NL9000464A - Horizontally opposed piston engine - has opposite pistons coupled directly together and single connecting rod to crankshaft - Google Patents

Abstract

The horizontally or vertically opposed piston engine has pistons working in the opposite cylinders and coupled to a rotary crankshaft. Only one piston (11) is coupled by a connecting rod (14) to the crankshaft (3), the other one (12) being coupled to the first one directly by a coupling member (18). The latter can be formed by a skirt joining the pistons, guided in the cylinders and with openings for the crankshaft.

Description

Zuigermotor en in- en uitlaatsysteem daarvoorPiston engine and intake and exhaust system therefor

De uitvinding heeft betrekking op verbrandingsmotoren, en in het bijzonder op een verbrandingsmotor met ten minste een paar tegenover elkaar liggende cilinders, in elk waarvan een zuiger kan oscilleren, waarbij de zuigers met behulp van een drijfstang in verbinding staan met een draaiend gelagerde krukas.The invention relates to internal combustion engines, and in particular to an internal combustion engine with at least a pair of opposing cylinders, in each of which a piston can oscillate, the pistons being connected to a rotating bearing crankshaft by means of a connecting rod.

Een verbrandingsmotor van deze soort, die bekend is onder de aanduiding boxermotor, heeft een aantal specifieke voordelen boven motoren met een andere bouwwijze, zoals lijnmotoren, namelijk een compacte lage bouw en goede uitbalance-ring. Er zijn in principe twee uitvoeringen bekend, namelijk die waarbij beide zuigers door een eigen drijfstang met een gezamenlijke kruktap van de krukas zijn verbonden en die waarbij elke zuiger een eigen drijfstang en kruktap heeft en de beide kruktappen meestal 180° ten opzichte van elkaar zijn verzet. Tussen de beide kruktappen kan al dan niet een kruk-aslager zijn voorzien.A combustion engine of this kind, known under the designation boxer engine, has a number of specific advantages over engines with a different construction, such as inline engines, namely a compact low construction and good balancing. In principle, two versions are known, namely those in which both pistons are connected by their own connecting rod to a common crankshaft of the crankshaft and in which each piston has its own connecting rod and crank pin and the two crank pins are usually offset 180 ° from each other . A crankshaft bearing may or may not be provided between the two crank pins.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een nieuw soort boxermotor die vele voordelen biedt boven de bekende soorten boxermotoren.The object of the present invention is to provide a new type of boxer engine that offers many advantages over the known types of boxer engines.

Hiertoe wordt de verbrandingsmotor volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat slechts één van de zuigers van elk paar door middel van de drijfstang met de krukas is verbonden, terwijl de andere zuiger van het paar met behulp van een verbindingsorgaan direkt met de ene zuiger is verbonden.To this end, the internal combustion engine according to the invention is characterized in that only one of the pistons of each pair is connected to the crankshaft by means of the connecting rod, while the other piston of the pair is directly connected to the one piston by means of a connecting member.

De voordelen van deze constructie volgens de uitvinding zijn evident. Ten eerste is het aantal mechanische bewegende onderdelen verminderd, daar nog slechts één drijfstang met de daarbij behorende lagers per zuigerpaar aanwezig is. Voorts kunnen de cilinders nu exact in lijn met elkaar worden opgesteld, waardoor de bouwlengte van het cilinderblok kan worden verminderd. Door de enkele drijfstang en kruktap kan de krukas ook korter worden in vergelijking tot de bekende boxermotoren. Het gewicht van het gehele motorblok zal, door de besparing van materiaal, dienovereenkomstig lager kunen worden gehouden met alle voordelen van dien.The advantages of this construction according to the invention are evident. First, the number of mechanical moving parts has been reduced, since only one connecting rod with the associated bearings per pair of pistons is still present. Furthermore, the cylinders can now be arranged exactly in line with each other, so that the construction length of the cylinder block can be reduced. The single connecting rod and crank pin also make the crankshaft shorter compared to the well-known boxer engines. The weight of the entire engine block can, due to the saving of material, be kept correspondingly lower with all the advantages that entails.

Een voordelige uitvoering van de verbrandingsmotor volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat het verbindings-orgaan bestaat uit een de zuigers verbindende mantel, die in de betreffende cilinders is geleid en is uitgevoerd met openingen voor het doorleiden van de krukas.An advantageous embodiment of the internal combustion engine according to the invention is characterized in that the connecting member consists of a casing connecting the pistons, which is guided in the respective cylinders and is provided with openings for the passage of the crankshaft.

Door deze maatregel vervult het verbindingsorgaan niet alleen de functie van het verbinden van de zuigers doch dient dit ook als zuigermantel voor het geleiden van de zuigers in hun cilinders.By this measure, the connecting member not only performs the function of connecting the pistons, but also serves as a piston jacket for guiding the pistons into their cylinders.

Bij voorkeur zal worden getracht de cilinders van het cilinderpaar zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen, zodat de afmeting van het cilinderblok in de richting van de cilinders klein kan worden gehouden en het verbindingsorgaan kort en daarmede licht. Dit is uiteraard het beste te realiseren bij een motor met een korte zuigerslag, waarbij de kruk kort is en de omhullende van de kruk een kleine diameter bezit. Een zeer gunstige situatie ontstaat als de omhullende van de kruk binnen de binnenomtrek van de cilinders of zelfs binnen de binnenomtrek van de mantel valt, omdat dan de cilinders geheel tegen elkaar aan kunnen worden geplaatst.Attempts will preferably be made to bring the cylinders of the cylinder pair as close together as possible, so that the size of the cylinder block in the direction of the cylinders can be kept small and the connecting member short and therefore light. This is of course best achieved with an engine with a short piston stroke, where the crank is short and the envelope of the crank has a small diameter. A very favorable situation arises if the envelope of the crank falls within the inner circumference of the cylinders or even within the inner circumference of the jacket, because the cylinders can then be placed completely against each other.

Een verdere verbetering van de verbrandingsmotor volgens de uitvinding, die zowel bij de in het voorgaande beschreven boxermotor toepasbaar is, als bij andere soorten verbrandingsmotoren die zijn voorzien van een verbrandingsruimte, een op de verbrandingsruimte aangesloten inlaat- en uitlaatkanaal en een tussen het inlaat- respectievelijk uit-laatkanaal en de verbrandingsruimte aangebracht kleporgaan voor het afwisselend afsluiten van de verbrandingsruimte en in verbinding brengen van de verbrandingsruimte en het inlaat- resp. uitlaatkanaal, is daardoor gekenmerkt, dat het kleporgaan bestaat uit een draaiend aandrijfbare klepwals met een met de omtrek daarvan in verbinding staande uitholling, via welke de verbinding tussen het betreffende kanaal en de verbrandingsruimte tot stand brengbaar is.A further improvement of the internal combustion engine according to the invention, which is applicable both to the boxer engine described above and to other types of internal combustion engines which are provided with a combustion chamber, an inlet and exhaust duct connected to the combustion chamber and a inlet between the inlet and outlet respectively exhaust duct and combustion chamber arranged valve member for alternately closing the combustion chamber and connecting the combustion chamber and the inlet and / or outlet. exhaust channel, characterized in that the valve member consists of a rotatably drivable valve roller with a recess communicating with its periphery, via which the connection between the relevant channel and the combustion space can be established.

Dit in- en uitlaatsysteem bezit grote voordelen boven de thans gebruikelijke oscillerende kleppen. Ten eerste zijn er geen door terugstelveren veroorzaakte dynamische beperkingen. Een zuiver draaiende beweging is in dynamisch opzicht de meest gunstige.This inlet and exhaust system has great advantages over the currently used oscillating valves. First, there are no dynamic constraints caused by reset springs. A purely rotating movement is the most favorable dynamically.

Voorts wordt een aanzienlijke ruimtebesparing bereikt door het wegvallen van de veel plaatsruimte innemende kleppen. Met dit in- en uitlaatsysteem volgens de uitvinding kan derhalve een zeer compact motorblok worden gebouwd, zeker wanneer het wordt ingebouwd in de in het voorgaande beschreven boxermotor.Furthermore, a considerable saving of space is achieved by eliminating the much space-occupying valves. With this inlet and exhaust system according to the invention, a very compact engine block can therefore be built, certainly when it is built into the boxer engine described above.

De draaiende klepwals van de inlaat heeft nog het bijkomende voordeel, dat deze een waaierbeweging van het binnentredende gasmengsel veroorzaakt, hetgeen een gunstig effect heeft op de cilindervulling.The rotating valve roller of the inlet has the additional advantage that it causes a fan movement of the entering gas mixture, which has a favorable effect on the cylinder filling.

De vorm en grootte van de doorlaat van het klep-orgaan kan worden gevarieerd door het veranderen van de vorm en grootte van de uitholling in de wals en de diameter van de wals. Hierdoor zijn er vele mogelijkheden tot het bereiken van een gewenste in- en uitstroming van gas.The shape and size of the passage of the valve member can be varied by changing the shape and size of the recess in the roller and the diameter of the roller. As a result, there are many options for achieving a desired inflow and outflow of gas.

Het is gunstig indien de uitholling in de klepwals blind is, waarbij bij voorkeur de uitholling althans ongeveer cirkelsegmentvormig is. Uiteraard zou het in principe ook mogelijk zijn een doorgaande uitholling in de wals aan te brengen. Deze moet dan wel symmetrisch ten opzichte van een radiaal vlak van de wals worden geplaatst, terwijl de omwentel ingssnelheid dient te worden gehalveerd.It is advantageous if the hollow in the valve roller is blind, the hollow preferably being at least approximately circle-shaped. In principle, it would of course also be possible to provide a continuous hollowing in the roller. It must then be placed symmetrically with respect to a radial plane of the roller, while the revolution speed must be halved.

Bij voorkeur zijn aan elke verbrandingsruimte twee op een afstand van elkaar geplaatste evenwijdige als inlaat, resp. als uitlaat fungerende klepwalsen toegevoegd. Een eenvoudiger uitvoering is echter te realiseren door aanbrenging van een enkele klepwals per verbrandingsruimte, waarin twee afzonderlijke onder een hoek verzette uithollingen zijn aangebracht, die op het inlaat- resp. uitlaatkanaal aansluiten.Preferably, each combustion space is provided with two spaced apart parallel inlets, respectively. Valve rollers acting as exhaust added. A simpler embodiment can, however, be realized by arranging a single valve roller per combustion space, in which two separate recesses, which are angled at an angle, are provided on the inlet or outlet. connect the exhaust duct.

Het is gunstig de klepwalsen van een keramisch materiaal te vervaardigen. Deze materialen zijn tegen zeer hoge temperaturen bestand, zijn slijtagevast en behoeven geen smering van hun oppervlakken.It is advantageous to manufacture the valve rollers from a ceramic material. These materials are resistant to very high temperatures, are wear resistant and do not require lubrication of their surfaces.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die op zeer schematische wijze een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergeeft.The invention will be elucidated hereinafter with reference to the drawing, which schematically represents an exemplary embodiment of the invention.

Fig. 1 is een horizontale doorsnede van een boxermotor en in- en uitlaatsysteem volgens de uitvinding.Fig. 1 is a horizontal section of a boxer engine and intake and exhaust system according to the invention.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, waarbij evenwel de krukas en de daarmee verbonden onderdelen in een enigszins andere stand zijn weergegeven.Fig. 2 is a sectional view taken on the line II-II in FIG. 1, however showing the crankshaft and associated parts in a slightly different position.

De tekening toont een uitvoeringsvoorbeeld van de verbrandingsmotor volgens de uitvinding, die in dit geval bestaat uit een viercilinder viertakt-boxermotor. Deze is voorzien van een gedeeld cilinderblok met delen 1 en 2, waarin een krukas 3 door middel van lagers 4 draaibaar is gelagerd. De krukas is op gebruikelijke niet weergegeven wijze met verdere overbrengingsorganen verbonden ten behoeve van de aandrijving van bijvoorbeeld een motorvoertuig.The drawing shows an exemplary embodiment of the internal combustion engine according to the invention, which in this case consists of a four-cylinder four-stroke boxer engine. This is provided with a divided cylinder block with parts 1 and 2, in which a crankshaft 3 is rotatably mounted by means of bearings 4. The crankshaft is connected in a usual manner (not shown) to further transmission members for the purpose of driving a motor vehicle, for example.

In het cilinderblok 1, 2 zijn twee paar cilinders 5, 6 en 7, 8 gevormd, waarin bijbehorende zuigers 9, 10 en 11, 12 heen en weer verplaatsbaar zijn.Two pairs of cylinders 5, 6 and 7, 8 are formed in the cylinder block 1, 2, in which associated pistons 9, 10 and 11, 12 can be moved back and forth.

Volgens de uitvinding is van elk paar zuigers 9, 10 respectievelijk 11, 12 slechts één van de zuigers 9, 11 door middel van een bijbehorende drijfstang 13, 14 met een aan de krukas gevormde kruktap 15, 16 verbonden. De verbinding tussen de drijfstang 13, 14 en de bijbehorende zuiger 9, 11 enerzijds en tussen de drijfstang 13, 14 en de bijbehorende kruktap 15, 16 anderzijds is slechts zeer schematisch weergegeven, doch kan van een gebruikelijke constructie zijn. Wel zijn deze onderdelen bij voorkeur zo klein mogelijk uitgevoerd, zoals later nog nader zal worden toegelicht.According to the invention, of each pair of pistons 9, 10 and 11, 12, only one of the pistons 9, 11 is connected by means of an associated connecting rod 13, 14 to a crank pin 15, 16 formed on the crankshaft. The connection between the connecting rod 13, 14 and the associated piston 9, 11 on the one hand and between the connecting rod 13, 14 and the associated crank pin 15, 16 on the other is only shown very schematically, but may be of a conventional construction. However, these parts are preferably made as small as possible, as will be explained in more detail later.

De beweging van de zonder drijfstang uitgevoerde zuiger 10, 12 wordt op de krukas 3 overgedragen door een direkte verbinding tussen deze zuiger 10, 12 en de bijbehorende zuiger 9, 11 van het betreffende paar zuigers. Deze direkte verbinding tussen de zuigers 9, 10 en 11, 12 wordt bewerkstelligd door middel van een verbindingsorgaan, dat in dit geval bestaat uit een mantel 17, resp. 18, die bij voorkeur losneembaar met de betreffende zuigers 9, 10, resp. 11, 12 is verbonden en behalve de verbindingsfunctie ook de normaal gebruikelijke zuigermantelfunctie vervult. In de mantels 17, 18 zijn evenwijdig aan de bijbehorende hartlijn verlopende sleufvormige openingen 19 aangebracht voor het doorlaten van de krukas 3 (zie fig. 2).The movement of the piston 10, 12 designed without a connecting rod is transferred to the crankshaft 3 by a direct connection between this piston 10, 12 and the associated piston 9, 11 of the respective pair of pistons. This direct connection between the pistons 9, 10 and 11, 12 is effected by means of a connecting member, which in this case consists of a jacket 17, respectively. 18, which is preferably detachable with the respective pistons 9, 10 and 10, respectively. 11, 12 is connected and, in addition to the connection function, also fulfills the normally usual piston jacket function. Slotted apertures 19 running parallel to the associated centerline are provided in the jackets 17, 18 for the passage of the crankshaft 3 (see Fig. 2).

Zoals de fig. 1 en 2 ook duidelijk tonen, is de omhullende van de kruk van de kruktap 15, 16 zo klein moge lijk gehouden, zodanig dat deze zich binnen de omtrek van de cilinders 5, 6 respectievelijk 7, 8 en bij voorkeur binnen de omtrek van de mantels 17, 18 uitstrekt, waardoor de tegenoverstaande cilinders 5 en 6, respectievelijk 7 en 8 zeer dicht in lijn tegenover elkaar kunnen worden geplaatst, waardoor de drijfstangen 13 en 14 en de mantels 17 en 18 dienovereenkomstig kort kunnen worden uitgevoerd, hetgeen een aanzienlijke gewichtsbesparing en een zeer compacte bouw van het cilinderblok oplevert. Dit is uiteraard het beste te verwezenlijken bij een motor met een relatief korte slag van de zuigers 9-12 en een relatief grote boring van de cilinders 5-8.As Figs. 1 and 2 also clearly show, the envelope of the crank of crank pin 15, 16 is kept as small as possible so that it is within the circumference of cylinders 5, 6 and 7, 8 and preferably inside the circumference of the jackets 17, 18 extends, whereby the opposite cylinders 5 and 6, 7 and 8, respectively, can be placed very closely in line, so that the connecting rods 13 and 14 and the jackets 17 and 18 can be made correspondingly short, which provides a considerable weight saving and a very compact construction of the cylinder block. This is of course best achieved with an engine with a relatively short stroke of the pistons 9-12 and a relatively large bore of the cylinders 5-8.

Het zal duidelijk zijn dat de weergegeven constructie uitblinkt door een zeer eenvoudige constructie met een minimum aan bewegende delen en zeer geringe afmetingen, hetgeen tevens resulteert in een zeer laag gewicht. Door de enkele drijfstang per zuigerpaar kunnen de bijbehorende cilinders van elk cilinderpaar in lijn tegenover elkaar liggen en kan de krukas zeer kort worden uitgevoerd.It will be clear that the construction shown excels in a very simple construction with a minimum of moving parts and very small dimensions, which also results in a very low weight. Due to the single connecting rod per pair of pistons, the corresponding cylinders of each cylinder pair can be aligned in line and the crankshaft can be made very short.

De tekening toont verder een tweede aspect van de uitvinding in de vorm van een bijzonder in- en uitlaatsysteem. Dit systeem omvat speciale kleporganen, die tussen een betreffend inlaatkanaal 20, respectievelijk een uitlaat-kanaal 21 en één van de bijbehorende cilinders 5-8 zijn geplaatst (zie fig. 2). Alle kleporganen bestaan uit klepwal-sen, die in de tekening met verwijzingscijfers 22-29 zijn aangeduid. De in lijn liggende klepwalsen van aangrenzende cilinders kunnen onderling met elkaar zijn verbonden of uit één stuk materiaal zijn gevormd. De klepwalsen 22-29 zijn draaiend aandrijfbaar om hun hartlijn, die loodrecht op de hartlijn van de bijbehorende cilinder 5-8 is geplaatst en in dit geval evenwijdig aan de hartlijn van de krukas 3 verloopt. De klepwalsen zijn door niet nader aangeduide lagers ondersteund en kunnen worden aangedreven door de krukas 3 op een wijze die bekend is voor de aandrijving van gebruikelijke nokkenassen.The drawing further shows a second aspect of the invention in the form of a special inlet and exhaust system. This system comprises special valve members placed between a respective inlet channel 20 and an outlet channel 21 and one of the associated cylinders 5-8, respectively (see Fig. 2). All valve members consist of valve rollers, which are designated 22-29 in the drawing. The aligned valve rollers of adjacent cylinders may be interconnected or formed from a single piece of material. The valve rollers 22-29 are rotatably drivable about their centerline, which is positioned perpendicular to the centerline of the associated cylinder 5-8 and in this case runs parallel to the centerline of the crankshaft 3. The valve rollers are supported by unspecified bearings and can be driven by the crankshaft 3 in a manner known for driving conventional camshafts.

Voor het tot stand brengen van de verbinding tussen het betreffende inlaat- respectievelijk uitlaatkanaal 20, 21 en de bijbehorende cilinder 5-8 is elke klepwals 22-29 uitge voerd met een met de omtrek daarvan in verbinding staande blinde uitholling 30, die in dit geval een ongeveer cirkelsegmentvormige dwarsdoorsnede met afgeronde hoek bezit. In dit geval wordt de verbiding tussen het in- of uitlaatkanaal 20, 21 en de bijbehorende cilinder 5-8 als het ware langs de betreffende klepwals tot stand gebracht.In order to establish the connection between the respective inlet or outlet channel 20, 21 and the associated cylinder 5-8, each valve roller 22-29 is provided with a blind recess 30 communicating with its periphery, which in this case has an approximately circular segmental cross section with rounded corner. In this case, the connection between the inlet or outlet channel 20, 21 and the associated cylinder 5-8 is effected, as it were, along the relevant valve roller.

In het weergegeven geval bezit elke cilinder 5-8 twee aan weerszijden van een bougie 31 geplaatste klepwalsen 22-29, die elk één uitholling 30 bezitten. Uiteraard zou het ook mogelijk zijn dat elke cilinder 5-8 slechts één bijbehorende klepwals heeft, die dan is uitgevoerd met twee afzonderlijke en ten opzichte van elkaar over een hoek verdraaid aangebrachte uithollingen, waarop bij de ene uitholling een inlaatkanaal en bij de andere uitholling een uitlaatkanaal aansluit. In dit geval zou natuurlijk kunnen worden gesproken van twee met elkaar in lijn liggende en onderling verbonden klepwalsen.In the illustrated case, each cylinder 5-8 has two valve rollers 22-29 disposed on either side of a spark plug 31, each having one recess 30. Of course, it would also be possible for each cylinder 5-8 to have only one associated valve roller, which is then provided with two separate recesses arranged at an angle to each other, with an inlet channel at one recess and a recess at the other recess. connect the exhaust duct. In this case, it could of course be said of two mutually aligned and mutually connected flap rollers.

In de fig. 1 en 2 zijn de klepwalsen 22-29 in verschillende standen te zien. Door pijlen is de bewegingsrichting van de verschillende bewegende onderdelen aangeduid.Figures 1 and 2 show the valve rollers 22-29 in different positions. Arrows indicate the direction of movement of the different moving parts.

De kruktappen 15, 16 van de krukas 3 zijn over 180° verzet en de ontstekingsvolgorde in de cilinders 5-8 is in dit illustratieve geval 5-6-8-7. Uiteraard kunnen de krukhoek en de ontstekingsvolgorde naar wens worden gekozen.The crank pins 15, 16 of the crankshaft 3 are offset by 180 ° and the firing order in the cylinders 5-8 in this illustrative case is 5-6-8-7. Naturally, the crank angle and the ignition sequence can be selected as desired.

In fig. 1 begint zuiger 9 in cilinder 5 juist aan de compressieslag, terwijl in cilinder 6 de zuiger 10 aan zijn inlaatslag begint, waarbij de uitholling 30 in de klepwals 24 juist de verbinding tussen het betreffende inlaatkanaal 20 en de cilinder 6 heeft vrijgegeven. In cilinder 7 heeft zojuist de ontsteking plaatsgevonden en begint nu de expansieslag van de zuiger 11. Tenslotte staat de zuiger 12 in cilinder 8 aan het begin van de uitlaatslag, waarbij de klepwals 28 de cilinder 8 met het uitlaatkanaal 21 verbindt.In fig. 1 piston 9 in cylinder 5 just starts the compression stroke, while in cylinder 6 piston 10 starts its inlet stroke, the hollow 30 in the valve roller 24 just releasing the connection between the respective inlet channel 20 and the cylinder 6. In cylinder 7 the ignition has just taken place and the expansion stroke of the piston 11 now begins. Finally, the piston 12 in cylinder 8 is at the beginning of the exhaust stroke, the valve roller 28 connecting the cylinder 8 to the outlet channel 21.

Uiteraard dient bij het comprimeren en expanderen van het gasmengsel in de cilinders een zeer goede afdichting van de klepwalsen te zijn gewaarborgd teneinde het ontsnappen van gas uit de cilinder te verhinderen.Of course, when compressing and expanding the gas mixture in the cylinders, a very good sealing of the valve rollers must be ensured in order to prevent the escape of gas from the cylinder.

In fig. 2 is de krukas 3 in een andere stand weergegeven, waarbij zuiger 9 juist aan zijn inlaatslag en zuiger 20 aan zijn compressieslag is begonnen.Fig. 2 shows the crankshaft 3 in a different position, with piston 9 just starting its intake stroke and piston 20 starting its compression stroke.

De klepwals 22 is geopend zodat een vers gasmengsel via de uitholling 30 de cilinder 5 kan binnentreden. Door de draaiing van de klepwals 22 zal aan het binnentredende gasmengsel een waaierbeweging van de omtrek naar het midden van de cilinder 5 worden gegeven, hetgeen een goede cilinder-vulling oplevert.The valve roller 22 is opened so that a fresh gas mixture can enter the cylinder 5 via the hollow 30. By the rotation of the valve roller 22, the entering gas mixture will be given a fan movement from the circumference to the center of the cylinder 5, which results in a good cylinder filling.

De doorlaat van de klepwalsen 22-29 en de kleptiming hiervan kunnen op eenvoudige wijze worden gevarieerd door het variëren van de grootte en vorm van de uitholling 30. De diameter van de klepwalsen bepaalt de maximale doorlaat.The passage of the valve rollers 22-29 and the valve timing thereof can be varied in a simple manner by varying the size and shape of the recess 30. The diameter of the valve rollers determines the maximum passage.

Uit het bovenstaande volgt, dat de uitvinding een in- en uitlaat-systeem voor een verbrandingsmotor verschaft, dat in principe een eenvoudige constructie bezit en zeer weinig plaatsruimte inneemt.From the above it follows that the invention provides an intake and exhaust system for a combustion engine, which in principle has a simple construction and takes up very little space.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeeld dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.The invention is not limited to the exemplary embodiment described above and shown in the drawing, which can be varied in various ways within the scope of the invention.

Claims (8)

1. Verbrandingsmotor met ten minste een paar tegenover elkaar liggende cilinders, in elk waarvan een zuiger kan oscilleren, waarbij de zuigers met behulp van een drijfstang in verbinding staan met een draaiend gelagerde krukas met het kenmerk, dat slechts één van de zuigers van elk paar door middel van de drijfstang met de krukas is verbonden, terwijl de andere zuiger van het paar met behulp van een verbindingsorgaan direkt met de ene zuiger is verbonden.Combustion engine with at least a pair of opposing cylinders, in each of which a piston can oscillate, the pistons being connected by a connecting rod to a rotary bearing crankshaft characterized in that only one of the pistons of each pair is connected to the crankshaft by means of the connecting rod, while the other piston of the pair is directly connected to the one piston by means of a connecting member. 2. Verbrandingsmotor volgens conclusie 1, waarbij het verbindingsorgaan bestaat uit een de zuigers verbindende mantel, die in de betreffende cilinders is geleid en is uitgevoerd met openingen voor het doorleiden van de krukas.Combustion engine according to claim 1, wherein the connecting member consists of a casing connecting the pistons, which is guided in the respective cylinders and is provided with openings for the passage of the crankshaft. 3. Verbrandingsmotor volgens conclusie 1 of 2, waarbij de omhullende van de kruk van de krukas zich althans ongeveer binnen de omtrek van de bijbehorende cilinders uitstrekt.Combustion engine according to claim 1 or 2, wherein the casing of the crankshaft crank extends at least approximately within the circumference of the associated cylinders. 4. Verbrandingsmotor volgens een der voorgaande conclusies, met een op elke cilinder aangesloten inlaat- en uitlaatkanaal en een tussen het inlaat- resp. uitlaatkanaal en de betreffende cilinder aangebracht kleporgaan, dat bestaat uit een draaiend aandrijfbare klepwals met een met de omtrek daarvan in verbinding staande uitholling, waardoor de verbinding tussen het betreffende inlaat- resp. uitlaatkanaal en de bijbehorende cilinder tot stand brengbaar is.Combustion engine according to one of the preceding claims, with an inlet and outlet duct connected to each cylinder and one between the inlet and outlet. outlet channel and the relevant cylinder provided valve member, which consists of a rotatably drivable valve roller with a recess communicating with its circumference, whereby the connection between the respective inlet or outlet. exhaust duct and associated cylinder can be established. 5. Verbrandingsmotor volgens conclusie 4, waarbij de uitholling in de klepwals blind is.Combustion engine according to claim 4, wherein the hollowing in the valve roller is blind. 6. Verbrandingsmotor volgens conclusie 5, waarbij de uitholling althans ongeveer cirkelsegmentvormig is.Combustion engine according to claim 5, wherein the hollowing is at least approximately circle-shaped. 7. Verbrandingsmotor volgens een der conclusies 4-6, waarbij de klepwals van een keramisch materiaal is vervaardigd.Combustion engine according to any one of claims 4-6, wherein the valve roller is made of a ceramic material. 8. Verbrandingsmotor met een verbrandingsruimte, een op de verbrandingsruimte aangesloten inlaat- en uitlaatkanaal en een tussen het inlaat- resp. uitlaatkanaal en de verbrandingsruimte aangebracht kleporgaan voor het afwisselend afsluiten van de verbrandingsruimte en in verbinding brengen van de verbrandingsruimte en het inlaat- resp. uitlaatkanaal, met het kenmerk, dat het kleporgaan bestaat uit een draaiend aandrijfbare klepwals met een met de omtrek daarvan in verbinding staande uitholling, waardoor de verbinding tussen het betreffende kanaal en de verbrandingsruimte tot stand brengbaar is.8. Combustion engine with a combustion chamber, an inlet and outlet duct connected to the combustion chamber and one between the inlet and outlet. exhaust duct and the combustion chamber arranged valve member for alternately closing the combustion chamber and connecting the combustion chamber and the inlet and / or outlet. exhaust channel, characterized in that the valve member consists of a rotatably drivable valve roller with a recess communicating with its circumference, so that the connection between the relevant channel and the combustion space can be established.