NL8802386A - Vrijdragend rechthoekig paneel voor een wand- of plafondbekleding. - Google Patents

Description

Vrijdragend rechthoekig paneel voor een wand- of plafond-bekleding

De uitvinding heeft betrekking op een vrijdragend rechthoekig paneel voor een wand- of plafondbekleding van het type waarbij panelen met bepaalde langsranden op draagorganen rusten of door deze worden ingeklemd, welk paneel een metalen frontplaat, een metalen rugplaat en een daarmee verbonden kern uit lichtgewicht materiaal met niet- of traag-brandbare en/of geluidsabsorberende eigenschappen bezit.

Dergelijke konstrukties zijn bekend als plafond- of gevelelementen voor toepassingen die bijzondere akoestische thermische of brandveiligheids eigenschappen verlangen.

De uitvinding beoogt de konstruktie van dergelijke panelen zodanig te verbeteren, dat vooral de met dergelijke sandwich konstrukties te bereiken mechanische eigenschappen die de zelfdragendheid en toepasbaarheid van het paneel bepalen, zoals een grote sterkte en stijfheid gekoppeld aan een laag beter kunnen worden benut. Het paneel is daartoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de frontplaat gevormd is met tenminste twee naar de rugzijde van het paneel omgezette langskanten die de kern aan twee tegenoverliggende langs-zijden insluiten en met, op tenminste twee tegenover elkaar liggende van deze langskanten aansluitende, onder een hoek buitenwaarts omgezette vrije randdelen, die door betreffende langszijden van de rugplaat volledig worden overlapt, waabij de dikte van de kern en de vorm en het verloop van de langsranden, de randdelen en de langszijden zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat er geen rechtstreeks kontakt bestaat tussen rugplaat en frontplaat.

Door deze maatregel wordt de volledige paneelhoogte benut om de weerstand tegen doorbuiging van het frontpaneel te vergroten terwijl tevens een oplegrand ontstaat door middel waarvan het paneel langs zijn gehele lengte bevestigbaar is. Door het overlappen van de randdelen door de rugplaat kan bij een bepaalde wijze van bevestiging van de panelen een stevige inklemming worden bereikt van de beide sandwich huidplaten. Verder wordt het door deze maatregel mogelijk om de beide huidplaten met daartussen de kern, tijdens de vervaardiging zodanig op elkaar te klemmen dat de kern tijdelijk elastisch vervormt, zonder daarbij het risico te lopen dat de overlappende langsranden vervormen. Bij het gereede produkt biedt deze tussenafstand de mogelijkheid de overlappende langsranden bij het bevestigen van het paneel onder elastische vervorming in te klemmen, waardoor een rammelvrije montage verkregen wordt.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding zetten de desbetreffende tegenover liggende langszijden van de rugplaat zich voorbij de betreffende tegenoverliggende vrije randdelen van de frontplaat voort in naar de frontzijde omgezette parallele langsranden, die aldus deze twee vrije randdelen van de frontplaat insluiten. Deze maatregel geeft een zekere stijfheid aan het rugpaneel tijdens de fabricage, vereenvoudigt daarbij het positioneren op de frontplaat en verleent aan het gereede produkt de mogelijkheid om trekbelastingen in de rugplaat op de bevestigingsmiddelen over te brengen.

Verder kan het volgens de uitvinding van voordeel zijn dat de frontplaat verdere naar de rugzijde omgezette langsranden bezit die tezamen met de andere omgezette langsranden de kern zijdelings alzijdig insluiten. Dit vereenvoudigt niet alleen het aanbrengen van de kern tijdens de fabricage, maar maakt het ook mogelijk de paneeleinden in het zicht te monteren, zonder dat daarbij de kern zichtbaar zou worden.

Een paneel volgens de uitvinding bezit echter op zich een sterkte en stijfheid, die het zondermeer mogelijk maakt het paneel op een gewenste lengte af te snijden waarbij de eindwand van het paneel * open'wordt d.w.z. dat het kernmateriaal zichtbaar mede dit einde vormt. Daarmede kan een simpele aanpassing aan de maat van de te bekleden ruimte plaatsvinden.

Om de inzetbaarheid van de panelen voor diverse doeleinden te vergroten, verdient het aanbeveling om volgens een verder kenmerk de front- en de rugplaat met de kern te verbinden middels een niet of moeilijk brandbaar hechtingsmateriaal.

Waar het paneel volgens de uitvinding kan zijn opgebouwd uit materialen welke onder normale brandsituaties geen vlam kunnen vatten, kan ten aanzien van het hechtingsmateriaal tenminste de eis gesteld worden dat ook dit materiaal geen uitbreiding van de. brandsituatie zal mogen veroorzaken.

De sterkte van het paneel kan bij toepassing van mineraalwol of kernen van ander vezelachtig materiaal aanzienlijk versterkt worden door volgens de uitvinding het materiaal zodanig aan te brengen dat de hoofdvezelrichting dwars op de front- en rugplaat staat. Hierdoor kan bijvoorbeeld bij een plaat uit aluminimium met ongeveer 0,7 mm dikte een zelfdragend paneel verkregen worden tot 1.60 meter breed and 12 meter lengte of meer.

Het is bijzonder gunstig om de kern daarbij uit meerdere om en om geplaatste stroken vezelmateriaal samen te stellen.

De uitvinding voorziet tevens in een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, zoals hierboven omschreven.

De uitvinding zal hiernavolgend worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van het paneel volgens de uitvinding.

Figuur 2 een deelaanzicht in doorsnede toont van de langskant van het paneel volgens de pijlen II-II in figuur 1.

Figuur 3 een deelaanzicht in doorsnede toont van de dwarskant van het paneel volgens de pijlen III-III in figuur 1.

Figuur 4 een geexplodeerd deelaanzicht toont ter plaatse van een van de paneelhoeken.

Het met verwijzingscijfer 1 in Figuur 1 aangegeven paneel bestaat uit een frontplaat 2 en een rugplaat 3, die zoals in Figuur 2 te zien is op afstand worden gehouden door een kern 4.

Zowel de frontplaat als de rugplaat zijn van metaal, bij voorkeur gelakt aluminium. Als kernmateriaal wordt bij het uitvoeringsvoorbeeld mineraalwol gebruikt, doch ook met andere lichtgewicht materialen en/of strukturen kan een vergelijkbaar resultaat worden verkregen.

De frontplaat is zoals in Figuur 2 te zien is voorzien van naar de rugzijde van het paneel omgezette langskanten 5, die de kern 4 aan twee tegenoverliggende langszijden insluiten.

De omgezette langskanten 5, zijn elk uitgevoerd met een buitenwaarts omgezet vrij randdeel 6. Dit vrije randdeel 6 wordt volledig door de langsrand 8 van de rugplaat 3 overlapt, onder behoud van een tussenafstand 7. De tussenafstand 7 heeft een tweeledig doel en zorgt er onder andere tijdens de fabricage voor dat het samenstel van huidplaten 2, 3 en kern 4 goed op elkaar gedrukt kunnen worden zonder dat men het risiko loopt de langsranden 6, 8 van het paneel te beschadigen. Ook maakt de tussenafstand 7 het mogelijk om de langsranden 6 en 8, welke tevens dienen om het paneel aan het te bekleden wand- of plafonddeel te bevestigen, onder voor-spanning naar elkaar toe te klemmen en zo een rammelvrije bevestiging te krijgen.

Verder is in Figuur 2 te zien hoe de rugplaat 3 zich met haar langsrand 8 voorbij het vrije randdeel 7 van de frontplaat 2 voortzet in een naar de frontzijde omgezet langsranddeel 9. Het langsranddeel 9 maakt eenzelfde hoek met het hoofdvlak van de rugplaat als een identiek omgezet langsranddeel aan de tegenoverliggende langsrand van het rugpaneel 3, en verlopen onderling evenwijdig of ongeveer evenwijdig. Hierbij staan de langsranddelen 9 onder een hoek van 90° t.o.v. de rugplaat. Voor aanpassing aan bepaalde draagkonstrukties kan deze hoek uiteraard ook kleiner of groter dan 90° zijn.

De tussenafstand 7 wordt verkregen door een geschikte keuze van de kerndikte 10 ten opzichte van de hoogte van de langskant 5.

In Figuur 1 en Figuur 3 is verder te zien dat ook de overige langskanten van de frontplaat, zoals in dit geval de dwars-kant 11 eveneens naar de rugzijde van het paneel omgezet kunnen zijn om de kern 4 alzijdig in te sluiten.

Voor het vormen van het paneel worden de samenstellende delen zoals in Figuur 4 aangegeven bijeengebracht. De verbinding komt tot stand met behulp van lijm waarmee het gehele binnen-oppervlak van zowel de front- als de rugplaat bedekt kunnen zijn.

De hechting met kern 4 komt alleen daar tot stand, waar vezels van de kern kontakt maken met deze lijmlagen. Hierdoor is het oppervlakte-aandeel van de hechtingsplaatsen relatief gering en schommelt afhankelijk van het type kern tussen de 2 en de 10% van het totale gemeenschappelijk ingenomen oppervlak.

Door de homogene struktuur van het kernmateriaal en de daardoor evenredige verdeling van de hechtingsplaatsen is een goed onderling verband gewaarborgd vanaf een oppervlakte aandeel van minimaal 2% van de gemeenschappelijke oppervlakte .

Om een zo groot mogelijke sterkte van de mineraalwol kern te bereiken is er voor gezorgd dat de vezelrichting dwars op het paneel verloopt en dat de vezels met een bindmiddel op elkaar geperst zijn.

Bij een doelmatige methode om dit te bereiken worden de mineraalwol-vezels eerst in de vorm van platen op elkaar geperst, met de vezelricht parallel aan het vlak van de plaat. Door deze geperste mineraalwolplaat vervolgens in repen of stroken te verdelen, onstaan stroken geperste mineraalwolvezels die elk met hun vezelrichting loodrecht op de huidplaten 2 of 3 gerangschikt kunnen worden.

Bij de vervaardiging van het paneel volgens de uitvinding wordt van een van de nodige omgezette langsranden voorziene frontplaat 3 het binnenoppervlak voorzien van een geschikt hechtingsmiddel, waarna mineraalwolstroken 12 (zie Figuur 4) op het binnenoppervlak worden gerangschikt. Na een doelmatig voorbereide rugplaat 3 van hechtmiddel te hebben voorzien kan deze rugplaat op de reeds aangebrachte mineraalwolstroken 12 worden geplaatst en kan het aldus verkregen samenstel voor het tot stand brengen van de onderlinge lijmverbinding gedurende een voor de desbetreffende lijm doelmatige tijdsduur in een pers onder druk worden gehouden.

De druk kan daarbij zo worden gekozen dat het kernmateriaal tijdelijk elastisch wordt vervormd. Een en ander binnen de toelaatbare grenzen van het kernmateriaal en de beschikbare tussenruimte 7 tussen de langsranden van de huidplaten. Hierdoor ontstaat een paneel met een uitstekende, gelijkmatige hechting tussen kern en platen en blijven of worden de grote plaatoppervlakken, van t.o.v. hun afmetingen relatief dun materiaal, strak en vlak.

Het spreekt vanzelf dat de vakman binnen het kader van de uitvinding tal van mogelijkheden ter beschikking staan om overeenkomstig het beoogde doel, van de hier als voorbeeld beschreven uitvoeringsvorm af te wijken.

Claims (7)

1. Vrijdragend rechthoekig paneel voor een wand- of plafondbekleding van het type waarbij panelen met. bepaalde langsranden op draagorganen rusten of door deze worden ingeklemd, welk paneel een metalen frontplaat, een metalen rugplaat en een daarmee verbonden kern uit lichtgewicht materiaal met niet of traag brandbare en/of geluidsabsorberende eigenschappen bezit, met het kenmerk dat de frontplaat gevormd is met tenminste twee naar de rugzijde van het paneel omgezette langskanten die de kern aan twee tegenoverliggende langszijden insluiten en met op tenminste twee tegenover elkaar liggende van deze langskanten aansluitende onder een hoek buitenwaarts omgezette vrije randdelen, die door betreffende langszijden van de rugplaat volledig worden overlapt, waabij de dikte van de kern en de vorm en het verloop van de langsranden, de randdelen en de langszijden zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat er geen rechtstreeks kontakt bestaat tussen rugplaat en frontplaat.

2. Paneel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de betreffende tegenover liggende langszijden van de rugplaat zich voorbij de betreffende tegen over elkaar liggende vrije randdelen van de frontplaat voortzetten in naar de frontzijde omgezette langsranden die aldus de twee vrije randdelen van de frontplaat insluiten.

3. Paneel volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de frontplaat verdere, naar de rugzijde omgezette langskanten bezit, die tezamen met de andere omgezette langsranden de kern zijdelings alzijdig insluiten.

4. Paneel volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de front- en de rugplaat met de kern verbonden zijn middels een niet of moeilijk brandbaar hechtingsmateriaal.

5. Paneel volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de kern uit geperst vezelmateriaal bijvoorbeeld mineraalwol bestaat, dat zodanig is aangebracht dat de hoofdvezelrichting dwars op de fronten rugplaatvlakken staat.

6. Paneel volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de kern bestaat uit meerdere aansluitende stroken van dit vezelmateriaal.

7. Werkwijze voor het vervaardigen van een paneel volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat voorgevermede, aan de binnenzijde van hechtingsmiddel voorziene front- en rugplaten en een betreffende kern over een bepaalde tijdsduur, onder een bepaalde druk zodanig worden samengedrukt en zo gehouden, dat geen direkt kontakt tussen front- en rugplaat optreedt en toch een maximale vlakking van de hechtvlakken van de kern en een zeer gelijkmatige hechting over het geheel van de te hechten plaatoppervlakken plaatsvindt.