NL8900378A - Reclamedeksel. - Google Patents

Description

Reclamedeksel.

De uitvinding heeft betrekking op een in een omranding rustend en hierin te ver- en ontgrendelen reclamedeksel dat aan de bovenzijde is voorzien van een aan de bovenzijde een tekent s) dragende inzetplaat die van onderen af aan het deksel is bevestigd.

Een dergelijk reclamedeksel is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 86-02137. Het wezen van dat bekende deksel is er in gelegen dat op de inzetplaat op doelmatige en aantrekkelijk wijze een boodschap, zoals een reclameboodschap kan worden opgenomen. Aan deze mogelijkheid wordt bij het bekende deksel echter afbreuk gedaan door het grote aantal gaten dat noodzakelijk is voor het vergrendelen en heffen van het deksel. Bovendien wordt op deze bekende wijze het reclamevlak onnodig beperkt.

De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering te brengen. Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de inzetplaat zich uitstrekt tot aan een buitenomtreksribbe van het deksel, en doordat in het deksel een kamer is aangebracht die zich bevindt onder een gat van de inzetplaat, welke kamer aan de bovenzijde is begrensd door een ringflens die van tenminste êén inham is voorzien voor het doorlaten van een hefribbe die is aangebracht op de buitenomtrek van een dops leute 1 voor het aan- en los draaien van een bout waarop een van binnenschroef draad voorziene mof zit die een zwenkbare tong draagt en welke dopsleutel tevens voor het heffen van het deksel kan fungeren. In het deksel plus bijbehorende inzetplaat is derhalve slechts één gat nodig voor het grendelen en heffen van het deksel. Het is daarbij natuurlijk wel handig als de maatregel wordt toegepast, dat de ringflens twee diametraal tegenover elkaar gelegen inhammen bezit, en dat op de dopsleutel twee hefribben zijn aangebracht.

Het gat van de inzetplaat is bij voorkeur voorzien van een zitting voor het opnemen van een flens van een afdekdop die ten hoogste even dik is als de inzetplaat. De zitting is voorzien van tenminste één inham voor het doorlaten van een hefribbe. Door deze maatregelen wordt enerzijds voorkomen dat de bereikbaarheid van de boutkop en de kamer door binnendringend vuil wordt belemmerd, en anderzijds is aan het deksel nauwelijks waar te nemen op welke wijze het deksel eventueel door onbevoegden zou kunnen worden verwijderd om vervolgens de inzetplaat, die bij voorkeur van messing of een andere koperlegering is samengesteld, te verwijderen.

De afdekdop is bij voorkeur van kunststof vervaardigd. Te overwegen is om de afdekdop slechts in één stand in het gat te kunnen plaatsen en zijn flens te voorzien van een inkeping die samenvalt met een inham van de eronder gelegen ringflens.

In de inzetplaat en het deksel kunnen in voorkomende gevallen uiteraard ook twee samenvallende gaten en kamers zijn aangebracht.

Een dopsleutel die bij een reclamedeksel volgens de uitvinding kan worden gebruikt, heeft bij voorkeur als kenmerk dat deze kan samenwerken met een vierkante kop van de bout. Ook dit draagt ertoe bij dat zo min mogelijk voor reclame of voor andere aanduidingen beschikbaar oppervlak verloren gaat.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een deksel volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont; figuur 1 een bovenaanzicht van een deksel met inzetplaat, figuur 2 een doorsnede volgens de lijn II-II van figuur 1, en figuur 3 een gedeelte van een dopsleutel voor een deksel volgens de figuren 1 en 2.

Het in de tekening weergegeven deksel 1 bezit aan de bovenzijde een uitsparing 2 waarin zich een inzetplaat 3 van brons, messing, aluminium, kunststof of soortgelijk goed te bewerken materiaal bevindt. De uitsparing wordt begrensd door een bui-tenomtreksribbe 4 van het deksel 1, zodat het als reclamevlak te gebruiken oppervlak van de inzetplaat 3 zo groot mogelijk is. Het reclamevlak wordt slechts onderbroken door twee gaten 5 en 6, waar bij het linker gat 5 in figuur 1 zonder afdekdop 7 (zie figuur 2) is getekend en het rechter gat 6 met afdekdop. In principe zou het rechter gat 6 achterwege kunnen worden gelaten, zeker bij niet al te grote en zware deksels.

In de onderkant van de inzetplaat 3 is op onderling gelijke hoekafstanden een aantal van schroefdraad voorziene blinde gaten aangebracht voor het opnemen van bouten 8 die door corresponderende gaten van het deksel 1 zijn geschroefd. De inzetplaten 3 zijn hierdoor zowel uitwisselbaar als beveiligd tegen diefstal. Ook kan de inzetplaat in een andere stand in de uitsparing 2 worden vastgezet, doch dit vereist dat tenminste ook gat 6 aanwezig is.

De inzetplaat 3 bezit een verhoogde buitenribbe 9 en een verhoogde binnenribbe 10. De hartlijn van de zojuist genoemde bouten 8 snijdt de middenlijn van de binnenribbe 10, zodat de blinde gaten voor de bouten 8 voldoende diep kunnen worden gemaakt voor het bereiken van een goede bevestiging van de inzetplaat 3.

Het door de binnenribbe 10 begrensde bovenvlak van de inzetplaat leent zich bij uitstek voor het dragen van een logo of ander embleem, terwijl in het door de beide ribben 9 en 10 be-grenste randgebied een tekst of andersoortig teken (niet weergegeven) zou kunnen worden aangebracht.

Het randgebied wordt slechts onderbroken door de op hieronder nader toe te lichten wijze zo klein mogelijke gaten 5 en 6 die met afdekdoppen 7 kunnen worden afgesloten.

Het gat 5 van de inzetplaat 3 bevindt zich boven een kamer 11 van het deksel 1. Deze kamer 11 is aan de bovenzijde begrensd door een ringflens 12 die van twee inhammen 13 is voorzien. De kamer 11 is aan de onderzijde begrensd door een bodem 14 waarin een gat is aangebracht voor het laten passeren van een bout 15. Op deze bout 15 is een van binnenschroefdraad voorziene mof 16 geschroefd die een zwenkbare tong 17 draagt. Bij het aandraaien van de bout zwenkt de tong 17 in een (niet weergegeven) grendelkamer van de omranding en de tong zorgt tenslotte voor de vergrendeling. Bij het losdraaien komt de tong 17 op een gegeven moment tegen een aanslag 18 die onder de bodem 14 is gevormd. Een moer 19 belet dat de tong 17 van de bout 15 valt.

De bout 15 bezit een vierkante kop 20/ omdat dit de plaatsbehoefte voor de vergrendeling zo klein mogelijk maakt. Bovendien is een vierkante kop minder gangbaar dan een gestandaardiseerde zeskantkop/ zodat het diefstalrisico lager is. Dit wil echter niet zeggen dat bijvoorbeeld zes- en driekantbouten buiten de beschermingsomvang zouden vallen. De diameter van het gat 5 is voldoende voor het laten passeren van een dop 21 (figuur 3) van een dopsleutel 22 die op de kop 20 past. Op de dop 20 zijn diametraal twee hefribben 23 aangebracht die kunnen passeren door de inhammen 13 van de rinflens 12 die de bovenzijde van de kamer 11 begrenst.

De gaten 5 en 6 kunnen zo klein mogelijk worden gehouden door ook deze te voorzien van in figuur 2 met stippellijnen getekende inhammen 13' voor het doorlaten van de hefribben 23.

Als de tong 17 met de dopsleutel 22 is losgedraaid en wordt gezet in een stand waarin de hefribben 23 niet samenvallen met de inhammen 13 en 13', kan de dopsleutel 22 worden gebruikt voor het heffen van het deksel 1.

De afdekdop 7 heeft een busvormig ondergedeelte dat in het gat 5 klemt, en een van een flens voorziene afsluiting. De flens rust in een zitting (ongenummerd) die in de inzetplaat 3 rond het gat 5 is aahgebracht. De dikte van de flens en de hoogte van de zitting zijn zodanig op elkaar afgestemd dat de buitenvlakken van de inzetplaat en de afdekdop op elkaar aansluiten, indien de afdekdop van relatief meegevend materiaal, zoals kunststof is vervaardigd, kunnen medewerkers de afdekdop gemakkelijk verwijderen door op de juiste plaats (de plaats van een inham 13') een schroeve-draaier of dergelijk gereedschap te steken tussen het de ribben 9 en 10 verbindende materiaal en de flens van de afdekdop. Indien gewenst kan de afdekdop van een met een inham 13 strokende inkeping in zijn flens zijn voorzien, doch dit vereist hetzij een nauwkeurig in de juiste stand aanbrengen van de afdekdop of het hiertoe treffen van maatregelen in de vorm van een centrering, zoals bij deksels algemeen gebruikelijk is, bijvoorbeeld zoals weergegeven bij het punt 24 in figuur 1.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan degene die in de tekening is weergegeven.

Claims (9)

1. In een omranding rustend en hierin te ver- en ontgrendelen reclamedeksel dat aan de bovenzijde is voorzien van een aan de bovenzijde een teken(s) dragende inzetplaat die van onderen af aan het deksel is bevestigd, net het kenmerk, dat de inzetplaat (3) zich uitstrekt tot aan een buitenomtreksribbe (4) van het deksel (1), en dat in het deksel een kamer (11) is aangebracht die zich bevindt onder een gat (5) van de inzetplaat (3), welke kamer aan de bovenzijde is begrensd door een ringflens (12) die van tenminste één inham (13) is voorzien voor het doorlaten van een hef ribbe (23) die is aangebracht op de buitenomtrek van een dopsleutel (22) voor het aan- en losdraaien van een bout (15) waarop een van binnenschroefdraad voorziene mof (16) zit die een zwenk-bare tong (17) draagt.

2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ringflens (12) twee diametraal tegenover elkaar gelegen inhammen (13) bezit, en dat op de dopsleutel twee hefribben (23) zijn aangebracht.

3. Deksel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het gat (5) van de inzetplaat (3) is voorzien van een zitting voor het opnemen van een flens van een afdekdop (7) die ten hoogste even dik is als de inzetplaat.

4. Deksel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zitting is voorzien van tenminste één inham (13') voor het doorlaten van de hefribbe (23).

5. Deksel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de afdekdop (7) van kunststof is.

6. Deksel volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de afdekdop (7) slechts in één stand in het gat kan worden geplaatst en in zijn flens voorzien is van een inkeping die samenvalt met een inham (13) van de eronder gelegen ringflens (12).

7. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, et het kenmerk, dat in de inzetplaat en het deksel twee samenvallende gaten (5, 6) en kamers (11) zijn aangebracht.

8. Dopsleutel te gebruiken bij een deksel volgens één der voorgaande conclusies, eet het kenmerk, dat deze kan samenwerken met een vierkante kop (20) van de bout (15), en tevens voor het heffen van het deksel kan fungeren.

9. Deksel zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. -o-o-o-o-o-o-o-o-o-