidsgraad van 95#·
De sterkte van een vaccin wordt berekend (na "probit"- transformatie) volgens de formule
Figure NL9002092AD00111
Bereiding van "outer membrane vesicles” (OMV) "Outer membrane vesicles" (OMV) werden bereid door bacteriën na groei en centrifugeren in 10 mM Tris, pH 8.0, 2mm EDTA te her- suspenderen. Ongeveer 10 ml Tris werd gebruikt om bacteriën uit één liter van 100 OU/ml cultuur te hersuspenderen.
De suspensie werd op ijs gesonificeerd (50# vermogen, 100 W, 50# duty cycle, Branson 250 Sonifier). Na centrifugeren gedurende 10 min. bij 10,000 x g, werd de supernatant gedurende één uur bij 50,000 x g gepelleteerd. Deze pellet werd gehersuspendeerd in 1% (w/v) Sarkosyl (Sigma) in 10 mM Tris.HCl volume (Filip, C., c.s., Solubilization of the cytoplasmic membrane of Escherichia coli by the ionic detergent Sodium-Lauryl sarcosinate. J.Bacteriol. 255 (1973), biz. 717-722). Na centrifugeren gedurende 10 min. bij 10,000 x g werden de OMV's gepelleteerd gedurende 1 uur bij 50.000 x g. Deze werkwijze werd één maal herhaald.
De uiteindelijk verkregen pellet werd gehersuspendeerd in 10 mM Tris/HCl, pH 8.0, eentiende van het aanvankelijke Tris volume. De proteineconcentratie werd gemeten met het BCA Protein Assay Reagent (Pierce Chemical Company) onder gebruikmaking van BSA als standaard.
De desoxycholaat (DOC)-behandeling van OMV werd als volgt uitgevoerd: OMV's werden gehersuspendeerd in 1,5# (w/v) D0C, 50 mM glycine, 5 mM EDTA, pH 9-0, gesonificeerd gedurende 5 min., en gepelleteerd door centrifugatie: 10 min. 10,000 x g gevolgd door één uur op 100,000 x g.
Het LPS-gehalte van OMV is ongeveer 25# (wt/wt LPS/proteine), en na behandeling met D0C ongeveer 10#, met KD0 bepaling.
Kenmerken van OMP's
De OMP's werden gekarakteriseerd via trypsine-sensitiviteit en
Triton-X-100/MgCl2 extraheerbaarheid als beschreven door L. van Alphen, c.s., Characteristics of major outer membrane proteins of Haemophilus influenzae. J.Bacteriol. 155 (1983). biz. 878-855·
Zuivering van antigenen - Pertussis toxine (PT) werd gezuiverd uit de supernatant-cultuur met
Affigelblue (Pharmacia) en kolomchromatografie zoals beschreven door Sekura, R.D., c.s., Pertussis toxin, affinity, purification of a new ADp-ribosyltransferase. J.Biol.Chem. 258 (1983), 14647-14651. PT zonder enzymatische activiteit (9K, 129G) was afkomstig van R.
Rappuoli [Pizza, M.G., c.s., Mutants of pertussis toxin suitable for vaccine development, Science 246 (1989), 497-500].
- FHA werd gezuiverd uit de supernatant-cultuur met Affigelblue en hydroxyapatiet-kolomchromatografie (Sato et al., Separation and Purification of hemagglutinins from Bordetella pertussis, Infect.Immun. 4l, (1983). blz. 313“320). Gezuiverd 69kDa OMP was afkomstig van R. Rappuoli (Sclavo Research Center).
- Fimbriae werden geïsoleerd door middel van een hitte-schok behandeling van bacteriën in aanwezigheid van ureum, gevolgd door enkele centrifugatie-trappen (Mooi, F.R., c.s., Characterization of fimbriae subunits from Bordetella species, Microb.Phatog. 2 (1987), blz. 473“ 484).
- Endotoxine werd gezuiverd door fenolextractie van bacteriën (Ackers, J.L. en J.M. Dolby, The antigen of Bordetella pertussis that induces bactericidal antibody and its relationship to protection of mice, J.Gen.Microbiol. ]0 (1972), 37I-382).
- De 92kDa-, 38kDa- en 32kDa OMP's werden als volgt uit de cultuur-cel- pellet gewonnen:
De cellen werden geëxtraheerd met 0,5 m CaCl2, 0,l4 m NaCl, 1% Zwittergent 3“l4 (Calbiochem) pH 4,0 (10 ml per gram natgewicht van cellen). Na hersuspensie werd de pH ingesteld op pH 5-6. Na roeren gedurende één uur op kamertemperatuur werd de suspensie gecentrifugeerd (1 hr, 3OOO x g), werd het supernatant behandeld met 20% (v/v) ethanol, gedurende 30 min. geroerd en gecentrifugeerd, 30 min. bij 10.000 x g. De supernatant werd gedialyseerd tegen 50 mM Tris.HCl, 0,05/( Zwittergent 3“l4, pH 8,0. Na centrifugeren 30 min. 10,000 x g, werd het supernatant in een DEAE Sepharose CL6B (Pharmacia) Column gebracht en geëlueerd met een lineaire gradiënt van 0-0,6 M NaCl in 50 mM Tris.HCl, 0,05% Zwittergent 3“1^· Fracties verrijkt met hetzij 92kDa or 32kDa werden samengevoegd, geconcentreerd met polyethyleen-glycol 20,000 en geprecipiteerd met 80# ethanol. De pellets werden opgelost in 50 mM Tris.HCl, 0,5# Zwittergent 3~1^. pH 9.0 en geleid door een Sephacryl S300 kolom in 50 mm tris, 0,05# Zwittergent 3-l^. pH 8,0. Fracties met 38kDa werden samengevoegd, geconcentreerd en opgeslagen. Het 38kDa 0ΜΡ werd gezuiverd uit C-mode cellen na 0MV isolatie. 0MV pellets werden behandeld met 5# Zwittergent 3“l4, 50 mM tris, pH 7.5 en gedurende 2 uur bij 37°C geroerd.
Na centrifugeren gedurende 1 uur bij 50.000 x g werd de supernatant geleid door een Sephacryl S300 kolom in 0,05# Zwittergent 3“1^» 50 mM tris. pH 8,0. Fracties met 3ökDa werden samengevoegd, geconcentreerd en opgeslagen.
Bereiding van monoclonale antilichamen
BalB/c muizen werden geïmmuniseerd i.p. met 20 pg gezuiverde antigenen of 0MV in aanwezigheid van 0,5 mg AlP0/j. (A1P0/| gel werd bereid uit AICI3 en Na^PO/j, gelijke hoeveelheden, pH 7,0 bijstelling met 20% (w/v) Na2C0^). De muizen werden vier maal geïnjecteerd in een tijdsperiode van een week. Na de laatste injectie werden de cellen van de milt samengebracht met Sp 2/0 myeloma cellen zoals beschreven in Abdillahi, H. en J.T. Poolman, Neisseria meningitidis group B sero-subtyping using monoclonal antibodies in whole-cell ELISA. Microb.Pathog. 4, (1988), biz. 27-32 en werden de hybridoma-cellen gekweekt. Na voldoende celgroei werden de supernatanten getest via ELISA met gezuiverde antigenen en 0MV. Interessante hybridoma's werden twee maal geclooned met de "limiting" verdunningsmethode.
Van deze clonen werd ascitis-vloeistof verkregen na inbrengen in het buikvlies van Pristane-geïnjecteerde muizen. De kollektie monoclonale antilichamen tegen B.pertussis antigenen wordt beschreven in Poolman, J.T., c.s., Description of a hybridoma bank towards Bordetella pertussis toxin and surface antigens. Microb.Pathog. 8, (1990), in druk.
ELISA
Een honderste μΐ van 2 pg/ml antigeen werd gecoat in PBS (LPS in Na2C0^, pH 9.0) in de putjes van rondbodemige polyvinylchloride microti terplaten. Gezuiverde OMP's werden verdund om de concentratie van Zwittergent-3-l^ beneden 0,001# te houden. PT ELISA werd voorafgegaan door een bekledings-stap onder gebruikmaking van fetuine. De bekleding vond gedurende 16 uur bij kamertemperatuur plaats. De platen werden twee maal gewassen met kraanwater + 0,02% Tween 80 (Merck). De reacties werden uitgevoerd zoals beschreven in Abdillahi, H. en J.T. Poolman. 1988 Neisseria meningitidis group B serosubtyping using monoclonal antibodies in whole-cell ELISA. Microb.Pathog. 4: 27-32, doch 0,05# (w/v) Protifar (Nutricia) verving caseïne om de niet gespecificeerde binding te blokkeren. Konijn-anti-muis-peroxidase (eigen produkt) werd gebruikt als tweede antilichaam.
De resultaten werden gemeten bij 450 nm onder toepassing van een Titertek Multiscan (Flow labs.). "Whole-cell” ELISA werd uitgevoerd zoals beschreven in Abdillahi, H. en J.T. Poolman, 1988 Neisseria meningitidis group B serosubtyping using monoclonal antibodies in whole-cell ELISA, Microb.Pathog. 4: 27-32, waarbij Protifar gebruikt werd.
SDS-PAGE/immunoblotting
Gezuiverde antigenen, OMV en WCV werden gescheiden door SDS poly-acrylamide-gel-electroforese en gemarkeerd zoals beschreven in L. van Alphen c.s., 1983. Characteristics of major outer membrane proteins of Haemophilus influenzae. J.Bacteriol. 155» 878-855»
Hele cellen voor SDS-PAGE werden verkregen door 3.5 ml bacteriën te suspenderen met 1,0 absorbtie bij 620 nm in 70 Pg water + 130 μΐ monsterbuffer. Electroblotting op nitrocellulosepapier na SDS-PAGE werd uitgevoerd bij 140 mA konstante stroom gedurende 1 uur op een semi-droge electroblotter (Ancos, Denemarken) volgens de fabrikant. Het papier werd gewassen gedurende 30 min. met een fysiologische zoutoplossing + 10 mM Tris. pH 7,4 bevattende 0,5# Tween 80 bij 37°C in dezelfde buffer. Het papier werd drie maal gewassen met de buffer, geïncubeerd met 0,5# Protifar in buffer gedurende 10 min., gewassen, en geïncubeerd met konijn-anti-muis-peroxidase gedurende 1 uur in buffer + 0,5# Protifar. Het papier werd drie maal gewassen en geïncubeerd met een oplossing, bevattende 24 mg 3.3'.5.5'-tetramethylbenzidine (TMB, Sigma), 80 mg DONS, dioctylsulfosuccinaat, opgelost in 10 ml 96#'s ethanol, toegevoegd aan 30 ml 10 mM Na2HP0/j, 5 mM citroenzuur pH 5.0, waaraan 20 μΐ 30# H2O2 was toegevoegd.
LEGENDA
Fig. 1: Deze figuur geeft de i.c. muis-beschermingswaarde gerela teerd aan de 92kDa 0MP/38kDa OMP-verhouding in de OMV-vaccins weer.
Fig. 2: OMP-karakterisering.
laan 1: OMV Tohama; virulente fase (X-mode) laan 2: OMV Tohama; avirulente fase (C-mode) laan 3: OMV X-mode na trypsinebehandeling laan 4: OMV behandeld met Triton-X-100/MgCl2 (supernatant) laan 5’· OMV behandeld met Triton-X-100/MgCl2 (pellet)
Coomassie-kleuring
Fig. 3; OMP preparaten, gekleurd na blotting met het monoclonale mengsel. laan 1: OMV W28 laan 2: OMV W28 69" mutant laan 3: OMV 509 laan 4: OMV 509; C-mode (avirulente fase) laan 5: OMV 509; FHA“ mutant laan 6: OMV 509; firn" mutant
laan 7: OMV 509; fase IV
laan 8: OMV Tohama laan 9: OMV Tohama; DOC-behandeling laan 10: OMV BP-T0X6 laan 11: OMV BP-T0X6; DOC-behandeling laan 12: OMV BP-B0X6; C-mode laan 13: OMV BP-T0X6; C-mode; DOC-behandeling.

Claims (18)

1. Vaccin, geschikt voor de bestrijding van Bordetella pertussis, tenminste omvattende als werkzame component een of meer van B.pertussis afgeleide OMP's in OMV-formulering of artificieel vesicle-formulering.
2. Vaccin volgens conclusie 1, waarbij de OMV's resp. de artificiële vesicles afgeleid zijn van Bordetella pertussis-stammen waarin via genetische manipulatie de aanwezigheid van 92kDa en 32kDa OMP’s is verhoogd.
3. Vaccin volgens conclusie 1 of 2, waarbij de OMV's resp. de artificiële vesicles tenminste OMP's met een molgewicht van ca. 92kDa en 32kDa bevatten.
4. Vaccin volgens conclusie 3, waarbij de OMV's resp. de artificiële vesicles tenminste het OMP met een molgewicht van ca. 32kDa bevatten.
5. Vaccin volgens conclusie 3. waarbij de OMV's resp. de artificiële vesicles tenminste OMP's met een molgewicht van 92kDa, 32kDa en 38kDa bevatten, waarbij de 92kDa OMP/38kDa OMP gewichtsverhouding £0,25 bedraagt.
6. Vaccin volgens conclusie 5. waarbij de 92kDa OMP/38kDa OMP gewichtsverhouding £0,4 bedraagt.
7. Vaccin volgens een of meer der conclusies 1-6, waarbij de OMV's een behandeling met een werkzame hoeveelheid desoxycholaat hebben ondergaan ter vermindering van het endotoxinegehalte in de OMV's.
8. Vaccin volgens een of meer der conclusies 1-7, waarbij de B.pertussis stam gekozen is uit de groep bestaande uit de B.pertussis stam 134, B.pertussis stam 509. B.pertussis stam Tohama en B.pertussis stam BP T0X6.
9· Vaccin volgens een of meer der conclusies 1-8, waarbij de OMV's van fimbriae- en/of FHA- B.pertussis stammen zijn afgeleid.
10. Vaccin volgens conclusie 9. waarbij de OMV's afgeleid zijn van de B.pertussis stam BP 509, firn" mutant of de B.pertussis stam BP 509, FHA- mutant.
11. Vaccin volgens een of meer der conclusies 1-10, waarbij als extra werkzame component(en) tevens PT-toxoid of FHA of PT-toxoid en FHA aanwezig zijn, eventueel als bivalent conjugaat.
12. Vaccin volgens conclusie 11, waarbij het in het vaccin toegepaste PT-toxoid verkregen is door middel van een formaldehyde- of glutaaraldehyde-behandeling van PT.
13. Vaccin volgens conclusie 11, waarbij het PT-toxoid afgeleid is van een B.pertussis stam, waarin het PT-gen zodanig gemodificeerd is, dat het codeert voor een immunologisch aktief PT met geen of voor vaccin-toepassing aanvaardbare toxische werking.
14. Vaccin volgens een of meer der conclusies 11-13, waarbij het FHA met behulp van chromatografie onder toepassing van hydroxyapatiet is gezuiverd.
15. Werkwijze voor het vaccineren van mensen, in het bijzonder kinderen met een leeftijd van minder dan 2 jaar, waarbij men een effectieve hoeveelheid van het vaccin volgens een of meer der conclusies 1-14 toepast.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de te injecteren hoeveelheid vaccin een dosis van 5“25 Ug OMV bevat.
17. OMV's afgeleid van B.pertussis, geschikt voor gebruik bij de bereiding van vaccins, gedefinieerd in een of meer der conclusies 1-14.
18. OMV’s volgens conclusie 17, waarbij de OMV's een behandeling met een werkzame hoeveelheid desoxycholaat hebben ondergaan ter vermindering van het endotoxinegehalte in de OMV's.
NL9002092A 1990-09-25 1990-09-25 Vaccin, geschikt voor de bestrijding van bordetella pertussis. NL9002092A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002092A NL9002092A (nl) 1990-09-25 1990-09-25 Vaccin, geschikt voor de bestrijding van bordetella pertussis.
DE69109126T DE69109126T2 (de) 1990-09-25 1991-09-25 Impfstoff, geeignet für die bekämpfung von bordetella pertussis.
ES91919318T ES2073180T3 (es) 1990-09-25 1991-09-25 Vacuna adecuada para combatir la bacteria bordetella pertussis.
CA002092420A CA2092420C (en) 1990-09-25 1991-09-25 Vaccine suitable for combatting bordetella pertussis
EP91919318A EP0550683B1 (en) 1990-09-25 1991-09-25 Vaccine suitable for combatting bordetella pertussis
AT91919318T ATE121423T1 (de) 1990-09-25 1991-09-25 Impfstoff, geeignet für die bekämpfung von bordetella pertussis.
PCT/NL1991/000185 WO1992005194A1 (en) 1990-09-25 1991-09-25 Vaccine suitable for combatting bordetella pertussis
DK91919318.5T DK0550683T3 (da) 1990-09-25 1991-09-25 Vaccine egnet til bekæmpelse af Borderella pertussis

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002092 1990-09-25
NL9002092A NL9002092A (nl) 1990-09-25 1990-09-25 Vaccin, geschikt voor de bestrijding van bordetella pertussis.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002092A true NL9002092A (nl) 1992-04-16

Family

ID=19857724

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002092A NL9002092A (nl) 1990-09-25 1990-09-25 Vaccin, geschikt voor de bestrijding van bordetella pertussis.

Country Status (8)

Country Link
EP (1) EP0550683B1 (nl)
AT (1) ATE121423T1 (nl)
CA (1) CA2092420C (nl)
DE (1) DE69109126T2 (nl)
DK (1) DK0550683T3 (nl)
ES (1) ES2073180T3 (nl)
NL (1) NL9002092A (nl)
WO (1) WO1992005194A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5156958A (en) * 1990-09-21 1992-10-20 American Cyanamid Company Gene encoding a 30 kilodalton outer membrane protein of bordetella pertussis and method of recombinant production of said protein
BR9609882A (pt) * 1995-08-04 1999-07-27 Univ Guelph Vacina processos para preparar a mesma para tratar uma doença infecciosa para inserir uma molécula de ácido nucleico em uma célula de marcaç o para administrar um agente terapêutico a um hospedeiro e para triar um antígeno imunogênico de um patógeno uso de uma vesícula de membrana composição farmacêutica sistema de liberação de drogas e vesícula de membrana
US20020028215A1 (en) 1999-08-09 2002-03-07 Jagath L. Kadurugamuwa Novel vaccines and pharmaceutical compositions using membrane vesicles of microorganisms, and methods for preparing same
FR2754543B1 (fr) * 1996-10-11 1998-12-31 Pasteur Institut Souche de bordetella deficiente dans la production de toxine et exprimant une proteine hydride, liposomes comprenant de la fha et leurs utilisations comme vaccins, et utilisation de la fha pour stimuler les reponses immunitaires
FR2805163A1 (fr) * 2000-02-21 2001-08-24 Pf Medicament Utilisation d'un detergent de type zwittergent pour la preparation d'une composition pharmaceutique destinee a etre administree par voie nasale
GB0416120D0 (en) 2004-07-19 2004-08-18 Health Prot Agency Stable compositions containing OMV's

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0474646A4 (en) * 1989-03-31 1992-10-21 Washington University Bordetella vaccines
GB9007657D0 (en) * 1990-04-04 1990-05-30 Connaught Lab Purification of a pertussis outer membrane protein(omp69)

Also Published As

Publication number Publication date
ES2073180T3 (es) 1995-08-01
ATE121423T1 (de) 1995-05-15
CA2092420A1 (en) 1992-03-26
EP0550683B1 (en) 1995-04-19
DE69109126D1 (de) 1995-05-24
DE69109126T2 (de) 1995-09-21
CA2092420C (en) 1999-11-23
EP0550683A1 (en) 1993-07-14
DK0550683T3 (da) 1995-09-04
WO1992005194A1 (en) 1992-04-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Andrews et al. Fraction 1 capsular antigen (F1) purification from Yersinia pestis CO92 and from an Escherichia coli recombinant strain and efficacy against lethal plague challenge
Sjöstedt et al. Humoral and cell-mediated immunity in mice to a 17-kilodalton lipoprotein of Francisella tularensis expressed by Salmonella typhimurium
Martin et al. Highly conserved Neisseria meningitidis surface protein confers protection against experimental infection
Urisu et al. Filamentous hemagglutinin has a major role in mediating adherence of Bordetella pertussis to human WiDr cells
Shahin et al. Mucosal immunization with filamentous hemagglutinin protects against Bordetella pertussis respiratory infection
JP2002541808A (ja) ポリサッカリド結合体ワクチンのための組換えトキシンaタンパク質キャリア
EP0453024B1 (en) Actinobacillus pleuropneumoniae subunit vaccine
Dabo et al. Vaccination with Pasteurella multocida recombinant OmpA induces strong but non-protective and deleterious Th2-type immune response in mice
JP2690215B2 (ja) 無細胞抗百日咳菌ワクチン
US7902349B2 (en) Nucleic acids encoding protective epitopes of adenyl cyclase-haemolysin (AC-Hly)
Finn et al. Characterization of vir-activated TnphoA gene fusions in Bordetella pertussis
EP0815236B1 (en) Haemophilus adhesion proteins
NL9002092A (nl) Vaccin, geschikt voor de bestrijding van bordetella pertussis.
AU725137B2 (en) Bordetella strain expressing the hybrid FHA, liposomes and vaccines
Hamstra et al. The purification and protective capacity of Bordetella pertussis outer membrane proteins
JPH10510984A (ja) 無細胞性抗ボルデテラワクチン
Angelos et al. Systemic and ocular immune responses in cattle following intranasal vaccination with precipitated or partially solubilized recombinant Moraxella bovis cytotoxin adjuvanted with polyacrylic acid
US6214356B1 (en) Use of adenylate cyclase or bacteria producing it as vaccines against bordetella
Martin et al. A common neisserial antigen evidenced by immunization of mice with live Neisseria meningitidis
Cripps et al. Respiratory immunity stimulated by intestinal immunization with purified nontypeable Haemophilus influenzae antigens
Sánchez et al. Interspecific neisserial high molecular weight proteins able to induce natural immunity responses are strongly correlated with in vitro bactericidal activity
KR100258772B1 (ko) 돼지의 흉막폐염 백신 조성물
Isibasi et al. The role of outer membrane proteins from gram-negative bacteria as VACCINES with special emphasis in typhoid fever: monoclonal antibodies against S. typhi porins
Webb et al. Approaches to the rational design of bacterial vaccines
Hewlett et al. Adenylyl cyclase toxin from Bordetella pertus-sis

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed