NL8900802A - Separator. - Google Patents

Separator. Download PDF

Info

Publication number
NL8900802A
NL8900802A NL8900802A NL8900802A NL8900802A NL 8900802 A NL8900802 A NL 8900802A NL 8900802 A NL8900802 A NL 8900802A NL 8900802 A NL8900802 A NL 8900802A NL 8900802 A NL8900802 A NL 8900802A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drum
separator
liquid
separator according
interior
Prior art date
Application number
NL8900802A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Jan Wytze Van Der Herberg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jan Wytze Van Der Herberg filed Critical Jan Wytze Van Der Herberg
Priority to NL8900802A priority Critical patent/NL8900802A/nl
Priority to EP19900200590 priority patent/EP0391456A3/en
Priority to US07/575,423 priority patent/US5160609A/en
Publication of NL8900802A publication Critical patent/NL8900802A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04BCENTRIFUGES
    • B04B9/00Drives specially designed for centrifuges; Arrangement or disposition of transmission gearing; Suspending or balancing rotary bowls
    • B04B9/02Electric motor drives
    • B04B9/04Direct drive
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04BCENTRIFUGES
    • B04B11/00Feeding, charging, or discharging bowls
    • B04B11/04Periodical feeding or discharging; Control arrangements therefor

Landscapes

  • Centrifugal Separators (AREA)

Description

SEPARATOR
De uitvinding heeft betrekking op het scheiden van fijn licht afval uit procesvloeistof dat in grote hoeveelheden vrijkomt. Gedacht kan hierbij worden bijvoorbeeld aan af-valspoelwater van aardappelen verwerkende industrieën of van slachterijen. In principe kunnen dergelijke fijn licht afval bevattende procesvloeistoffen gereinigd worden met behulp van filters. Deze raken echter snel verstopt/ zodat deze vaak verwisseld moeten worden/ hetgeen veel extra werk betekent. Filters zijn daardoor duur en lastig in het gebruik.
In de praktijk blijkt geen goede/ economisch bruikbare techniek beschikbaar te zijn voor het reinigen van dergelijke procesvloeistof. Deze wordt daarom gewoonlijk op het oppervlaktewater geloosd. Ook deze oplossing is niet goedkoop/ aangezien het lozen van dergelijke verontreinigde vloeistof hoge milieuheffingen met zich meebrengt.
In het licht van het bovenstaande beoogt de uitvinding een doelmatige en economisch rendabel werkende inrichting te verschaffen voor het uit procesvloeistof afscheiden van fijn/ licht afval.
De eerste stap naar het bereiken van dit doel ligt in de keuze van het type van de inrichting. Volgens de uitvinding wordt uitgegaan van een op zichzelf wel/ maar niet voor het beoogde doel bekende buisseparator. Een dergelijke separator omvat een gestel/ een roteerbaar om een hartlijn aan het gestel gelagerde gesloten cilindrische trommel, aandrijf middelen voor het in het inwendige van de trommel toevoeren van een af te scheiden bestanddelen bevattende vloeistof en afvoermiddelen voor het van een bepaalde radiale afstand van de hartlijn uit het inwendige van de trommel afvoeren van relatief schone vloeistof. Een dergelijke separator wordt in het algemeen gebruikt voor het afscheiden van relatief kleine hoeveelheden grof vuil. Na verloop van tijd wordt de separator stilgezet/ gedemonteerd en worden de afgescheiden bestanddelen uit de trommel geschraapt. Een der-gelijke bekende separator is dus niet geschikt voor het procesmatig verwerken van een grote afval-vloeistofstroom met relatief veel afval.
Bij de separator volgens de uitvinding is dit wel mogelijk/ door met de trommel gekoppelde remmiddelen voor het op de roterende trommel uitoefenen van een remmoment in inschakelbare tweede afvoermiddelen voor het uit het inwendige van de trommel afvoeren van uit de vloeistof afgescheiden bestanddelen. Door deze maatregel wordt het namelijk mogelijk het afgescheiden afval uit de trommel te verwijderen zonder deze te demonteren. Wanneer zich na het verloop van een proefondervindelijk bepaalde tijdsduur zoveel afval in de trommel heeft afgezet dat deze "vol" raakt# worden de toevoermiddelen voor de verontreinigde vloeistof en de afvoermiddelen voor de relatief schone vloeistof afgesloten en worden de remmiddelen in werking gesteld. Door de traagheid van de nog in de trommel aanwezige vloeistof treden zeer sterke wervelingen op die het afgezette vuil losmaken. Het losgemaakte vuil kan met de resterende vloeistof via de tweede afvoermiddelen worden afgevoerd. Hierna wordt de separator weer op snelheid gebracht en worden de toevoermiddelen voor de verontreinigde vloeistof weer ingeschakeld# zodat een volgende cyclus kan aanvangen. Eventueel in de trommel achtergebleven resterend afval# wordt direkt weer tegen de binnenomtrek van de trommel afgescheiden# zodat uit de afvoermiddelen direkt weer relatief schone vloeistof komt.
De besturing van deze cyclus kan zeer goed worden geautomatiseerd# zodat de inrichting volgens de uitvinding zonder direkt toezicht van een bedieningspersoon kan functioneren. De inrichting volgens de uitvinding heeft het bijkomende voordeel dat deze zeer weinig ruimte inneemt. Een verwezenlijkte uitvoeringsvorm van de separator volgens de uitvinding# die een verticaal opgestelde trommel heeft# kan tot 12 m3 afvalwater per uur verwerken en neemt daarbij slechts een vloeroppervlak van minder dan 2 m2 in
Een gunstige verdere ontwikkeling van de uitvinding wordt bereikt doordat de aandrijfmiddelen een van aandrijf--draairichting omkeerbare motor omvatten en dat de remmiddel-en door de aandrijfmiddelen worden gevormd/ waarbij het rem-moment kan worden opgewekt door het omkeren van de aandrijf— draairichting van de motor. Door het remmoment op te wekken met behulp van de aandrijfmotor/ treedt bij het afremmen van de trommel geen mechanische wrijving en bijkomende slijtage op. De op deze wijze uitgevoerde separator volgens de uitvinding behoeft hierdoor weinig onderhoud.
Bij voorkeur wordt daarbij verder de uitvoering zoals gekenmerkt in conclusie 3 toegepast. Het bijkomend voordeel van de toepassing van een geregelde electrische gelijk-stroommotor is dat hiermee de mogelijkheid wordt verkregen ook het toerental van de separator eenvoudig te variëren. Zo kan bijvoorbeeld de separator onder bepaalde omstandigheden met een lager toerental werken. Ook langzaam versnellen en vertragen behoren tot de mogelijkheden.
Volgens een verdere ontwikkeling wordt de maatregel van conclusie 4 toegepast. Lucht onderdruk wordt enerzijds gebruikt voor het uit de separator naar buiten persen van het losgemaakte vuil. Anderzijds kan door tijdens de werking van de separator lucht onderdruk in de trommel toe te voeren en daarvan de druk op een gewenste waarde in te stellen, de dikte van de laag vloeistof tegen de trommelwand, op een gewenste waarde worden ingesteld. Mede hierdoor kunnen de omstandigheden in de separator zodanig worden ingesteld dat voor een gegeven vloeistofsamenstelling optimale omstandigheden ontstaan.
De door de remmiddelen verkregen mogelijkheden tot het reinigen van de trommel worden versterkt door toepassing van de maatregel van conclusie 6. Door via de spuitopeningen bijvoorbeeld schoon water onder druk toe te voeren, kan de binnenwand van de trommel additioneel worden schoongespoten.
Bij toepassing van de maatregel van conclusie 7, kan de centrale stationnaire buis tegelijktijd worden gebruikt voor het in het inwendige van de trommel toevoeren van de te reinigen vloeistof.
De verdere ontwikkeling zoals aangegeven in conclusie 8 maakt het daarbij mogelijk naar keuze de spuitopenin-gen of de uitstroomopeningen te openen.
Een verdere gunstige ontwikkeling wordt gekenmerkt in conclusie 9. Door de gelijkstroommotor kortstondig achter elkaar in aandrijvende en afremmende zin in te schakelen kan het loswoelen van de afgescheiden bestanddelen een aantal malen achter elkaar worden uitgevoerd. Ook wanneer het afgescheiden materiaal een dichte gesloten laag aan de binnenzijde van de trommel vormt/ kan dit materiaal na een afschei-dingscyclus toch op betrouwbare wijze uit de trommel worden afgevoerd.
De inrichting volgens de uitvinding zal in de navolgende beschrijving verder uitéén gezet worden aan de hand van tekeningen van een uitvoeringvoorbeeld daarvan.
Figuur 1 toont een langsdoorsnede van een uitvoe-ringsvoorbeeld van een separator volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een langsdoorsnede van een gedeelte van de separator van figuur 1 in de gebruikstoestand.
Figuur 3 toont op een grotere schaal het met pijl III in figuur 1 aangegeven detail.
Figuur 4 toont een doorsnede volgens IV-IV in figuur 3.
Figuur 5 toont op grotere schaal een detail van de inrichting zoals aangegeven met V in figuur 1.
Figuur 6 toont een gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch aanzicht van een separator trommel van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
De in figuur 1 getoonde separator 1 volgens de uitvinding omvat een buisvormig gestel 2 waarin een trommel 3 roteerbaar is gelagerd. Aan zijn boveneinde draagt de trommel 3 een as 7/ die in een aan het gestel 2 gemonteerd lager 5 is gelagerd/ en aan zijn ondereinde draagt de trommel 3 een asbuis 20 die gelagerd is in een aan het gestel 2 gemonteerd lager 6. De as 7 van de separator trommel 3 is door middel van een koppeling 8 gekoppeld met een geregelde elec-trische gelijkstroommotor 4. De motor 4 kan derhalve de separator trommel 3 roteerbaar aandrijven.
Coaxiaal in het inwendige van de trommel 3 is een stationnaire buis 15 gemonteerd. Deze buis 15 is dubbelwandig uitgevoerd om nog nader te beschrijven redenen en is aan zijn ondereinde ingeklemd met behulp van een flens 21 in een deel van het gestelhuis 2. Aan zijn boveneinde is de stationnaire buis 15 ten opzichte van de trommel 3 gelagerd door een nog nader aan de hand van figuur 3 te beschrijven lager-constructie 23.
Onder aan de centrale buis 15 is een toevoer 9 aangesloten waardoorheen een af te scheiden bestanddelen bevattende vloeistof, die aangevoerd wordt via de schematisch aangegeven leiding 10, in het inwendige van de separator trommel 3 worden gebracht. De stationnaire buis 15 omvat hiertoe een toevoeropening 16.
Tussen de stationnaire buis 15 en de asbuis 20 wordt een kanaal 18 met een ringvormige doorsnede gevormd, dat de binnenruimte 17 van de trommel verbindt met een afvoeraan-sluiting 12. Met deze afvoeraansluiting zijn verbonden eerste afvoermiddelen 13 voor relatief schone vloeistof en af-voermiddelen 14 voor afgescheiden vuil. De keuze van de verbinding van de afvoer 12 met een van de afvoermiddelen 13, 14 wordt ingesteld met behulp van een electrisch bediende klep 24. Op overeenkomstige wijze wordt met behulp van een klep 25 bepaald welke van de toevoerleidingen 10, 11 verbonden worden met de toevoer 9.
Aan de hand van figuur 2 wordt de werking van de inrichting duidelijk.
Door de toevoeropeningen 16 in de stationaire buis 15 wordt de af te scheiden bestanddelen bevattende vloeistof in het inwendige 17 van de roterende separator trommel 3 gebracht. Zoals eerder opgemerkt is de inrichting in het bijzonder geschikt voor het afscheiden van fijn licht afval uit een procesvloeistof. Deze vloeistof kan bijvoorbeeld spoelwater zijn van een aardappelverwerkende industrie of een slachterij. De in de binnenruimte 17 van de trommel toegevoerde vloeistof wordt onder invloed van de opgewekte een-trifugaalkrachten gescheiden in een laag 28 van zware materiaal, direkt tegen de binnenwand van de trommel, een laag 30 van licht materiaal die zich het dichtst bij het centrum van de trommel bevindt en een laag 29 van schone vloeistof. Onder in de trommel 3 is op de stationnaire buis 15 een uit-laatschijf 32 aangebracht die ervoor zorgt dat de lichte verontreinigingen 30 in de trommel opgesloten blijven en de schone vloeistof 28 kan ontwijken via het ringvormige kanaal 18 naar de afvoermiddelen toe. De diameter van de schijf 32 wordt aangepast aan de specifieke samenstelling van de te behandelen procesvloeistof.
Ook aan de bovenkant draagt de centrale buis 15 een aantal schijven 31. Deze zorgen ervoor dat de uit de uit-stroomopening 16 naar buiten komende vloeistof op zekere wijze naar een relatief grote diameter wordt gedwongen en daardoor direkt meegenomen wordt door de reeds snel roterende vloeistof. Ook deze schijven 31 worden aangepast aan de specifieke samenstelling van de te behandelen vloeistof.
Het kan namelijk gewenst zijn dat de vloeistof zo spoedig mogelijk in de roterende vloeistofmassa wordt opgenomen/ dat wil zeggen direkt nabij de uitstroomopening 16. Dit zal zich in het bijzonder voordoen wanneer de verontreinigde vloeistof moeilijk af te scheiden bestanddelen bevat. Het is dan gewenst dat de separator over zo groot mogelijke lengte maximaal werkzaam is. In dat geval is het ook mogelijk om direkt om de centrale buis 15/ nabij de uit-stroomopeningen 16 een bijvoorbeeld van schoepen voorziene mantelbuis aan te brengen/ die met de trommel 3 mee roteert. De uitstromende vloeistof wordt dan direkt in rotatie gebracht.
Wanneer de verontreinigde vloeistof makkelijker af te scheiden bestanddelen bevat/ bijvoorbeeld enigszins korrelvormig materiaal met een grotere dichtheid dan de transporterende vloeistof/ kan het gewenst zijn de verontreinigde vloeistof over een grotere lengte van de separatortrommel op een meer rustige wijze in de rotatie te brengen. Anders zou direkt nabij de uitstroomopeningen 16 een relatief grote hoeveelheid van het zwaardere af te scheiden materiaal worden afgezet en zou de separator sneller "vol" raken. Door de vloeistof over een grotere lengte gelijkmatig in de rotatie te brengen/ wordt de afzetting van deze bestanddelen over een grotere lengte verspreid.
In het inwendige van de trommel 3 ontstaan in hoofdzaak twee gebieden/ dat wil zeggen het gebied boven de schijven 31 en het gebied tussen de schijven 31 en de uitlaat-schijf 32. In het gebied boven de schijven 31 wordt de toegevoerde vloeistof in de rotatie gebracht en treedt door de daarbij optredende wervelingen nog weinig scheiding op. In de ruimte tussen de schijven 31 en de uitlaatschijf 32 zijn de stromingsomstandigheden aanmerkelijk rustiger en kan dus een goede scheiding optreden. Zoals met de pijlen is aangegeven treden door de afremming ten gevolge van de uitlaat-schijf 32 circulatiestromingen op die ertoe bijdragen dat de afscheiding gelijkmatig over de gehele lengte van de trommel 3 optreedt.
Via de beschreven luchttoevoermiddelen 11 kan in de trommel 3 lucht onder druk worden gebracht. Deze lucht vormt een kolom rond de centrale buis 15. Door de lucht onder een hogere druk toe te voeren/ neemt de dikte van de kolom toe en derhalve de dikte van de vloeistoflaag af. De instroomom-standïgheden en de omstandigheden waaronder de scheiding plaats vindt/ wijzigen hierdoor en kunnen hierdoor worden aangepast aan de specifieke samenstelling van de verontreinigde vloeistof. Na verloop van tijd/ afhankelijk van de ver-ontreinigingsgraad van de vloeistof en de hoeveelheid door— gevoerde vloeistof zal zich in de trommel 3 zoveel afgescheiden zwaar materiaal 28 en licht materiaal 30 bevinden dat de trommel geleegd moet worden. De "schoonmaakfase" vangt aan door het sluiten van de kleppen 24 en 25. Vervolgens wordt de separatortrommel 3 afgeremd/ bij het hierbij beschreven uitvoeringsvoorbeeld door de geregelde gelijkstroommotor 4 een remkoppel te laten uitoefenen. De vloeistof in de separatortrommel 3 komt hierdoor in sterke werveling en woelt het afgezette zware materiaal 28 los. Het in de trommel 3 aanwezige materiaal wordt hierdoor goed dooréén gemengd. Nadat de separatortrommel 3 tot stilstand is gekomen wordt de klep 24 zodanig geschakeld dat de afvoer 12 in verbinding komt met de vuilafvoer 14. Tegelijkertijd wordt de klep 25 zodanig bediend dat de luchttoevoer 11 in verbinding wordt gebracht met de toevoer 9. Door de toegevoerde lucht onderdruk wordt het in de trommel 3 aanwezige mengsel van vloeistof en afgescheiden materiaal uit de trommel 3 geperst naar de vuilafvoer 14. Wanneer de samenstelling van het af te scheiden materiaal zodanig is dat de laag afgezet zwaar materiaal 28 sterk samenhangt/ kan alvorens te lossen een of meer malen door een geschikte besturing van de gelijkstroommotor 4 de trommel 3 weer op snelheid worden gebracht en worden afgeremd. Bij een geschikte uitvoering van de regelinrichting voor de motor 4 kan deze werking eenvoudig automatisch geschieden .
Zodra de trommel 3 leeggeperst is/ wordt opnieuw de trommel op toeren gebracht/ wordt de klep 24 gesloten en wordt de klep 25 omgeschakeld zodanig dat de toevoerleiding 10 voor verontreinigde vloeistof wordt verbonden met de toevoer 9 van de inrichting. Wanneer voldoende vloeistof in de trommel 3 is toegevoerd/ wordt de klep 24 geactiveerd ten einde de afvoer 13 voor gereinigde vloeistof te verbinden met de afvoer 13 van de inrichting.
Voor het eventueel additioneel losmaken van de afgezette zwaardere bestanddelen van de wand van de trommel 3/ zijn in de omtrekswand van de stationnaire buis 15 spuitope-ningen 38 aangebracht. Door deze openingen kan vloeistof onder druk/ bijvoorbeeld leidingwater of afvalwater/ wanneer dit geen groffe bestanddelen bevat/ met kracht op de binnenwand van de trommel worden gespoten/ voor het losspuiten van de vaste bestanddelen.
Zoals in het bijzonder de figuren 3-5 tonen/ is de stationnaire buis 15 samengesteld uit een buitenbuis 35 en een binnenbuis 36. De buitenbuis 35 draagt aan zijn ondereinde de flens 21/ die vast ingeklemd is in delen van het ge-stelhuis 2. De binnenbuis 36 is draaibaar in de buitenbuis 35. Aan zijn ondereinde draagt de binnenbuis 36 een mof 37 die een verbindingsopening met de toevoer 9 omvat. De mof 37 steekt aan het ondereinde buiten het gestelhuis 2 uit en hierop grijpt een niet in detail getoonde/ bijvoorbeeld met een luchtcilinder werkende bewegingsinrichting aan. Met deze bewegingsinrichting 39 kan de binnenbuis 36 bijvoorbeeld o-ver een kwartslag in de buitenbuis 35 worden verdraaid. De spuitopeningen 38 en de uitstroomopeningen 16 zijn zodanig in de binnenbuis en de buitenbuis aangebracht/ dat in de ene uiterste draaistand van de binnenbuis 36 de spuitopeningen 38 op een lijn liggen en de uitstroomopeningen 16 afgesloten zijn/ terwijl in de andere uiterste draaistand de uitstroomopeningen 16 open staan en de spuitopeningen 38 afgesloten. Door op deze wijze voor het schoonspuiten van de binnenwand van de trommel de uitstroomopening 16 af te kunnen sluiten kan een hoge druk in de binnenbuis worden opgewekt/ waardoor de vloeistof met grote kracht uit de spuitopeningen 38 naar buiten kan spuiten. Aan het boveneinde van de buitenbuis 35 is een bus 40 gemonteerd. Tussen het boveneinde van de bus 40 en een een geheel met de separatortrommel 3 vormende asstomp 42 is een lager 43 gemonteerd. Hierdoor wordt de sta-tionnaire buis 15 stabiel in de draaiende trommel 3 ondersteund.
Tijdens bedrijf van de separator bevindt de verontreinigingen bevattende vloeistof zich in de onmiddellijke nabijheid van de lagerconstructie 23. Daarbij kan de separator onder hoge druk werken/ zodat de lagerconstructie 23 gevaar loopt verontreinigd te raken. Om dit gevaar tegen te gaan is een bijzondere constructie toegepast. In de eerste plaats is een op zichzelf gebruikelijke afdichtingsring 48 aangebracht/ die het direkt binnendringen van vuil in het lager 43 voorkomt. In de omtrek van de bus 40 is een kamer 45 uitgedraaid/ die via een of meer kanalen 46 in verbinding staat met de centrale kamer 44/ welke direkt de verbinding met het lager 43 en via dit met de afdichtingsring 48 heeft. Om de buitenkant van de bus 40 is ter plaatse van de kamer 45 een ring van elastisch materiaal 47 aangebracht/ dat de kamer 45 als een membraan afsluit. Via een naar buiten leidend vulkanaal 49 kan in de kamer 44 en hiervandaan in de kamer 45 olie worden geperst. De olie dringt via het lager 44 tot aan de afdichtingsring 48 en/ wanneer een overdruk wordt bereikt/ passeert de overmaat olie de afdichtingsring 48. Wanneer de op deze wijze geheel met olie gevulde lager- constructie 23 uitwendig wordt blootgesteld aan verontreinigde vloeistof onder hogere druk* wordt de druk van deze vloeistof via het membraan 47 overgebracht op de vloeistof in de lagerconstructie 23. Aan weerszijden van de afdich-tingsring 48 zal hierdoor altijd dezelfde druk heersen/ zodat wordt voorkomen dat verontreinigde vloeistof onder hoge druk de afdichtingsring 48 passeert en in het lager 23 terecht komt. Slechts behoeft van tijd tot tijd/ bij een normale onderhoudsbeurt/ enige olie in de leiding 49 geperst te worden/ om ervan verzekerd te zijn dat de lagerconstructie 23 onberispelijk blijft functioneren.
Vanwege de hoge drukken en het hoge toerental waarmee de separator volgens de uitvinding kan werken/ moeten ook aan de afdichtingsconstructie aan de onderzijde hoge eisen worden gesteld. Bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt daarom gebruik gemaakt van op zichzelf bekende keramische afdichtingen 53. Om nog blijkende redenen zijn twee van deze keramische afdichtingsconstructies 53 toegepast/ waarvan er een zal worden beschreven. In het de afdichting bevattende deel van het gestelhuis 2 is een dwarse scheidingswand 64 gemonteerd aan weerszijden waarvan een elastische ring 54 is gemonteerd. Een koolstofring 55 is aan een radiaal vlak van de elastische ring 54 vast daarmee verbonden. Met deze koolstofring 55 is een van een hard metalen slijtlaag voorzien oppervlak van een roestvaststalen ring 56. Deze ring 56 is met behulp van een montagering 57 aan de asbuis 20 gemonteerd. Bij rotatie van de trommel 3 draait de roestvaststalen ring 56 dus ten opzichte van de koolstofring 55. De koolstofring 55 wordt met een bepaalde kracht tegen de roestvaststalen ring 56 aangedrukt ten gevolge van de elasticiteit van de elastische ring 56 aangedrukt ten gevolge van de elasticiteit van de elastische ring 54. Deze con-tactdruk heeft een zodanige waarde dat een afdichting wordt gevormd voor een drukverschil tussen de binnen en de buitenzijde van de ring. Door de wrijving ontstaat echter warmte en derhalve zijn voorzieningen getroffen voor het koelen van de keramische afdichtingen 53. Een koelwatertoevoerleiding 58 staat via een kanaal 59 in verbinding met de kamer 61 aan de radiaal binnenzijde van de afdichting. Via het kanaal 60 met ringvormige doorsnede tussen het cilindrische deel van de scheidingswand 64 en de asbuis 20 dringt het koelwater eveneens door tot in de kamer 62 aan de radiaal binnenzijde van de onderste afdichtingsconstructie. Aan de tegenoverliggende zijde van het huis is een koelwaterafvoer 63 aangebracht die op overeenkomstige wijze als de toevoer in verbinding staat met de kamers 61 en 62. Het koelwater wordt toegevoerd met een druk die ten laagste gelijk is aan de druk in het ringvormige kanaal 18. In de kamer 52 wordt hierdoor een overeenkomstigde druk opgebouwd. Tegen het ondereinde van de asbuis 20 ligt een afdichtingsring 51 aan/ waarvan de afdichtingslip met een slechts zeer geringe druk tegen de asbuis 20 aanligt. Bijvoorbeeld kan gebruik gemaakt worden van een normale oliekeerring/ waaruit de veer verwijderd is. Deze afdichtingsring 51 dient slechts om enige malen tegen te gaan dat in de kamer 52 vuil binnendringt. Verder is op de kamér 52 aangesloten een luchttoevoer 65. Lucht onder relatief hoge druk wordt via een sterke restrictie 66 op deze wijze in de kamer 52 toegevoerd. De volumestroom is zeer beperkt/ zodat onder normaal bedrijf in de kamer 52 geen hoge druk wordt opgebouwd. Zodra echter de afdichtingsring vervuild zou raken en daardoor de afvoer van in de kamer 52 terechtgekomen koelwater zou bemoeilijken of onmogelijk maken/ loopt de druk in de kamer 52 geleidelijk op tot de druk van de toegevoerde lucht. Hierdoor wordt het eventueel in de keerring 51 opgehoopte vuil te zanten met in de kamer 52 terecht gekomen koelwater/ in het kanaal 18 geperst en aldus via de afvoer 12 afgevoerd.
Figuur 6 toont een gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch aanzicht van een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm. De eerder genoemde schijven 31 zijn hierbij voorzien van schoepen 70/ die de remmende werking op de roterende vloeistof/ en daardoor de in figuur 2 met pijlen aangegeven kringloopstromen versterken»
Verder is tegen de binnenwand van de separatortrom-mel 3 een aantal strippen 71 met een vleugelprofiel gemonteerd. De strippen 71 zijn door steunen 72 op een zekere af stand van de wand van de separatortrommel 3 gemonteerd. Zoals getoond staan de strippen 71 onder een kleine hoek ten opzichte van de wand van de trommel 3/ zodanig dat de door-laatopening in de draairichting van de trommel vernauwd. Zodra de trommel 3 voor de loscyclus wordt afgeremd/ zal de aanwezige vloeistof ten opzichte van de trommel 3 gaan roteren en telkens wanneer de vloeistof tussen een strip 71 en de trommelwand 3 passeert/ worden versneld. Hierdoor wordt het op de wand opgehoopte materiaal met kracht losgespoeld. Door de ten gevolge van de strippen 71 optredende snelheids-verschillen/ wordt de turbulentie bovendien versterkt.
Het zal duidelijk zijn dat de besturing van de hierboven beschreven separator/ in het bijzonder voor wat betreft de bediening van de kleppen 24/ 25/ de bewegingsin— richting 39 en de motor 4 programmatisch kan geschieden. De cyclusduur kan proefondervindelijk worden vastgesteld en daarna programmatisch worden aangehouden. Al naar gelang de specifieke samenstelling van de te reinigen vloeistof kan worden gekozen voor gebruikmaking van de spuitopeningen/ het herhaald op toeren brengen en weer afremmen van de trommel en dergelijke/ om een optimaal resultaat te bereiken. De als uitvoeringsvoorbeeld beschreven inrichting heeft derhalve vele mogelijkheden om deze zodanig te kunnen aanpassen dat een afvalvloeistofstroom met een specifieke samenstelling optimaal kan worden gereinigd.

Claims (9)

1. Separator omvattende een gestel; een roteerbaar om een hartlijn aan het gestel gelagerde gesloten cilindrische trommel, aandrijfmiddelen voor het in het inwendige van de trommel toevoeren van een af te scheiden bestanddelen bevattende vloeistof en afvoermiddelen voor het van een bepaalde radiale afstand van de hartlijn uit het inwendige van de trommel afvoeren van relatief schone vloeistof/ gekenmerkt door met de trommel gekoppelde remmiddelen voor het op de roterende trommel uitoefenen van een remmoment in inschakelbare tweede afvoermiddelen voor het uit het inwendige van de trommel afvoeren van uit de vloeistof afgescheiden bestanddelen.
2. Separator volgens conclusie 1/ met het kenmerk/ dat de aandrijfmiddelen een van aandrijf-draairich-ting omkeerbare motor omvatten en dat de remmiddelen door de aandrijfmiddelen worden gevormd/ waarbij het remmoment kan worden opgewekt door het omkeren van de aandrijf-draai-richting van de motor.
3. Separator volgens conclusie 2, met het kenmerk/ dat de motor een elektrische gelijkstroommotor is en dat een regelinrichting is aangebracht voor het regelen daarvan.
4. Separator volgens een van de voorgaande conclusies/ gekenmerkt door luchttoevoermiddelen voor het toevoeren van lucht onderdruk in de trommel.
5. Separator volgens conclusie 4, met het kenmerk/ dat de luchttoevoermiddelen drukregelmiddelen omvatten.
6. Separator volgens een van de voorgaande conclusies; gekenmerkt door een coaxiaal in het inwendige van de trommel aangebracht stationnaire buis/ in de omtreks-wand waarvan spuitopeningen zijn aangebracht.
7. Separator volgens conclusie 6/ met het ken- me r k/ dat de stationnaire buis aan één einde verbonden is met de vloeistof toevoermiddelen en aan het andere einde een uitstroomopening omvat.
8. Separator volgens conclusie 6 en 71 met het k e n-m e r k, dat de stationnaire buis dubbel is uitgevoerd/ dat bewegingsmiddelen zijn aangebracht voor het ten opzichte van elkaar over een hoek verdraaien van de buisdelen tussen een eerste stand waarin corresponderende uitstroomopeningen met elkaar op één lijn liggen en een tweede stand waarin corresponderende spuitopeningen op één lijn liggen.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 3-8, met het kenmerk/ dat de regelinrichting programmatisch werkt en de mogelijkheid heeft kortstondig achter elkaar de gelijkstroommotor in aandrijvende en afremmende zin in te schakelen.
NL8900802A 1989-03-31 1989-03-31 Separator. NL8900802A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900802A NL8900802A (nl) 1989-03-31 1989-03-31 Separator.
EP19900200590 EP0391456A3 (en) 1989-03-31 1990-03-12 Separator
US07/575,423 US5160609A (en) 1989-03-31 1990-08-30 Centrifugal separator with discharge of separated constituents by braking moment

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900802A NL8900802A (nl) 1989-03-31 1989-03-31 Separator.
NL8900802 1989-03-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900802A true NL8900802A (nl) 1990-10-16

Family

ID=19854396

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900802A NL8900802A (nl) 1989-03-31 1989-03-31 Separator.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5160609A (nl)
EP (1) EP0391456A3 (nl)
NL (1) NL8900802A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE504616C2 (sv) 1995-07-25 1997-03-17 Centritech Hb Anordning och förfarande för diskontinuerlig separering av partiklar ur en vätska genom centrifugalsedimentering
GB9517677D0 (en) * 1995-08-30 1995-11-01 T M Products Ltd Apparatus for treating liquids
US6250403B1 (en) 1997-09-30 2001-06-26 The Charles Machine Works, Inc. Device and method for enlarging a Bore
US20010012814A1 (en) * 1999-07-12 2001-08-09 May David F. Motor driven centrifugal filter
EP1134021A3 (de) * 2000-03-14 2003-12-17 Der Grüne Punkt-Duales System Deutschland Aktiengesellschaft Mischbehälter
US6440316B1 (en) * 2000-03-21 2002-08-27 Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. Methods of improving centrifugal filtration
CN106423589A (zh) * 2016-12-05 2017-02-22 无锡艾科瑞思产品设计与研究有限公司 一种能在线检测离心液浊度的高速管式离心机
CN109985733B (zh) * 2019-05-10 2024-02-23 辽宁贝克瑞生物科技有限公司 一种管式离心机
CN116550463B (zh) * 2023-05-31 2024-03-15 内蒙古广汇选煤有限责任公司 一种中煤反洗***及方法

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1303203A (en) * 1919-05-06 Liam owen tea
US1882389A (en) * 1930-03-21 1932-10-11 Macisaac Vernon Wesley Centrifugal separator
DE1062633B (de) * 1958-07-14 1959-07-30 Westfalia Separator Ag Verfahren und Vorrichtung zum Reinigen von Zentrifugentrommeln mit Austrittsoeffnungen am Trommelumfang
NL122277C (nl) * 1961-06-13
US3145173A (en) * 1962-11-26 1964-08-18 Pennsalt Chemicals Corp Centrifuge having forced solids discharge
US3403848A (en) * 1967-04-03 1968-10-01 Star Cutter Company Centrifugal separator apparatus
DE1811601B1 (de) * 1968-11-29 1969-12-04 Buckau Wolf Maschf R Vollmantelzentrifuge
JPS517859B2 (nl) * 1973-01-20 1976-03-11
US3861584A (en) * 1973-06-20 1975-01-21 Donaldson Co Inc Self-purging centrifuge
US3990631A (en) * 1974-11-04 1976-11-09 Schall Wallace J Centrifugal scraper and separator apparatus
US4008856A (en) * 1975-09-17 1977-02-22 Sears Edward A Reclaiming system for foundry sand
US4155503A (en) * 1978-06-12 1979-05-22 Sears Edward A Separator for suspended solids
US4397637A (en) * 1981-07-13 1983-08-09 The Garrett Corporation Apparatus and method for centrifuging
GB2116752B (en) * 1982-02-22 1985-08-14 Hoccom Developments Limited Method of initiating an operation
US4406651A (en) * 1982-04-15 1983-09-27 Donaldson Company, Inc. Multi-phase self purging centrifuge
DE3542134A1 (de) * 1985-11-28 1987-06-04 Duerr Dental Gmbh Co Kg Geraet zum abscheiden feiner feststoffpartikel aus abwasser

Also Published As

Publication number Publication date
EP0391456A3 (en) 1991-04-10
EP0391456A2 (en) 1990-10-10
US5160609A (en) 1992-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6932757B2 (en) Centrifuge with a variable frequency drive and a single motor and clutch mechanism
US5879279A (en) Centrifugal separator apparatus having a vibration sensor
US3403848A (en) Centrifugal separator apparatus
US4107033A (en) Apparatus for cleaning fibrous suspensions of low stock consistency
JPH03151068A (ja) 水分を含む廃棄物の分離装置
JPH0258965B2 (nl)
NL8900802A (nl) Separator.
JPH0829208B2 (ja) ドラムフィルタ用バキュ−ム駆動スクレッパ装置
JP4097705B2 (ja) スクリーン装置
US4406651A (en) Multi-phase self purging centrifuge
US2370353A (en) Centrifugal separator or clarifier
US4155503A (en) Separator for suspended solids
US3847817A (en) Filter unit having a generally cylindrical filter element supported on bearings
US3741465A (en) Centrifugal separator with internal scraper blades
US6368512B1 (en) Process for the filtration and drying of solid particles out of liquids
US4534755A (en) Centrifuges
EP0657197B1 (en) Filter apparatus
EP1066210B1 (en) Device for feeding material
USRE32135E (en) Compact universal drum filter settler
US5641360A (en) Process and device for improving the treatment of sewage solids
US3570754A (en) Centrifuge apparatus
JP2622328B2 (ja) アジテーターミル
US3682310A (en) Apparatus for liquid waste treatment and means for stripping same
NL1007063C2 (nl) Vloeistofreinigingsinrichting.
GB2121325A (en) Cleaning centrifuge

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed