NL8900832A - Aanpassingseenheid voor toestellen. - Google Patents

Aanpassingseenheid voor toestellen. Download PDF

Info

Publication number
NL8900832A
NL8900832A NL8900832A NL8900832A NL8900832A NL 8900832 A NL8900832 A NL 8900832A NL 8900832 A NL8900832 A NL 8900832A NL 8900832 A NL8900832 A NL 8900832A NL 8900832 A NL8900832 A NL 8900832A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
longitudinal side
side walls
side wall
connection
Prior art date
Application number
NL8900832A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193921B (nl
NL193921C (nl
Original Assignee
Loh Kg Rittal Werk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Loh Kg Rittal Werk filed Critical Loh Kg Rittal Werk
Publication of NL8900832A publication Critical patent/NL8900832A/nl
Publication of NL193921B publication Critical patent/NL193921B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193921C publication Critical patent/NL193921C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02BBOARDS, SUBSTATIONS OR SWITCHING ARRANGEMENTS FOR THE SUPPLY OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02B1/00Frameworks, boards, panels, desks, casings; Details of substations or switching arrangements
    • H02B1/20Bus-bar or other wiring layouts, e.g. in cubicles, in switchyards
    • H02B1/21Bus-bar arrangements for rack-mounted devices with withdrawable units
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02BBOARDS, SUBSTATIONS OR SWITCHING ARRANGEMENTS FOR THE SUPPLY OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02B1/00Frameworks, boards, panels, desks, casings; Details of substations or switching arrangements
    • H02B1/015Boards, panels, desks; Parts thereof or accessories therefor
    • H02B1/04Mounting thereon of switches or of other devices in general, the switch or device having, or being without, casing
    • H02B1/052Mounting on rails

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)

Description

NO 35722 ^
Aanpassingseenheid voor toestellen.
De uitvinding heeft betrekking op een aanpassingseenheid voor toestellen met een huis dat kan worden geplaatst op verzamelrails van een verzamel rail systeem en met behulp van kleminrichtingen daarop kan worden vastgezet, welk huis aan de open bovenkant een draagrailgedeelte 5 draagt dat evenwijdig is aan de verzamelrails en waarvan de langszij-wanden aan de onderkant beginnende uitsparingen hebben voor de verzamelrails.
Bij deze bekende aanpassingseenheid voor toestellen wordt de breedte van het huis van de eenheid bepaald door het aantal verzamel -10 rails van het verzamel rail systeem of door de afmetingen van de kleminrichtingen. Dit is afhankelijk daarvan of de voor de elektrische aansluiting nodige kleminrichtingen in langsrichting van de verzamelrails ten opzichte van elkaar verspringend zijn aangebracht danwel in een gemeenschappelijk loodrecht op de verzamelrails staand vlak zijn aange-15 bracht. In het eerste geval bepalen ook de afmetingen van de kleminrichtingen in de richting van de langsas van de verzamelrails de breedte van het huis van de aanpaseenheid en daarmede de lengte van het daarop vastzetbare gedeelte van de draagrail. De lengte van het gedeelte van de draagrail is weer de maat voor de inbouwbreedte van het elek-20 trische toestel dat op het gedeelte van de draagrail kan worden bevestigd. Het is juist de inbouwbreedte die bij de toe te passen elektrische toestellen kan variëren.
De uitvinding heeft tot doel een aanpaseenheid voor toestellen van het hierboven genoemde type zodanig uit te voeren dat hij gebruikt kan 25 worden voor elektrische toestellen met een inbouwbreedte die groter is dan de breedte van de aanpaseenheid.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat voor de verbreding een aansluithuis wordt gebruikt, dat in wezen bestaat uit een uitwendige langszijwand van het huis met een naar beneden toe open uit-30 sparing, verder doordat de buitenste langszijwand van het huis aan de uiteinden overgaat in loodrecht daarop staande en de breedte van het aansluithuis bepalende breedte-zijwanden, die in de aangesloten stand in één vlak liggen met de breedte-zijwanden van het huis van de aanpaseenheid, en dat in het eindgebied van de breedte-zijwanden of van de 35 buitenste langszijwanden van het huis verbindingselementen zijn aangebracht met behulp waarvan het aansluithuis kan worden verbonden met het huis van de aanpaseenheid.
Met behulp van een eenvoudig aansluithuis, dat als een uit een 0900832 7 2 stuk bestaand spuitgietonderdeel van kunststof eenvoudig kan worden vervaardigd, kan de inbouwbreedte van de aanpaseenheid voor toestellen worden vergroot, zonder de eleketrische toestellen te veranderen die voor de elektrische aansluiting zijn te verbinden met de aanpaseen-5 heid.
De aanpaseenheid is daarbij ontworpen voor een basis-inbouwbreed-te, die door middel van het aansluithuis trapsgewijs wordt vergroot. Wanneer er bovendien in is voorzien dat de buitenste langszijwand van het huis van het aansluithuis een de langszijwanden van het huis van de 10 aanpaseenheid althans in de gebieden van de afdekuitsteeksels dezelfde dikte hebben, dan kunnen ook meerdere aansluithui zen op het aanpashuis van de aanpaseenheid voor toestellen worden gezet.
Het aaneenschakelen van aansluithuis en huis van de aanpaseenheid wordt nog universeler doordat de langszijwanden van het huis van de 15 aanpaseenheid en de buitenste langszijwanden van het huis van het aansluithuis symmetrisch zijn uitgevoerd ten opzichte van het in de langs-richting van de verzamel rails verlopende middendwarsvlak, omdat identieke aansluithui zen in een over 180° omgedraaide stand aan weerskanten van het huis van de aanpaseenheid aansluitbaar zijn.
20 Op grond van veiligheidsoverwegingen is er in voorzien dat de buiten! angszijwand van het huis van het aansluithuis en de zijwanden van het huis van de aanpaseenheid in de eindgebieden afdekuitsteeksels hebben, teneinde bij de op de verzamel rails geplaatste aanpaseenheid voor toestellen met aansluithuis de toegang tot de buitenste verzamelrails 25 te bemoeilijken. Daarbij is er in voorzien dat de hoogte van de buiten-langszijwand van het huis van het aansluithuis buiten de uitsparing in het gebied-van de afdekuitsteeksels overeenkomt met de hoogte van de langszijwanden van het huis van de aanpaseenheid in het gebied van diens afdekuitsteeksels.
30 Een eenvoudige steekverbinding tussen het aansluithuis en het huis van de aanpaseenheid wordt volgens een uitvoeringsvorm verkregen doordat de verbindingselementen zijn uitgevoerd als in het gebied van de onderkant geplaatste naar boven open U-vormige insteekverbindingen die evenwijdig aan de buitenlangszijwanden van het huis van het aansluit-35 huis verlopen en vanaf de onderkant kunnen worden gestoken op de afdekuitsteeksels van het huis van de aanpaseenheid.
Opdat het met het huis van de aanpaseenheid verbonden aansluithuis het plaatsen van de aanpaseenheid op de verzamelrails niet nadelig beïnvloedt, is erin voorzien dat de buitenste langszijwand van het huis 40 van het aansluithuis in de verbindingsstand in een vlak ligt met de bo- 8900832.
ΐ 3 venkant van de Tangszijwanden van het huis van de aansluiteenheid, waarbij de uitsparing in de buitenste langszijwand van het huis althans in één vlak aansluit op de horizontale randen van de uitsparingen in de Tangszijwanden van het huis van de aanpaseenheid, en dat de uitsparing 5 zich in haar breedtenchting althans over alle uitsparingen in de Tangszijwanden van het huis van de aanpaseenheid uitstrekt.
Voor het op elkaar aansluiten van aansluithuizen is de uitvoering eenvoudigweg zodanig dat de breedte-zijwanden van het aansluithuis deel uitmaken van aan de buitenste langszijwand van het huis gevormde in 10 doorsnede vierkante of rechthoekige vertikale kamers, dat die kamers in het vlak van de bovenkant van de buiten!angszijwand van het huis door middel van dekwanden zijn gesloten, en dat de evenwijdig aan de buitenlangszijwand van het huis verlopende binnenwanden van de van onderen open kamers de verbindingselementen dragen. De kamers nemen in het ge-15 bied de onderkant de verbindingselementen op van een naburig aangesloten huis.
Wanneer volgens een verdere uitvoeringsvorm daarin is voorzien dat het huis van de aanpaseenheid een bodemwand heeft die ten opzichte van de bovenkanten van de Tangszijwanden verspringt, welke bodemwand van de 20 beide Tangszijwanden en de breedte-zijwanden van het huis van de aanpaseenheid met elkaar verbindt, en doordat aan de buitenste langszijwand van het huis van het aansluithuis op dezelfde afstand van de bovenkant een bodemwand is gevormd, die in het vlak van de binnenwanden van de kamers overgaat in een slechts naar beneden gerichte binnen-25 langszijwand van het huis, en doordat deze binnen!angszijwand van het huis vlak afsluit met de uitsparing in de buitenste langszijwand van het huis, dan wordt naast de opneemruimte van het huis van de aanpaseenheid voor de kleminrichtingen de aansluitl ei dingen en de aansluit-contacten, in het aansluithuis een nevenruimte verkregen die kan worden 30 gebruikt voor het opnemen van aansluit- of verbindingslei dingen of extra elektrische bouwelementen. De binnen!angszijwand van het huis levert een vergroot aansluitvlak van het aansluithuis.
Ter verhoging van de stabiliteit van het aansluithuis is volgens een uitvoeringsvorm daarin voorzien dat de buitenste langszijwand van 35 het huis van het aansluithuis door middel van aangevormde dwarslijven tot een geheel is verbonden en verstijfd met de binnen!angszijwand van het huis.
Opdat het aansluithuis gemakkelijk met het huis van de aanpaseenheid kan worden in elkaar gestoken is volgens een verdere uitvoerings-40 vorm daarin voorzien dat de verbindingselementen zijn uitgevoerd als 8900832.’ i 4 * L-vormige hoeken, dat een been van de hoek horizontaal is gericht en met de onderkant van de binnenwand van de bijbehorende kamer in een vlak afsluit, en dat een vertikaal naar boven gericht been van de hoek op een met de dikte van de langszijwanden van het huis van de aanpas-5 eenheid in het gebied van de afdekuitsteeksels overeenkomende afstand tot de binnenwand van de bijbehorende kamer verloopt.
Is er bovendien in voorzien dat de breedte-zijwanden van het huis van de aanpaseenheid en de breedte-zijwanden van het aansluithuis telkens over een afstand ten opzichte van de onderkanten van de langszij-10 wanden en van de buiten!angszijwand van het huis uitsteken welke overeenkomt met de dikte van het horizontale been van de hoek, alsmede dat de onderkanten van de binnenwanden van de kamers met de horizontale benen van de hoek in de verbindingsstand met het huis van de aanpaseenheid ook met de onderkant van de breedte-zijwanden van het huis van de 15 aanpaseenheid in een vlak aansluiten, dan kan in het gebied van de onderkant van het aansluithuis en van het huis van de aanpaseenheid althans in het gebied van hun breedte-zi jwanden eenzelfde bevestigings-vlak worden aangehouden dat zich kan uitstrekken tot het bevestigings-vlak waarop de verzamel rails zijn bevestigd.
20 De bevestiging van de draagraildelen en van de afdekplaten aan de aanpaseenheid voor toestellen wordt volgens een uitvoeringsvorm zodanig opgelost, dat de langszijwanden van het huis van de aanpaseenheid op de naar elkaar toegekeerde binnenwanden althans over een deel van hun lengte aangevormde randen hebben met een reeks van verbindingsplaatsen 25 en dat deze randen zich telkens uitstrekken vanaf de bovenkant van de langszijwand tot de bodemwand van het huis van de aanpaseenheid. Daardoor ontstaat de mogelijk dat het draagrailgedeelte in verschillende standen met het huis van de aanpaseenheid te verbinden is, die worden bepaald door de steek van de verbindingsplaatsen in de randen, en dat 30 de open bovenkant van het huis van de aanpaseenheid buiten het draagrailgedeelte met behulp van afdekplaten afsluitbaar is, welke platen dienovereenkomstig gevormde verbindingselementen dragen en eveneens kunnen worden verbonden met dè verbindingsplaatsen van de randen.
De aanpassing van de afdekplaten aan de buiten de bevestigde 35 draagrailgedeelten vrijblijvende gebieden van de open bovenkant van het huis van de aanpaseenheid wordt mogelijk doordat de afdekplaten bestaan uit met elkaar verbonden echter scheidbare stroken, waarvan de breedte is aangepast aan de steek van de verbindingsplaatsen van de randen en die in het midden van de breedte de verbindingselementen dragen. De af-40 dekplaten kunnen door afscheiden van een of meer stroken trapsgewijs 8900 83 2 :
V
5 worden aangepast aan hun evenwijdig aan de langszijwanden van het huis van de aanpaseenheid verlopende afmetingen, waarbij de trappen overeenkomen met de steek van de verbindingsplaatsen in de randen.
Volgens een uitvoeringsvorm is er in voorzien dat de afdekplaten 5 en het draagrailgedeelte zich in de verbindingsstand uitstrekken over de breedte van de met elkaar verbonden huizen van aanpaseenheid en aan-sluithuis. De uit het huis van de aanpaseenheid en een aansluithuis samengestelde aanpaseenheid voor toestellen vormt in het gebied dat in het zicht is het uiter!ijk van een dienovereenkomstig bredere aanpas-10 eenheid voor toestellen.
Het benutten van de door het aansluithuis gevormde nevenruimte is te vergemakkelijken doordat de langszijwanden van het huis van de aanpaseenheid buiten de randen is voorzien van doorbrekingen in het boven de bodemwand gelegen gebied die zich bij voorkeur uitstrekken vanaf de 15 bodemwand tot de bovenkanten van de langszijwanden.
Het draagrailgedeelte en de afdekplaten kunnen worden benut voor het verbinden van aansluithuis en huis van aanpaseenheid doordat ook de binnenwand van de buitenste langszijwand van het huis van het aansluit-huis volgens een dienovereenkomstige plaatsing en uitvoering als bij de 20 langszijwanden van het huis van de aanpaseenheid, een rand met verbindingsplaatsen draagt, die zich uitstrekt vanaf de bovenkant van de buitenste langszijwand van het huis tot aan de bodemwand van het aansluithuis.
Wanneer volgens een verdere uitvoeringsvorm daarin is voorzien dat 25 de uitsparingen voor de verzamel rails aan de onderkant van de langszijwanden van het huis van de aanpaseenheid zijn onderverdeeld door schei-dingsuitsteeksels en afdekuitsteeksels, dan kan de aanpaseenheid voor toestellen zonder gevaar voor kortsluiting worden geplaatst op onder spanning staande verzamelrails.
30 Voor het leggen van de bedrading over op elkaar aangesloten aansl uithui zen is van voordeel een uitvoeringsvorm die wordt gekenmerkt doordat de buitenste langszijwand van het huis van het aansluithuis uitbreekbare wandgedeelten heeft, die bij voorkeur in lijn liggen met de doorbrekingen in de langszijwanden van het huis van de aanpaseen-35 hei d.
De uitvinding zal aan de hand van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden verder worden toegelicht.
Fig. 1 toont in perspectief het huis van een aanpaseenheid voor toestellen met een draagrailgedeelte en een aansluithuis in de voor de 40 verbinding voorziene montagestand.
8900 832 : « 6
Fig. 2 toont in perspectief een gedeeltelijk aanzicht waaruit de steekverbinding tussen het aansluithuis en het huis van de aanpaseen-heid in detail valt te zien.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 1 en 2 wordt een ver-5 brede aanpaseenheid voor toestellen samengesteld uit het huis 10 van de aanpaseenhetd en het aansluithuis 40. Het huis 10 strekt zich uit dwars over drie verzamelrai1s van een verzamel rail systeem en heeft dus aan de identiek uitgevoerde langszijwanden 11 drie uitsparingen 13, 15 en 17 waarin de verzamel rails plaatsvinden. Deze uitsparingen 13, 15 en 17 10 zijn in de eindgebieden van de langszijwanden 11 begrensd door de af-dekuitsteeksels 12 en 18 die praktisch doorlopen tot aan het bevesti-gingsvlak van de verzamel rails. De scheidingsuitsteeksels 14 en 16 scheiden de uitsparingen 13, 15 en 17 van elkaar. De breedtezijwanden 33 en 34 van het huis 10 steken met de onderkanten over een van te vo-15 ren bepaalde afstand uit voorbij de onderkanten van de langzijwanden 11, dat wil zeggen van de afdekuitsteeksels 12 en 18, zodat uitsteeksels 38 worden gevormd. De langszijwanden 11 en de breedte-zijwanden 12 en 18 van het huis 10 zijn als een geheel vervaardigd met de bodemwand 19, waarbij de bodemwand 19 ten opzichte van de bodenkanten van de 20 langzijwanden 11 en de breedtezijwanden 33 en 34 is verlaagd zodat een naar boven open opneemruimte is gevormd. In de bodemwand 19 zijn de niet getoonde kleminrichtingen bevestigd waarmee de aanpaseenheid kan worden vastgezet op de verzamelrails die zijn uitgevoerd als elektrische grijpcontacten, die worden gebruikt voor de aansluiting van het 25 elektrisch toestel, dat met het huis van de aanpaseenheid wordt verbonden, zoals nog zal worden getoond. De uitgaande aansluiting van het elektrische toestel vindt plaats via verbindingslei dingen die gaan naar de van schroeven voorzien aansluitcontacten 32 die met behulp van een dekplaat 31 zodanig zijn afgedekt dat alleen de schroeven toegankelijk 30 zijn. De opneemruimte van het aansluithuis 10 biedt voldoende plaats voor de aansluit- en verbindingsleidingen.
De breedte-zijwand 33 heeft aan de onderkant een uitsparing, zodat de aanslui tl ei dingen naar de van schroeven voorziene aansluitcontacten 32 kunnen worden ingevoerd. Daarbij blijven alleen de gebieden 35 en 36 35 over, die uitsteken buiten de onderkanten 37 van de langszijwanden 11.
Op de naar elkaar toegekeerde binnenwanden van de langszijwanden 11 zijn boven de bodemwand 19 althans over een deel van de lengte van deze wanden randen 22 en 24 aangebracht met verbindingsplaatsen 23 en 25 onder een van te voren bepaalde steek.
40 Het draagrailgedeelte 26 heeft boringen 27, zodat deze met schroe- 8300832:
V
7 ven 28 kan worden vastgeschroefd in de randen 22 en 24. De verbindings-plaatsen 23 en 25 zijn daarbij uitgevoerd als boorgaten met bodem en de schroeven 28 zijn zelf tappend, zodat deze hun schroefdraad zelf snijden in de verbindingsplaatsen 23 of 25 van het uit kunststof bestaande 5 huis 10 van de aanpaseenheid. Door de steek van de verbindingsplaatsen 23 en 25 worden trappen bepaald die verschillende standen toelaten van het draagrailgedeelte 26 op de bovenkant vna het huis 10. De randen 22 en 24 met de verbindingsplaatsen 23 en 25 verlopen telkens vanaf de bovenkant van de langszijwand 11 tot aan de bodemwand 19 teneinde geen 10 ondersnijdingen te vormen die het vervaardigen van het huis 10 door middel van een spuitgietmethode van kunststof zouden bemoeilijken.
De open bovenkant van het huis 10 wordt behalve door de met het huis 10 verbonden draagrailgedeelte 26 afgesloten door middel van de afdekplaten 29 en 30, die aan de onderkant een reeks van steekelementen 15 dragen, die kunnen worden gestoken in de verbindingsplaatsen 23 en 25 en daarin worden vastgehouden door dat zij daarin passen en/of daarin worden geklemd. De afdekplaten 29 en 30 zijn samengesteld uit een reeks van evenwijdig aan de breedtezijwanden 33 en 34 verlopende stroken. De stroken hebben een breedte die overeenkomt met de steek van de verbin-20 dingsplaatsen 23 en 25 en zijn scheidbaar met elkaar verbonden. Op deze , wijze kan de breedte van de afdekplaten 29 en 30 al naar gelang de stand van het draagrailgedeelte 26 worden aangepast aan de afmetingen van de resterende openingen van het huis 10.
Het draagrailgedeelte 26 en de afdekplaten 29 en 30 steken aan een 25 langszijwand 11 van het huis 10 uit over een afstand die overeenkomt met de breedte van het aansluithuis 40 dat kan worden verbonden met een langszijwand 11 van het huis 10.
Het aanslui thuis bestaat in wezen uit de buitenste langszijwand 41 van het huis die een uitsparing 44 aan de onderkant heeft. Deze uitspa-30 ring 44 ligt in de verbonden stand van het huis 10 en het aansluithuis 40 althans met de horizontale kanten van de uitsparingen 13, 15 en 17 in de langszijwand 11 van het huis van de aanpaseenheid 10 in een vlak.
De begrenzing wordt verkregen door de afdekuitsteeksels 42 en 43 waarvan de hoogte overeenkomt met de hoogte van de van de afdekuitsteeksels 35 12 en 18 van de langszijwanden 11 van het huis 10. De langszijwanden 11 van het huis 10 van de aanpaseenheid en de buitenste langszijwand 41 van het huis van het aanslui thuis 40 zijn symmetrisch uitgevoerd ten opzichte van het evenwijdig aan de verzamelrails verlopende midden-dwarsvlak, zodat de aaneenschakeling van het aansluithuis 40 mogelijk 40 is in een over 180° verdraaide stand bij de langszijwanden van het huis 89008327 10.
8
In het gebied van de afdekuitsteeksels 42 en 43 zijn aan de binnenwand van de buitenste langszijwand 41 van het huis kamers gevormd van vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede, die door middel van dek-5 wanden 46 en 47 van boven zijn gesloten en onderen open zijn. De breed-te-zijwanden 45 en 48 staan daarbij loodrecht op de afdekuitsteeksels 42 en 43 en bepalen de breedte van het aanslui thuis 40, die overeenkomt met de maat waarover het draagrailgedeelte 26 en de afdekplaten 29 en 30 buiten de langszijwand 11 van het huis 10 uitsteken. De buitenste 10 langszijwand 41 van het huis kan aan de binnenwand eveneens een aangevormde van verbindingplaatsen voorziene rand dragen die zich tot de bo-demwand 51 toe uitstrekt. De bodemwand 51 is over dezelfde afstand als de bodemwand 19 van het huis 10 onder de bovenkant aangebracht, zodat een nevenruimte is verkregen die via de doorbrekingen 20 en 21 van de 15 langszijwand 11 toegankelijk is, wanneer het aansluithuis 40 is verbonden met het huis 10 van de aanpaseenheid. De binnenwand 49 van de kamers ligt in hetzelfde vlak als de evenwijdig aan de buitenste langszijwand 41 van het huis verlopende binnenste langszijwand 52 van het huis, die in een vlak afsluit met de uitsparing 44 van de buitenste 20 langszijwand 41 van het huis.
De breedte-zijwanden 45 en 48 hebben een hoogte, die overeenkomt met de hoogte van de breedte-zijwanden 33 en 34 van het huis 10 van de aanpaseenheid. De binnenwanden 49 van de kamers liggen in de verbin-dingsstand in een vlak met de onderkant van de breedtezijwanden 33 en 25 34 van het huis 10. Het horizontale been van de hoek 53 ligt aansluitend in een vlak met de onderkanten van de binnenwanden 49 waarbij het vertikale been van de hoek naar boven is gericht en zich bevindt op afstand van de binnenwand 49 die overeenkomt met de dikte van de langszijwand 11 ter plaatse van de afdekuitsteeksels 12 en 18. Deze hoeken 30 53 vormen U-vormige, naar boven open insteekplaatsen als verbindingselementen 50, zodat het aansluithuis 40 van onder af op een langszijwand 11 van het huis 10 van de aanpaseenheid kan worden gestoken. In de verbonden stand sluiten de bovenkanten van de langszijwanden 11 van het huis 10 van de aanpaseenheid eveneens in één vlak aan op de onderkant 35 van de buitenste langszijwand 41 van het huis van het aansluithuis 40, als de breedtezijwanden 33 en 34 van het huis 10 met de breedtezijwanden 45 en 48 van het aansluithuis 40.
De afstand waarover de breedtezijwanden 33 en 34 uitsteken buiten de onderkanten van de afdekuitsteeksels 12 en 18 van de langszijwanden 40 11 komt overeen met de afstand waarover de breedtezijwanden 45 en 48 89 00 832.
9 uitsteken buiten de onderkant van de afdekuitsteeksels 42 en 43 van de buitenste langszijwand 41 van het huis. Deze afstand komt overeen met de dikte van het horizontale been van de hoek 53 zodat ook meerdere gelijke aansluithuizen 40 op elkaar aan te sluiten zijn. Daarbij zullen 5 de verbindingselementen 50 van het volgende aanslui thuis 40 de afdekuitsteeksels 42 en 43 opnemen van het reeds met het huis 10 verbonden aansluithuis 40.
Ter verhoging van de stabiliteit kunnen de buitenste langszijwand 41 van het huis en de binnenste langszijwand 52 van het huis worden 10 verstijfd door middel van aangevormde dwarslijven. Het aansluithuis 40 kan als uit een stuk van kunststof bestaand spuitgietstuk gemakkelijk en tegen gunstige prijs worden vervaardigd.
Wanneer het aansluithuis 40 eveneens een rand heeft met verbin-dingsplaatsen, zoals het huis 10 van de aanpaseenheid, het draagrailge-15 deel te 26 in dit gebied een boring en de afdekplaten 29 en 30 aanvullende insteekelementen hebben, dan wordt het aansluithuis 40 ook in het gebied van de bovenkant met het huis 10 verbonden. Aan de zichtbare kant is de samenstelling van de aanpaseenheid niet te zien, aangezien de afdekplaten 29 en 30 alsmede het draagrailgedeelte 26 zich boven het 20 huis 10 en het aansluithuis 40 uitstrekken. Het met het draagrailgedeelte 26 te verbinden elektrische toestel kan nu een inbouwbreedte hebben die groter is dan de breedte van het huis 10 van de aanpaseenhei d en overeenkomt met de som van de breedte van huis 10 en het aansluithuis 40.
25 Wanneer meerdere aansluithuizen 40 op het huis 10 worden aangesloten, dan kan een bedrading over alle aansluithuizen 40 heen plaatsvinden, wanneer er in is voorzien dat de buitenste langszijwand 41 van het huis van het aansluithuis 40 wegbreekbare wandgedeelten heeft, die bij voorkeur in lijn liggen met de doorbrekingen 20, 21 in de langszijwan-30 den 11 van het huis 10 van de aanpaseenheid. De wegbreekbare wandgedeel ten verschaffen mogelijke doorbrekingen voor de bedrading.
8900832/

Claims (21)

1, Aanpaseenheid voor toestellen met een huis dat kan worden geplaatst en door middel van kleminrichtingen vastgezet op verzamelrails van een verzamel rail systeem van welk huis de open bovenkant een even-5 wijdig aan de verzamelrails verlopend draagrailgedeelte draagt en waarvan de langszijwanden vanaf de onderkant beginnende uitsparingen voor de verzamelrails hebben, met het kenmerk, dat ter verbreding gebruik wordt gemaakt van een aansluithuis (40), dat in wezen bestaat uit een buitenste langszijwand (41) van het huis met een naar beneden open uit-10 sparing (44), dat de buitenste langszijwand (41) van het huis aan haar uiteinde overgaat in loodrecht daarop staande en de breedte van het aansluithuis (40) bepalende breedte-zijwanden (45, 48), die in de verbindingsstand in één vlak aansluiten op de breedte-zijwanden (33, 34) van het huis 15 (10) van de aanpaseenheid, en dat in het eindgebied van de breedte-zijwanden (33, 34) of van de buitenste langszijwand (41) van het huis verbindingelementen (50) zijn aangebracht, met behulp waarvan het aansluithuis 40 kan worden verbonden met het huis (10) van de aanpaseenheid.
2. Aanpaseenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bui tenste langszijwand (41) van het huis van het aansluithuis (40) en de zijwanden (11) van het huis (10) van de aanpaseenheid in de eindgebie-den afdekuitsteeksels (12, 18 resp. 42, 43) hebben.
3. Aanpaseenheid volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 25 verbindingselementen (50) zijn uitgevoerd als in het gebied van de onderkant geplaatste naar boven toe open U-vormige insteekplaatsen die evenwijdig aan de buitenste langszijwand (41) van het huis van het aansluithuis (40) verlopen en van onderen af kunnen worden gestoken op de afdekuitsteeksels (12, 18) van het huis (10) van de aanpaseenheid.
4. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot 3, met het ken merk, dat de buitenste langszijwand (41) van het huis van het aansluithuis (40) in de verbindingsstand een vlak afsluit met de bovenkant van de langszijwanden (11) van het huis (10) van de aanpaseenheid, dat daarbij de uitsparing (44) in de buitenste langszijwand (41) van 35 het huis in een vlak afsluit met althans de horizontale kanten van de uitsparingen (13, 15, 17) in de langszijwanden (11) van het huis (10) van de eenheid, en dat de uitsparing (44) zich in haar breedten chting althans uitstrekt over alle uitsparingen (13, 15, 17) in de langszijwanden (11) van het 40 huis (10) van de aanpaseenheid. 8300832.
5. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de hoogte van de buitenste langszijwand (41) van het huis van het aansluithuis (40) buiten de uitsparing (44) in het gebied van de afdekuitsteeksels (43, 44) overeenkomt met de hoogte van de langszij- 5 wanden (11) van het huis (10) van de aanpaseenheid in het gebied van de afdekuitsteeksels (12, 18).
6. Aanpaseenheid volgens een der conclusie 1 tot 5, met het kenmerk, dat de breedte-zijwanden (45, 48) van het aansluithuis (40) deel uitmaken van aan de buitenste langszijwand (41) van het huis gevormde 10 in doorsnede vierkante of rechthoekige vertikale kamers, dat de kamers in het vlak van de bovenkant van de buitenste langszij-wand (41) van het huis door middel van dekwanden (46, 47) zijn gesloten en dat de evenwijdig aan de buitenste langszijwand (41) van het huis ver-15 lopende binnenwanden (49) van de beneden open kamers de verbindingselementen (50) dragen.
7. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het huis (10) van de aanpaseenheid een ten opzichte van de bovenkanten van de langszijwanden (11) lager gelegen bodemwand (19) 20 heeft, die de twee langszijwanden (11) en de breedte-zijwanden (33, 34) van het huis (10) met elkaar verbinding, dat op de buitenste langszijwand (41) van het huis van het aansluithuis (40) op dezelfde afstand van de bovenkant een bodemwand (51) is gevormd, die in het vlak van de binnenwanden (49) van de kamers overgaat 25 in een alleen naar beneden gerichte binnenlangszijwand (52) van het huis, en dat deze binnenlangszijwand (52) van het huis in een vlak aansluit op de uitsparing (44) in de buitenste langszijwand (41) van het huis.
8. Aanpaseenheid volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de bui-30 tenste langszijwand (41) van het huis van het aansluithuis (40) door middel van daaraan gevormde dwarsruggen die een geheel vormen met de binnenlangswand (51) van het huis is verstevigd.
9. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk, dat de verbindingselementen (50) zijn uitgevoerd als
35 L-vormige hoeken (53), dat een been van de hoek (53) horizontaal is gericht en met de onderkant van de binnenwand (49) van de bijbehorende kamer glad afsluit, en dat een vertikaal naar boven gericht been van de hoek (53) verloopt op een afstand van de binnenwand (49) van de bijbehorende kamer die over-40 eenkomt met de dikte van de langszijwand (11) van het huis (10) ter 8900832.\ V plaatse van de afdekuitsteeksels (12, 18).
10. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de breedte-zijwanden (33, 34) van het huis (10) en de breedte-zijwanden (45, 48) van het aansluithuis (40) telkens voorbij de 5 onderkanten (37) van de langszijwanden (11) en de buitenlangszijwand (41) van het huis uitsteken over een afstand die overeenkomt met de dikte van het horizontale been van de hoeken (53).
11. Aanpaseenheid volgens conclusie.9 of 10, met het kenmerk, dat de onderkanten van de binnenwanden (49) van de kamers vlak afsluiten 10 met de horizontale benen van de hoeken (53) en in de verbindingsstand met het huis (10) van de aanpaseenheid ook vlak afsluiten met de onderkanten van de breedtezijwanden (33, 34) van het huis (10).
12. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat de langszijwanden (11) van het huis (10) van de aanpaseen- 15 heid aan de naar elkaar toegekeerde binnenwanden althans over een deel van de lengte daarvan aangevormde randen hebben met een reeks van ver-bindingsplaatsen (23, 25) voor de bevestiging van het draagrailgedeelte (26), en dat de randen (22, 24) zich telkens uitstrekken vanaf de bovenkant van 20 de langszijwand (11) tot aan de bodemwand (19) van het huis (10).
13. Aanpaseenheid volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het draagrailgedeelte (26) met het huis (10) kan worden verbonden op verschillende plaatsen die worden bepaald door de steek van de verbin-dingsplaatsen (23, 25) in de randen (22, 24), en 25 dat de open bovenkant van het huis 10 buiten het draagrailgedeelte (26) afdekbaar is met afdekplaten (29, 30) die dienovereenkomstig gevormde verbindingselementen dragen en eveneens kunnen worden verbonden met de verbindingsplaatsen (23, 25) van de randen (22, 24).
14. Aanpaseenheid volgens conclusies 13, met het kenmerk, dat de 30 afdekplaten (29, 30) bestaan uit met elkaar verbonden echter van elkaar scheidbare stroken, waarvan de breedte is aangepast aan de steek van de verbindingsplaatsen (23, 25) van de randen (22, 24) en die in het midden van hun breedte de verbindingselementen dragen.
15. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot en met 14, met 35 het kenmerk, dat de afdekplaten (29, 30) en het draagrailgedeelte (26) in de verbindingsstand zich uitstrekken over de breedte van de met elkaar verbonden huizen van het huis (10) van de aanpaseenheid en het aansluithuis (40).
16. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot 15, met het 40 kenmerk, dat de langszijwanden (11) van het huis (10) van de aanpaseen- 8900832 * heid buiten de randen (22, 24) in het boven de bodemwand (19) gelegen gebied zijn voorzien van doorbrekingen (20, 21) die zich bij voorkeur uitstrekken vanaf de bodemwand (19) tot aan de bovenkanten van de langszijwanden (11.).
17. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot en met 16, met het kenmerk, dat ook de binnewand van de buitenste langszijwand (41) van het huis van het aansluithuis (40) op dienovereenkomstige wijze wat betreft plaatsing en uitvoering als de langszijwanden (11) van het huis (10) een rand heeft met verbindingsplaatsen, die zich uitstrekt vanaf 10 de bovenkant van de buitenste langszijwand (41) van het huis tot aan de bodemwand (51) van het aansluithuis (40).
18. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot en met 17, met het kenmerk, dat de uitsparingen (13, 15, 17) voor de verzamelrails aan de onderkanten van de langszijwanden (11) van het huis (10) van elkaar 15 zijn gescheiden door scheidingsuitsteeksels (14, 16) en door afdekuit-steeksels (12, 18).
19. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot en met 18, met het kenmerk, dat de langszijwanden (11) van het huis (10) van de aanpaseenheid en de buitenste langszijwand (41) van het huis van het aan- 20 sluithuis (40) symmetrisch zijn uitgevoerd ten opzichte van het in de langsrichting van de verzamelrails verlopende middendwarsvlak.
20. Aanpaseenheid volgens een der conclusies 1 tot en met 19, met het kenmerk, dat de buitenste langszijwand (41) van het aansluithuis (40) en de langszijwanden (11) van het huis (10) van de aanpaseenheid 25 althans in de gebieden van de afdekuitsteeksels (12, 18 resp. 42, 43) dezelfde dikte hebben.
21. Aanpaseenheid volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de buitenste langszijwand (41) van het aansluithuis (40) wegbreekbare wanddelen heeft, die bij voorkeur in lijn zijn met de doorbrekingen 30 (20, 21) in de langszijwanden (11) van het huis (10) van de aanpaseenheid. ++++++++++++ 8900831.’
NL8900832A 1988-04-07 1989-04-04 Aanpaseenheid voor toestellen. NL193921C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3811570 1988-04-07
DE19883811570 DE3811570C1 (en) 1988-04-07 1988-04-07 Apparatus adaptor

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8900832A true NL8900832A (nl) 1989-11-01
NL193921B NL193921B (nl) 2000-10-02
NL193921C NL193921C (nl) 2001-02-05

Family

ID=6351497

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900832A NL193921C (nl) 1988-04-07 1989-04-04 Aanpaseenheid voor toestellen.

Country Status (3)

Country Link
AT (1) AT398500B (nl)
DE (1) DE3811570C1 (nl)
NL (1) NL193921C (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE59402022D1 (de) * 1993-09-01 1997-04-17 Sprecher & Schuh Ag Geräteträger für elektrische Installationsgeräte
DE29612416U1 (de) * 1996-07-17 1996-09-05 Abb Patent Gmbh, 68309 Mannheim Adapter zur Halterung wenigstens eines elektrischen Installationsgerätes an einer Sammelschienenanordnung in einer Installationsverteilung

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7322603U (de) * 1973-06-16 1974-01-10 Schneider H 2fach NH-Sicherungsunterteil (Tandem)
DE2506437A1 (de) * 1975-02-15 1976-08-26 Felten & Guilleaume Carlswerk Leistenblock fuer nh-sicherungselemente
DE7923422U1 (de) * 1979-08-16 1980-04-24 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Tragvorrichtung für Installationsgeräte
CH629059A5 (de) * 1978-02-08 1982-03-31 Landis & Gyr Ag Mit anschlussorganen fuer anschlussdraehte versehene elektrische anschlussplatte.
EP0170161A2 (de) * 1984-08-03 1986-02-05 Alfred Wöhner GmbH Installationsgerät für Sammelschienensysteme
US4667268A (en) * 1985-10-25 1987-05-19 General Electric Company Molded case electric circuit breaker mounting assembly
DE8804560U1 (de) * 1988-04-07 1988-06-16 Rittal-Werk Rudolf Loh Gmbh & Co Kg, 6348 Herborn Geräteadapter

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE6911488U (de) * 1969-03-21 1970-09-03 Siemens Ag Auf stromschienen aufsteckbares zwischenstueck fuer einen sicherungsautomaten
DE2715861C3 (de) * 1977-04-09 1980-04-24 Ellenberger & Poensgen Gmbh, 8503 Altdorf Klemmbrett für die Halterung nebeneinander aufgereihter elektrischer Installationsgeräte
DE3642517C1 (de) * 1986-12-12 1988-03-17 Loh Kg Rittal Werk Geraeteadapter

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7322603U (de) * 1973-06-16 1974-01-10 Schneider H 2fach NH-Sicherungsunterteil (Tandem)
DE2506437A1 (de) * 1975-02-15 1976-08-26 Felten & Guilleaume Carlswerk Leistenblock fuer nh-sicherungselemente
CH629059A5 (de) * 1978-02-08 1982-03-31 Landis & Gyr Ag Mit anschlussorganen fuer anschlussdraehte versehene elektrische anschlussplatte.
DE7923422U1 (de) * 1979-08-16 1980-04-24 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Tragvorrichtung für Installationsgeräte
EP0170161A2 (de) * 1984-08-03 1986-02-05 Alfred Wöhner GmbH Installationsgerät für Sammelschienensysteme
US4667268A (en) * 1985-10-25 1987-05-19 General Electric Company Molded case electric circuit breaker mounting assembly
DE8804560U1 (de) * 1988-04-07 1988-06-16 Rittal-Werk Rudolf Loh Gmbh & Co Kg, 6348 Herborn Geräteadapter

Also Published As

Publication number Publication date
ATA54589A (de) 1994-04-15
DE3811570C1 (en) 1989-06-22
AT398500B (de) 1994-12-27
NL193921B (nl) 2000-10-02
NL193921C (nl) 2001-02-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6038126A (en) Electrical power supply assembly
US6246004B1 (en) Electrical wiring frame
US7826201B2 (en) Control box arrangement
RU2461933C2 (ru) Система распределительного шкафа
US5629496A (en) Device for adapting an electrical mechanism to a raceway means for electrical conductors
CA2021422A1 (en) Plug-in outlet unit for modular furniture power distribution system
CA1237789A (en) Electrical distribution system having an improved plug-in assembly for current tap-off
GB2261993A (en) A framework for a switchgear cabinet
JPH0357681B2 (nl)
JP3933720B2 (ja) インタフェース装置
US5687534A (en) Frame element and insertion element for stables
JP3408820B2 (ja) 組立ユニットを有する配電盤キャビネット
NL8900832A (nl) Aanpassingseenheid voor toestellen.
US6392141B1 (en) Electrical enclosure having dedicated wiring compartment
BRPI0721098B1 (pt) arranjo de armário de controle
US5519175A (en) Electrical distribution equipment
FI103932B (fi) Kytkinkaappi sähköasennuksia varten
US6533373B2 (en) Cable conduit for a switchgear cabinet with a rack
US20050056758A1 (en) Base for a control box
GB2175456A (en) Electrical consumer unit
JPH0710551Y2 (ja) 組立て要素支持体
NL1022884C1 (nl) Aansluitsysteem voor vloerbekabelingen.
EP0743918A1 (en) Container having detachable partition wall
ES2257227B1 (es) Caja para aparellaje electrico y conjunto de piezas para su instalacion.
JPH0421256Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20081101