NL8900030A - Nox-arme atmosferische gasbrander. - Google Patents

Description

Titel: NOx-arme atmosferische gasbrander (

De uitvinding heeft betrekking op een NOx-arme atmosferische gasbrander bestaande uit tenminste één branderbuis met een aantal in een branderbed uitmondende gasuitstroomopeningen, waarbij boven de branderbuis in het vlambereik meerdere, de temperatuur verlagende platen zijn aangebracht en welke platen tevens een getrapte verbranding tot stand brengen, waardoor een lagere NOxproductie wordt bereikt.

Bij een dergelijke uit de Europese octrooiaanvrage 0 195 360 bekende NOx-arme atmosferische gasbrander wordt gebruik gemaakt van een groot aantal zich loodrecht op de branderhartlijn uitstrekkende platen, waarvan de vorm is aangepast aan de vorm van de branderbuis en waarvan de onderzijde telkens slechts plaatselijk met de branderbuis is verbonden, zodat de ter weerszijden van de platen aanwezige atmosfeer met elkaar in verbinding staat.

De uitvinding beoogt deze bekende inrichting te vereenvoudigen en te verbeteren, zodanig dat een zeer gelijkmatig vlambeeld ontstaat, terwijl voorts het geluidsniveau beperkt is.

Hiertoe vertoont een NOx-arme atmosferische gasbrander van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk, dat de platen zich evenwijdig aan en ter weerszijden van de in de branderbuis aangebrachte openingen, welke in lijn evenwijdig aan de branderhartlijn zijn opgesteld, bevinden en direct over nagenoeg de gehele onderzijde met de branderbuis zijn verbonden. Op deze wijze is een zeer eenvoudige doch uitstekend functionerende gasbrander verkregen.

Daarbij kunnen ter verbetering van de vlam-stabiliteit in genoemde platen kleine luchttoevoeropeningen zijn aangebracht.

Teneinde een juist overlopen van de vlam bij het ontsteken van de brander te verkrijgen, kan elk van de platen zijn voorzien van ten minste één opening.

Ingeval de gasbrander bestaat uit een zich vanaf de toevoeropening geleidelijk verwijdend, in hoofdzaak horizontaal kanaal waarvan de doorstroomrichting naar boven toe wordt omgebogen en welk kanaal ter plaatse van de uitlaatopening een breedte heeft welke gelijk is aan de gewenste branderbreedte i.c. het branderbed, terwijl de branderbuis voorts een vernauwing toont juist voor de uitstroomopening, zoals bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 191 722, kan in de branderbuis, in verdere uitwerking van de uitvinding, ter plaatse van of in stroomafwaartse richting gezien juist vóór de vernauwing zijn voorzien van een verdeel-plaat, waardoor een gelijkmatig vlambeeld ontstaat.

Indien verder de branderbuis ter plaatse van de bodem op bekende wijze is voorzien van een oplopend bodemvlak, kunnen de op het bodemvlak aansluitende zijwanden zich vanaf de bodem taps bovenwaarts uitstrekken tot op een over de gehele lengte van de branderbuis gelijke breedte, waardoor een verdere verbetering van het vlambeeld met betrekking tot de gelijkmatigheid daarvan wordt verkregen.

Dit laatste wordt nog bevorderd wanneer wordt zorggedragen dat de afstand van de doorsnede met gelijke breedte tot aan de bovenzijde van het branderbed zodanig groot is dat een rechte aanstroming van het verbrandingsgasmengsel naar de branderopeningen wordt verkregen.

In verdere uitwerking van de uitvinding kan, wanneer de branderopeningen worden gevormd door vlakke en gegolfde platen of strippen, zoals op zich bekend uit de I.G.R.C./C24-83 (een publicatie van de International Gas Research Conference uit 1983), de hoogte van de gegolfde strippen kleiner zijn dan die van de vlakke strippen. Daarbij kunnen de vlakke strippen zich in verticale richting tot boven de gegolfde strippen uitstrekken.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoerings-voorbeeld van de gasbrander worden beschreven.

Fig. 1 toont een schematisch zijaanzicht van een gasbrander volgens de uitvinding?

Fig. 2 een bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding volgens fig. 1;

Fig. 3 een linkerzijaanzicht van de inrichting volgens fig. 1; en

Fig. 4 een rechterzijaanzicht van de inrichting volgens fig. 1.

Volgens de tekening is een NOx-arme atmosferische gasbrander voorzien van een branderbuis 1, waarvan het inlaatgedeelte een mengbuisdeel 2 vormt, waarop een diffusordeel 3 aansluit. De eigenlijke branderbuis 1 is voorzien van een bodem 4 en aan de tegenover gelegen zijde van een vernauwingsdeel 5. Tussen deze beide delen strekt zich een verdeelplaat 6 uit. Op dit branderbuisge-deelte strekt zich bovenwaarts een vernauwend gedeelte 7 uit ter plaatse van de bovenzijde waarvan een niet weergegeven, uit vlakke en gebogen strippen bestaande, gezamenlijk een branderbed vormende gasuitstroomopeningen, is opgesteld. Op genoemd vernauwend gedeelte vormende wanden sluiten bovenwaarts twee evenwijdige, de temperatuur verlagende en een getrapte verbranding bevorderende platen 8 aan. Zoals uit de tekening blijkt, kunnen de niet weergegeven rechte en golfvormige strippen niet alleen ter plaatse van hun einden worden ondersteund, doch ook in het middengedeelte en wel middels een steun 9.

Teneinde bij het ontsteken van de gasbrander een goed overlopen van de vlam te waarborgen, zijn in de platen 8 openingen 12 aangebracht.

Ter verbetering van de vlamstabiliteit zijn in de platen 8 op regelmatige onderlinge afstanden kleine luchttoevoeropeningen 10 aangebracht.

Het in fig. 3 weergegeven tapse verloop van de op de bodem 4 aansluitende wanden van de branderbuis waarborgen dat het door de brander veroorzaakte geluid in de branderbuis zal worden gedempt en niet zal worden teruggekaatst en daarbij de zo juist gevormde geluids-trillingen zullen versterken.

Zoals uit fig. 1 en 4 blijkt, kan het meng-buisdeel aan zijn vrije einde zijn voorzien van twee bevestigingsflenzen 11 voor verbinding met een gastoevoerbuis. Opgemerkt wordt, dat de in fig. 1 met H weergegeven afstand van de doorsnede met gelijke breedte tot aan de bovenzijde van het branderbed zodanig groot moet zijn, dat een rechte aanstroming van het verbrandingsgasmengsel naar de branderopeningen wordt verkregen. Hierdoor wordt een rechte aanstroming van het gasluchtmengsel naar het branderdek en daardoor een gelijkmatige vlamhoogte en daardoor een minimale geluidsproduktie gewaarborgd.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat in plaats van een branderbed gevormd door vlakke en gegolfde platen of strippen ook gebruik kan worden gemaakt van een branderbed van keramisch materiaal, zoals op zich wel bekend is in het vakgebied.

Opgemerkt wordt, dat de doorlaat van de gasuit-stroomopeningen zodanig groot is gekozen, dat hierdoor alleen al een NOx-verlaging bereikt wordt zonder toepassing van de zich evenwijdig aan de branderhartlijn uitstrekkende platen.

Het zal duidelijk zijn, dat binnen het raam van de uitvindingsgedachte verdere wijzigingen mogelijk zijn.

Claims (9)

1. NOx-arme atmosferische gasbrander bestaande uit tenminste één branderbuis met een aantal in een branderbed uitmondende gasuitstroomopeningen, waarbij boven de branderbuis in het vlambereik meerdere, de temperatuur verlagende, een getrapte verbranding tot stand brengende platen zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de platen (8) zich evenwijdig aan en ter weerszijden van de in de branderbuis aangebrachte openingen welke in een lijn evenwijdig aan de branderhartlijn zijn opgesteld bevinden en, direct over nagenoeg de gehele onderzijde met de branderbuis zijn verbonden.

2., Gasbrander volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de platen (8) is voorzien van ten minste één opening (12) voor het overlopen van de vlam.

3. Gasbrander volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door op regelmatige onderlinge afstanden aangebrachte luchttoevoeropeningen (10).

4. Gasbrander volgens conclusie 1, 2, of 3, waarbij de gasbrander bestaat uit een zich vanaf de toevoeropening geleidelijk verwijdend, in hoofdzaak horizontaal kanaal (3 Waarvan de doorstroomrichting naar boven toe wordt omgebogen en welk kanaal ter plaatse van de uitlaatopening een breedte heeft welke gelijk is aan de gewenste brander-breedte i.c. het branderbed, terwijl de branderbuis voorts een vernauwing toont juist voor de uitstroomopening, met het kenmerk, dat in de branderbuis, ter plaatse van of in stroomafwaartse richting juist vóór de vernauwing is voorzien van een verdeelplaat (6).

5. Gasbrander volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de branderbuis ter plaatse van de bodem is voorzien van een oplopend bodemvlak (4), met het kenmerk, dat de op het bodemvlak aansluitende zijwanden zich vanaf de bodem taps bovenwaarts uitstrekken (fig. 3) tot op een over de gehele lengte van de branderbuis gelijke breedte.

6. Gasbrander volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het branderhuis vanaf de doorsnede met gelijke breedte in bovenwaartse richting vernauwd is (7) tot op de brander-bedbreedte.

7. Gasbrander volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afstand (H) van de doorsnede met gelijke breedte tot aan de bovenzijde van het branderbed zodanig groot is dat een rechte aanstroming van het verbrandingsgasmengsel naar de branderopeningen wordt verkregen.

8. Gasbrander volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de branderopeningen worden gevormd door vlakke en gegolfde platen of strippen, met het kenmerk, dat de hoogte van de gegolfde strippen kleiner is dan die van de vlakke strippen.

9. Gasbrander volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vlakke strippen zich in verticale richting tot boven de gegolfde strippen uitstrekken.