NL8800929A - Houder of vat. - Google Patents

Description

1 '· NO 35010 £

Houder of vat.

De uitvinding heeft betrekking op een houder met romp, bodem en bovenwand met ter plaatse van of nabij de bovenwand een afsluitbare 5 uitgietopening en een handgreep, die zwaaibaar is om een as, die loodrecht staat op de langsas van de romp.

Een dergelijke houder is békend. De handgreep bestaat daarbij doorgaans uit een beugel, die scharnierend met de bovenwand of met de zijrand van de bovenwand of met de zijrand van de romp is verbonden, zoals 10 bijvoorbeeld een metalen beugel. Een dergelijke handgreep ligt in de uitgangsstand altijd hetzij boven op de bovenwand danwel tegen de romp en is moeilijk bereikbaar. Het vervaardigen en aanbrengen van dergelijke handgrepen vergt bovendien extra handelingen.

Het is dan ook reeds bekend de bovenwand te voorzien van een vaste 15 handgreep. Indien deze handgreep boven de bovenwand uitsteekt, dan is het stapelen van de houders slechts mogelijk wanneer in de bodem van het erop geplaatste vat een uitsparing is aangebracht waar de handgreep plaats in kan vinden. Het is dan echter niet mogelijk laadborden met daarop geplaaste houders te stapelen. Om aan deze bezwaren tegemoet te 20 komen, kan de vaste handgreep in het bovenvlak verzonken worden aangebracht.

Dit leidt tot afname van het volume van een houder bij een gegeven totale hoogte. Om dit verlies te beperken wordt in het algemeen de in-steekruimte onder de handgreep klein gehouden. Vaste integrale handgre-25 pen bij geblazen kunststof vaten zijn vaak hol en staan dan in open verbinding met de inhoud van de houder. Dit bemoeilijkt het reinigen van de houder en beperkt hergebruik.

Doel van de uitvinding is een houder te verschaffen met een handgreep, die gemakkelijk te grijpen is, ook met een hand, die is voorzien 30 van een handschoen en zonder dat dit ten koste gaat van het volume van de houder. Bovendien beoogt de uitvinding een houder te verschaffen, die goed stapelbaar is, ook indien laadborden worden toegepast.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de handgreep zijn zwaaias heeft op de bodem van een verdiept gedeelte van 35 de bovenwand en een door veerkracht bepaalde uitgangsstand heeft, waarbij de handgreep boven de bovenrand van de verdieping uitsteekt en zich dan met zijn door de greep verlopend middendeelvlak bevindt in een vlak, dat een scherpe hoek maakt met de langsas van de romp, welke handgreep in de stand waarin hij naar beneden is gezwaaid, past in de verdieping 40 zonder er bovenuit te steken.

880 092 9 * 2

Plaatst men op een dergelijke houder een volgende houder dan zal de bodem van deze volgende houder de handgreep naar beneden drukken vanuit de schuin omhoog gerichte stand naar een vlakke stand waarbij de handgreep volledig plaats vindt in de verdieping. In de uitgangsstand, 5 d.w.z. de stand waarbij de handgreep niet door een erboven op geplaatst vat naar beneden wordt gedrukt, bevindt de handgreep zich in een stand, die een gemakkelijk pakken met de hand toelaat. Tilt men dan de houder aan de handgreep op dan zal deze verder omhoog zwaaien, doch na loslaten weer onmiddellijk in de schuine uitgangsstand terugkomen.

10 Deze handgreep kan een beugel of dergelijke greep zijn, die met behulp van een scharnierpen is bevestigd en bijvoorbeeld door middel van een veer of dergelijke in de uitgangsstand wordt gehouden.

De voorkeur gaat echter uit naar een uitvoeringsvorm waarbij de bovenwand en handgreep één geheel met elkaar vormen en de zwaaias is 15 bepaald door de elastische vervormbaarheid van de benen van de handgreep. Een dergelijke bovenwand kan door spuitgieten worden vervaardigd.

De uitvinding voorziet verder in een uitvoeringsvorm, waarbij de zwaaias van de handgreep loodrecht staat op het door of evenwijdig aan 20 de langsas van de romp gaande middendeelvlak van de uitgietopening. De handgreep staat dan in een stand, die het na optillen mogelijk maakt op gemakkelijke wijze inhoud uit de dan geopende uitgietopening te gieten. Het verdient daarbij de voorkeur aan de bodem een grijprand aan te brengen, welke grijprand op zichzelf bekend is.

25 Het verdient verder de voorkeur de handgreep een profiel te geven, dat omgekeerd T-vormig is. Een dergelijk profiel ligt niet alleen gunstig in de hand, het is bovendien wringstijf en vergemakkelijkt het lossen uit de spuitgietvorm. Vormt een dergelijke handgreep één geheel met de bovenwand dan dient het T-vormige profiel van de handgreep nabij 30 de bodem van de verdieping over te gaan in een vlakke strip, die in één vlak ligt met het been van het T-vormige profiel, welke vlakke strip dan de scharnierbare elastiche verbinding vormt.

In verband met de levensduur is, af gezien van materiaalkeuze die ook door andere factoren bepaald wordt, de dimensionering van deze vlak-35 ke strip van groot belang. Deze strip moet over enige afstand kunnen buigen men mag niet knikken.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Fig. 1 toont in doorsnede het bovengedeelte van een houder met 40 daarop schematisch aangeduid het ondergedeelte van een erop geplaatste , 880 0929 y 3 m' houder.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van de bovenwand van de houder van fig.

1 na verwijdering van de erboven geplaatste houder.

Fig. 1 toont een houder met een cilindrische romp 1 waarop een door 5 spuitgieten vervaardigde bovenwand 2 is geplaatst, die bij 3 stomp op de eindrand van de romp 1 is gelast. Deze bovenwand heeft een opstaande rand, die overgaat in een vlak bovenvlak 4, dat is voorzien van een verdieping met een, althans hier getoond, ten naaste bij rechthoekig gedeelte 5, dat de uitgietopening 6 omgeeft, die in fig. 2 is voorzien van 10 een sluitdop 7. Verder bestaat deze verdieping uit een ongeveer ovaalvormig gedeelte 8, dat schuin afloopt naar het de opening 6 omgevende gedeelte 5.

In deze verdieping bevindt zich een handgreep 9, waarvan het bovengedeelte een omgekeerd T-vormig profiel heeft en waarvan de eveneens 15 T-vormige benen overgaan in vlakke strippen 10 resp. 11.

In fig. 1, die een doorsnede is volgens de lijn I-I van fig. 2, is de handgreep 9 getoond in de uitgangsstand en wel met getrokken lijnen, in welke stand de handgreep 9 boven het bovenvlak 4 van de bovenwand uitsteekt.

20 Wanneer men met de hand deze handgreep pakt, hetgeen bij deze schuine uitgangsstand gemakkelijk mogelijk is, en het vat aan de handgreep optilt, dan zwaait de handgreep in de met onderbroken lijnen aangegeven recht opstaande stand.

Plaatst men echter op de bovenwand een soortgelijk vat met vlakke 25 bodem 12 dan wordt de handgreep naar beneden gedrukt in de rechts van de schuine stand weergegeven en met onderbroken lijnen aangegeven stand waarin de handgreep volledig ligt binnen de hoogte van de verdieping.

De handgreep belet dus het stapelen niet meer en komt bij het wegnemen van de daarop geplaatste houder onmiddellijk in de met getrokken lijnen 30 aangegeven grijpstand.

De bodem 12 kan zijn voorzien van een grijprand 13 en ook bij 14 door stomplassen zijn bevestigd aan de romp 1. Zowel bodem als romp kunnen zijn vervaardigd van ander materiaal dan kunststof.

Wil men lege houders stapelen en is het gewicht van een lege houder 35 niet voldoende om de handgreep in de naar beneden gedrukte stand te houden dan kan men daar op gemakkelijk wijze in voorzien door de rand van de verdieping 8 te voorzien van snapnokken 15 waar de handgreep onder kan worden gedrukt in een naar beneden gezwaaide stand, die lijnrecht ligt tegenover de in fig. 1 weergegeven naar beneden gedrukte 40 Stand.

. 8800929

Claims (7)

1. Houder met romp, bodem en bovenwand met ter plaatse van of nabij de bovenwand een afsluitbare uitgietopening en een handgreep, die zwaai- 5 baar is om een as, die loodrecht staat op de langsas van de romp, met het kenmerk, dat de handgreep zijn zwaaias heeft op de bodem van een verdiept gedeelte van de bovenwand en een door veerkracht bepaalde uitgangsstand heeft, waarbij de handgreep boven de bovenrand van de verdieping uitsteekt en zich dan bevindt in een vlak, dat een scherpe 10 hoek maakt met de zwaaias en evenwijdig aan de langsas van de romp, welke handgreep in de stand waarin hij naar beneden is gezwaaid, past in de verdieping zonder er bovenuit te steken.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat handgreep en 15 bovenwand één geheel met elkaar vormen en de zwaaias is bepaald door de elastische vervormbaarheid van de benen van de handgreep.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zwaaias loodrecht staat op het door of evenwijdig aan de langsas van de romp 20 gaande middendeel vlak van de uitgietopening.

4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bodem een grijprand heeft.

5. Houder volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de handgreep een omgekeerd T-vormig profiel heeft.

6. Houder volgens conclousie 2 en 5, met het kenmerk, dat het T-vormige profiel van de handgreep nabij de bodem van de verdieping 30 overgaat in een vlakke strip, die in één vlak ligt met het been van het T-vormige profiel.

7. Houder volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rand van de verdieping aan de van de schuine 35 uitgangsstand van de handgreep afgekeerde zijde is voorzien van een insnapvergrendeling, die de handgreep in de in tegenover gestelde richting plat gevouwen stand kan vasthouden. ,8800929