NL8802552A - Open-dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Description

Open-dakconstructie voor een voertuig

De uitvinding heeft betrekking op een open-dakconstructie voor een voertuig met een in het vaste dak aangebrachte opening, voorzien van een aan het voertuig bevestigbaar frame; een door het frame beweegbaar ondersteund paneel met een voor- en achterzijde, welk paneel in zijn sluitstand de opening in het vaste dak afsluit en vanuit de sluitstand in schuin achterwaarts omhoog verlopende en achterwaarts boven het vaste dak verplaatste standen kan worden gezet; en een tussen het frame en het paneel aangebracht, door een aandrijforgaan verstelbaar uitstelmechanisme voor het bewegen van het paneel.

Dergelijke open-dak constructies zijn in vele uitvoeringen bekend, in het bijzonder voor personenauto's.

Een steeds belangrijker wordende eis bij deze open-dak-constructies is de stevige vergrendeling van het paneel in zijn sluitstand. Deze vergrendeling dient enerzijds als inbraakbeveiliging en anderzijds voor het stevig in de afdichtrubbers drukken van het paneel teneinde een zeer goede afdichting te verkrijgen.

Het is een doel van de uitvinding een open-dak constructie met een zeer goede vergrendeling van het paneel te verschaffen.

Hiertoe wordt de open-dakconstructie volgens de uitvinding gekenmerkt door een nabij de achterzijde van het paneel aangebracht achterste grendelorgaan voor het in hoogterichting in de sluitstand drukken en aldaar vergrendelen van de achterzijde van het paneel; en middelen tussen het achterste grendelorgaan en het aandrijforgaan voor het positief en gedwongen bedienen van het grendelorgaan door het aandrijforgaan.

Deze laatste maatregel waarborgt een onberispelijke bediening van het grendelorgaan, terwijl veren en dergelijke, die aanleiding kunnen geven tot storingen, niet benodigd zijn, aangezien de bediening van het grendelorgaan positief gedwongen plaatsvindt.

Hierbij is het van voordeel, indien de middelen voor het positief en gedwongen bedienen van het grendelorgaan zijn voorzien van een verbindingsstang, die met zijn achterste uiteinde op het grendelorgaan aangrijpt en met zijn voorste uiteinde is verbonden met het aandrijforgaan, ï Een verdere uitbreiding van de uitvinding kan zijn gelegen in een nabij de voorzijde van het paneel aangebracht voorste grendelorgaan voor het althans ongeveer vertikaal in de sluitstand drukken en aldaar vergrendelen van de voorzijde van het paneel.

I Op deze wijze wordt het paneel zowel aan de voor- als achterzijde vergrendeld, zodat het paneel in de sluitstand over de gehele omtrek goed tegen de afdichtrubbers aanligt en een zeer goede inbraakbeveiliging is gewaarborgd.

Het is zeer gunstig wanneer borgmiddelen zijn aangebracht die een relatieve horizontale verplaatsing tussen het aandrijforgaan en het paneel tijdens de vergrendel- en ontgrendelbeweging van het paneel toestaan en die het aandrij forgaan en het paneel in horizontale richting ten opzichte van elkaar borgen tijdens voor- en achterwaartse verplaatsingen van het paneel.

Een mogelijke uitvoering hiervan is daardoor gekenmerkt, dat het voorste grendelorgaan en de borgmiddelen samenwerken en zijn voorzien van een met het aandrijforgaan verbonden, in een horizontale langssleuf van het frame geleide glijpen, een aan één uiteinde schamierbaar met de glijpen verbonden arm, welke aan het andere uiteinde schamierbaar is verbonden met een dwarspen aan een profieldeel van het paneel, welke dwarspen tevens in een borgsleuf van het frame is geleid, welke borgsleuf aan het voortste uiteinde is voorzien van een benedenwaarts gekromd sleufgedeelte.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een schematisch perspectivisch aanzicht van een open-dakconstructie volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven explosie-aanzicht van een gedeelte van de open-dak- constructie van fig. X, waarin het bedieningsmechanisme is weergegeven.

Fig. 3-6 zijn zeer schematische langsdoorsneden van de open-dakconstructie van fig. 1, op grotere schaal en in verschillende standen.

De tekening, en in de eerste plaats fig. 1, toont een uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie voor een voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen, met een in het vaste dak 1 hiervan aangebrachte opening 2. De open-dakconstructie omvat een aan het vaste dak 1 van het voertuig bevestigd frame 3, dat een stijf paneel 4 beweegbaar ondersteund, op een wijze zoals nog in detail zal worden toegelicht.

Het paneel 4 sluit in zijn sluitstand de opening 2 in het vaste dak 1 af en is vanuit deze sluitstand (fig. 3) schuin achterwaarts omhoog en achterwaarts gedeeltelijk boven het vaste dak 1 verplaatsbaar, zoals is weergegeven in fig.

1. Vanuit deze geheel of gedeeltelijk geopende stand is het paneel 4 uiteraard weer naar de sluitstand terug verplaatsbaar.

Fig. 2 toont het bedieningsmechanisme van de opendak constructie volgens de uitvinding. Dit bedieningsmechanisme, dat in principe aan beide langszi j den van de dakopening 2 is aangebracht, omvat een als aandrijforgaan dienende buigzame trek- en drukkabel 5, die op gebruikelijke wijze door een handbediening of elektrisch aandrijfbaar is. Aan het weergegeven vrije uiteinde van de trek- en drukkabel 5 is een glijblok 6 bevestigd, dat in een aan het frame 3 gevormd geleidingsprofiel 7 in de langsrichting van het voertuig verschuifbaar is geleid.

Het glijblok 6 is uitgevoerd met een in de dwarsrichting verlopende horizontaal buitenwaarts uitstekende pen 8 die via een tussendeel 9 in een aan het stationaire frame 3 gevormde horizontale gesloten langssleuf 10 is geleid. Dè langssleuf 10 bepaalt de eindstanden van de trek- en drukkabel 5 en daarmede van het paneel 4.

Het genoemde tussendeel 9 is gevormd als een arm, die aan het bovenste uiteinde scharnierbaar is om de pen 8 aan het glijblok 6. Hiertoe bezit de arm 9 aan het bovenste uiteinde enerzijds een gat 11 voor het draaibaar opnemen van de pen 8 en anderzijds een met het gat 11 in lijn liggende glijpen 12, die in feite in de langssleuf 10 steekt. Aan het 5 onderste uiteinde van de arm 9 is een rond gat 13 gevormd, vaar doorheen een dwarspen 14 verloopt. Deze dwarspen 14 is verbonden met een profieldeel 15, dat aan de onderzijde van het paneel 4 nabij de langsrand hiervan is bevestigd. De arm 9 is schamierbaar om de dwarspen 14, die na het doorlopen ) van het gat 13 in de arm 9 in een leidsleuf 16 steekt. Deze leidsleuf 16, die onder de langssleuf 10 aan het frame 3 is gevormd, verloopt in hoofdzaak horizontaal en evenwijdig aan de langssleuf 10, doch bezit aan het voorste uiteinde een benedenwaarts gekromd gedeelte 16', dat aansluit op het ί horizontale gedeelte 16''. De leidsleuf 16 eindigt aan het voorste uiteinde ongeveer gelijk met de langssleuf 10.

De arm 9 bezit aan het bovenste uiteinde concentrisch om het gat 11 een nok 17, die met speling door een in het profiel 15 gevormde cirkelsegmentvormige sleuf 18 is geleid, waarvan het krommingsmiddelpunt samenvalt met de hartlijn van de dwarspen 14 aan het profiel 15 teneinde de schamierbeweging van de arm 9 mogelijk te maken.

Als onderdeel van het uitstelmechanisme voor het paneel 4 is aan het profiel 15 van het paneel 4 een leidsleuf 19 gevormd, waarin een aan een steun 20 van het frame 3 bevestigde, in dwarsrichting verlopende stationaire leidpen 21 verdraaibaar en verschuifbaar grijpt. De leidsleuf 19 omvat een, gezien in de geheel geopende stand van het paneel 4, voorste horizontaal gedeelte 19', een op het achterste uiteinde hiervan aansluitend schuin achterwaarts omhoog verlopend gedeelte 19" en een op het achterste uiteinde daarvan aansluitend kort blokkeergedeelte 19'". Dit korte blokkeergedeelte 19'" van de leidsleuf 19 verloopt in de gesloten stand van het paneel 4 vertikaal (zie fig. 3).

Althans ongeveer in de lijn met het blokkeergedeelte 19"' van de leidsleuf 19, doch aan de andere zijde van het profiel 15 van het paneel 4, bevindt zich een schamierpen 22. Deze schamierpen 22 steekt in een gat 23 in een grendelorgaan 24, dat op deze wijze scharnierbaar is om de scharnierpen 22. Het grendelorgaan 24 bezit aan zijn van het gat 23 afgekeerde onderste gedeelte een aan het voorste uiteinde open gekromde grendelsleuf 25, waarmede een stijf met het frame 3 verbonden stationaire grendelpen 26 in ingrijping kan komen via het open voorste uiteinde hiervan. Het krommingsmiddelpunt van de grendelsleuf 25 valt niet samen met de hartlijn van het als scharnier diendende gat 23 van het grendelorgaan. Daarentegen neemt de afstand tussen de grendelsleuf 25 en het gat 23 vanaf het open uiteinde van de grendelsleuf 25 af.

In het gedeelte van het grendelorgaan tussen het gat 23 en de grendelsleuf 25 is nog een dwarspen 27 gevormd, die scharnierbaar in een gat 28 nabij het achterste uiteinde van een verbindingsstang 29 steekt. Aan het voorste uiteinde grijpt de verbindingsstang 29 met een gat 30 om de glijpen 12 van de arm 9, zodat de verbindingsstang 29 in feite de treken drukkabel 5 met het grendelorgaan 24 verbindt.

De werking van de open-dak constructie volgens de uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de fig. 3-6.

Fig. 3 toont de open-dak constructie in de sluitstand van het paneel 4, waarin het paneel 4 stevig is vergrendeld. De trek- en drukkabel 5 (niet weergegeven) bevindt zich in de voorste stand, waarbij de glijpen 12 tegen het voorste uiteinde van de langssleuf 10 aanligt. De dwarspen 14 is in ingrijping met het onderste voorste uiteinde van het voorste sleufgedeelte 16' en wordt daar in ingrijping gehouden door de arm 9 tussen de pennen 8 en 12 en de dwarspen 14. De vertikale afstand tussen het voorste uiteinde aan de langssleuf 10 en het voorste onderste uiteinde van het sleufgedeelte 16# is zodanig, dat in de voorste stand van de glijpen 8 in de langssleuf 10 de arm 9 ongeveer vertikaal staat. De dwarspen 14 en daarmede het profieldeel 15 en het voorste deel van het paneel 4 zijn op deze wijze in horizontale richting alsmede in vertikale richting vergrendeld. Nabij het achterste uiteinde van het paneel 4 bevindt het grendelorgaan 24 zich in zijn maximaal voorwaarts verzwenkte stand, waarbij de grendelpen 26 in ingrijping is met het achterste uiteinde van de grendelsleuf 25. De met het frame 3 verbonden leidpen 21 ligt tegen het bovenste uiteinde van het blokkeergedeelte 19'" van de > leidsleuf 19 aan. Op deze wijze is het achterste gedeelte van het paneel 4 in horizontale en vertikale richting in de sluitstand vergrendeld.

In fig. 4 zijn de niet-weergegeven trek- en drukkabel. 5 en derhalve de pen 8 en de glijpen 12 over een ) geringe afstand achterwaarts bewogen. Het profieldeel 15 en het paneel 4 worden in horizontale richting niet verplaatst, vanwege de horizontale blokkering door de leidpen 21 in het blokkeergedeelte 19"' van de leidsleuf 19 en de dwarspen 14 in het voorste gedeelte 16' van de leidsleuf 16.

Doordat de pen 8 zich achterwaarts verplaatst, wordt het bovenste uiteinde van de arm 9 meegenomen, waardoor de arm 9 om de dwarspen 14 scharniert en de benedenwaartse druk van de arm 9 op de dwarspen 14 wordt opgeheven. Hierna neemt de dwarspen 14 een aanvang om in het sleufgedeelte 16' omhoog te bewegen en de voorrand van het paneel 4 omhoog te verplaatsen. Nabij de achterrand van het paneel 4 is het grendelorgaan 24 door de met de pen 8 verbonden verbindings-stang 29 achterwaarts verzwenkt om de scharnierpen 22. Ten gevolge van het feit dat het krommingspunt van de grendelsleuf 25 niet samenvalt met de hartlijn van de scharnierpen 22, wordt de achterrand van het paneel 4 bij de relatieve verplaatsing van de grendelpen 26 door de grendelsleuf 25 in vertikale richting verplaatst en wel omhoog. In fig. 4 is de achterrand van het paneel 4 zover omhoog bewogen, dat de leidpen 21 de overgang tussen de sleuf gedeelten 19'" en 19" van de leidsleuf 19 heeft bereikt. De grendelpen 26 is juist uit de grendelsleuf 25 in het grendelorgaan 24 getreden.

Fig. 5 toont de stand van het paneel 4, waarbij de trek- en drukkabel 5 en derhalve de pennen 8 en 12 over aanzienlijke afstand achterwaarts zijn bewogen.

Bij deze achterwaartse horizontale verplaatsing van de pen 8 is de dwarspen 14 via de scharnierbare arm 9 uit het voorste benedenwaarts gekromde gedeelte 16' van de leidsleuf 16 getrokken, waardoor de voorrand van het paneel 4 omhoog is bewogen. De stand van de pennen 8, 12 en 14 ten opzichte van elkaar is bepaald en geborgd door de verhouding tussen de werkzame lengte van de arm 9 en de hartafstand tussen de horizontale sleuven 10 en 16'. Hierdoor worden de trek- en drukkabel 5 en het paneel 4 in horizontale richting ten opzichte van elkaar geborgd.

. Door de achterwaartse verplaatsing van het paneel 4 en het profieldeel 15 beweegt de leidsleuf 19 ten opzichte van de leidpen 21, zodat de leidpen 21 het sleufgedeelte 19" doorloopt. Het verloop van het sleufgedeelte 19'' doet de achterrand van het paneel 4 door de ingrijping van de leidpen 21 en het sleufgedeelte 19" omhoog bewegen. In de stand van het paneel 4 volgens fig. 5 bevindt de leidpen 21 zich ter plaatse van de overgang tussen de sleufgedeelten 19' en 19''.

Fig. 6 toont het paneel 4 in de achterste, geheel geopende, stand. Hierbij is het paneel 4 ten opzichte van de stand van fig. 5 over een afstand achterwaarts bewogen, doch in dezelfde zwenkstand gebleven, daar de sleuven 10, 16" en 19' horizontaal verlopen. In de geheel geopende stand bevindt het paneel 4 zich gedeeltelijk boven het vaste dak 1 van het voertuig (zie fig. l).

Het naar de sluitstand verplaatsen van het paneel 4 geschiedt op dezelfde wijze als bij het openen van het paneel 4, met dien verstande, dat de bewegingen omgekeerd plaatsvinden. Hierbij wordt het paneel 4 aan de voor- en achterzijde in vertikale richting stevig in niet-weergegeven afdichtingsrubbers gedrukt en aldaar vergrendeld.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.

Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie is in het bijzonder geschikt voor vrachtwagens en dergelijke, daar de maximum inbouwhoogte daarbij niet van zeer groot belang is en de open-dakconstructie derhalve voor optimale bediening en vergrendeling van het paneel is ontworpen zonder daarin beperkt te zijn door een geringe maximale inbouwhoogte.

Claims (9)

1. Open-dakconstructie voor een voertuig, met een in het vaste dak aangebrachte opening, voorzien van? een aan het voertuig bevestigbaar frame; een door het frame beweegbaar ondersteund paneel met een voor- en achterzijde, welk paneel in zijn sluitstand de opening in het vaste dak afsluit en vanuit de sluitstand in schuin' achterwaarts omhoog verlopende en achterwaarts boven het vaste dak verplaatste standen kan worden gezet; een tussen het frame en het paneel aangebracht, door een aandrijforgaan verstelbaar uitstel- mechanisme voor het bewegen van het paneel? een nabij de achterzijde van het paneel aangebracht achterste grendelorgaan voor het in hoogterichting in de sluitstand drukken en aldaar vergrendelen van de achterzijde van het paneel; en middelen tussen het achterste grendelorgaan en het aandrijforgaan voor het positief en gedwongen bedienen van het grendelorgaan door het aandrijforgaan.

2. Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij de middelen voor het positief en gedwongen bedienen van het grendelorgaan zijn voorzien van een verbindingsstang, die met zijn achterste uiteinde op het grendelorgaan aangrijpt en met zijn voorste uiteinde is verbonden met het aandrijforgaan.

3. Open-dakconstructie volgens conclusie 1, verder voorzien van een nabij de voorzijde van het paneel aangebracht voorste grendelorgaan voor het althans ongeveer vertikaal in de sluitstand drukken en aldaar vergrendelen van de voorzijde van het paneel.

4.Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij borgmiddelen zijn aangebracht die een relatieve horizontale verplaatsing tussen het aandrijforgaan en het paneel tijdens de vergrendel- en ontgrendelbeweging van het paneel toestaan en die het aandrijforgaan en het paneel in horizontale richting ten opzichte van elkaar borgen tijdens voor- en achterwaartse verplaatsingen van het paneel.

5. Open-dakconstructie volgens conclusies 3 en 4, waarbij het voorste vergrendelorgaan en de borgmiddelen saaenwerken en zijn voorzien van een met het aandrijforgaan verbonden, in een horizontale langssleuf van het frame > geleide glijpen, een aan één uiteinde schamierbaar met de glijpen verbonden arm, welke aan het andere uiteinde schamierbaar is verbonden met een dwarspen aan een profiel-deel van het paneel, welke dwarspen tevens in een leidsleuf van het frame is geleid, welke leidsleuf aan het voorste i uiteinde is voorzien van een benedenwaarts gekromd sleuf-gedeelte.

6. Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij het achterste grendelorgaan schamierbaar om een horizontale scharnierpen met het paneel is verbonden en is voorzien van een aan een voorste uiteinde geopende grendelsleuf, waarin een aan het frame gevormde stationaire grendelpen kan grijpen, waarbij de grendelsleuf zodanig is gevormd, dat bij relatieve verplaatsing van de grendelpen in de grendelsleuf de achterzijde van het paneel in de hoogterichting wordt bewogen.

7. Open-dakconstructie volgens een der voorgaande conclusies waarbij het uitstelmechanisme van het paneel is voorzien van een aan het frame bevestigde stationaire leidpen, die verschuifbaar in ingrijping is in een aan het paneel gevormde tweede leidsleuf, die althans gedeeltelijk in de hoogterichting verloopt.

8. Open-dakconstructie volgens conclusie 7, waarbij de leidsleuf aan het paneel is voorzien van een, in de sluitstand van het paneel gezien, althans ongeveer vertikaal blokkeergedeelte voor het horizontaal blokkeren van het paneel in de sluitstand.

9. Open-dakconstructie voor een voertuig met een in het vaste dak aangebrachte opening, voorzien van; een aan het voertuig bevestigbaar frame; een door het frame beweegbaar ondersteund paneel met een voor- en achterzijde, welk paneel in zijn sluitstand de opening in het vaste dak afsluit en vanuit de sluitstand in schuin achterwaarts omhoog verlopende en achterwaarts boven het vaste dak verplaatste standen kan worden gezet? een tussen het frame en het paneel aangebracht, door een aandrijforgaan verstelbaar uitstelmechanisme voor het bewegen van het paneel; een nabij de voorzijde van het paneel aangebracht, door het aandrijforgaan bediend voorste grendelorgaan voor het in hoogterichting in de sluitstand drukken en aldaar vergrendelen van de voorzijde van het paneel. o