NL8903090A - Werkwijze en inrichting voor schuren. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor schuren. Download PDF

Info

Publication number
NL8903090A
NL8903090A NL8903090A NL8903090A NL8903090A NL 8903090 A NL8903090 A NL 8903090A NL 8903090 A NL8903090 A NL 8903090A NL 8903090 A NL8903090 A NL 8903090A NL 8903090 A NL8903090 A NL 8903090A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sanding
workpiece
members
abrasive
belt
Prior art date
Application number
NL8903090A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Marunaka & Co Ltd Marunaka Kak
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP63234242A external-priority patent/JPH0798309B2/ja
Priority claimed from JP63234243A external-priority patent/JPH07121503B2/ja
Priority claimed from JP14867388U external-priority patent/JPH0270964U/ja
Priority claimed from JP14867488U external-priority patent/JPH0270965U/ja
Application filed by Marunaka & Co Ltd Marunaka Kak filed Critical Marunaka & Co Ltd Marunaka Kak
Publication of NL8903090A publication Critical patent/NL8903090A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B21/00Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor
    • B24B21/02Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor for grinding rotationally symmetrical surfaces
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24DTOOLS FOR GRINDING, BUFFING OR SHARPENING
    • B24D11/00Constructional features of flexible abrasive materials; Special features in the manufacture of such materials
    • B24D11/02Backings, e.g. foils, webs, mesh fabrics
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B21/00Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor
    • B24B21/04Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor for grinding plane surfaces
    • B24B21/06Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor for grinding plane surfaces involving members with limited contact area pressing the belt against the work, e.g. shoes sweeping across the whole area to be ground
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B21/00Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor
    • B24B21/04Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor for grinding plane surfaces
    • B24B21/06Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor for grinding plane surfaces involving members with limited contact area pressing the belt against the work, e.g. shoes sweeping across the whole area to be ground
    • B24B21/08Pressure shoes; Pressure members, e.g. backing belts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B21/00Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor
    • B24B21/16Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor for grinding other surfaces of particular shape
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B21/00Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor
    • B24B21/18Accessories
    • B24B21/20Accessories for controlling or adjusting the tracking or the tension of the grinding belt
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B21/00Machines or devices using grinding or polishing belts; Accessories therefor
    • B24B21/18Accessories
    • B24B21/22Accessories for producing a reciprocation of the grinding belt normal to its direction of movement

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Finish Polishing, Edge Sharpening, And Grinding By Specific Grinding Devices (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor schuren.
De uitvinding heeft betrekking op een schuurmethode en schuur-inrichting en meer in het bijzonder op een werkwijze en inrichting voor het op een doeltreffende en zeer nauwkeurige wijze slijpen van een niet-geverfd of geverfd oppervlak van een houten component van uit hout bestaand meubilair en uit hout bestaande onderdelen.
Vele delen van uit hout bestaand meubilair en houten onderdelen, zoals deuren en decoratiepanelen, omvatten in het algemeen ramen met gesneden of ongelijkmatige oppervlakken, die langwerpige rechte convexe en concave gedeelten omvatten. Nadat het oppervlak van een houten raam door een machine is gesneden, wordt het gesneden oppervlak geschuurd en geverfd en daarna wordt de geverfde film geschuurd om het geschuurde oppervlak egaal af te werken.
De fig. 1 en 2 van de bijgaande tekeningen tonen een conventionele inrichting voor het schuren van een gesneden houten oppervlak en een geverfd houten oppervlak. Zoals aangegeven in fig. 1 is een werkstuk (raam) 4 op een horizontale tafel 2 geplaatst en worden toevoer-rollen 6a, 6b in linkse richting (fig. 1) en wel in de richting van de pijlen geroteerd om het werkstuk 4 in de richting van de pijl naar links te bewegen.
Een schuurriem 10 zonder eind, die om de rollen 8a, 8b is geslagen, bevindt zich boven de tafel 2 en strekt zich uit in de richting, waarin het werkstuk 4 wordt voortbewogen. De rollen 8a, 8b worden in linkse richting geroteerd (fig. 1) om de schuurriem 10 in een richting te bewegen, welke tegengesteld is aan de bewegingsrichting van het werkstuk 4, en tegelijkertijd wordt het gedeelte van de schuurriem 10 tussen de rollen 8a, 8b naar beneden tegen het werkstuk 4 gedrukt door een lichaam 12 teneinde het werkstuk 4 te schuren. Het geschuurde oppervlak van het werkstuk 4 is gesneden of bezit een langwerpig recht convex gedeelte 4a en een naastgelegen langwerpig recht concaaf gedeelte 4b, elk met een gebogen dwarsdoorsnedeconfiguratie. Het lichaam 12 bezit een drukvlak 12a (fig. 2) dat eveneens een concaaf en een convex gedeelte bezit, welke gedeelten complementair zijn aan de respectieve convexe en concave gedeelten 4a en 4b van het werkstuk 4.
Bij de conventionele schuurinrichting dient de breedte van de schuurriem 10 groter te zijn dan de breedte van het lichaam 12 opdat de schuurriem 10 niet zal losraken van het lichaam 12 wanneer het werkstuk 4 wordt geschuurd. Derhalve bezit de schuurriem 10 tegenover elkaar gelegen randgedeelten 10a, 10b met een betrekkelijk grote breedte, welke niet worden gebruikt bij het schuren van het werkstuk 4, hetgeen derhalve betrekkelijk oneconomisch is.
Aangezien het lichaam 12 tegen het binnenvlak van de schuurriem 10 wordt gedrukt, welke door de roteerbare rollen 8a, 8b wordt bewogen, slijten het binnenoppervlak van de schuurriem 10 en het druk-vlak 12a van het lichaam 12 snel in sterke mate. Om te beletten, dat het lichaam 12 te snel slijt, is het nodig een slijtagebestendige kunsthars of een slijtagebestendig materiaal, zoals grafiet of dergelijke op het drukvlak 12a van het lichaam 12 aan te brengen. Derhalve zijn de kosten van het lichaam 12 hoog.
Een ander probleem is, dat omdat de beweegbare schuurriem 10 door het lichaam 12 tegen het werkstuk 4 wordt gedrukt, het werkstuk 4 wordt onderworpen aan grote weerstandskrachten, welke werkzaam zijn in een richting, die tegengesteld is aan de bewegingsrichting van het werkstuk 4. Derhalve is een vrij krachtig aandrijfmechanisme nodig om het werkstuk 4 in de richting van de pijl op de tafel 2 voort te bewegen.
In verband met het derhalve vereiste krachtige bedieningsmechanisme is de inrichting ook oneconomisch en heeft deze grote afmetingen.
Voorts is gezien de grote belastingskrachten, welke nodig zijn om het werkstuk door de schuurinrichting te bewegen, een groot aantal rollen, inclusief de bovenste rollen 6a en de onderste rollen 6b nodig. Het grote vereiste aantal rollen en meer in het bijzonder de bovenste rollen 6a daarvan, maken het lastig te voorzien in een schuurriem, die op een zeer nauwkeurige wijze toegang kan verkrijgen tot binnenste gebieden van het werkstuk. Zo kan bijvoorbeeld, als aangegeven in fig. 2, een binnenoppervlaktecontour 4c van het werkstuk niet op een nauwkeurige en gelijkmatige wijze worden geschuurd.
Tijdens het schuren wordt de schuurriem 10 sterk gespannen aangezien het lichaam 12 tegen het binnenvlak van de zich bewegende schuurriem 10 wordt gedrukt om het werkstuk 4 te schuren. Ofschoon het convexe oppervlak 4a van het werkstuk 4 goed kan worden geschuurd, kunnen de steile oppervlakken van het concave oppervlak 4b niet voldoende worden geschuurd. Dientengevolge kan het geboven oppervlak van het werkstuk 4 niet in zijn geheel op een uniforme wijze worden geschuurd. Indien het concave gedeelte 4b moet worden geschuurd in een mate, waarin dit nodig is, zal het convexe oppervlak 4a op een excessieve wijze worden geschuurd. Wanneer het geverfde oppervlak wordt geschuurd, kan de verffilm lokaal worden verwijderd. Voorts kan het ook voorkomen, dat het niet mogelijk is zich toegang te verschaffen tot binnenoppervlaktecontouren 4c bij een dergelijk gebogen werkstuk, en deze nauwkeurig te schuren.
Het drukoppervlak 12a van het lichaam 12 heeft een vorm, welke complementair is aan het gebogen oppervlak van het werkstuk 4, zoals boven is beschreven. De configuratie van een dergelijk gebogen oppervlak heeft evenwel de neiging om van werkstuk tot werkstuk te variëren en het is onmogelijk de schuurriem 10 in een goed en betrouwbaar contact met de gebogen oppervlakken van verschillende werkstukken 4 door middel van het aandrukvlak 12a van het lichaam 12 te houden. Het gebruik van het lichaam 12 voor het schuren van gebogen oppervlakken van verschillende werkstukken 4 leidt derhalve tot schuurdefecten.
Wanneer het werkstuk door de schuurriem 10 wordt geschuurd, kan het schuurmiddel van de schuurriem 10 worden belast en binnen een betrekkelijk korte periode nutteloos worden in afhankelijkheid van de schuursnelheid en de druk waarmede de schuurriem 10 tegen het werkstuk 4 wordt gedrukt. Wanneer de schuurriem 10 wordt toegepast voor het schuren van het werkstuk 4, wordt de schuurriem 10 warm waardoor de verslechtering en de belasting daarvan worden versneld. De verwarming van de schuurriem 10 is ook verantwoordelijk voor het thermisch modificeren van het geverfde oppervlak van het werkstuk 4, dat wordt geschuurd.
Een andere bekende schuurinrichting omvat schuurpapier, dat is aangebracht op het gehele drukoppervlak van een lichaam, dat ten opzichte van een werkstuk heen en weer wordt bewogen terwijl het schuurpapier tegen het oppervlak van het werkstuk, dat moet worden geschuurd, wordt gedrukt.
Aangezien de schuurinrichting hevige trillingen veroorzaakt wanneer het lichaam heen en weer wordt bewogen, moet de schuurinrichting zelf een speciale trillingen-isolerende structuur hebben. De trillingen van de schuurinrichting en de mate van weerstand ten aanzien van de beweging van het lichaam verschillen in sterke mate tussen de bewegingsrichting van het werkstuk en de tegengestelde richting, met het gevolg, dat het oppervlak van het werkstuk niet op een uniforme en egale wijze kan worden geschuurd. Aangezien het schuurpapier aan het lichaam zelf is bevestigd, moet het lichaam betrekkelijk dikwijls worden vervangen en de vervangingsprocedure is lastig en tijdrovend.
De kosten van de schuurinrichting zijn hoog omdat deze een aantal ver-vangingslichamen vereist.
Een primair oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het op een doeltreffende wijze schuren van werkstukken met een schuurriem, waarbij de weerstand ten aanzien van de beweging van de werkstukken en trillingen, welke daarop worden uitgeoefend, in de grootst mogelijke mate worden gereduceerd, doordat wordt voorzien in een schuurinrichting met twee schuurmechanismen, die steeds in onderling tegengestelde richtingen bewegen teneinde de krachten, die op het werkstuk door het schuurmechanisme worden uitgeoefend, op een doeltreffende wijze aan elkaar gelijk te maken en de belastingseisen om het werkstuk door de schuurinrichting te bewegen tot een minimum terug te brengen. Tegelijkertijd kan aangezien de belastingseisen worden gereduceerd, een aantal van de rollen, welke normaliter nodig zijn om het werkstuk te bewegen worden geëlimineerd. Derhalve kan het schuurmechanisme minder ruimte innemen en zelfs binnengebieden, zoals bijvoorbeeld binnenoppervlaktecontouren van het werkstuk op de meest nauwkeurige wijze bereiken. Derhalve kan de schuurriem op een betrouwbare wijze in innig contact met gebogen of ongelijkmatige oppervlakken van het werkstuk worden gehouden zelfs indien de werkstukoppervlakken verschillende vormen hebben, zodat de werkstukken zeer nauwkeurig kunnen worden geschuurd.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, welke de stappen omvat van het verschaffen van een aantal schuuronderdelen, die naast elkaar zijn gelegen, het aandrukken van de schuuronderdelen tegen het oppervlak van het werkstuk, en het gelijktijdig heen en weer bewegen van de schuuronderdelen in onderling verschillende richtingen.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurmethode, waarbij het werkstuk in een toevoerrichting wordt toegevoerd, de schuuronderdelen naast elkaar gelegen in hoofdzaak langs de toevoerrichting worden opgesteld en de schuuronderdelen gelijktijdig in de toevoerrichting in onderling verschillende richtingen heen en weer worden bewogen.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurmethode, waarbij de schuuronderdelen in hoofdzaak uit strook-vormige schuuronderdelen bestaan, welke werkwijze omvat het intermitterend toevoeren van deze strookvormige schuuronderdelen over opeenvolgende lengten in een richting, dwars op de onderling verschillende richtingen teneinde het oppervlak van het werkstuk met achtereenvolgens nieuwe schuurgebieden van het strookvormige schuuronderdeel te schuren.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk omvattende tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te bewegen, en een schuurmechanisme om een schuuronderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde dit oppervlak te schuren, waarbij het schuuronderdeel bestaat uit een in hoofdzaak strookvormig schuuronderdeel, dat in een richting dwars op de genoemde ene richting is georiënteerd.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarbij het schuurmechanisme is voorzien van een lichaam en toevoerorganen, welke op het lichaam zijn gemonteerd om het strookvormige schuuronderdeel intermitterend over opeenvolgende lengten naar het oppervlak van het werkstuk te voeren.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin het strookvormige schuuronderdeel bestaat uit een schuurriem zonder eind, waarbij de toevoerorganen zijn voorzien van een aandrijfrol, waarom de schuurriem is geslagen, palwielorganen, welke met de aandrijfrol samenwerken, en een bedieningsinrichting om de aandrijfrol in slechts één richting via de palwielorganen in hoek-incrementen te roteren.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de bedieningsinrichting bestaat uit een cilinder met een zuigerstang, en de toevoerorganen voorts zijn voorzien van een ketting waarvan één uiteinde met de zuigerstang is verbonden, een kettingwiel, dat met de palwielorganen samenwerkt, waarbij de ketting om het kettingwiel is geslagen, een veer, die met het andere uit- einde van de ketting is verbonden, waardoor de cilinder zodanig wordt beïnvloed, dat de ketting in longitudinale richting een trekkracht ondergaat teneinde te veroorzaken, dat het kettingwiel de aandrijfrol in een eerste richting roteert, en de cilinder buiten werking wordt gesteld om het mogelijk te maken, dat het kettingwiel slechts in een tweede richting tegengesteld aan de eerste richting onder de voorspanning van de veer roteert.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de cilinder een luchtcilinder omvat, verder voorzien van een mondstuk, dat met deze luchtcilinder is verbonden om lucht, die uit de luchtcilinder wordt afgevoerd, tegen de schuur-riem te richten teneinde de schuurriem te reinigen.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de toevoerorganen verder zijn voorzien van een instelschroef en een veerkrachtig onderdeel, welke samenwerken met tegenover elkaar gelegen zijden van een roteerbare as, die zich in de asrichting van de aandrijfrol uitstrekt, waardoor de aandrijfrol kan worden gekanteld door de instelschroef te roteren.
Weer een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, welke verder is voorzien van een blok, dat tenminste verticaal beweegbaar is, en een arm, die op het blok is gemonteerd, waarbij het lichaam kantelbaar op de arm wordt ondersteund.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarbij het schuurmechanisme verder is voorzien van ten minste één zwaaiarm waarvan één uiteinde aan het lichaam is bevestigd en veerkrachtig wordt voorgespannen door een veerkrachtig onderdeel, en een rol, die op het andere uiteinde van de zwaaiarm wordt ondersteund, waarbij de schuurriem tevens om deze rol is geslagen.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin het schuurmechanisme is voorzien van een paar zwaaiarmen waarvan de uiteinden respectievelijk zijn bevestigd aan tegenover elkaar gelegen zijden van het lichaam, een paar rollen, die op respectieve andere uiteinden van de zwaaiarmen worden ondersteund, waarbij de schuurriem tevens om deze rollen is geslagen, en een lichaam, dat beweegbaar op het lichaam tussen de rollen is gemonteerd, e.e.a. zodanig, dat de schuurriem tegen het oppervlak van het werkstuk kan worden gedrukt door een verplaatsing van het lichaam naar het werkstuk.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin het schuurmechanisme tevens is voorzien van een cilinder en een veerkrachtig onderdeel om te veroorzaken, dat het lichaam de schuurriem veerkrachtig tegen het oppervlak van het werkstuk drukt.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de tafelorganen zijn voorzien van een eerste tafel, welke zich in de genoemde ene richting uitstrekt, en een hulptafel, welke zich langs de eerste tafel bevindt en wat positie betreft instelbaar is in een richting, welke loodrecht staat op de genoemde ene richting.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de tafelorganen verder zijn voorzien van een tweede tafel, die verticaal beweegbaar onder de eerste tafel is opgesteld.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, welke verder is voorzien van een besturingskast om de werking van het schuurmechanisme te besturen, welke kast wat positie betreft instelbaar in een richting loodrecht op de genoemde ene richting is uitgevoerd.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, welke verder is voorzien van een afzuigopening voor het afzuigen van schuurdeeltjes, welke afzuigpoort zich bevindt bij een gebied, waar het oppervlak van het werkstuk en het schuuronder-deel met elkaar samenwerken.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, welke inrichting is voorzien van tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te voeren, en een paar schuurmechanismen om respectieve schuuronderdelen tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde het oppervlak te schuren, welke schuurmechanismen zijn voorzien van respectieve lichamen om de schuuronderdelen tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken, waarbij de schuurmechanismen in onderling verschillende richtingen langs de genoemde ene richting heen en weer beweegbaar zijn.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin elk van de lichamen een drukvlak bezitten, dat in vorm complementair is aan de vorm van het oppervlak van het werkstuk, en waarbij elk van de schuurmechanismen is voorzien van een cilinder en een veerkrachtig onderdeel om te veroorzaken, dat het lichaam het schuuronderdeel veerkrachtig tegen het oppervlak van het werkstuk drukt.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarbij elk van de schuuronderdelen een schuur-riem zonder eind omvat.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, welke verder is voorzien van een blok, dat tenminste verticaal beweegbaar is, waarbij de eerste en tweede schuurmechanismen beweegbaar op het blok zijn gemonteerd, en verplaatsingsorganen om de eerste en tweede schuurmechanismen heen en weer naar en vanaf elkaar te bewegen.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de verplaatsingsorganen zijn voorzien van een rotatieaandrijfbron, en een paar krukorganen, die operatief met de rotatieaandrijfbron zijn gekoppeld, waarbij de krukorganen operatief met de eerste en tweede schuurmechanismen zijn verbonden, waardoor de eerste en tweede schuurmechanismen door de rotatieaandrijfbron via de respectieve krukorganen naar en van elkaar af kunnen worden bewogen.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de verplaatsingsorganen zijn voorzien van een paar lineaire bedieningsinrichtingen om de eerste en tweede schuurmechanismen respectievelijk naar en vanaf elkaar te verplaatsen.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, welke verder is voorzien van geleidingsorganen, die op het blok zijn gemonteerd, waarbij de eerste en tweede schuurmechanismen zijn voorzien van respectieve sleden, die op de geleidingsorganen zijn gemonteerd, waarbij respectieve armen met de respectieve sleden zijn gekoppeld, en respectieve lichamen kantelbaar op de respectieve armen worden ondersteund.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin elk van de schuurmechanismen verder is voorzien van ten minste één zwaaiarm waarvan één uiteinde aan het lichaam is bevestigd en veerkrachtig door een veerkrachtig onderdeel wordt voor-gespanning, en een rol, die aan het andere uiteinde van de zwaaiarm wordt ondersteund, waarbij elk van de schuuronderdelen een schuurriem zonder eind omvatten, die om de rol is geslagen.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin elk van de schuurmechanismen is voorzien van een paar zwaaiarmen waarvan de uiteinden respectievelijk aan tegenover elkaar gelegen zijden van het lichaam zijn bevestigd, en een paar rollen, die op de respectieve andere uiteinden van de zwaaiarmen worden ondersteund, waarbij de schuurriem tevens om deze rollen is geslagen, en elk van de lichamen beweegbaar'op het lichaam tussen de rollen is gemonteerd, e.e.a. zodanig, dat de schuurriem tegen het oppervlak van het werkstuk kan worden gedrukt door het lichaam naar het werkstuk te verplaatsen.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de tafelorganen zijn voorzien van een eerste tafel, die zich in de genoemde ene richting uitstrekt, en een hulptafel, die zich langs de eerste tafel uitstrekt en wat positie betreft in een richting loodrecht op de genoemde ene richting instelbaar is.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin de tafelorganen verder zijn voorzien van een tweede tafel, die verticaal beweegbaar onder de eerste tafel is opgesteld.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, welke verder is voorzien van een besturingskast om de werking van de schuurmechanismen te besturen, welke kast wat positie betreft isntelbaar in een richting loodrecht op de genoemde ene richting is opgesteld.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, welke verder is voorzien van een afzuigopening voor het afzuigen van schuurdeeltjes, welke afzuigopening bij een gebied is opgesteld, waar het oppervlak van het werkstuk en de schuuronderdelen met elkaar samenwerken.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, welke inrichting is voorzien van tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te bewegen, een een schuurmechanisme om een schuur-onderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde het oppervlak te schuren, waarbij het schuurmechanisme is voorzien van een lichaam om het schuuronderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken, welk lichaam is voorzien van een drukvlak, waarvan de vorm complementair is aan die van het oppervlak van het werkstuk, en in welk lichaam ten minste één snede aanwezig is, welke het lichaam in aantal drukgebieden verdeelt.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarbij het lichaam is voorzien van een aantal sneden, die in het drukvlak aanwezig zijn en zich dwars op de genoemde ene richting uitstrekken.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin het lichaam in een hoek daarvan is voorzien van een holte, en wat vorm betreft complementair is aan een oppervlak bij een hoek van het werkstuk.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin het schuurmechanisme is voorzien van een bedieningsinrichting en een bevestigingsvoet, welke door de bedieningsinrichting kan worden bewogen, waarbij het lichaam aan de bevestigingsvoet is bevestigd, welke bevestigingsvoet is voorzien van een paar geleidingen, die zich vanuit tegenover elkaar gelegen zijden daarvan over de genoemde ene richting naar beneden uitstrekken, en het lichaam tussen deze geleidingen wordt vastgehouden.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, voorzien van tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te voeren, en een schuurmechanisme om een schuuronderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde het oppervlak te schuren, welk schuuronderdeel is voorzien van een in hoofdzaak strookvormig schuuronderdeel met daarin ruimten om te beletten, dat het schuuronderdeel wordt belast en wrijvingswarmte uitstraalt, welke wordt opgewekt wanneer het oppervlak van het werkstuk door het schuuronderdeel wordt geschuurd.
Een verder oogmerk van de uitvinding is verschaffen van een schuurinrichting, waarin het schuuronderdeel is voorzien van een aantal openingen, welke daarin als de genoemde ruimten zijn gedefinieerd.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin het schuuronderdeel een maasstructuur met de genoemde ruimten bezit.
Een verder oogmerkt van de uitvinding is het verschaffen van een schuurinrichting, waarin het strookvormige schuuronderdeel bestaat uit een schuurriem zonder eind.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 en 2 respectievelijk een verticaal vooraanzicht en een verticale dwarsdoorsnede, welke de wijze aangeven waarop een werkstuk met een conventionele schuurinrichting wordt geschuurd; fig. 3 een perspectivisch aanzicht is van een schuurinrichting voor het uitvoeren van een schuurmethode volgens de uitvinding; fig. 4 een verticaal zijaanzicht is van de in fig. 3 afge-beelde schuurinrichting; fig. 5 een perspectivisch aanzicht van verplaatsingsorganen van de schuurinrichting volgens de uitvinding; fig. 6 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van toevoer-organen van de schuurinrichting volgens de uitvinding; fig. 7 een verticaal achteraanzicht van een schuurmechanisme van de schuurinrichting volgens de uitvinding; fig. 8 een vergroot perspectivisch aanzicht van een lichaam van de schuurinrichting volgens de uitvinding; fig. 9 een verticaal vooraanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, waarbij het lichaam volgens fig. 8 is aangegeven; fig. 10 een gedeeltelijk aanzicht ter illustratie van de wijze waarop een werkstuk door de schuurinrichting volgens de uitvinding wordt geschuurd; fig. 11 een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de verplaatsingsorganen volgens de uitvinding; en fig. 12 een perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm van een schuurriem volgens de uitvinding.
De fig. 3 en 4 illustreren een schuurinrichting, welke in het algemeen is aangegeven met 20, volgens de uitvinding. De schuurinrichting 20 omvat een voet 22, die op een vloer is geïnstalleerd, een gestel 24, dat op de vloer voor de voet 22 is opgesteld en een opstaand huis 26, dat op de vloer zijdelings ten opzichte van de voet 22 is opgesteld. Een betrekkelijk lange eerste tafel 28 is horizontaal op het bovenste eind van het gestel 24 geïnstalleerd en omvat een bovenste glad steunvlak 30 en een langwerpige geleidingswand 32, welke zich dwars op één zijde van de eerste tafel en naar boven vanuit het steunvlak 30 uitstrekt, waarbij de geleidingswand 32 zich in de lengterichting van de eerste tafel 28 uitstrekt. Een paar toevoerrollen 34a, 34b is in hoofdzaak centraal in de eerste tafel 28 ondersteund, waarbij deze toevoerrollen 34a, 34b op een selectieve wijze in tegengestelde richtingen kunnen worden geroteerd door een (niet weergegeven) rotatieaandrijfbron. De toevoerrollen 34a, 34b bezitten bovenste uiteinden, die iets naar boven uit het steunvlak 30 uitsteken. Twee geleidingsstaven 36a, 36b strekken zich in axiale richting glijdbaar door de eerste tafel 28 in de dwarsrichting daarvan uit. Aan de uiteinden van de geleidingsstaven 36a, 36b is een hulptafel 38 bevestigd. De hulptafel 38 bezit een bovenvlak op hetzelfde niveau als het steunvlak 30 van de eerste tafel 28.
De hulptafel 38 kan ten opzichte van de eerste tafel 28 in dwarsrichting worden bewogen om de afstand tussen de tafels 28, 38 in afhankelijkheid van de afmetingen van een werkstuk dat door de schuurinrichting 20 moet worden geschuurd, in te stellen.
Een eerste schroefas 40 wordt roteerbaar op het gestel 24 onder de eerste tafel 28 ondersteund en in ingrijping gehouden met tweede schroefassen 42a, 42b, welke zich verticaal aan de tegenover elkaar gelegen uiteinden van het gestel 24 uitstrekken en daardoor roteerbaar worden ondersteund. Een handgreep 44 is op één uiteinde van van de eerste schroefas 40 gemonteerd. Op de tweede schroefassen 42a, 42b is een tweede 'tafel 46 ondersteund. De tweede tafel 46 bezit toevoerrollen 48a, 48b, die op een selectieve wijze in tegengestelde richtingen kunnen worden geroteerd door een (niet afgebeelde) rotatieaandrijfbron.
Op een bovenste gedeelte van het huis 26 is door middel van hef- en strijkorganen 50 een blok 52 gemonteerd. De hef- en strijk- organen 50 omvatten een roteerbare as 56, die met een handgreep 54 is verbonden en met een (niet weergegeven) kogelschroef of dergelijke zodanig is gekoppeld, dat het blok 52 naar boven en naar beneden kan worden bewogen door de as 56 met de handgreep 54 te roteren. Het blok 52 kan ook ten opzichte van de hef- en strijkorganen 50 in richtingen over de eerste tafel 28 door middel van een (niet weergegeven) bedieningsinrichting heen en weer worden bewogen.
Aan het eindvlak van het blok 52, dat naar het gestel 24 uitsteekt, is een geleidingsgestel 58 bevestigd. Een paar evenwijdige, in verticale richting op een afstand van elkaar gelegen geleidingsstaven 60a, 60b is op het geleidingsgestel 58 gemonteerd. Eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b zijn op de geleidingsstaven 60a, 60b gemonteerd en kunnen door verplaatsingsorganen 64 in onderling tegengestelde richtingen heen en weer worden bewogen.
Zoals weergegeven in fig. 5, omvatten de verplaatsingsorganen 64 een rotatieaandrijfbron 66, die star op het blok 52 is gemonteerd en voorzien is van een (niet weergegeven) roteerbare as, waarop een eerste riemschijf 68 is gemonteerd. De eerste riemschijf 68 is operatief door een riem 70 verbonden met een tweede riemschijf 72, die op een roteerbare as 74 is gemonteerd. De as 74 strekt door het blok 52 naar het geleidingsgestel 58 uit en ondersteunt daarop een eerste tandwiel 76, dat in ingrijping wordt gehouden met een tweede tandwiel 78. Pennen 82a, 82b van krukorganen 80a, 80b zijn respectievelijk excentrisch met de eerste en tweede tandwielen 76, 78 verbonden. De krukorganen 80a, 80b omvatten ook respectieve krukonderdelen 84a, 84b, welke respectievelijk zijn gekoppeld met sleden 86a, 86b van de eerste en tweede slijp-mechanismen 62a, 62b. De sleden 86a, 86b passen glijdbaar over de geleidingsstaven 60a, 60b teneinde op het geleidingsgestel 58 te worden ondersteund.
De eerste en tweede.schuurmechanismen 62a, 62b zijn constructief en functioneel aan elkaar gelijk. Derhalve zal hieronder slechts het eerste schuurmechanisme 62a gedetailleerd worden beschreven, waarbij de componenten van het tweede schuurmechanisme 62b worden voorzien van dezelfde verwijzingen met een suffix b.
Het eerste schuurmechanisme 62a omvat een plaatvormige steun 88a, welke aan de slede 66a is bevestigd en voorzien is van een opening 90a, die zich in een onderste gedeelte daarvan bevindt, en een gebogen geleidingsgroef 92a, welke zich in een bovenste gedeelte daarvan bevindt en zich om de opening 90a uitstrekt. Zoals aangegeven in de fig. 3 en 4 zijn twee van schroefdraad voorziene knoppen 94a, 95a via de opening 90a resp. de geleidingsgroef 92a ingebracht en deze knoppen bezitten uiteinden, welke in respectieve van schroefdraad voorziene openingen (niet weergegeven) die zich in een lichaam 96a bevinden, zijn geschroefd. Derhalve wordt het lichaam 96a zodanig kantelbaar op de steun 88a ondersteund, dat het lichaam 96a over een bepaalde hoek ten opzichte van de steun 88a kan worden gekanteld. Het lichaam 96a omvat een zich in verticale richting uitstrekkend huis, waarop bovenste uiteinden van twee zwaaiarmen 98a zwaaibaar worden ondersteund in, in hoofdzaak verticaal gelegen centrale posities aan tegenover elkaar gelegen zijden van het lichaam 96a. De veren 100a (fig. 6 en 7) zijn werkzaam tussen het lichaam 96a en de zwaaiarmen 98a om de zwaaiarmen 98a normaal zodanig te beïnvloeden, dat de onderste uiteinden daarvan uiteen worden bewogen. De rollen 102a worden respectievelijk roteerbaar op de onderste uiteinden van de zwaaiarmen 98a ondersteund.
Een aandrijfrol 106a wordt op het bovenste eind van het lichaam 96a door middel van een steun 104a ondersteund. De aandrijfrol 106a kan om de hartlijn daarvan stapsgewijs in hoekincrementen in één richting worden geroteerd door middel van toevoerorganen 108a. Meer in het bijzonder past, als aangegeven in fig. 6 een roteerbare as 107a, die zich in axiale richting centraal vanuit de aandrijfrol 106a uitstrekt, in een steunplaat 110a van de steun 104a en wordt daarin ondersteund.
Een instelschroef 112a, die op de steun 104a boven de as 107a is gemonteerd, bezit een ondereind, dat samenwerkt met het distale eind van de as 107a, en een schroefveer 114a, die in de steun 104a onder de as 107a wordt ondersteund, bezit een bovenste eind, dat met de as 107a samenwerkt. De aandrijfrol 106a kan derhalve in hoekrichting worden ingesteld door de instelschroef 112 in de ene of de andere richting te roteren.
Op de as 107a is tussen de steunplaat 110a en de aandrijfrol 106a een kettingwiel 116a gemonteerd, welk kettingwiel 116a is voorzien van een (niet weergegeven) palmechanisme dat het aan de aandrijfrol 106a mogelijk maakt in slecht één richting te roteren. Een ketting 118a is om het kettingwiel 116a in aandrijvende relatie geslagen en van deze ketting is één uiteinde gekoppeld met een zuigerstang 121a, die zich verticaal naar boven uit een aan het lichaam 96a bevestigde luchtcilinder 120a uitstrekt. Het andere uiteinde van de ketting 118a is verbonden met het boveneind van een spanveer 122a, waarvan het andere uiteinde aan het lichaam 96a is bevestigd. Om de aandrijfrol 106a en de rollen 102a is een schuuronderdeel geslagen, zoals een schuurriem 124a, welke bestaat uit een band van papier, doek of dergelijke zonder eind, waarop een korrelvormig schuurmiddel is vastgeplakt. De schuurriem 124 wordt onder een voorafbepaalde spanning gehouden door de veerkracht van de veren 100a, welke de zwaaiarmen 98a waarop de rollen 102a worden ondersteund beïnvloeden. De schuurriem 124 wordt door de rollen 102a in een richting loodrecht op de richting (aangegeven door de pijlen X^, X^) waarin een werkstuk W wordt toegevoerd, georiënteerd. Het werkstuk W is hier weergegeven als zijnde een onderdeel van een houten meubilair, zoals een houten gestel.
Zoals weergegeven in fig. 7 is een cilinder 126a in verticale richting stevig in het lichaam 96a opgesteld. De cilinder 126a bezit een zuigerstang 128a, welke zich naar beneden uitstrekt en met één uiteinde van de verbindingsstaaf 130a is verbonden. Het andere uiteinde van de verbindingsstaaf 130a strekt zich uit in een hol huis 132a en bezit een gedeelte 131a met grotere diameter, door middel waarvan het huis 132a wordt opgehangen. Om de verbindingsstaaf 132a bevindt zich een schroefveer 134a, waarvan de tegenover elkaar gelegen uiteinden met het genoemde ene uiteinde van de verbindingsstaaf 130a en het huis 132a zijn verbonden. Een drukstaaf 136a strekt zich vanuit het huis 132a naar beneden uit en bezit een ondereind, waarop een bevestigings-voet 138a losneembaar is gemonteerd door middel van een bout 140a (zie fig. 9). Zoals aangegeven in fig. 8 heeft de bevestigingsvoet 138a een in hoofdzaak kanaalvormige dwarsdoorsnede en bezit deze zich naar beneden uitstrekkende geleidingen 142a aan de tegenover elkaar gelegen uiteinden daarvan, en diametraal tegenover elkaar gelegen holten 144a.
Een aan de bevestigingsvoet 138a bevestigd lichaam 146a is vervaardigd uit elastomeer materiaal, zoals een kunsthars of rubber, en bezit holten 148a, die bij de respectieve holten 144a van de bevestigingsvoet 138a zijn gelegen. Het lichaam 146a bezit een drukvlak 147a met een ongelijkmatige configuratie, welke complementair is aan een gesneden of ongelijkmatig oppervlak Wa van het werkstuk W, dat moet worden geschuurd. Het drukvlak 147a bezit een aantal insnijdingen 150a met een voorafbepaalde diepte, welke zich in het drukvlak 147a bevinden en zich loodrecht op de toevoerrichting van het werkstuk W uitstrekken. Het drukvlak 147a wordt derhalve door de sneden 150a verdeeld in een aantal onafhankelijke drukgebieden 151a.
Het eerste schuurmechanisme 62a is in wezen opgebouwd, zoals boven is beschreven, en het tweede schuurmechanisme 62b heeft eenzelfde constructie. De lichamen 146a, 146b hebben een symmetrische vorm en de holten 148a, 148b, die zich in de respectieve lichamen 146a, 146b bevinden, hellen onder dezelfde hoek als de hoek van de met elkaar samenwerkende oppervlakken van een verstekverbinding bij elke hoek van het werkstuk W (zie fig. 10).
Zoals aangegeven in de fig. 3 en 4 is op het blok 52 een paar gebogen staven 152a, 152b gemonteerd, welke gebogen staven 152a, 152b horizontale gedeelten met een aan de distale uiteinden daarvan ondersteund deksel 154 bezitten. Het deksel 154 ondersteunt luchtstraalmond-stukken 156a, 156b, welke via (niet afgeheelde) pijpen met de luchtcilinders 120a, 120b van de respectieve toevoerorganen 108a, 108b zijn verbonden. Lucht, welke uit de luchtcilinders 120a, 120b uittreedt, wordt op de schuurriemen 124a, 124b gericht om deze te reinigen. Op de deksel 154 bevindt zich een leiding 158, welke is verbonden met een (niet weergegeven) pomp om zwevende stofdeeltjes af te voeren, welke optreden wanneer luchtstralen op de schuurriemen 124a, 124b worden gericht.
Een afzuigopening 159 (fig. 4) bevindt zich bijvoorbeeld bij de eerste tafel 28 voor het afvoeren van stofdeeltjes, welke optreden wanneer het werkstuk W door de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b wordt geschuurd.
Een besturingskast 162 (fig. 3) wordt aan een zijde van het blok 52 ondersteund door middel van een geleidingsstaaf 160 voor een horizontale beweging in dezelfde richting als de beweging van de hulp-tafel 38. De besturingskast 162 bezit een handgreep 164 om de werking van de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b te regelen.
De schuurinrichting 20 is in wezen opgebouwd zoals boven is beschreven. Thans zullen hieronder de werking en de voordelen van de schuurinrichting 20 worden beschreven.
De hulptafel 38 wordt zodanig bewogen, dat deze zich op een afstand van de eerste tafel 28 bevindt, waarbij de tafel wordt geleid door de geleidingsstaven 36a, 36b, en wordt dan in afhankelijkheid van de afmetingen van het werkstuk W, dat moet worden geschuurd, wat zijn positie betreft gefixeerd, wanneer dit werkstuk op de tafels 28, 38 wordt geplaatst. Op een soortgelijke wijze wordt de kast 162 via de geleidingsstaaf 160 ten opzichte van de hulptafel 38 zodanig gepositioneerd, dat' de handgreep 164 van de kast 162 gemakkelijk door de bedienende persoon kan worden vastgegrepen.
De verticale posities van de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b worden door de hef- en strijkorganen 50 ingesteld. Meer in het bijzonder wordt de handgreep 54 in een voorgeschreven richting geroteerd om de as 56 te roteren teneinde het blok 52 via de niet weergegeven kogelschroef naar boven of naar beneden te bewegen om daardoor de positie van de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b in verticale richting in te stellen. Het blok 52 wordt ook ten opzichte van het gestel 24 verplaatst door de niet weergegeven bedieningsinrichting om de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b in een richting over de eerste tafel 28 te positioneren.
De hoekposities van de aandrijfrollen 106a, 106b worden daarna zodanig ingesteld, dat de schuurriemen 124a, 124b over een voorafbepaalde lengte worden toegevoerd door de toevoerorganen 108a, 108b, zonder dat zij in zijdelingse richting worden verplaatst. Dergelijke hoek-instellingen worden in wezen tot stand gebracht door de instelschroeven 112a, 112b, die tegen de assen 107a, 107b van de aandrijfrollen 106a, 106b worden gehouden te roteren teneinde de hoekposities van de assen 107a, 107b, welke door de instelschroeven 112a, 112b en de schroefveren 114a, 114b verticaal worden gehouden, te variëren.
De handgreep 164 van de kast 162 waarin zich een (niet weergegeven) hoofdbesturingsinrichting bevindt, wordt daarna beïnvloed om de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b in werking te stellen.
Zoals aangegeven in fig. 7, wordt de cilinder 126a van het eerste schuurmechanisme 62a in bedrijf gesteld om de zuigerstang 128a naar beneden in de richting van de pijl te bewegen teneinde de verbin-dingsstaaf 130a naar beneden te bewegen, waardoor het lichaam 146a met de bevestigingsvoet 138a via de drukstaaf 136a naar beneden wordt bewogen. Op dit moment drukt aangezien de veer 134a werkzaam is tussen de verbindingsstaaf 130a en het huis 132a, het drukvlak 147a van het lichaam 146a de schuurriem 124a tegen het gesneden oppervlak Wa van het werkstuk W, en wel onder veerkracht van de veer 134a. Bij het tweede schuurmechanisme 62b wordt op een soortgelijke wijze de schuurriem 124b door het lichaam 146b veerkrachtig tegen het gesneden oppervlak Wa gedrukt .
Daarna worden de toevoerrollen 34a, 34b door de niet weergegeven rotatieaandrijfbron in één richting geroteerd om het werkstuk W, dat op de tafels 28, 38 is geplaatst, in de richting van de pijl X^ te bewegen, terwijl tegelijkertijd de rotatieaandrijfbron 66 van de ver-plaatsingsorganen 64 in werking wordt gesteld. Zoals weergegeven in fig. 5 wordt, wanneer de eerste riemschijf 68 door de rotatieaandrijf-bron 66 bijvoorbeeld in de richting van de pijl wordt geroteerd, de tweede riemschijf 72 via de band 70 geroteerd teneinde te veroorzaken, dat de as 74 de eerste en tweede met elkaar ineengrijping zijn tandwielen 76, 78 in tegengestelde richtingen roteert. Derhalve worden de sleden 88a, 88b, die op een operatieve wijze met de eerste en tweede tandwielen 76, 78 via de krukorganen 80a, 80b zijn gekoppeld, langs de geleidingsstaven 60a, 60b naar en vanaf elkaar heen en weer bewogen.
Zoals aangegeven in fig. 10 worden de lichamen 146a, 146b van de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b, waarbij de schuurriemen 124a, 124b tegen het werkstuk W worden gedrukt, gelijktijdig naar elkaar (als aangegeven door de lijnen met twee-punten-en-strepen) en van elkaar (zoals aangegeven door de getrokken lijnen) heen en weer bewogen. Het gesneden of ongelijkmatige oppervlak Wa van het werkstuk W, dat in de richting van de pijl wordt gevoerd, wordt derhalve door de heen en weer bewegende schuurriemen 124a, 124b geschuurd. Wanneer het lichaam 146b van het tweede schuurmechanisme 62b een hoek van het werkstuk W bereikt, maakt de holte 148b in het lichaam 146 het mogelijk, dat de verstekverbindingshoek van het werkstuk W op een geschikte wijze door de schuurriem 124b wordt geschuurd.
Wanneer het schuurvermogen van de schuurriem 124a, welke het werkstukoppervlak Wa heeft geschuurd, afneemt, wordt de schuurriem 124a door de toevoerorganen 108a ten opzichte van het lichaam 146a voortbewogen. Meer in het bijzonder wordt de cilinder 126a in werking gesteld om de bevestigingsvoet 138 en het lichaam 146a naar boven te bewegen en wordt de luchtcilinder 120a van de toevoerorganen 108a in werking gesteld om de zuigerstang 121a naar beneden in de richting van de pijl in fig. 6 te verplaatsen. De ketting 118a, welke met één uiteinde van de zuigerstang 121a is verbonden, wordt in de richtingen van de pijlen tegen de trekkracht van de veer 122a in verplaatst, waardoor derhalve het kettingwiel 116a over een voorafbepaalde hoek in de richting van de pijl wordt geroteerd. Ook de as 107a wordt geroteerd om de aandrijf-rol 106a te roteren teneinde de schuurriem 124a, die om de rollen 106a, 102a is geslagen, over een voorafbepaalde lengte te bewegen totdat een nieuw schuurvlak van de schuurriem 124a in een positie onder het lichaam 146a wordt gebracht.
Daarna wordt de luchtcilinder 120a buiten werking gesteld om het mogelijk te maken, dat de zuigerstang 121a zich in een richting, tegengesteld aan de richting van de pijl, onder de trek van de veer 122a, welke via de ketting 118a wordt uitgeoefend, beweegt. Derhalve wordt het kettingwiel 116a in tegengestelde richting geroteerd doch wordt de as 107a, welke via het niet weergegeven palwielmechanisme met het kettingwiel 116a samenwerkt, niet in de tegengestelde richting geroteerd.
Wanneer de luchtcilinder 120a in werking wordt gesteld om de schuurriem 124a over een voorafbepaalde lengte voort te bewegen, zoals boven is beschreven, wordt lucht uit de luchtcilinder 120a onder druk via de niet weergegeven pijp naar het mondstuk 156a, dat op het deksel 154 is gemonteerd, gevoerd. De lucht wordt dan onder druk uit het mondstuk 156a naar de schuurriem 124a bewogen om schuurstofdeeltjes van de schuurriem 124a te verwijderen, waarna de verwijderde stofdeeltjes via de leiding 158 worden afgevoerd onder invloed van de niet weergegeven pomp, die met de leiding 158 is verbonden. Door lucht onder druk aan de schuurriem 124a toe te voeren om deze riem te reinigen, wordt belet, dat de schuurriem 124a wordt belast, en kan deze het werkstuk W continu op een effectieve wijze schuren.
Wanneer de schuurriem 124a over opeenvolgende lengten door de toevoerorgan en 108a wordt bewogen, wordt de gehele schuurriem 124a tenslotte bij het schuren rondbewogen, en daarna kunnen precies dezelfde schuurgebieden op de schuurriem 124a als die, welke eerder in bedrijf waren, het lichaam 146a bereiken. Om dergelijke schuurgebieden van de schuurriem 124a te wijzigen, kan de schuurriem 124a over een andere lengte door de bedienende persoon met de hand worden bewogen zonder dat de toevoerorganen 108a in werking worden gesteld, zodat andere schuurgebieden dan die, welke eerder zijn gebruikt, het lichaam 146a zullen bereiken. Indien de schuurgebieden op de schuurriem 124a automatisch moeten worden gewijzigd, wordt een detector, zoals een codeer-inrichting, in samenwerking gebracht met de aandrijfrol 106a, en wanneer een omwenteling van de schuurriem 124a door de detector wordt gedetecteerd, wordt de slag van de luchtcilinder 120a gevarieerd. Derhalve kunnen schuurgebieden, welke verschillen van de eerdere schuurgebieden achtereenvolgens op een automatische wijze naar het lichaam 146a worden gevoerd. De slag van de luchtcilinder 122a kan gemakkelijk worden gevarieerd door gebruik te maken van een signaal uit één van verschillende verplaatsingsaftastinrichtingen, zoals een nabijheids-schakelaar, een magnetische aftastinrichting of dergelijke, die met de luchtcilinder 122a wordt gecombineerd.
Het gesneden of ongelijkmatige oppervlak Wa van het werkstuk W wordt op de bovenbeschreven wijze geschuurd. Het werkstukoppervlak Wa kan bovendien op de volgende wijze worden geschuurd; nadat het werkstuk W in de richting van de pijl is gevoerd, worden de toevoerrollen 34a, 34b in een richting tegengesteld aan de voorafgaande richting geroteerd teneinde het werkstuk W in de richting van de pijl ^ te verplaatsen, terwijl tegelijkertijd het werkstuk W wordt geschuurd door de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b. Het oppervlak Wa van het werkstuk W kan ook door de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b worden geschuurd wanneer het werkstuk W een gewenst aantal malen in de richtingen van de pijlen X^, X^ heen en weer wordt bewogen.
De tweede tafel 46 wordt gebruikt bij het schuren van een randoppervlak van het werkstuk W. Meer in het bijzonder wordt het werkstuk W randsgewijs op de tweede tafel 46 geplaatst, zodat een onderrand-vlak van het werkstuk W tegen de toevoerrollen 48a, 48b wordt gehouden.
Daarna worden de toevoerrollen 48a, 48b geroteerd om het werkstuk W in de richting van de pijl of te voeren, terwijl tegelijkertijd het bovenrandoppervlak van het werkstuk W door de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b wordt geschuurd. De hoogte van het werkstuk W dat op de tweede tafel 46 is geplaatst, kan worden ingesteld door de handgreep 44 in de ene of de andere richting te roteren teneinde de eerste schroefas 40 en derhalve de tweede schroefassen 42a, 42b te roteren, waardoor de tweede tafel 46 naar beneden of naar boven wordt bewogen.
Bij deze uitvoeringsvorm zijn de schuurriemen 124a, 124b loodrecht op de toevoerrichtingen van het werkstuk W (als aangegeven door de pijlen X^, georiënteerd en-worden deze door de respectieve lichamen 146a, 146b tegen het werkstukoppervlak Wa gedrukt om het werkstuk-oppervlak Wa te schuren. In tegenstelling met de inrichting, waarbij een schuurriem in dezelfde richting als de toevoerrichting van een werkstuk is georiënteerd, bezitten de schuurriemen 124a, 124b geen gedeelten, welke niet worden gebruikt bij het schuren van het werkstuk W. Meer in het bijzonder kunnen, zoals aangegeven in de fig. 8 en 10, de gehele slijpvlakken van de schuurriemen 124a, 124b op een economische wijze worden gebruikt voor het schuren van het werkstuk W. Bovendien is het aangezien de schuurriemen 124a, 124b door de toevoerorganen 108a, 108b intermitterend over opeenvolgende lengten worden gevoerd, op een eenvoudige wijze mogelijk nieuwe schuurgebieden op de schuurriemen 124a, 124b in samenwerking met de lichamen 146a, 146b voor het schuren van het werkstuk W te brengen. Derhalve kan het gesneden of onregelmatige oppervlak Wa van het werkstuk W achtereenvolgens en zeer nauwkeurig worden geschuurd.
Als bovenbeschreven schuren de riemen 124a, 124b het werkstuk W (als aangegeven door de pijlen X^, X£). Derhalve kunnen twee of meer schuurriemen met bijvoorbeeld verschillende schuurkorrels met de lichamen 146a, 146b voor het schuren van het werkstuk W worden gecombineerd. Derhalve kunnen verschillende schuurhandelingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende typen schuurriemen, die tot nu toe individueel zijn uitgevoerd, met een hoog rendement in één schuurproces worden uitgevoerd.
De rollen 102a welke de schuurriem 124a ondersteunen, zijn ondersteund op de onderste uiteinden van de respectieve zwaaiarmen 98a, waarvan de andere uiteinden door de respectieve veren 100a veerkrachtig op het lichaam 96a worden ondersteund. Wanneer het lichaam 146a naar het werkstuk W wordt verplaatst door de cilinder 126a in werking te stellen, worden de zwaaiarmen 98a, die de respectieve rollen 102a ondersteunen, in hoekrichting naar elkaar verschoven (als aangegeven door de uit twee-punten-en-een-streep bestaande lijnen in fig. 4) doordat het lichaam 146a op de schuurriem 124a drukt. De schuurriem 124a, welke door het lichaam 146a tegen het oppervlak Wa van het werkstuk W wordt gedrukt, wordt niet onderworpen aan een te grote spanning. De spanning van de schuurriem 124a is aanzienlijk kleiner dan in het geval, dat de schuurriem continu werd toegevoerd bij het schuren van het werkstuk. Zelfs indien het werkstukoppervlak Wa, dat moet worden geschuurd, een complexe vorm heeft, kan derhalve de schuurriem 124a op een betrouwbare wijze in schuurcontact met het werkstukoppervlak Wa worden gehouden. Dientengevolge is het mogelijk, dat de schuurriem 124a het gehele gesneden of ongelijkmatige werkstukoppervlak Wa op een uniforma wijze schuurt. Waar het werkstukoppervlak Wa is geverfd, zal de verffilm niet door de schuurriem 124a worden verwijderd en kan het geverfde oppervlak zeer goed zonder beschadiging worden geschuurd.
Bij de afgeheelde uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b aanwezig en kunnen de lichamen 146a, 146b daarvan door de verplaatsingsorganen 64 naar elkaar en uit elkaar worden bewogen. Aangezien het werkstuk W kan worden geschuurd door de lichamen 146a, 146b in respectieve verschillende richtingen gelijktijdig te verplaatsen, worden trek- en drukkrachten, welke door de lichamen 146a, 146b worden opgewekt, opgeheven. Indien bijvoorbeeld slechts één dergelijk lichaam in één richting heen en weer langs de toevoerrichting van het werkstuk werd bewogen, zou het werkstuk noodzakelijkerwijs door het lichaam aan een trek- en drukkracht worden onderworpen, hetgeen ertoe leidt, dat op het werkstuk ongewenste trillingen worden uitgeoefend. Volgens de uitvinding echter worden de twee lichamen 146a en 146b steeds in respectieve onderling verschillende richtingen over het werkstuk heen en weer bewogen. Derhalve wordt een eventuele trekkracht, die door één van de lichamen op het werkstuk wordt uitgeoefend, tegelijkertijd opgeheven door een drukkracht, die door het andere lichaam wordt uitgeoefend en omgekeerd. Derhalve worden al deze krachten ge- egaliseert! waarbij de op het werkstuk uitgeoefende trillingen worden gereduceerd, en kan het werkstuk op een vloeiende wijze door de schuur-inrichting 20 in de richting van de pijlen X^ en worden gevoerd, terwijl tevens wordt belet, dat de inrichting trilt en ruis veroorzaakt. Voorts kan aangezien de belasting, welke nodig is om het werkstuk te bewegen, in afwezigheid van dergelijke trek- en drukkrachten natuurlijk kleiner is, het werkstuk door de schuurinrichting worden voortbewogen onder gebruik van maar twee rollen 34a en 34b, die zich aan de onderzijde van het werkstuk bevinden. Derhalve kunnen de schuur-riemen gemakkelijk met grote nauwkeurigheid op de binnengebieden van het werkstuk worden gebracht. Zoals aangegeven in fig. 8 en 9, kan de schuurriem op een doeltreffende wijze zelfs het aan de binnenzijde gelegen contourvlak Wa van het werkstuk bereiken om alle contourvlakken W en W, van het werkstuk op een doeltreffende en gelijkmatige wijze
Si u te schuren.
Zoals boven is beschreven omvatten de verplaatsingsorganen 64 voor het heen en weer bewegen van de eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b de krukorganen 80a, 80b om de rotatie van de rotatieaandrijf-bron 66 om te zetten in lineaire verplaatsingen van de sleden 86a, 86b. Fig. 11 toont een andere uitvoeringsvorm van de verplaatsingsorganen 166 volgens de uitvinding. De verplaatsingsorganen 166 omvatten een paar lineaire bedieningsinrichtingen 167a, 167b, zoals cilinders, door een solenoïde-bedreven kleppen, of dergelijke, die op het geleidings-gestel 58 zijn gemonteerd, waarbij de lineaire bedieningsinrichtingen 167a, 167b zijn voorzien van respectieve staven 168a, 168b, die respectievelijk via bevestigingsplaten 169a, 169b met de sleden 86a, 86b zijn verbonden. Wanneer de lineaire bedieningsinrichtingen 167a, 167b gelijktijdig worden bedreven, worden de staven 168a, 168b naar elkaar en uit elkaar bewogen teneinde de sleden 86a, 86b heen en weer naar en vanaf elkaar te bewegen. Elk van de verschillende bekende mechanismen, welke verschilt van de verplaatsingsorganen 64 of 166, kan worden toegepast inzoverre dit mechanisme de sleden 86a, 86b in onderling verschillende richtingen kan verplaatsen.
De eerste en tweede schuurmechanismen 62a, 62b kunnen onafhankelijk van elkaar worden gekanteld. Meer in het bijzonder is bij het eerste schuurmechanisme 62a de arm 88a bevestigd aan de slede 86a, en is het lichaam 96a op de steun 88 gemonteerd door de knoppen 94a, 95a, welke zich door de opening 90a en de gebogen groef 92a, welke zich in de arm 88a bevinden, uitstrekken. Nadat de knop 95a is gelost, wordt het lichaam 96a in een gewenste hoekpositie ten opzichte van de arm 88a binnen het door de geleidingsgroef 92a bepaalde hoekgebied gebracht waarna de knop 95a wordt aangetrokken om het lichaam 146a in de gewenste hoekpositie te houden. Dit hoekinstelvermogen maakt het mogelijk, dat het drukvlak 147a van het lichaam 146a op een betrouwbare en innige wijze tegen het onregelmatige oppervlak Wa van het werkstuk W wordt gehouden zelfs wanneer het oppervlak Wa een steil vlak bezit. Het tweede schuurmechanisme 62b kan in de in fig. 3 afgeheelde positie worden gehouden, terwijl het eerste schuurmechanisme 62a naar een bepaalde hoekpositie kan worden gekanteld om het gehele gewenste oppervlak van het werkstuk W op een zeer doeltreffende wijze geheel te schuren.
Voorts bezit het lichaam 146a een aantal insnijdingen 150a met een bepaalde diepte, welke zich in een richting loodrecht op de toevoerrichting van het werkstuk W uitstrekken en het drukvlak 147a splitsen in de in hoofdzaak onafhankelijke drukgebieden 151a. Zelfs indien verschillende werkstukken W met verschillende gesneden of ongelijkmatige oppervlakken Wa ten gevolge van het niveau van de bewerkings-nauwkeurigheid van de machine, welke de werkstukken W heeft vervaardigd, is het niet nodig op het lichaam 146a een aanzienlijke druk uit te oefenen om het gehele drukvlak 147a van het lichaam 146a in innig contact met de werkstukvlakken Wa te brengen. Meer in het bijzonder kan omdat de drukgebieden 151a van het lichaam 146a onafhankelijk deformeerbaar zijn en wel in een complementaire relatie ten opzichte van de configuratie van het werkstukoppervlak Wa, het gehele drukvlak 147a op een betrouwbare wijze innig tegen het onregelmatige werkstukoppervlak Wa worden gehouden, eenvoudig door op het lichaam 146a een betrekkelijk geringe druk uit te oefenen. Derhalve ‘is geen ongewenst grote druk nodig om door het lichaam 146a op het werkstuk W te worden uitgeoefend en kan de aandrijfbron voor het toevoeren van het werkstuk W in de richtingen van de pijlen X^, X£ met de toevoerrollen 34a, 34b een gereduceerd vermogen en gereduceerde afmetingen hebben. Bovendien kan het werkstuk W vloeiend worden toegevoerd en zeer nauwkeurig worden geschuurd. De be-vestigingsvoet 138a, welke het lichaam 146a vasthoudt, bezit de gelei- dingen 142a, die zich vanuit de tegenover elkaar gelegen uiteinden in een richting loodrecht op de richting waarin het werkstuk W wordt geschuurd, naar beneden uitstrekken. Wanneer het lichaam 146a naar beneden tegen het werkstuk W wordt gedrukt, beletten de geleidingen 142a, dat het lichaam 146a zich naar buiten spreidt, doch wordt het drukvlak 147a in een betrouwbaar contact met het werkstukoppervlak Wa gehouden.
Elk van de schuurriemen 124a, 124b kan overeenkomstig een weer andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding worden vervangen door een schuurriem 170, weergegeven in fig. 12. De schuurriem 170 bezit een aantal kleine openingen 172, welke zodanig zijn gepositioneerd, dat zij niet dicht in de schuurrichting liggen, dat wil zeggen de lengterichting van de schuurriem 172, en waarbij de openingen verder in hoofdzaak uniform in dwarsrichting over de schuurriem 170 zijn verdeeld.
De schuurriem 170 kan bestaan uit papier, doek of een band met mazen, aan één oppervlak waarvan slijpkorrels zijn gelijmd. Wanneer de slijp-riem 170 uit een band met mazen bestaat, vervult de schuurriem zelf de functie van die van de kleine openingen 172, zoals hierna zal worden beschreven. Die gedeelten, welke zijn weergegeven in fig. 12 en overeenkomen met die volgens fig. 8, zijn van dezelfde verwijzingen voorzien en zullen niet gedetailleerd worden beschreven.
Wanneer het werkstuk W door de schuurriem 170 met de openingen 172 wordt geschuurd, zamelen schuurkorreldeeltjes en schuurhoutdeel-tjes, die tijdens de schuurwerking ontstaan, zich op in de openingen 172, waardoor wordt belet, dat de schuurriem 170 spoedig wordt belast, en waardoor het schuurvermogen gedurende een langere periode op een gewenst niveau wordt gehouden. De ruimten in de openingen 172 beletten ook, dat de schuurriem 170 en het werkstukoppervlak Wa oververhit worden, en beletten voorts, dat het werkstuk W thermisch wordt vervormd of het werkstukoppervlak Wa wordt verbrand of de verffilm aan het oppervlak Wa thermisch wordt gemodificeerd of gedegradeerd.
Volgens de uitvinding, als bovenbeschreven, worden voor het slijpen van het werkstuk met het slijponderdeel of de slijpriemen, de slijpriemen dwars op de richting waarin het werkstuk wordt gevoerd, georiënteerd. Derhalve laten de schuurriemen geen gedeelten daarvan ongebruikt en zijn zij zeer economisch in tegenstelling met de conventionele schuurriemen, welke zich in de toevoerrichting van een werk- stuk bewegen wanneer het werkstuk wordt geschuurd. De schuurriemen kunnen op een betrouwbare wijze in innig schuurcontact met het werkstuk-oppervlak worden gehouden en kunnen het gehele werkstukoppervlak op een uniforme en gladde wijze schuren zelfs indien het werkstukoppervlak complex is.
Het werkstuk wordt geschuurd terwijl de schuurriemen intermitterend over bepaalde opeenvolgende lengten worden bewogen. Nieuwe schuurgebieden op de schuurriemen kunnen naar wens snel en gemakkelijk in bedrijf worden gesteld, zodat de schuurriemen een hoog schuurrende-ment en een zeer doeltreffende schuurwerking kunnen onderhouden.
Voorts zijn de twee lichamen in onderling verschillende richtingen, loodrecht op de toevoerrichting van het werkstuk heen en weer beweegbaar en wordt het werkstuk geschuurd door de schuuronderdelen, die daartegen door de respectieve lichamen worden gedrukt. Trillingen, welke optreden wanneer de lichamen worden bewogen, worden derhalve opgeheven door de in tegengestelde richting verlopende heen en weer gaande bewegingen van de lichamen, waardoor wordt belet, dat in het werkstuk en de inrichting trillingen optreden of ruis ontstaat. Het werkstuk wordt, wanneer dit wordt toegevoerd, niet aan onnodig grote weerstandskrachten onderworpen en de aandrijfbron voor het toevoeren van het werkstuk kan een klein vermogen en kleine afmetingen hebben. Aangezien de lichamen zelf worden bewogen, wordt op de schuuronderdelen of schuurriemen geen grote spanning uitgeoefend. Derhalve kunnen zelfs gebogen of onregelmatige werkstukoppervlakken op een uniforme wijze worden geschuurd. De schuurinrichting volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor het schuren van geverfde oppervlakken. Door de lichamen met een betrekkelijk grote snelheid in de toevoerrichting van het werkstuk heen en weer te bewegen, kan het werkstuk met een grotere nauwkeurigheid worden geschuurd.
Voorts worden eventuele op het werkstuk uitgeoefende trek- of drukkrachten opgeheven door de onderlinge en heen en weer gaande beweging van de schuurlichamen. Derhalve kan het werkstuk op een vloeiende wijze door de inrichting worden voortbewogen onder gebruik van slechts twee rollen, die zich aan de onderzijde van het werkstuk bevinden. Derhalve kan de schuurriem op een eenvoudige wijze zelfs binnenopper-vlaktecontouren van het werkstuk bereiken om alle oppervlakken van een gebogen werkstuk op een doeltreffende en gelijkmatige wijze te schuren.
Bovendien bezit elk van de lichamen om het schuuronderdeel tegen het werkstukoppervlak te drukken een aantal insnijdingen of spleten, welke het lichaam verdelen in een aantal drukgebieden. Zelfs indien de oppervlakken van verschillende werkstukken verschillende vormen hebben, kunnen de drukgebieden van het lichaam individueel worden gedeformeerd en derhalve kan het schuuronderdeel op een betrouwbare wijze in innig contact met het werkstukoppervlak worden gehouden, waarbij op het lichaam gereduceerde drukkrachten worden uitgeoefend. Het schuuronderdeel kan dicht tegen het werkstukoppervlak passen zonder dat de door het lichaam op het werkstuk uitgeoefende druk wordt vergroot.
Voorts kan ook de warmte, welke door het schuuronderdeel en het werkstuk wordt opgewekt wanneer het werkstuk door het schuuronderdeel wordt geschuurd, worden gereduceerd. De op het schuuronderdeel uitgeoefende gereduceerde druk maakt het mogelijk, dat het schuuronderdeel bijvoorbeeld de schuurriem, gedurende een lange periode op een economische wijze wordt gebruikt.
Een andere uitvoeringsvorm van een schuurriem bezit een aantal kleine openingen. De kleine openingen in de schuurriem beletten, dat de schuurriem te spoedig wordt belast en maken het ook mogelijk, dat opgewekte warmte wordt uitgestraald. Het schuurvlak van de schuurriem en het werkstukoppervlak, dat wordt geschuurd, worden minder thermisch beïnvloed of gemodificeerd. De schuurriem wordt derhalve meer duurzaam gemaakt en het werkstuk kan op een zeer nauwkeurige wijze worden geschuurd .

Claims (38)

1. Werkwijze voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, met het kenmerk, dat wordt voorzien in een aantal schuuronderdelen, die zich naast elkaar bevinden, de schuuronderdelen tegen het oppervlak van het werkstuk worden gedrukt, en de schuuronderdelen gelijktijdig in onderling verschillende richtingen heen en weer worden bewogen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het werkstuk in een toevoerrichting wordt gevoerd, de schuuronderdelen naast elkaar in hoofdzaak langs de toevoerrichting worden opgesteld, en de schuuronderdelen gelijktijdig in onderling verschillende richtingen langs de toevoerrichting heen en weer worden bewogen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schuuronderdelen in hoofdzaak uit strookvormige schuuronderdelen bestaan, waarbij de strookvormige schuuronderdelen intermitterend over opeenvolgende lengten in een richting dwars op de onderling verschillende richtingen worden bewogen om het oppervlak van het werkstuk met achtereenvolgens nieuwe schuurgebieden van het strookvormige schuur-onderdeel te schuren.
4. Inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, gekenmerkt door tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te voeren, en een schuurmechanisme om een schuuronderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde dit oppervlak te schuren, waarbij het schuuronderdeel een in hoofdzaak strookvormig schuuronderdeel omvat, dat in een richting dwars op de genoemde ene richting is georiënteerd.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het schuurmechanisme is voorzien van een lichaam en toevoerorganen, die op het lichaam zijn gemonteerd om het strookvormige schuurlichaam intermitterend over opeenvolgende, lengten naar het oppervlak van het werkstuk te voeren.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het strookvormige schuuronderdeel uit een schuurriem zonder eind bestaat, waarbij de toevoerorganen zijn voorzien van een aandrijfrol, om welke rol de schuurriem is geslagen, palwielorganen, die met de aandrijfrol samenwerken, en een bedieningsinrichting om de aandrijfrol slechts in één richting via de palwielorganen met hoekincrementen te roteren.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bedieningsinrichting is voorzien van een cilinder met een zuigerstang, waarbij de toevoerorganen verder zijn voorzien van een ketting waarvan ëén uiteinde met de zuigerstang is verbonden, een kettingwiel, dat met de palwielorganen samenwerkt, waarbij de ketting om het kettingwiel is geslagen, een veer, die met het andere uiteinde van de ketting is verbonden, waardoor de cilinder in werking wordt gesteld om de ketting in longitudinale richting aan een trekkracht te onderwerpen om te veroorzaken, dat het kettingwiel de aandrijfrol in een eerste richting roteert, en de cilinder buiten werking wordt gesteld om het mogelijk te maken, dat het kettingwiel slechts in een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, onder de voorspanning van de veer roteert.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de cilinder een luchtcilinder omvat, waarbij verder aanwezig is een mondstuk, dat met de luchtcilinder is verbonden om lucht, die uit de luchtcilinder wordt afgevoerd, op de schuurriem te richten teneinde de schuur-riem te reinigen.
9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de toevoerorganen verder zijn voorzien van een instelschroef en een veerkrachtig onderdeel, welke met tegenover elkaar gelegen zijden van een roteerbare as samenwerken, die zich in de asrichting vanuit de aandrijf-rol uitstrekt, waardoor de aandrijfrol kan worden gekanteld door de instelschroef te roteren.
10. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door een blok, dat tenminste verticaal beweegbaar is, en een arm, die op het blok is gemonteerd, waarbij het lichaam kantelbaar op de arm wordt ondersteund.
11. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het schuurmechanisme verder is voorzien van ten minste één zwaaiarm waarvan één uiteinde aan het lichaam is bevestigd en veerkrachtig door veerkrachtig onderdeel wordt voorgespannen, en een rol, die op het andere uiteinde van de zwaaiarm wordt ondersteund, waarbij de schuurriem ook om de genoemde rol is geslagen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het schuurmechanisme is voorzien van een paar zwaaiarmen waarvan de uit einden respectievelijk aan tegenover elkaar gelegen zijden van het lichaam zijn bevestigd, een paar rollen, die op de andere uiteinden van de respectieve zwaaiarmen worden ondersteund, waarbij de schuur-riem tevens om de rollen is geslagen, en een lichaam, dat beweegbaar op het lichaam tussen de rollen is gemonteerd, e.e.a. zodanig, dat de schuurriem tegen het oppervlak van het werkstuk kan worden gedrukt door het lichaam naar het werkstuk te verplaatsen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het schuurmechanisme tevens is voorzien van een cilinder en een veerkrachtig onderdeel om te veroorzaken, dat het lichaam de schuurriem veerkrachtig tegen het oppervlak van het werkstuk drukt.
14. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tafel-organen zijn voorzien van een eerste tafel, welke zich in de genoemde ene richting uitstrekt, en een hulptafel, die zich langs de eerste tafel uitstrekt en wat positie betreft in een richting loodrecht op de genoemde ene richting instelbaar is.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de tafel-organen voorts zijn voorzien van een tweede tafel, die in verticale richting beweegbaar onder de eerste tafel is opgesteld.
16. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door een besturings-kast voor het besturen van de werking van het schuurmechanisme, welke kast wat positie betreft instelbaar is in een richting, loodrecht op de genoemde ene richting.
17. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door een afzuig-opening voor het afvoeren van schuurdeeltjes, welke afzuigopening zich bij een gebied bevindt, waar het oppervlak van het werkstuk en het schuuronderdeel met elkaar samenwerken.
18. Inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, gekenmerkt door tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te bewegen, en een paar schuurmechanismen om respectieve schuur-onderdelen tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde het oppervlak te schuren, welke schuurmechanismen zijn voorzien van respectieve lichamen om de schuuronderdelen tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken, en welke schuurmechanismen in onderling verschillende richtingen langs de genoemde ene richting heen en weer beweegbaar zijn.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat elk van de lichamen is voorzien van een drukvlak, dat wat vorm betreft complementair is aan de vorm van het oppervlak van het werkstuk, waarbij elk van de schuurmechanismen is voorzien van een cilinder en een veerkrachtig onderdeel om te veroorzaken, dat het lichaam het schuuronderdeel veerkrachtig tegen het oppervlak van het werkstuk drukt.
20. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat elk van de schuuronderdelen een schuurriem zonder eind omvat.
21. Inrichting volgens conclusie 18, gekenmerkt door een blok, dat tenminste verticaal beweegbaar is, waarbij de eerste en tweede schuurmechanismen beweegbaar op dit blok zijn gemonteerd, en verplaat-singsorganen om de eerste en tweede schuurmechanismen naar en vanaf elkaar heen en weer te bewegen.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de ver-plaatsingsorganen zijn voorzien van een rotatieaandrijfbron en een paar krukorganen, die operatief met de rotatieaandrijfbron zijn gekoppeld, welke krukorganen operatief zijn verbonden met de eerste en tweede schuurmechanismen, waardoor de eerste en tweede schuurmechanismen door de rotatieaandrijfbron via de respectieve krukorganen naar en vanaf elkaar kunnen worden bewogen.
23. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de ver-plaatsingsorganen zijn voorzien van een paar lineaire bedieningsinrichtingen om de eerste en tweede schuurmechanismen respectievelijk naar en vanaf elkaar te verplaatsen.
24. Inrichting volgens conclusie 21, gekenmerkt door geleidings-organen, die op het blok zijn gemonteerd, waarbij de eerste en tweede schuurmechanismen zijn voorzien van respectieve sleden, die op de ge-leidingsorganen zijn gemonteerd, waarbij respectieve armen met de respectieve sleden zijn gekoppeld en de respectieve lichamen kantelbaar op de respectieve armen worden ondersteund.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat elk van de schuurmechanismen verder is voorzien van ten minste een zwaaiarm waarvan ëën uiteinde aan het lichaam is bevestigd en veerkrachtig door een veerkrachtig onderdeel wordt voorgespannen, en een rol, die aan het andere uiteinde van de zwaaiarm wordt ondersteund, waarbij elk van de schuuronderdelen uit een schuurriem zonder eind bestaat, die om de genoemde rol is geslagen.
26. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat elk van de schuurmechanismen is voorzien van een paar zwaaiarmen waarvan de uiteinden respectievelijk aan tegenover elkaar gelegen zijden van het lichaam zijn bevestigd, en een paar rollen, die aan de andere uiteinden van de respectieve zwaaiarmen worden ondersteund, waarbij de schuur-riem tevens om de genoemde rollen is geslagen, en waarbij elk van de lichamen beweegbaar op het lichaam tussen de rollen is gemonteerd, e.e.a. zodanig, dat de schuurriem tegen het oppervlak van het werkstuk kan worden gedrukt door het lichaam naar het werkstuk te verplaatsen.
27. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de tafel-organen zijn voorzien van een eerste tafel, welke zich in de genoemde ene richting uitstrekt, en een hulptafel, die langs de eerste tafel is opgesteld en wat positie betreft in een richting loodrecht op de genoemde ene richting instelbaar is.
28. Inrichting volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de tafel-organen verder zijn voorzien van een tweede tafel, die verticaal beweegbaar onder de eerste tafel is opgesteld.
29. Inrichting volgens conclusie 18, gekenmerkt door een besturings-kast om de werking van de schuurmechanismen te besturen, welke kast wat positie betreft instelbaar is in een richting, loodrecht op de genoemde ene richting,.
30. Inrichting volgens conclusie 18, gekenmerkt door een afzuig-poort voor het afzuigen van schuurdeeltjes, welke afzuigpoort zich bevindt bij een gebied waar het oppervlak van het werkstuk en de schuur-onderdelen met elkaar samenwerken.
31. Inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, gekenmerkt door tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te bewegen, en een schuurmechanisme om een schuuronderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde het oppervlak te schuren, welk schuurmechanisme is voorzien van een lichaam om het schuuronderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken, welk lichaam is voorzien van een drukvlak, dat wat vorm betreft complementair is aan het oppervlak van het werkstuk en is voorzien van ten minste één snede daarin, welke het lichaam in een aantal drukgebieden verdeelt.
32. Inrichting volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat het lichaam is voorzien van een aantal insnijdingen in het drukvlak, die zich dwars op de genoemde ene richting uitstrekken.
33. Inrichting volgens conclusie 31 of 32, met het kenmerk, dat het lichaam in een hoek daarvan is voorzien van een holte, waarvan de vorm complementair is aan een oppervlak bij een hoek van het werkstuk.
34. Inrichting volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat het schuurmechanisme is voorzien van een bedieningsinrichting en een beves-tigingsvoet, die door de bedieningsinrichting kan worden bewogen, waarbij het lichaam aan de bevestigingsvoet is bevestigd, welke be-vestigingsvoet is voorzien van een paar geleidingen, die zich aan tegenover elkaar gelegen zijden daarvan over de genoemde ene richting naar beneden uitstrekken, en waarbij het lichaam tussen de geleidingen wordt vastgehouden.
35. Inrichting voor het schuren van een oppervlak van een werkstuk, gekenmerkt door tafelorganen om het werkstuk daarop in ten minste één richting te bewegen, en een schuurmechanisme om een schuuronderdeel tegen het oppervlak van het werkstuk te drukken teneinde het oppervlak te schuren, welk schuuronderdeel een in hoofdzaak strookvormig schuuronderdeel omvat, waarin zich ruimten bevinden om te beletten, dat het schuuronderdeel wordt belast en te zorgen, dat wrijvingswarmte, welke optreedt wanneer het oppervlak van het werkstuk door het schuuronderdeel wordt geschuurd, wordt uitgestraald.
36. Inrichting volgens conclusie 35, met het kenmerk, dat het schuuronderdeel als de genoemde ruimten is voorzien van een aantal ope-ningen.
37. Inrichting volgens conclusie 35, met het kenmerk, dat het schuuronderdeel een maasstructuur met de genoemde ruimten bezit.
38. Inrichting volgens een der conclusies 35 t/m 37, met het kenmerk, dat het strookvormige schuuronderdeel uit een schuurriem zonder eind bestaat.
NL8903090A 1988-09-19 1989-12-18 Werkwijze en inrichting voor schuren. NL8903090A (nl)

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP63234242A JPH0798309B2 (ja) 1988-09-19 1988-09-19 復動式研摩装置
JP23424288 1988-09-19
JP63234243A JPH07121503B2 (ja) 1988-09-19 1988-09-19 研摩装置
JP23424388 1988-09-19
JP14867488 1988-11-14
JP14867388 1988-11-14
JP14867388U JPH0270964U (nl) 1988-11-14 1988-11-14
JP14867488U JPH0270965U (nl) 1988-11-14 1988-11-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8903090A true NL8903090A (nl) 1991-07-16

Family

ID=27472883

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8903090A NL8903090A (nl) 1988-09-19 1989-12-18 Werkwijze en inrichting voor schuren.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US5179805A (nl)
KR (1) KR900004456A (nl)
BE (1) BE1003555A5 (nl)
DE (1) DE3844249C2 (nl)
DK (1) DK148089A (nl)
ES (1) ES2020015A6 (nl)
FR (1) FR2636556A1 (nl)
GB (1) GB2222790A (nl)
NL (1) NL8903090A (nl)
SE (1) SE8901102L (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITMI20010996A1 (it) * 2001-05-15 2002-11-15 Intes S P A Macchina perfezionata per la tendinatura automatica di cinghie per l'industria del mobile
EP1395392A1 (en) * 2001-06-12 2004-03-10 Nutool, Inc. Improved method and apparatus for bi-directionally polishing a workpiece
ITRN20040063A1 (it) * 2004-12-10 2005-03-10 Scm Group Spa Metodo e macchina per la levigatura di pannelli di legno
JP4688520B2 (ja) * 2005-02-21 2011-05-25 株式会社タムラ製作所 精密研削装置
DK200701736A (da) * 2007-12-04 2009-06-05 Flex Trim As Slibeapparat samt renseaggregat til slibeapparat
KR100997409B1 (ko) 2008-06-18 2010-11-30 정태열 헤어라인 가공장치
ITUD20080204A1 (it) * 2008-09-26 2010-03-27 Delle Vedove Levigatrici S P A Macchina levigatrice e relativo procedimento
AT507504B1 (de) * 2008-10-29 2012-01-15 Josef Fischer Verstellbares bandschleifwerkzeug
US8690638B2 (en) * 2010-10-07 2014-04-08 Apple Inc. Curved plastic object and systems and methods for deburring the same
US8771037B2 (en) 2011-05-20 2014-07-08 Columbia Insurance Company Pattern sander device, system and method
FR2983105B1 (fr) * 2011-11-24 2014-11-21 Peugeot Citroen Automobiles Sa Dispositif de meulage d’un cordon de soudure, en particulier pour un vehicule automobile
CA2857213C (en) * 2013-08-10 2016-11-22 Taizhou Federal Robot Technology Co., Ltd. A surface processing system for a work piece
CN104625924B (zh) * 2015-02-16 2017-08-22 浙江方润特玻璃机械有限公司 一种玻璃自动磨边装置
FR3034305B1 (fr) 2015-04-03 2021-10-15 Scaljet Scalpel
CN105643405B (zh) * 2016-01-27 2019-02-19 南京宝泰特种材料股份有限公司 一种不用拆卸更换砂带的金属板材砂带抛光机
CN106181698A (zh) * 2016-08-24 2016-12-07 浙江红利富实木业有限公司 一种全自动门板表面打磨机械
CN106522047A (zh) * 2016-12-28 2017-03-22 中车北京二七机车有限公司 一种钢轨铣磨车及其打磨带加压装置
CN107671659B (zh) * 2017-10-19 2024-06-14 佛山市新盛邦金属制品有限公司 一种曲率可调的砂带磨轮
CN108312022B (zh) * 2017-10-26 2023-06-20 广东净源纯水设备有限公司 具有多移动平台智能化的异型罐体打磨平台及其使用方法
CN110834227B (zh) * 2019-11-04 2020-11-24 广东顺德泓涂机械有限公司 一种木制品砂光打磨工艺
DE102020110471A1 (de) * 2020-04-17 2021-10-21 Glaß & Wolff Metalltechnik GmbH & Co. KG Schleifvorrichtung zum Schleifen von Schneideinheiten und Aufbereitungsanlage zum Aufbereiten von gebrauchten Schneideinheiten
CN116021396B (zh) * 2023-03-30 2023-08-25 江苏汉晟智能制造有限公司 一种数控机床用直线导轨的打磨加工设备

Family Cites Families (42)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE257593C (nl) * 1911-11-01
US1286697A (en) * 1917-02-10 1918-12-03 William A Klatte Sanding-machine.
GB251883A (en) * 1925-11-25 1926-05-13 Carl Seel Improvements in belt abrasive machines
GB433880A (en) * 1934-02-22 1935-08-22 Carborundum Co Improvements in or relating to flexible abrasive coated articles and the manufacturethereof
US2258733A (en) * 1940-08-30 1941-10-14 Gen Motors Corp Sanding machine
US2320638A (en) * 1941-02-14 1943-06-01 Fred H Morris Sanding belt machine
US2507372A (en) * 1946-05-23 1950-05-09 Porter Cable Machine Co Belt grinding and polishing device
US2594647A (en) * 1947-08-02 1952-04-29 Bror G Olving Work wheel
GB681996A (en) * 1949-06-02 1952-11-05 Porter Cable Machine Co Portable rubbing machine
GB704104A (en) * 1951-05-30 1954-02-17 Arthur Abbey Improvements in sanding machines
FR1054799A (fr) * 1952-01-11 1954-02-12 Appareil ponceur à combinaisons pour profils angulaires, cintres, galbes et plats
GB739494A (en) * 1953-04-28 1955-11-02 Garringtons Ltd A new or improved polishing machine
US2838890A (en) * 1955-04-18 1958-06-17 Kimberly Clark Co Cellulosic product
FR1143885A (fr) * 1956-02-28 1957-10-07 Chausson Usines Sa Installation pour la rectification, le ponçage et le polissage de pièces brutes detôlerie
US3029566A (en) * 1958-08-04 1962-04-17 Sizer Mfg Company Contact wheels
US2984052A (en) * 1959-08-12 1961-05-16 Norton Co Coated abrasives
US3099904A (en) * 1960-10-10 1963-08-06 Hammond Machinery Builders Inc Mechanical device
AT252757B (de) * 1961-10-28 1967-03-10 Karl Heesemann Bandschleifmaschine
US3167889A (en) * 1962-02-07 1965-02-02 Walter Jacobi & Sons Inc Apparatus for finishing wood and the like
GB1044039A (en) * 1963-10-14 1966-09-28 Libbey Owens Ford Glass Co Method and apparatus for surfacing glass
DE1652110A1 (de) * 1966-04-09 1970-01-08 Piero Molteni Maschine zum Schleifen der geformten Raender von Holzstuecken
GB1142992A (en) * 1966-07-05 1969-02-12 Bowater Mouldings And Dowels L Improvements relating to the treatment and preparation of wooden and like products
US3416261A (en) * 1966-10-19 1968-12-17 Us Plywood Corp Sanding and polishing machine
FR1569748A (nl) * 1967-03-22 1969-06-06
FR1519065A (fr) * 1967-04-06 1968-03-29 Machine pour le polissage de bordures ou gabarits de pièces en bois
SE314496B (nl) * 1967-12-18 1969-09-08 Wst Patenter Ab
DE1652073C3 (de) * 1968-01-13 1975-07-17 Franz 7140 Ludwigsburg Josefy Bandschleifmaschine
DE6606947U (de) * 1968-03-14 1970-12-10 Daimler Benz Ag Vorrichtung zum schleifen von insbesondere lackierten blechoberflaechen
FR2003866A1 (nl) * 1968-03-14 1969-11-14 Daimler Benz Ag
US3541736A (en) * 1968-04-26 1970-11-24 Takekawa Iron Works Device for pressing a sander belt of belt sander machine
GB1232226A (nl) * 1968-11-09 1971-05-19
US3608245A (en) * 1969-09-04 1971-09-28 Timesavers Sanders Belt sanding machine
AT302097B (de) * 1970-09-15 1972-09-25 Heesemann Karl Schleifvorrichtung zum abrundenden Brechen con Kanten an Werkstücken
GB2057483A (en) * 1979-03-24 1981-04-01 Mangan D Abrasive Papers
DE3110431A1 (de) * 1980-09-11 1982-10-21 Karl und Johannes Fried GmbH & Co KG, 7012 Fellbach "holzbearbeitungsmaschine, insbesondere zum schleifen von profiloberflaechen leistenfoermiger und/oder plattenfoermiger werkstuecke"
NL8104694A (nl) * 1981-10-15 1983-05-02 Linden Bv Machine Inrichting voor het schuren van vlakke werkstukken voorzien van een verbeterde drukschoen.
CU21334A1 (en) * 1982-06-29 1987-01-13 Navegacion Mambisa Empresa De Portable machine of cylindrical surface
JPS5969256A (ja) * 1982-10-06 1984-04-19 Nippon Gakki Seizo Kk 曲面サンダ−
IT1179309B (it) * 1984-04-06 1987-09-16 Mini Max Srl Levigatrice a nastro abrasivo ad ingombro riducibile per la lavorazione del legno, plastica, marmo, metalli e simili
US4651474A (en) * 1984-08-24 1987-03-24 Timesavers, Inc. Wide belt sanding machine with platen oscillating means
US4742650A (en) * 1986-11-07 1988-05-10 Conestoga Wood Specialities, Inc. Sanding machine
DE3642086A1 (de) * 1986-12-10 1988-06-23 Fraunhofer Ges Forschung Schleifvorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
SE8901102D0 (sv) 1989-03-30
KR900004456A (ko) 1990-04-12
DK148089D0 (da) 1989-03-28
BE1003555A5 (fr) 1992-04-21
DE3844249A1 (de) 1990-03-29
GB2222790A (en) 1990-03-21
DK148089A (da) 1990-03-20
FR2636556A1 (nl) 1990-03-23
US5179805A (en) 1993-01-19
GB8830454D0 (en) 1989-03-01
ES2020015A6 (es) 1991-07-16
DE3844249C2 (de) 1994-02-24
SE8901102L (sv) 1990-03-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8903090A (nl) Werkwijze en inrichting voor schuren.
US5443414A (en) Sander with orbiting platen and abrasive
US6089958A (en) Belt sander with orbitally translated abrasive belt
US6299512B1 (en) Belt sander with orbitally translated abrasive belt
US6001004A (en) Panel sanding machine with automatic changing and cleaning of the abrasive belt
CS362987A2 (en) Device for grinding surfaces of grinding bands cleaning
RU2360780C2 (ru) Шлифовальное устройство для обработки поверхности
US4864775A (en) Cross-belt sanding machine with oscillating platen means
KR101870258B1 (ko) 무한궤도 방식의 연마장치
US4651474A (en) Wide belt sanding machine with platen oscillating means
US5220750A (en) Pressure platen for use in an abrasive finishing machine
CA1158049A (en) Self-centering feed apparatus for an abrasive grinding machine
US9056384B1 (en) Apparatus and method for sanding edges of a panel
JPH05508354A (ja) トラバーシングを行うサンディング機械などの木工用機械
DE4038031C2 (nl)
US7004818B1 (en) Sander with orbiting platen and abrasive
US4399637A (en) Abrasive grinding machine
CS257257B2 (en) Softening apparatus
WO2009071093A1 (en) Grinding apparatus and apparatus for grinding a surface on plate-shaped items
CA2348681C (en) Belt sander with orbitally translated abrasive belt
JP2703601B2 (ja) 研磨方法
JP2916366B2 (ja) サンディングマシン
US5536198A (en) Apparatus and method for on-site dressing and truing of sanding machine rubber-covered cylinders
CN112775846B (zh) 具有产品固定推杆的线集中型水刀切割装置
KR960011943B1 (ko) 브레이크 패드의 마찰재연속연삭장치

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed