NL8803082A - Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal. - Google Patents

Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8803082A
NL8803082A NL8803082A NL8803082A NL8803082A NL 8803082 A NL8803082 A NL 8803082A NL 8803082 A NL8803082 A NL 8803082A NL 8803082 A NL8803082 A NL 8803082A NL 8803082 A NL8803082 A NL 8803082A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
processing unit
output
coupled
signal processing
Prior art date
Application number
NL8803082A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8803082A priority Critical patent/NL8803082A/nl
Priority to EP89203134A priority patent/EP0373710A1/en
Priority to CS897061A priority patent/CZ706189A3/cs
Priority to CA002005334A priority patent/CA2005334A1/en
Priority to KR1019890018517A priority patent/KR900010742A/ko
Priority to AU46803/89A priority patent/AU622505B2/en
Priority to JP1324101A priority patent/JPH02218001A/ja
Publication of NL8803082A publication Critical patent/NL8803082A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/52Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with simultaneous movement of head and record carrier, e.g. rotation of head
    • G11B5/53Disposition or mounting of heads on rotating support
    • G11B5/531Disposition of more than one recording or reproducing head on support rotating cyclically around an axis
    • G11B5/534Disposition of more than one recording or reproducing head on support rotating cyclically around an axis inclined relative to the direction of movement of the tape, e.g. for helicoidal scanning
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/008Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires
    • G11B5/00813Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes
    • G11B5/00847Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes on transverse tracks
    • G11B5/0086Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes on transverse tracks using cyclically driven heads providing segmented tracks
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/02Recording, reproducing, or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/78Television signal recording using magnetic recording
    • H04N5/782Television signal recording using magnetic recording on tape
    • H04N5/78213Television signal recording using magnetic recording on tape involving recording in different depths of the magnetic tape
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N9/00Details of colour television systems
    • H04N9/79Processing of colour television signals in connection with recording
    • H04N9/80Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback
    • H04N9/802Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback involving processing of the sound signal

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Recording Or Reproducing By Magnetic Means (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opnemen van een audiosignaal en een videosignaal in schuin ten opzichte van de lengterichting van een magnetische registratiedrager over deze registratiedrager verlopende sporen, met een eerste ingangsklem voor het ontvangen van het audiosignaal en een tweede ingangsklem voor het ontvangen van het videosignaal, waarbij de inrichting is voorzien van een eerste signaalverwerkingseenheid, waarvan een uitgang is gekoppeld met op een roteerbare koptrommel aangebrachte eerste schrijfmiddelen, voor het in een eerste laag diep in de magnetische registratiedrager inschrijven van een eerste signaal, bijvoorbeeld een FM gemoduleerd audiosignaal, waarbij de tweede ingangsklem is gekoppeld met een videosignaalverwerkingseenheid, een uitgang waarvan is gekoppeld met op de roteerbare koptrommel aangebracht tweede schrijfmiddelen, voor in het een tweede laag minder diep in de magnetische registratiedrager inschrijven van het videosignaal, waarbij de inrichting verder is voorzien van een derde signaalverwerkingseenheid, waarvan een uitgang is gekoppeld met op de roteerbare koptrommel aangebrachte derde schrijfmiddelen, voor het in een derde laag liggend minder diep dan de eerste en de dieper dan de tweede laag in de magnetische registratiedrager inschrijven van een derde signaal.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de "Nikkei Sangyo Newspaper" van 8 november 1988. Daarin wordt een videorekorder aangekondigd die in staat is om in een eerste schrijfstap een eerste signaal, in de vorm van een FM gemoduleerd audiosignaal, in een eerste laag diep in een spoor op de magnetische registratiedrager in te schrijven, in een daarop volgende schrijfstap in hetzelfde spoor, over het ingeschreven FM audiosignaal heen, in (de derde) laag, die minder diep in de registratiedrager ligt dan de eerste laag, het derde signaal (in dit geval in de vorm van een PCM gemoduleerd audiosignaal) in te schrijven. Vervolgens wordt, eveneens in hetzelfde spoor over de twee ingeschreven audiosignalen heen, in (de tweede laag) die weer minder diep in de registratiedrager ligt dan de derde laag, het videosignaal, bijvoorbeeld van het S-VH5 type, ingeschreven.
Van belang daarbij is dat de drie signalen met een zodanige sterkte worden ingeschreven dat bij het inschrijven van één van de signalen, dat wil zeggen het PCM gemoduleerde audiosignaal of het videosignaal, het (de) daarvoor in hetzelfde spoor ingeschreven signaal (signalen) niet wordt (worden) gewist. Toch kan blijken dat het problematisch is een zodanige keuze voor de amplitude van de verschillende schrijfstromen te maken, dat bij weergave uit elk van de drie lagen een signaal van voldoende kwaliteit wordt verkregen.
De uitvinding beoogt nu een opname inrichting te verschaffen waarbij het optekenen van deze drie signalen, na elkaar in één spoor op de registratiedrager zodanig realiseerbaar is dat bij weergave signalen met een verbeterde kwaliteit kunnen worden verkregen.
De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de uitgang van de derde signaalverwerkingseenheid is gekoppeld met een ingang van een begrenzerschakeling, welke begrenzerschakeling is ingericht voor het in amplitude begrenzen van het uitgangssignaal van de derde signaalverwerkingseenheid, en dat een uitgang van de begrenzerschakeling is gekoppeld met de derde schrijfmiddelen.
De uitvinding is gebaseerd op het volgende inzicht. Gaat men ervan uit dat in de tweede schrijfstap een signaal met een in de tijd variërende piek-tot-piekwaarde moet worden ingeschreven, als voorbeeld zou men het PCM gemoduleerde signaal kunnen nemen dat in de tweede signaalverwerkingseenheid tot een offset-differential QPSK (quadrature phase shift keying) signaal wordt omgezet, dan betekent dat in feite dat het signaal in deze tweede schrijfstap met een in de tijd variërende sterkte en dus diepte wordt ingeschreven. Dit heeft tot gevolg dat het grensvlak tussen de eerste en diepste laag, waarin het FM gemoduleerde audiosignaal is ingeschreven, en de minder diepe (derde) laag waarin het PCM gemoduleerde audiosignaal is ingeschreven, niet meer "evenwijdig" aan de oppervlakte van de registratiedrager verloopt. Deze schrijfdiepte-variaties van het PCM audiosignaal leiden, tijdens weergave, tot amplitude-variaties in het weergegeven FM audiosignaal, en betekenen dus een additionele bijdrage in de ruiskomponeht in het uitgelezen FM gemoduleerde audiosignaal. Deze bijdrage is in de vorm van modulatieruis. Dit betekent dat de signaal-ruis-verhouding van. het uit de registratiedrager uitgelezen FM gemoduleerde audiosignaal kleiner is geworden.
Door nu het uitgangssignaal van de derde signaalverwerkingseenheid te begrenzen op een amplitudewaarde die kleiner dan of ten minste ongeveer gelijk is aan de laagste piek-tot-piekwaarde van het uitgangssignaal, alvorens het op te tekenen, wordt de variatie in de inschrijfdiepte van het opgetekende PCM gemoduleerde audiosignaal verminderd of Zelfs voorkomen. Dit heeft weer tot gevolg dat er tijdens weergave (praktisch) geen amplitudemodulatie in het uitgelezen FM gemoduleerde audiosignaal ontstaat. Dit levert een aanzienlijke winst in signaal-ruis-verhouding in het uitgelezen FM gemoduleerde audiosignaal. De zo onstane winst kan naar wens worden verdeeld over de signaal-ruis-verhouding van elk van de drie op de registratiedrager opgetekende signalen afhankelijk van de keuze van de schrijfstroominstellingen.
De manier van begrenzen kan verschillend zijn. Zowel met een zogenaamde "soft-limiter", als met een "hard-limiter" kunnen goede resultaten worden bereikt.
De uitvinding zal aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden in de hierna volgende figuurbeschrijving nader worden uiteengezet. Hierin toont figuur 1 een dwarsdoorsnede door de registratiedrager, figuur 2 een bovenaanzicht van de registratiedrager, figuur 3 in figuur 3a het bereik van het frekwentiespektrum van het in de registratiedrager op te tekenen FM audiosignaal, in figuur 3b het bereik van het frekwentiespektrum van het op te tekenen PCM audiosignaal en in figuur 3c het bereik van het frekwentiespektrum van het op te tekenen videosignaal volgens de S-VHS norm, figuur 4 de inrichting volgens de uitvinding, figuur 5 een grafiek met daarin uitgezet de weergaveamplitudes van een drietal signalen als funktië van de schrijfamplitude van een 2,5 MHz draaggolf, figuur 6 nogmaals een dwarsdoorsnede door de registratiedrager, figuur 7 een schakeling voor het realiseren van een offset-differential QPSK signaal.
figuur 8 het uitgangssignaal van de schakeling van figuur 7, figuur 9 een eerste en figuur 10 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de begrenzerschakeling volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door een registratiedrager 1 en wel een dwarsdoorsnede die loopt in de lengterichting van het spoor en precies in het spoor, bijvoorbeeld spoor in figuur 2. Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de registratiedrager 1, met daarop de diverse sporen die door de inrichting kunnen worden opgetekend. Figuur 3 toont het bereik van het frekwentiespektrum van de drie signalen, te weten het FM gemoduleerde audiosignaal (figuur 3a), het PCM gemoduleerde audiosignaal (figuur 3b) en het videosignaal (figuur 3c), die in een spoor op de registratiedrager worden opgetekend. Figuur 4 toont zeer schematisch een inrichting volgens de uitvinding voor het opnemen van de signalen van figuur 3 in de registratiedrager van figuur 1 en 2.
In een eerste schrijfstap wordt door middel van eerste schrijfmiddelen 3, zie figuur 4, een FM gemoduleerd audiosignaal diep in de laag in de registratiedrager 1, zie figuur 1, ingeschreven. De inrichting is daartoe voorzien van een ingangsklem 4 voor het ontvangen van het audiosignaal, bijvoorbeeld een stereosignaal dat is opgebouwd uit een linker en een rechter signaaldeel. De ingangsklem 4 is gekoppeld met een ingang 5 van een FM modulator 6. In deze FM modulator 6 wordt het audio zodanig in frekwentie gemoduleerd dat het linker signaaldeel wordt gemoduleerd op een 1,3 MHz draaggolf en het rechter signaaldeel wordt gemoduleerd op een 1,7 MHz draaggolf, zie figuur 3(a). Dit signaal wordt aan de uitgang 7 van de modulator 6 aangeboden. Deze uitgang is gekoppeld met de ingang 8 van de eerste schrijfmiddelen 3. Deze eerste schrijfmiddelen zijn opgebouwd in de vorm van bijvoorbeeld twee diametraal tegenover elkaar langs de omtrek van een roteerbare koptrommel gemonteerde audiokoppen en Κ2· De koppen hebben een spleet met bijvoorbeeld een aan elkaar tegengestelde azimuthhoek van 30°. Kop schrijft gedurende een halve omwenteling van de koptrommel een spoor S-j en wel het met de schuine arcering aangegeven smalle gedeelte van het spoor . Kop K2 schrijft gedurende een halve omwenteling daaropvolgend het spoor S2, en wel het met de schuine arcering aangegeven smalle gedeelte van het spoor S2.
In het voorgaande is aangenomen dat het om een NTSC rekorder gaat, in het bijzonder een NTSV S-VHS rekorder. Voor het geval dat het een PAL· rekorder betreft, dienen de draaggolven voor de FM audio gelijk aan 1,4 en 1,8 MHz gekozen te worden.
In een tweede schrijfstap wordt door middel van schrijfmiddelen 9, zie figuur 4, een PCM gemoduleerd audiosignaal in de laag L-j, zie figuur 1, ingeschreven. De inrichting is voorzien van een signaalverwerkingseenheid 10 waarvan een ingang 11 eveneens is gekoppeld met de ingangsklem 4. De signaalverwerkingseenheid 10 bevat een PCM modulatoreenheid 12 en een daarmee in serie geschakelde tweede modulatoreenheid 13. De tweede modulatoreenheid 13 is ingericht voor het genereren van een QPSK (quadrature phase shift keying) signaal, in het bijzonder een offset-differential QPSK signaal, dat aan de uitgang 14 van de signaalverwerkingseenheid 10 wordt aangeboden. Figuur 3b toont het bereik van het frekwentiespektrum van dit signaal, dat zich bevindt in een frekwentiegebied rond een centrale frekwentie van bijvoorbeeld 2,5 MHz. De uitgang 14 is via een begrenzer 15 gekoppeld met een ingang 16 van de schrijfmiddelen 9, De (derde) schrijfmiddelen 9 zijn opgebouwd in de vorm van bijvoorbeeld twee eveneens diametraal tegenover elkaar, langs de omtrek van de koptrommel gemonteerde koppen K3 en K4. De koppen K3 en zijn zodanig aangebracht dat zij het PCM gemoduleerde audiosignaal in de door de koppen ^ en K2 gevormde sporen inschrijven, over de door de koppen en K2 in de sporen Si en S’2 opgetekende.informatie heen, doch in een minder diepe laag, te weten de laag L·^. De koppen K3 en hebben een spleet met bijvoorbeeld een aan elkaar tegengestelde azimuthhoek van 20°. De door de koppen K3 en gevormde sporen kunnen even breed zijn als de door de koppen Ki en K2 gevormde sporen. Noodzakelijk is dit niet..
Verder kunnen de door de koppen K3 en K4 gevormde sporen enigszins verschoven ten opzichte van de door de koppen Ki en K2 gevormde sporen, dat wil zeggen gedeeltelijk overlappend, op de registratiedrager worden .opgetekend,
In de derde schrijfstap wordt door middel van (tweede) schrijfmiddelen 17, zie figuur 4, een videosignaal in de laag D2, zie figuur 1, ingeschreven. De inrichting bevat daartoe een ingangsklem 18 voor het ontvangen van een videosignaal. De ingangsklem 18 is gekoppeld met een ingang 19 van een videosignaalverwerkingseenheid 20, De uitgang 21 van de verwerkingseenheid 20 is gekoppeld met de ingang 22 van de schrijfmiddelen 17. De verwerkingseenheid 20 is bijvoorbeeld ingericht voor het genereren van een videosignaal volgens de S-VHS norm aan zijn uitgang 21. Het bereik van het frekwentiespektrum van een dergelijk signaal is weergegeven in figuur 3c.
Het signaal bevat een chroma komponent die zich bevindt in een frekwentiegebied rond een frekwentie van ongeveer 0,63 MHz en een FM gemoduleerde luminantiekomponent die zich bevindt in het frekwentiegebied boven ongeveer 1,5 MHz. De draaggolf van de luminantiekomponent kan variëren in een gebied van 5,4 tot 7 MHz.
De (tweede) schrijfmiddelen 17 zijn opgebouwd in de vorm van bijvoorbeeld twee eveneens diametraal tegenover elkaar langs de omtrek van de koptrommel gemonteerde koppen Kg en Kg. De koppen Kg en Kg zijn weer zodanig aangebracht dat zij het videosignaal in de sporen en S2 inschrijven over het FM udiosignaal en het naar een QKPS signaal omgezette PCM audiosignaal heen. De videokoppen Kg en Kg zijn in dit geval breder dan de koppen K|, K^ en K^, zie figuur 2. De koppen Kg en Kg hebben bijvoorbeeld aan elkaar tegengestelde azimuthhoeken van ongeveer 6Ö.
In figuur 1 is nog aangegeven hoe een willekeurige kop K^ (waarbij i loopt van 1 tot en met 6) een signaal in de registratiedrager inschrijft. Figuur 2 toont dat nog andere sporen in de registratiedrager 1 kunnen worden ingeschreven. Te denken valt daarbij aan een synchronisatiespoor S3 en nog longitudinale audiosporen en Sg waarin het linker respektievelijk rechter signaaldeel van een stereosignaal kan worden opgetekend.
Het niveau van de schrijfstroom van het FM audiosignaal moet zodanig gekozen worden dat de weergaveniveaus van het linker en rechter kanaal van het FM audiosignaal, nadat het is overschreven door het PCM audiosignaal en het videosignaal, ongeveer gelijk zijn.
Daar het videosignaal in de laag I<2 wordt opgetekend zal de sterkte van de schrijfstroom van het videosignaal de minste invloed hebben op het weergaveniveau van het FM audiosignaal. De sterkte van de schrijfstroom van het PCM audiosignaal heeft een zeer duidelijke invloed op het weergaveniveau van het FM audiosignaal. Dit is in figuur 5 zichtbaar gemaakt.
Figuur 5 toont een grafiek met daarin uitgezet het weergaveniveau van een aantal op de registratiedrager 1 opgetekende signalen als funktie van de schrijfstroom ID van een draaggolfsignaal. Langs beide assen zijn de waardes in dB uitgezet. Het gaat om drie (sinusvormige) draaggolfsignalen met een frekwentie van 1,3; 1,7 en 2,5 MHZ.
De draaggolfsignalen met 1,3 en 1,7 MHz zijn natuurlijk karakteristiek voor de twee komponenten van het FM audiosignaal die worden opgetekend, zie figuur 3a. Allereerst zijn deze twee draaggolfsignalen gezamenlijk door middel van de FM audiokoppen 3, zie figuur 4, opgetekend. De schrijfstroom voor de 1,7 MHz draaggolf heeft daarbij een zekere- waarde en de schrijfstroom voor de 1,3 MHZ draaggolf heeft een zekere (andere) waarde IFM2. is groter dan IFM2' *n voorbeeld van figuur 5 is IpM2 10 dB zwakker dan IFM^. Vervolgens wordt de 2,5 MHz draaggolf ingeschreven met een zekere schrijfstroom ID. Deze 2,5 MHz draaggolf is natuurlijk karakteristiek voor het op te tekenen PCM audiosignaal.
Uit figuur 5 is duidelijk dat men de schrijfstroom van het PCM audiosignaal (de 2,5 MHz draaggolf) gelijk aan ongeveer -10 dB moet kiezen, wil men de weergaveniveaus van de linker en rechter signaalkomponent van het FM audiosignaal (de 1,3 en 1,7 MHz draaggolven) gelijk krijgen. De kurves voor de 1,3 en 1,7 MHz draaggolven snijden elkaar namelijk voor ID = -10 dB.
Het mag duidelijk zijn dat dit een specifiek geval is.
Bij een andere aanname voor het verschil tussen Ip^ en Ip^2 vindt men ook een andere waarde voor ID overeenkomende met het snijpunt van de beide lijnen voor de 1,3 en 1,7 MHz draaggolven. Neemt men bijvoorbeeld het verschil tussen IpM^ en Ιρ^2 groter, bij een gelijkblijvende Ip^i, dan verschuift het snijpunt naar rechts in de grafiek van figuur 5. Dit betekent dan dat men de schrijfstroom ID zal moeten verhogen. Het weergaveniveau van de 2,5 MHz draaggolf gaat dan wel omhoog. Daar staat tegenover dat het weergaveniveau van de-1,3 en . 1,7 MHz draaggolf omlaag gaat. Het kiezen van de schrijfstromen zal dus tot een kompromis moeten leiden, waarbij een optimaal resultaat wordt bereikt voor de weergaveniveaus van alle signalen.
Uit figuur 5 is dus duidelijk geworden dat de schrijfstroom ID ingesteld zal moeten worden op ongeveer - 10 dB. Deze instelwaarde ligt echter in een gebied waarin de kurves voor de 1,3 en 1,7 MHz draaggolven een aflopend gedrag vertonen. Dit betekent dat een variatie in de schrijfstroom lp leidt tot een variatie in het weergaveniveau voor deze 1,3 en 1,7 MHz draaggolven.
Anders gezegd: door variaties in de schrijfstroom ID ontstaan variaties in de diepte van de grenslaag tussen de lagen en L-j, zie figuur 6. Dit leidt bij weergave weer tot variaties in het weergaveniveau van het FM audiosignaal.
Nu is het zo dat de signaalverwerkingseenheid 10, zie figuur 4, die het PCM gemoduleerde audiosignaal levert, een uitgangssignaal afgeeft waarvan de piek-tot-piekwaarde in de tijd varieert.
Zoals eerder gezegd zet de PCM modulator 12 het audiosignaal om in een PCM gemoduleerd signaal. Het blok 12 kan daarbij nog verdere bewerkingen op het signaal toepassen, zoals een vervlechting in de tijd (interleaving) van blokken van databits, een omzetting van blokken van n databits in blokken van m databits, zoals de EFM-kodering (eight-to-fourteen modulation) zoals ze uit Compact Disc spelers bekend zijn. Ook kan het signaal nog gescrambled worden. Dit alles zijn op zich bekende technieken die hier niet verder meer uitgelegd (behoeven te) worden.
Het aldus bewerkte signaal wordt aangeboden aan het blok 13. Figuur 7 toont een mogelijke uitvoering van het blok 13. De schakeling van figuur 7 is ingericht voor het genereren van een offset-differential QPSK signaal. Het uitgangssignaal van de PCM modulator 12 wordt toegevoerd aan de ingang 30 van de tweede modulator 13. De modulator 13 bevat twee signaalpaden 31 en 32 gekoppeld mèt de ingang 30.
Het signaalpad 31 bevat een serieschakeling van een vertragingseenheid 33, een omzetter 34 (ook wel genoemd "differential code converter" ofwel DCC), een laagdoorlaatfilter 35 en een vermenigvuldigingstrap 36. Het signaalpad 32 bevat eveneens een omzetter 34' (differential code converter), een laagdoorlaatfilter 35' en een vermenigvuldigingstrap 36'. De uitgangen van de trappen 36 en 36' zijn gekoppeld met ingangen van een signaalkombineereenheid 37, waarvan de uitgang is gekoppeld met de uitgang 38 van de modulator 13. De modulator bevat verder nog een oscillatorschakeling 39, waarvan een uitgang rechtstreeks is gekoppeld met een tweede ingang van de trap 36' en, via een 90° fasedraaier 40, met een tweede ingang van de trap 36.
De vertragingseenheid 33 vertraagt het signaal over T/2, zijnde de helft van de bitlengte, in de tijd gezien, in de datastroom.
De "differential code converter" 34, 34' levert een uitgangssignaal dat op de kloktijdstippen verandert, dat wil zeggen van logisch "hoog" naar logische "laag" ofwel van "1" naar "0" gaat, of omgekeerd, indien het ingangssignaal logisch "1" is op deze tijdstippen, en dat onveranderd blijft indien het ingangssignaal logisch "0" is.
De oscillator 39 levert een sinusvormig signaal af met frekwentie van ongeveer 2,5 MHz. In de vermenigvuldigingstrap 36' worden de signalen van het. laagdoorlaatfilter 35' en de oscillator 39 met elkaar vermenigvuldigd. In de vermenigvuldigingstrap 36 wordt het signaal van het laagdoorlaatfilter 35 vermenigvuldigd met het over 90° fasegedraaide signaal van de oscillator 39.
Het signaal dat ontstaat aan de uitgang 38 is weergegeven in figuur 8 en staat bekend onder de naam van offset differential QPSK signaal. Duidelijk is uit deze figuur dat de piek-tot-piekwaarde van het uitgangssignaal van de modulator 13 in de tijd varieert tussen de waarde a ^ en a-2.
Dit betekent, zoals hiervoor al is vermeld aan de hand van figuur 5 en 6, dat er variaties in de amplitude van het uitgelezen FM gemoduleerde audiosignaal. Deze amplitudevariaties noemt men ook wel modulatieruis en manifesteert zich in de vorm van een amplitudemodulatie van het weergegeven FM gemoduleerde audiosignaal. Deze modulatieruis is het grootst voor de 1,7 MHz draaggolf, aangezien deze het meest gevoelig is voor schrijfstroomvariatie van het QPSK signaal, zie figuur 5.
In in het geval dat het FM gemoduleerde audiosignaal twee draaggolven bevat, zoals in het huidige geval, ontstaat er ten gevolge van de onderste zijband van de modulatieruis van 1,7 MHz draaggolf, die zich uitstrekt tot in het gebied waar zich de 1,3 MHz draaggolf bevindt, een additionele ruiskomponent in de 1,3 MHz draaggolf.
Omgekeerd komt de bovenste zijband van de modulatieruis van de 1,3 MHz draaggolf als additieve ruiskomponent in het gebied van de 1,7 MHz draaggolf. Aangezien de 1,3 MHz draaggolf minder gevoelig is voor de variaties in de schrijfstroom van het PCM audiosignaal, zie figuur 5, is die bijdrage veel kleiner.
Ook indien slechts één draaggolf in de eerste laag Lj wordt opgetekend, zal een asymmetrie ten opzichte van de draaggolffrekwentie in de amplitude- en/of groepslooptijdkarakteristiek van de weergave-overdracht voor de in de laag L1 opgenomen signaal, leiden tot een omzetting van de reeds aanwezige modulatieruis in een additieve ruisbijdrage.
Volgens de uitvinding is nu een begrenzerschakeling 15, zie figuur 4, aangebracht tussen de uitgang 14 van de signaalverwerkingseenheid 10 en de schrijfmiddelen 9. Hierdoor worden de variaties in de piek-tot-piekwaarde van het offset differential QPSK signaal onderdrukt. Dit is geen bezwaar aangezien de bruikbare informatie in dit signaal niet zit in de variaties in de piek-tot-piekwaarde, doch in de fase van het signaal.
Figuur 9a toont een mogelijk uitvoeringsvoorbeeld van de begrenzerschakeling 15 van figuur 4. Het uitgangssignaal van de signaalverwerkingseenheid 10 wordt toegevoerd aan de ingang 50 van de begrenzerschakeling 15. Aan de uitgang 51 wordt een in amplitude begrensd signaal afgegeven, De begrenzende werking wordt gerealiseerd door de anti-parallel geschakelde diodes D^ en D2- De schakeling is door middel van de kondensatoren en C2 enkel voor wisselstroom gekoppeld met de uitgang van de signaalverwerkingseenheid 10 en de ingang van de schrijfmiddelen 9.
De schakeling realiseert een "soft limiting" op het ingangssignaal. Dit is in figuur 9b weergegeven. De mate van “soft limiting" kan worden ingesteld door middel van de potentiometer Rv en/of de amplitude van het aangeboden signaal.
Dit figuur 9b blijkt dat het ingangssignaal V^n wordt begrensd op een waarde + V-^. Het begrensde signaal verloopt nog min of meer vloeiend. Vandaar de naam "soft limiting".
Figuur 10a toont een ander uitvoeringsvoorbeeld van de begrenzerschakeling van figuur 4. In de begrenzerschakeling 15' wordt gebruik gemaakt van het IC TDA 2730, waarin een begrenzer is opgenomen. Het TDA 2730 IC staat beschreven in het Data Handbook "Integrated Circuits" deel IC2 (1984): "Bipolar ICs for video equipment" van N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken. De schakeling realiseert een "hard limiting". Dit is zichtbaar, in figuur 10b, dat het signaal aan de uitgang 51 van de schakeling toont. Het uitgangssignaal is een blokgolf met konstante amplitude V^.
Het zij vermeld dat de uitvinding niet is beperkt tot enkel de getoonde uitvoeringsvoorbeelden. De uitvinding is evenzeer van toepassing op die mogelijke uitvoeringen die op niet de uitvinding betrekking hebbende punten van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden verschillen. Zo kunnen de kopbreedtes van de koppen anders gekozen worden. Ook is het niet noodzakelijk dat het signaal dat in de derde laag L3 wordt opgetekend een tot een QPSK of offset differential QPSK signaal omgezet PCM audiosignaal is. Ook kan in plaats van het FM audiosignaal, een ander signaal in de dieptelaag worden opgetekend. In de laag L3 zou men bijvoorbeeld een ander audiosignaal, teletext of data of spoorvolgsignalen kunnen optekenen. Ook in de laag L·^ zou men één van deze signalen kunnen optekenen. Ook kan in de ene laag L1 de ene taal, bijvoorbeeld Engels, en in de andere laag L3 een andere taal, bijvoorbeeld Duits, worden opgetekend. In het voorgaande is beschreven hoe, uitgaande van het PCM audiosignaal een offset differential QPSK kan worden afgeleid. Door weglating van de vertraging 33 in de schakeling van figuur 7, levert deze schakeling een differential QPSK signaal. Indien bovendien de konverters 34 en 34' worden weggelaten, levert de aldus verkregen schakeling een QPSK signaal.

Claims (6)

1. Inrichting voor het opnemen van een audiosignaal en een videosignaal in schuin ten opzichte van de lengterichting van een magnetische registratiedrager over deze registratiedrager verlopende sporenr met een eerste ingangsklem voor het ontvangen van het audiosignaal en een tweede ingangsklem voor het ontvangen van het videosignaal, waarbij de inrichting is voorzien van een eerste signaalverwerkingseenheid, waarvan een uitgang is gekoppeld met op een roteerbare koptrommel aangebrachte eerste schrijfmiddelen, voor het in een eerste laag diep in de magnetische registratiedrager inschrijven van een eerste signaal, bijvoorbeeld een FM gemoduleerd audiosignaal, waarbij de tweede ingangsklem is gekoppeld met een videosignaalverwerkingseenheid, een uitgang waarvan is gekoppeld met op de roteerbare koptrommel aangebracht tweede schrijfmiddelen, voor in het een tweede laag minder diep in de magnetische registratiedrager inschrijven van het videosignaal, waarbij de inrichting verder is voorzien van een derde signaalverwerkingseenheid, waarvan een uitgang is gekoppeld met op de roteerbare koptrommel aangebrachte derde schrijfmiddelen, voor het in een derde laag liggend minder diep dan de eerste en dieper dan de de tweede laag in de magnetische registratiedrager inschrijven van een derde signaal, met het kenmerk, dat de uitgang van de derde signaalverwerkingseenheid is gekoppeld met een ingang van een begrenzerschakeling, welke begrenzerschakeling is ingericht voor het in amplitude begrenzen van het uitgangssignaal van de derde signaalverwerkingseenheid, en dat een uitgang van de begrenzerschakeling is gekoppeld met de derde schrijfmiddelen.
2. Inrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de derde signaalverwerkingseenheid is ingericht voor het leveren van een uitgangssignaal met een in de tijd variërende piek-tot-piekwaarde.
3. Inrichting volgens konklusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een ingang van de derde signaalverwerkingseenheid is gekoppeld met de eerste ingangsklem.
4. Inrichting volgens konklusie 3, met het kenmerk, dat de derde signaalverwerkingseenheid een PCM modulatoreenheid bevat, voor het genereren van een PCM gemoduleerd audiosignaal.
5. Inrichting volgens konklusie 4, met het kenmerk, dat de derde signaalverwerkingseenheid verder een tweede modulatoreenheid bevat die achter de PCM modulatoreenheid is geschakeld, welke tweede modulatoreenheid is ingericht voor het genereren van een QPSK (quadrature phase shift keying) signaal.
6. Inrichting volgens konklusie 5, met het kenmerk, dat de tweede modulatoreenheid is ingericht voor het genereren van een offset-differential QPSK signaal. o
NL8803082A 1988-12-16 1988-12-16 Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal. NL8803082A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8803082A NL8803082A (nl) 1988-12-16 1988-12-16 Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal.
EP89203134A EP0373710A1 (en) 1988-12-16 1989-12-11 Device for recording an audio and a video signal
CS897061A CZ706189A3 (en) 1988-12-16 1989-12-13 Apparatus for recording audio and video signals
CA002005334A CA2005334A1 (en) 1988-12-16 1989-12-13 Device for recording an audio and a video signal
KR1019890018517A KR900010742A (ko) 1988-12-16 1989-12-14 오디오 및 비디오 신호 기록용 장치
AU46803/89A AU622505B2 (en) 1988-12-16 1989-12-14 Device for recording an audio and a video signal
JP1324101A JPH02218001A (ja) 1988-12-16 1989-12-15 記録装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8803082A NL8803082A (nl) 1988-12-16 1988-12-16 Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal.
NL8803082 1988-12-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8803082A true NL8803082A (nl) 1990-07-16

Family

ID=19853390

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8803082A NL8803082A (nl) 1988-12-16 1988-12-16 Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP0373710A1 (nl)
JP (1) JPH02218001A (nl)
KR (1) KR900010742A (nl)
AU (1) AU622505B2 (nl)
CA (1) CA2005334A1 (nl)
CZ (1) CZ706189A3 (nl)
NL (1) NL8803082A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6459848B1 (en) 1997-08-06 2002-10-01 Victor Company Of Japan, Ltd. Magnetic recording apparatus and method, and magnetic recording medium
JP2003123391A (ja) * 2001-10-10 2003-04-25 Hitachi Ltd 情報記録再生装置用信号処理装置及び信号処理方法

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0754609B2 (ja) * 1985-06-21 1995-06-07 株式会社日立製作所 Pcm記録再生装置
EP0275041A3 (en) * 1987-01-09 1990-03-28 Hitachi, Ltd. Multiplex magnetic recording and reproducing apparatus of the rotary head type
JPS63282901A (ja) * 1987-05-14 1988-11-18 Matsushita Electric Ind Co Ltd ディジタル音声記録ビデオテ−プレコ−ダ

Also Published As

Publication number Publication date
KR900010742A (ko) 1990-07-09
CZ706189A3 (en) 1993-04-14
AU622505B2 (en) 1992-04-09
JPH02218001A (ja) 1990-08-30
CA2005334A1 (en) 1990-06-16
EP0373710A1 (en) 1990-06-20
AU4680389A (en) 1990-06-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR870000755B1 (ko) 디지탈 변조신호 판독장치
US5170386A (en) Spindle servo circuit for driving a data storage disk having CLV type recording format
US5682374A (en) Recording medium having a recorded phase reference signal for fine adjustment of a phase sampling clock signal
US4470080A (en) Circuit for detecting frequency modulated signal
US5432651A (en) Data conversion device and recording/reproduction apparatus
US5045812A (en) PLL circuit for producing a clock signal
US5086421A (en) Disk playing apparatus having a compensation characteristic variable with velocity information
JP2799071B2 (ja) 磁気記録再生装置
NL8803082A (nl) Inrichting voor het opnemen van een audio- en een videosignaal.
DE3853187T2 (de) Aufzeichnungsgerät für Informationen.
US5852529A (en) Digital signal recorder
US4755891A (en) Circuit for processing waveform of reproduced signal in magnetic reproducing apparatus
US4420776A (en) PSK Modulation in AC bias data recording
US5223990A (en) Data recording apparatus
CA1229799A (en) Apparatus for reducing noise in audio signals
Hannan et al. Automatic correction of timing errors in magnetic tape recorders
US7457210B2 (en) High-density disk recording medium and apparatus and method of reproducing data recorded therein
JPH0250522B2 (nl)
KR100191758B1 (ko) 디지탈 신호 기록 방법 및 장치, 디지탈 신호 기록매체,및 디지탈 신호 전송 방법 및 장치
JPS598493A (ja) 信号書き込み回路
US5019919A (en) Apparatus for recording and reproducing divided signals of an angle modulated signal
US20050041565A1 (en) Control circuit for an optical pickup head in an optical disk drive
US5715109A (en) Optical disk replay device which varies a delay and frequency of a reproduced signal based on a position of an optical head
JPS61230637A (ja) トラツキング誤差検出装置
JP2871121B2 (ja) トラッキング誤差検出装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed