NL8902700A - Werkwijze voor het instellen van gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur van een verwarmingsmedium en schakelingsinrichting voor de uitvoering van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het instellen van gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur van een verwarmingsmedium en schakelingsinrichting voor de uitvoering van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8902700A
NL8902700A NL8902700A NL8902700A NL8902700A NL 8902700 A NL8902700 A NL 8902700A NL 8902700 A NL8902700 A NL 8902700A NL 8902700 A NL8902700 A NL 8902700A NL 8902700 A NL8902700 A NL 8902700A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
temperature
heating
function
determined
flow temperature
Prior art date
Application number
NL8902700A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192541B (nl
NL192541C (nl
Original Assignee
Danfoss As
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Danfoss As filed Critical Danfoss As
Publication of NL8902700A publication Critical patent/NL8902700A/nl
Publication of NL192541B publication Critical patent/NL192541B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192541C publication Critical patent/NL192541C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D19/00Details
    • F24D19/10Arrangement or mounting of control or safety devices
    • F24D19/1006Arrangement or mounting of control or safety devices for water heating systems
    • F24D19/1009Arrangement or mounting of control or safety devices for water heating systems for central heating
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05DSYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
    • G05D23/00Control of temperature
    • G05D23/19Control of temperature characterised by the use of electric means
    • G05D23/1917Control of temperature characterised by the use of electric means using digital means
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05DSYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
    • G05D23/00Control of temperature
    • G05D23/19Control of temperature characterised by the use of electric means
    • G05D23/1927Control of temperature characterised by the use of electric means using a plurality of sensors
    • G05D23/193Control of temperature characterised by the use of electric means using a plurality of sensors sensing the temperaure in different places in thermal relationship with one or more spaces
    • G05D23/1932Control of temperature characterised by the use of electric means using a plurality of sensors sensing the temperaure in different places in thermal relationship with one or more spaces to control the temperature of a plurality of spaces
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/70Efficient control or regulation technologies, e.g. for control of refrigerant flow, motor or heating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Steam Or Hot-Water Central Heating Systems (AREA)
  • Control Of Temperature (AREA)
  • Domestic Hot-Water Supply Systems And Details Of Heating Systems (AREA)
  • Measuring Volume Flow (AREA)
  • Instantaneous Water Boilers, Portable Hot-Water Supply Apparatuses, And Control Of Portable Hot-Water Supply Apparatuses (AREA)
  • Infusion, Injection, And Reservoir Apparatuses (AREA)

Description

Werkwijze voor het instellen van gemiddelde waarde van de voorlooptempe-ratuur van een verwarmingsmedium en schakelingsinrichting voor de uitvoering van de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het instellen van de gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur van een verwarmingsmedium, dat door een verwarmingsinrichting intermitterend verwarmd wordt, in een verwarmingsstelsel, dat ten minste een verstelbare smoor-plaats voor het verwarmingsmedium bezit, waarbij een voorlooptemperatuur- gewenste -waarde op grond van exteme-invloedfactoren vastgesteld en het verwarmingsmedium bij volledige opening van de smoorplaatsen tot de gewenste waarde van de voorlooptemperatuur verwarmd wordt. Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een schakelingsinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
Bij een zodanige werkwijze wordt de veronderstelde benodigde warmte van het stelsel door externe invloedgrootheden, zoals buitentemperatuur, temperatuurverschil tussen voor- en teruglooptemperatuur of een voorafbepaalde ruimtetemperatuur in een centrale ruimte van een huis geschat. Uit deze gemeten resp. voorafbepaalde waarden wordt samen met een met de hand instelbare warmtekromme een voorlooptemperatuur berekend. Een nadeel bij deze werkwijze is dat veranderingen van de werkelijke belastingomstandigheden niet waargenomen worden. Bij toepassing van thermostatische kleppen op de smoorplaatsen, bijvoorbeeld bij de ingangen van de desbetreffende verwarmingslichamen, leidt dit opnieuw daartoe, dat de thermostatische kleppen bij te kleine voorlooptemperatuur steeds volledig geopend en bij te grote voorlooptemperatuur in hoofdzaak gesloten zijn om de gewenste ruimtetemperatuur te bereiken. Een te hoge voorlooptemperatuur brengt een groter energieverlies van de inrichting met zich mee, terwijl bij een lage voorlooptemperatuur de ruimten ondanks open verwarmingslichaamklep niet toereikend verwarmd worden.
Gewenst is echter een voorlooptemperatuur, waarbij de thermostatische verwarmingslichaamkleppen nog kunnen reguleren, d.w.z. zich in een gedeeltelijk geopende of gedeeltelijk gesmoorde toestand bevinden.
Uit DE-OS-3.345.949 is een inrichting voor het sturen van een centraal verwarmingsstelsel bekend, die deze ideale voorlooptemperatuur door meten van de veranderingen van de warmteweerstand met behulp van etvoelers voor de temperatuur en de doorstroomhoeveelheid tracht vast te stellen. Deze oplossing vereist echter op grond van de vele meetvoe-lers relatief grote investeringskosten.
onderhavige uitvinding beoogt een automatisch werkende regelwerkwijze voor het instellen van de gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur op een zodanige waarde aan te geven, dat een optimale totale-doorstroom-snelheid van het verwarmingsmedium bereikt wordt.
Dit doel wordt bij een werkwijze van de inleiding genoemde soort daardoor bereikt, dat een startfunctie, waarmee de voorlooptemperatuur bij het verwarmen verandert, wordt vastgesteld, ten minste een parameter van deze startfunctie voor het vastleggen van een gewenste functie wordt veranderdt en de gewenste waarde van de voorlooptemperatuur zo lang veranderd wordt, tot het verloop van de verwarming in elke verwarmings-fase aan de gewenste functie is aangepast.
Volgens de uitvinding wordt dus de belasting van het verwarmings-stelsel in de "ingeslingerde toestand" door de veranderingssnelheid van de voorlooptemperatuur bepaald. Indien veel verwarmingsmedium nodig is, stijgt dus de voorlooptemperatuur slechts langzaam, dan zijn de verwar-mingslichaamkleppen te ver geopend en bevinden zich dus niet in het optimale regelgebied. Dan moet dus de gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur verhoogd worden. Bij de aanloop van een verwarmingsstelsel kan men in principe ervan uitgaan, dat de thermostatische kleppen volledig geopend zijn. De belasting van de ketel bedraagt als gevolg 100j£, aangezien de maximaal mogelijke hoeveelheid van het verwarmingsmedium door het stelsel vloeit. In een zodanig belastinggeval zal de voorlooptemperatuur slechts langzaam toenemen, aangezien een grote hoeveelheid van het verwarmingsmedium door een constant verwarmingsvermogen verwarmd moet worden. In deze bedrljfstoestand wordt de startfunctie vastgesteld. Na een bepaalde tijd zijn de ruimtes verwarmd en de thermostaatkleppen beginnen de toevoer te smoren. Wanneer een zodanig normaal bedrijf bereikt is zal het verloop van de voorlooptemperatuur bij elk starten van de verwarmingsinrichting steiler zijn dan in de aanvankelijke maximale belastingsituatie. Het verloop van de verwarming van de voorlooptemperatuur in dit normale geval in verhouding tot de aanvankelijk vastgestelde maximale-belastingkromme is een uitdrukking daarvoor, met welke doorstroomsnelheid de inrichting werkzaam is en of de voorlooptemperatuur juist ingesteld is. Door de voor-instelling van een gewenste-functie, die met een optimaal verwarmingsverloop en daarmee met de optimale doorstroomsnelheid overeenkomt en de benadering van het werkelijke voorlooptemperatuurverloop aan deze gewenste-functie, volgt een optimale doorstroomsnelheid en de juiste gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur.
Met voordeel zijn daarbij geen bijkomende meetinrichtingen nodig, aangezien in de regel telkens een temperatuurvoeler voor de meting van de voorloop- en de teruglooptemperatuur aanwezig zijn. Op grond van de automatische werking van de werkwijze is een meer frequente herinstelling van de kromme mogelijk. Het verwarmingsstelsel kan daarmee aan door de tijd van het jaar bepaalde schommelingen aangepast worden. De terug-looptemperatuur kan ook zonder eigen teruglooptemperatuurvoelers vastgesteld worden, wanneer voor elk aanlopen van de verwarmingsinrichting een pompvoorloop plaats heeft. Wanneer de pompvoorloop lang genoeg duurt, wordt namelijk verwarmingsmedium met teruglooptemperatuur in de voor-loopleiding ingevoerd. De daar aangebrachte temperatuurvoeler stelt daarmee de teruglooptemperatuur vast, die voor de verdere berekening van de start- resp. gewenste-functie opgeslagen wordt.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de start-resp. gewenste-functie, waarmee de voorlooptemperatuur verandert, door de volgende hulpfunctie aangepast:
Figure NL8902700AD00041
waarbij (Ty)(t) = de voorlooptemperatuur, pK = het maximale warmtevermogen van verwarmingsketel, (Cm) = de warmtecapaciteit van het doorstromende water, t = de tijd, (Ckj = de warmtecapaciteit van de ketel en
Tr = de teruglooptemperatuur.
Deze hulpfunctie geeft een toereikend nauwkeurige benadering aan het werkelijk gewenste verloop van de voorlooptemperatuur. Aangezien het verwarmen zich in de regel in het aanvangsgebied van de e-functie zal afspelen, kunnen de snelheid en de verhouding van de stijgingen tussen startfunctie en gewenste functie goed bepaald worden. In de aangegeven hulpfunctie kunnen de parameters gemakelijk bepaald worden, vooral omdat het voldoende is telkens de parametercombinatie en te bepa len.
Bij voorkeur worden de parameters van de startfunctie door meting van de voorlooptemperatuur op ten minste drie tijdstippen vastgesteld.
Dit geeft een toereikend aantal waarden om de hulpfunctie vast te leggen.
Met voordeel wordt de gewenste-functie uit de startfunctie door veranderen, in het bijzonder door verkleinen van de parameters Cm vastgesteld. Deze parameter is maatgevend voor de stijging van de, het temperatuurverloop weergegevende kromme.
Door verkleinen van de parameter Cm wordt de kromme steiler. Dit betekent een geringe doorstroomhoeveelheid. Bij een geringere door-stroomhoeveelheid moet echter de voorlooptemperatuur hoger zijn, opdat een toereikende warmtehoeveelheid door de verwarmingsinrichting naar de verwarmingslichamen getransporteerd wordt.
Een optimale instelling, waarbij de thermostatische verwarmingsli-chaamkleppen voor een deel gesmoord zijn, volgt dan, wanneer de parameter Cm in de gewenste functie ongeveer 20% tot kO% kleiner is dan de parameter ^m van de startfunctie. Dit betekent, dat een overeenkomstig geringere hoeveelheid van het verwarmingsmedium het verwarmingsstelsel doorstroomt, dus slechts ongeveer 60% tot 80# van de maximaal mogelijke hoeveelheid.
Met voordeel wordt de startfunctie bij elke overgang van het nacht-bedrijf met lage temperatuur naar het dagbedrijf vastgesteld. Daarmee is een dagelijks herinstellen van de gewenste functie mogelijk. Het verwarmingsstelsel kan daarmee de in- of uitschakeling van meerdere verwarmingslichamen en/of door de tijd van het jaar bepaalde schommelingen van de benodigde warmte beter volgen.
Met voordeel is tussen het vaststellen van de startfunctie en vastleggen van de gewenste-functie een vooraf bepaalde dode tijd opgenomen. Deze dode tijd bedraagt ten minste een verwarmingscyclus, bij voorkeur meerdere. Daardoor wordt verzekerd, dat de verwarming van de ruimtes niet vertraagd wordt.
Met voordeel wordt uit het verschil van de veranderde gewenste waarde van de voorlooptemperatuur en werkelijke waarde van de voorlooptemperatuur een ingangsgrootheid voor een integrator gevormd, die via een Hystereseschakelaar de verwarmingsinrichting in- en uitschakelt. Een zodanige Hystereseschakelaar is bijvoorbeeld uit DE-PS~3.426.937 bekend. Deze werkwijze maakt een eenvoudige regeling mogelijk.
Bij voorkeur worden uit de parameters van de gewenste-functie de drempelwaarden voor de Hystereseschakelaar vastgesteld. Dit is een voordelige bijkomende toepassing van de parameters van de hulpfunctie. De gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur kan door variëring van de drempelwaarden van de Hystereseschakelaar gemakkelijk aan gewenste voor-instellingen aangepast worden.
Volgens de uitvinding wordt verder een schakeling voor de uitvoering van de werkwijze aangegeven, met een voor-instelinrichting, die op grond van externe invloedfactoren een gewenste waardesignaal voor de voorlooptemperatuur opwekt, een integrator, waaraan het verschil tussen een gemodificeerd gewenste waardesignaal en een werkelijke-waardesignaal voor de voorlooptemperatuur toegevoerd wordt, een Hystereseschakelaar, die een ketelstuursignaal voor het schakelen van de verwarmingsinrich-ting opwekt, wanneer het integratoruitgangssignaal een eerste voorafbe-paalde waarde overschrijdt, resp. een tweede vooraf bepaalde waarde onderschrijdt, een parameter-identificatie-inrichting, die parameters van de startfunctie vaststeld, een rekeneenheid, die de gewenste-functie berekent en het verschil tussen de gewenste-functie en het gemeten verwarmingsverloop van het verwarmingsmedium vormt, een foutsignaalop-wekeenheid, die afhankelijk van de in de rekeneenheid gevormde gewenste-functie en het vastgestelde verschil een fout vormt en afhankelijk van deze fout een van drie temperatuursignaalwaarden opwekt, waarvan er ten minste een positief en een negatief is, en een opteleenheid, die de temperatuursignaalwaarden bij elk uitschakelen van de ketel optelt, waarbij de uitgang van de opteleenheid bij de uitgang van de voor-in-stelinrichting opgeteld wordt.
Met voordeel komen de drie temperatuursignaalwaarden overeen met een temperatuurverandering van -0,2°, 0° en +0,2°C. De veranderingssnel-heden van de veranderde gewenste-waarde van de voorlooptemperatuur is daarmee relatief klein. Het verwarmingsstelsel kan de verandering gemakkelijk volgen.
De uitvinding wordt in het vervolg aan de hand van een voorkeurs-uitvoeringsvoorbeeld in samenhang met de tekening beschreven. De enkele figuur daarin geeft in schematische weergave een verwarmingsstelsel weer.
Het verwarmingsstelsel bezit bijvoorbeeld drie verwarmingslichamen 13, 14, 15 die via een voorloopleiding 11 met warm water uit een ketel 5 gevoed worden. Na doorstromen van de verwarmingslichamen 13, l4, 15 vloeit het water via een terugloopleiding 12 naar ketel 5 terug. De waterdoorstroomhoeveelheid door elk verwarmingslichaam 13, 14, 15 wordt door telkens een klep 16, 17, 18 bepaald. Deze kleppen 16, 17, 18 zijn als gebruikelijke thermostaatkleppen uitgevoerd, d.w.z. hun openingsgraad is afhankelijk van de temperatuur van die ruimte, die door het verwarmingslichaam wordt verwarmd. Indien de temperatuur in deze ruimte onder de ingestelde gewenste-temperatuur ligt, opent de thermostatische verwarmingslichaamklep, indien hij daar boven ligt smoort de klep de -toevoer van warm water in het verwarm-f ngsT j rhaam.
De ketel 5 bezit op gebruikelijke wijze een verwarmingsinrichting, bijvoorbeeld een brander voor olie, gas en dergelijke of een elektrische verwaraingsinrichting en een voorraadhouder voor water.
De voorlooptemperatuur Ty en de teruglooptemperatuur Tg worden op de voorloopleiding 11 resp. terugloopleiding 12 of in de ketel 5 gemeten, bijvoorbeeld met behulp van een thermometer 25 met aangesloten meetwaardevormer, die een temperatuurwaarde in elektrische signalen omzet, die via leidingen 19, 20, 23 aan een verdere verwerkingseenheid toegevoerd worden. Hoewel met twee gescheiden temperatuurvoelers meer nauwkeurige meetwaarden voor de bepaling van de voor- en teruglooptemperatuur verkregen worden is het ook voldoende wanneer slechts een (niet weergegeven) temperatuurvoeler voor de voorlooptemperatuur aanwezig is.
Voor de vaststelling van de teruglooptemperatuur wordt dan voor elk starten van de verwarmingsinrichting in de ketel het verwarmingsmedium boven een bepaalde tijd in de verwarmingskringloop rondgepompt, zodat de voorlooptemperatuur gelijk is aan de teruglooptemperatuur. Deze voorlooptemperatuur wordt dan opgeslagen en voor de volgende verwarmingspe-riode als constante teruglooptemperatuur toegepast.
Voor de sturing van de ketel, d.w.z. voor de instelling van de gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur Ty is een voor-instelin-richting 1 aangebracht, waarin uit meerdere externe invloedfactoren, zoals de buitentemperatuur Tuiten en een kromme-steilheid H, een gewenste-waarde Tg van de voorlooptemperatuur gevormd wordt. De grootheid Tg, kan bijvoorbeeld volgens een bekende formule gevormd worden, waarin
Tg x H (22 - Tbuiten) *22*2/H
H geeft daarbij een kromme-snelheid aan, waarbij bij een lage H-waarde een verhoudingsgewijs lage gemiddelde-voorlooptemperatuur bereikt wordt, terwijl bij een hogere H-waarde een hogere gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur bereikt wordt. Deze gewenste-waarde wordt in een optelpunt 2 door een later beschreven correctiegrootheid in een gemodificeerde gewenste-waarde Tp veranderd. Van deze gemodificeerde gewenste-waarde Tp wordt via een signaalleiding 20 de werkelijke-waarde van de voorlooptemperatuur Ty op een verschilvormingspunt 29 afgetrokken. Dit verschil wordt aan de ingang van een integrator 3 toegevoerd. De integrator 3 integreert dit signaal via de tijd. De uitgang van de integrator 3 wordt aan een Hystereseschakelaar 4 toegevoerd, die de ver- warmingsinrichting van de ketel 5 uitschakelt, wanneer de uitgangswaarde van de integrator 3 een vooraf bepaalde eerste waarde overschrijdt en de verwarmingsinrichting van de ketel 5 weer inschakelt, wanneer de uitgangswaarde van de integrator een vooraf bepaalde tweede waarde onderschrijdt.
In de verwarmingsfase, d.w.z. wanneer de verwarmingsinrichting het water verwarmt, kan het tijdsverloop van de verwarming van de voorloop-temperatuur Ty door de volgende hulpfunctie beschreven worden,
Figure NL8902700AD00081
waarbij
Ty(t) = de voorlooptemperatuur, Ρ|ς = het maximale warmtevermogen van de verwarmingsketel,
Cm = de warmtecapaciteit van het doorstromende water, t = de tijd
Cjj = de warmtecapciteit van de ketel en
Tr = de teruglooptemperatuur.
Een parameter-identificatie-inrichting 7 stelt op meerdere verschillende tijdstippen, bij voorkeur ten minste drie, de voorlooptempe-ratuur Ty vast en bepaalt daaruit de parameters Ρχ, Cm en C^. Om de hulpfunctie eenduidig te kunnen vastleggen is het in de regel zelfs voldoende slechts de quotiënten P^/Cm en Cm/Ck te bepalen. Als ingangs-grootheden worden aan de parameter-identificatie-inrichting 7 een tijdsignaal, de voorlooptemperatuur Ty via een signaalleiding 26, die met de signaalleiding 19 in verbinding staat en de teruglooptemperatuur Tp via een signaalleiding 24, die met de signaalleiding 23 in verbinding staat toegevoerd. De parameter-identificatie-inrichting (7) werkt slechts bij de eerste verwarming van de verwarmingsvloeistof, bijvoorbeeld bij de overgang van nachtbedrijf met lage temperatuur op dagbedrijf. De parameters, die in parameter-identificatie-inrichting 7 vastgesteld zijn, definiëren dienovereenkomstig een startfunctie.
De parameters worden aan een rekeneenheid 6 overgedragen, waar ze gemodificeerd kunnen worden om een gewenste-functie te vormen. In een latere verwarmingscyclus wordt met behulp van de gemodificeerde parameters een gewenste-functie gevormd, die het gewenste-verloop in de tijd van de verwarming van de voorlooptemperatuur Ty aangeeft. Dit berekende * verloop van Ty wordt via een signaalleiding 28 aan een verschilvormings-punt 8 toegevoerd, waaraan via een signaalleiding 27, die met de signaalleiding 19 in verbinding staat, de waarde van de voorlooptemperatuur Ty toegevoerd wordt. Op het verschilvormingspunt 8 wordt dus het verschil tussen de berekende waarde van de Ty en de gemeten waarde van Ty gevormd. Dit verschil wordt aan een foutsignaalopwekeenheid 9 toegevoerd. Deze foutsignaalopwekeenheid 9 stelt uit de in het verschilvormingspunt 8 berekende verschil en de via een signaalleiding 30 toegevoerde waarden van de gewenste-functie een fout vast. De foutsignaalopwekeenheid 9 voert in zijn uitgang afhankelijk van de vastgestelde fout een van drie temperatuursignaalwaarden A uit en wel volgens de volgende regel: wanneer de fout tussen -2% en +2% bedraagt, is A = 0; wanneer het bedrag van de fout groter is dan 2%, is het bedrag A = 0,2°0; het teken van A richt zich naar het teken van de fout.
De uitgang van de foutopwekeenheid 9 wordt in een opteleenheid 10 bij elke stop van de verwarmingsinrichting van de ketel 5 opgeteld. De uitgang van de opteleenheid 10 wordt op het optelpunt 2 bij de uitgang Tg van de voor-instelinrichting 1 opgeteld. In het optelpunt 2 wordt daarmee een veranderde of gemodificeerde gewenste-waarde Tp van de voorlooptemperatuur gevormd. In het normale bedrijf wordt deze gemodificeerde gewenste waarde Tp van de voorlooptemperatuur toegepast om zoals boven beschreven samen met de werkelijke-waarde Ty van de voorlooptemperatuur een verschil te vormen, dat dan aan de integrator 3 toegevoerd wordt.
Het verwarmingsstelsel werkt als volgt: bij het omstellen van het stelsel van nacht-bedrijf met lage temperatuur naar normaal dagbedrijf kan men ervan uitgaan, dat alle verwarmingslichaam-thermostaten 16, 17, 18 volledig geopend zijn en de maximale waterhoeveelheid door de verwar-mingslichamen 13, 14, 15 stroomt. De ketel 5 wordt gestart. Daarop stijgt de voorlooptemperatuur Ty en wordt gemeten. Aan de hand van de gemeten kromme kunnen in de parameter-identificatie-inrichting 7. bijvoorbeeld met behulp van een microprocessor, de constanten P^, Cm, van de hulpfunctie van het verwarmingsstelsel berekend worden. Aangezien deze constanten bij het starten van het verwarmingsstelsel berekend worden, verkrijgt men daarmee een startfunctie, d.w.z. de vergelijking, die voor het verwarmingsstelsel bij 100% doorstroom geldt.
Aan de hand van deze startfunctie kan nu een gewenste-functie berekend worden, doordat bijvoorbeeld een nieuwe waarde Cm toegepast wordt. De nieuwe waarde kan bijvoorbeeld 20% tot 40%, in het bijzonder 30# kleiner zijn dan bij de startfunctie. De opgave van de door de integrator 3» de Hystereseschakelaar de ketel 5» de terugvoerleiding 20 en het verschilvormingspunt 26 gevormde regelaar is nu een gemiddelde waarde voor de voorlooptemperatuur zo in te stellen, dat de voorlooptem-peratuur Ty de door de gewenste gewenste-kromme voor-ingestelde gemodificeerde gewenste-waarde Tp van de voorlooptemperatuur inhoudt. Wanneer de voorlooptemperatuur Ty het gewenste verloop heeft bereikt men een doorstroming, die met ongeveer 60% tot 80#, bij voorkeur 70#, van de maximale doorstroming overeenkomt. Bij deze doorstroming bevinden zich de thermostaatkleppen 16, 17, 18 van het gesmoorde verwarmingslichaam in een voor een deel gesmoorde toestand, d.w.z. ze kunnen op temperatuurveranderingen in de ruimte door sterker openen of sterker sluiten reageren en daarmee hun regelfunctie vervullen.
Na elk stoppen van de ketel, d.w.z. na elk uitschakelen van de verwarmingsinrichting, wordt het gemeten temperatuurverloop van de voorlooptemperatuur Ty met de berekende gewenste-functie op meerdere punten vergeleken. Afhankelijk van het resultaat van deze vergelijking wordt de gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur constant gehouden, met 0,2°C verhoogd of met -0,2°C verlaagd. Deze verandering is zo klein, dat het stelsel voldoen tijd heeft zich op de nieuwe randvoorwaarden in te stellen. Deze aanpassing van de gemiddelde waarde aan de belastingen wordt uitgevoerd zolang het dagbedrijf ingesteld is.
Een bijkomend voordeel van het stelsel kan daarin gezien worden, dat uit de berekende constanten Cm, en een zogenaamde alfa-waarde vastgesteld kan worden, die aan de hystereseschakelaar 4 via een sig-naalleiding 31 toegevoerd kan worden. Deze alfa-waarde dient daartoe de beide vooraf bepaalde drempelwaarden vast te leggen of te veranderen, bij het over- resp. onderschrijden waarvan een ketelstuursignaal voor het schakelen van de verwarmingsinrichting opgewekt wordt. Daarmee wordt een enigszins onzekere manuele instelling van deze waarde vermeden.
De belasting van het stelsel wordt dus niet geschat, maar de werkelijk verbruikte benodigde warmte wordt vastgesteld. De voorlooptemperatuur Ty wordt zo gestuurd, dat de thermostaten van het bij wisselende externe omstandigheden desondanks steeds in hun regelgebied kunnen blijven.
De buitentemperatuur TjjU^ten en de kromme-steilheid H die aan de vaststelinrichting 1 toegevoerd worden, worden ook in het dagbedrijf verder benut om de gewenste-waarde Tg afhankelijk van de externe omstandigheden te modificeren. Deze ingang van het optelpunt 2 hoeft dus overdag niet noodzakelijkerwijs constant te zijn.

Claims (12)

1. Werkwijze voor het instellen van de gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur van een verwarmingsmedium, dat door een verwarmings-inrichting intermitterend verwarmd wordt, in een verwarmingsstelsel, dat ten minste een verstelbare smoorplaats voor het verwarmingsmedium bezit, waarbij een gewenste waarde van de voorlooptemperatuur op grond van externe invloedfactoren vastgesteld en het verwarmingsmedium bij volledige opening van de smoorplaatsen tot de gewenste-waarde van de voorlooptemperatuur verwarmd wordt, met het kenmerk, dat een startfunctie, waarmee de voorlooptemperatuur (Ty) bij het verwarmen verandert, vastgesteld wordt, ten minste een parameter (Cm) van deze startfunctie voor de vaststelling van een gewenste-functie veranderd wordt en de gewenste-waarde (Tp) van de voorlooptemperatuur zolang veranderd wordt, tot het verloop van de verwarming in elke verwarmingsfase zich aangepast heeft aan de gewenste-functie.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de start-resp. gewenste-functie, waarmee de voorlooptemperatuur (Ty) verandert, door de volgende hulpfunctie benaderd wordt:
Figure NL8902700AC00111
waarbij Ty(t) = de voorlooptemperatuur, Pp = het maximale warmtevermogen van de verwarmingsketel, ^m de warmtecapaciteit van het doorstromende water, t = de tijd, Ck = de warmtecapaciteit van de ketel en Tp = de teruglooptemperatuur
3· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de parameters van de startfunctie door meting van de voorlooptemperatuur (Tv) op ten minste drie tijdstippen vastgesteld worden.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de gewenste-functie uit de startfunctie door veranderen van de parameter Cm vastgesteld wordt.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de gewens-te-functie door verkleinen van de parameter Cm vastgesteld wordt.
6. Werkwijze volgens conclusie 5. met het kenmerk, dat de parameter Cm in de gewenste-functie ongeveer 20# tot 40# kleiner is dan de parameter Cm in de startfunctie.
7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de startfunctie bij elke overgang van nachtbedrijf naar dagbedrijf vastgesteld wordt.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 7* met het kenmerk, dat tussen het vaststellen van de startfunctie en het vastleggen van de gewenste-functie een vooraf bepaalde dode tijd opgenomen wordt.
9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat uit het verschil van de veranderde gewenste waarde Tp van de voorlooptemperatuur en de werkelijke waarde (Ty) van de voorlooptempera-tuur een ingangsgrootheid voor een integrator gevormd wordt, die via een Hystereseschakelaar (4) de verwarmingsinrichting (5) in- en uitschakelt.
10. Werkwijze volgens conclusie 9. met het kenmerk, dat uit de parameters van de gewenste-functie de drempelwaarden voor de Hystereseschakelaar (4) vastgesteld worden.
11. Schakeling voor de uitvoering van de werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 10, gekenmerkt door door een voor-instelinrichting (1), die op grond van externe invloedfactoren (H, Tbuiten) een gewenste waardesignaal (Tg) van de voorlooptemperatuur opwekt, een integrator (3), waaraan het verschil tussen een gemodificeerd gewenste waardesignaal (Tp) van de voorlooptemperatuur en een werkelijke waardesignaal (Ty) van de voorlooptemperatuur toegevoerd wordt, een Hystereseschakelaar (4), die een ketelstuursignaal voor het schakelen van de verwarmingsinrichting (5) opwekt, wanneer het integrator-uitgangssignaal een eerste vooraf bepaalde waarde overschrijdt resp. een tweede vooraf bepaalde waarde onderschrijdt, een parameter-identificatie-inrichting (7), die de parameters (P^/Cjj, Cm/C^) van de startfunctie vaststelt, een rekeneenheid (6, 8) die de gewenste-functie berekent en het verschil tussen de gewenste-functie en het gemeten verwarmingsverloop van het verwarmingsmedium vormt, een foutsignaal-opwekeenheid (9), die afhankelijk van de in de rekeneenheid (6, 8) gevormde gewenste-functie en het vastgestelde verschil een fout vormt en afhankelijk van deze fout een van ten minste twee temperatuursignaalwaarden (A), waarvan er ten minste een positief en een negatief is, opwekt en een opteleenheid (10), die de temperatuursignaalwaarden (A) bij elke uitschakeling van de ketel optelt, waarbij de uitgang van de opteleenheid (10) bij de uitgang van de voor-instelinrichting (1) opgeteld wordt om het gewenste waardesignaal (Tg) van de voorlooptemperatuur te modificeren.
12. Schakelinginrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de drie temperatuursignaalwaarden (A) met een temperatuurverandering van -0,2“, 0* en +0,2*C overeenkomen.
NL8902700A 1988-11-09 1989-11-01 Werkwijze voor het instellen van de gemiddelde waarde van de toevoertemperatuur van een verwarmingsvloeistof, welke intermitterend wordt verwarmd in een verwarmingsstelsel, alsmede regelinrichting hiervoor. NL192541C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3838005A DE3838005A1 (de) 1988-11-09 1988-11-09 Verfahren zum einstellen des mittelwerts der vorlauftemperatur eines heizmediums und schaltungsanordnung zur durchfuehrung des verfahrens
DE3838005 1988-11-09

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8902700A true NL8902700A (nl) 1990-06-01
NL192541B NL192541B (nl) 1997-05-01
NL192541C NL192541C (nl) 1997-09-02

Family

ID=6366817

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902700A NL192541C (nl) 1988-11-09 1989-11-01 Werkwijze voor het instellen van de gemiddelde waarde van de toevoertemperatuur van een verwarmingsvloeistof, welke intermitterend wordt verwarmd in een verwarmingsstelsel, alsmede regelinrichting hiervoor.

Country Status (12)

Country Link
JP (1) JPH0827028B2 (nl)
BE (1) BE1002990A3 (nl)
CA (1) CA2000867C (nl)
CH (1) CH678887A5 (nl)
DE (1) DE3838005A1 (nl)
DK (1) DK168247B1 (nl)
FI (1) FI92105C (nl)
FR (1) FR2638864B1 (nl)
GB (1) GB2225653B (nl)
IT (1) IT1238526B (nl)
NL (1) NL192541C (nl)
SE (1) SE500088C2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT398832B (de) * 1990-11-19 1995-02-27 Vaillant Gmbh Zentralheizungsanlage
SE539644C2 (en) * 2015-12-28 2017-10-24 Nordomatic Ab Method and system for regulating indoor temperature
FR3061268B1 (fr) * 2016-12-22 2022-05-13 Commissariat Energie Atomique Procede de determination de la capacite de delestage d'un batiment exploitant l'inertie thermique, procede de delestage associe et systeme mettant en œuvre lesdits procedes
KR101997043B1 (ko) * 2017-12-26 2019-07-08 린나이코리아 주식회사 보일러 환수온도를 이용한 각방제어 시스템의 난방온도 제어장치 및 그 방법
CN110894978B (zh) * 2019-04-10 2022-04-29 北京西门子西伯乐斯电子有限公司 空气源热泵供暖***及其控制器和控制方法
DE102021200129A1 (de) 2021-01-08 2022-07-14 Viessmann Climate Solutions Se Verfahren zum optimieren einer heizkurve und heizungssystem

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4347974A (en) * 1981-03-05 1982-09-07 Honeywell, Inc. Temperature control system with night setback programming as a function of temperature conditioning load
DE3202168A1 (de) * 1982-01-25 1983-08-04 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Regeleinrichtung fuer eine warmwasser-zentralheizung
NL8200316A (nl) * 1982-01-28 1983-08-16 Willempje Johanna Dogger Lam Centrale verwarmingsinrichting.
DE3300082A1 (de) * 1983-01-04 1984-07-05 Centra-Bürkle GmbH & Co, 7036 Schönaich Verfahren und einrichtung zum optimieren der heizkurve einer heizungsanlage
DE3345949A1 (de) * 1983-12-20 1985-06-27 Christian Prof.Dipl.-Ing. 7710 Donaueschingen Dirks Vorrichtung zum steuern eines zentralheizungssystems
EP0192228A3 (de) * 1985-02-18 1987-06-16 HAPPEL GmbH & Co. Verfahren zum Regeln der Temperatur in Räumen durch Heiz- und/oder Kühleinrichtungen
FR2599823B1 (fr) * 1986-06-06 1993-11-19 Cie Generale D Electricite Procede et dispositif de regulation d'un chauffage central
FR2606177B1 (fr) * 1986-11-04 1989-04-14 Coussement Bruno Procede de regulation de la temperature d'une installation de chauffage central

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0827028B2 (ja) 1996-03-21
IT1238526B (it) 1993-08-18
FI92105C (fi) 1994-09-26
FR2638864B1 (fr) 1996-08-02
GB2225653B (en) 1992-12-23
FI92105B (fi) 1994-06-15
FR2638864A1 (fr) 1990-05-11
CA2000867C (en) 1999-01-12
SE500088C2 (sv) 1994-04-11
DE3838005C2 (nl) 1991-12-05
GB8925250D0 (en) 1989-12-28
NL192541B (nl) 1997-05-01
SE8903551D0 (sv) 1989-10-25
JPH02183734A (ja) 1990-07-18
NL192541C (nl) 1997-09-02
CA2000867A1 (en) 1990-05-09
SE8903551L (sv) 1990-05-10
BE1002990A3 (fr) 1991-10-15
GB2225653A (en) 1990-06-06
DK539389A (da) 1990-05-10
DE3838005A1 (de) 1990-05-10
IT8967979A0 (it) 1989-11-08
FI895320A0 (fi) 1989-11-08
IT8967979A1 (it) 1991-05-08
DK168247B1 (da) 1994-02-28
CH678887A5 (nl) 1991-11-15
DK539389D0 (da) 1989-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100924466B1 (ko) 난방환경에 적응하는 각방 실내온도 제어방법
US11221150B2 (en) System and method of controlling a mixing valve of a heating system
US10480826B2 (en) System and method of controlling a mixing valve of a heating system
NL8902700A (nl) Werkwijze voor het instellen van gemiddelde waarde van de voorlooptemperatuur van een verwarmingsmedium en schakelingsinrichting voor de uitvoering van de werkwijze.
KR0142396B1 (ko) 급탕기
NL8102529A (nl) Met brandstof gestookte warmtebron.
NL9201867A (nl) Werkwijze voor het besturen van een verwarmingsinrichting, die afwisselend een verwarmingskringloop en verbruikwaterwarmtewisselaar verzorgt en verwarmingsinrichting ten gebruike daarbij.
JP3001961B2 (ja) 追焚循環回路の流量検出方法、流量制御方法、及び流量検出装置
CN111566412A (zh) 用于调节循环泵的方法、循环泵和加热***
JP3922749B2 (ja) 給湯燃焼制御方法、およびこれを用いた給湯器
JPS61173052A (ja) 給湯装置
NL1004467C1 (nl) Thermostatische verwarmingsregeling.
NL1032642C2 (nl) Warmwatertoestel en besturingseenheid daarvoor.
JP3207979B2 (ja) 給湯装置
JP3674014B2 (ja) 給湯装置
JPH0411776B2 (nl)
KR910000638Y1 (ko) 온돌용 난방시스템의 온도조절장치
JP3437998B2 (ja) 温度制御装置
JP2689288B2 (ja) 温水器の加熱制御装置
JP3719272B2 (ja) 給湯器付風呂釜
JP2536442B2 (ja) 給湯装置
JPH0749316Y2 (ja) 給湯器付自動落とし込み風呂装置
JPS63286655A (ja) 給湯器
JPS62162849A (ja) ガス瞬間式給湯装置
JPH0544997A (ja) 給湯器付風呂釜の運転制御方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20040601