NL8702444A - Kluis. - Google Patents

Description

NL 34.482-Vo/tk Kluis

De uitvinding heeft betrekking op een kluis. Kluizen worden onder andere toegepast voor het opslaan van geldcas-settes in grootwinkelbedrijven of dergelijke. Hierbij wordt de inhoud van de kassa's regelmatig in deze geldcassettes 5 gebracht, waarna deze geldcassettes in afwachting van het transport naar een bank of dergelijke in de kluis worden geplaatst.

Ondanks de verhoogde veiligheid, die door deze wijze van werken wordt bereikt vergeleken bij het alleen aan 10 het eind van de dag uit de kassa's verwijderen van het geld, bezit het werken met dergelijke kluizen toch nog een aantal nadelen. Zo bestaat er een niet onaanzienlijk overvalsrisiko op het moment, waarop de geldcassettes vanuit de kluis worden overgedragen aan een geldtransportwagen of dergelijke. Op het 15 moment van de overdracht kunnen eventuele overvallers hetzij personeelsleden van het grootwinkelbedrijf of dergelijke bedreigen hetzij de inzittenden van de geldtransportwagen bedreigen. Tevens bestaat er tijdens een dergelijke overdracht veelal een rechtstreeks kontakt tussen de buitenomgeving en 20 het inwendige van het grootwinkelbedrijf.

De uitvinding beoogt een kluis te verschaffen, waarbij deze nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn opgeheven.

Hiertoe wordt de kluis volgens de uitvinding geken-25 merkt door een, aan twee tegenover elkaar gelegen zijden telkens van een toegangsopening voorzien, vast kluisdeel en een ten opzichte hiervan beweegbaar kluisdeel, dat in een sluitstand beide toegangsopeningen afsluit en dat deze toegangsopeningen in zijn overige standen vrijgeeft, waarbij 30 elke toegangsopening verder nog afsluitbaar is door een vergrendelbare deur, welke deuren onderling zodanig zijn gekoppeld, dat telkens ten minste êên toegangsopening door een deur is afgesloten.

Het is bijvoorbeeld mogelijk, dat de kluis is inge-35 bouwd in een buitenmuur van een winkelbedrijf, waarbij de ene toegangsopening zich aan de winkelzijde bevindt, terwijl de andere toegangsopening zich aan de naar de omgeving toegekeerde zijde van de kluis bevindt. Wanneer een geldcassette of dergelijke in de kluis moet worden aangebracht wordt het 8702 44 4 -2- eerst het beweegbare kluisdeel naar een de toegangsopeningen vrijgevende stand bewogen, waarna de deur van de aan de winkelzijde gelegen toegangsopening wordt geopend en de geld-cassette in de kluis kan worden geplaatst. Na het sluiten van 5 deze deur kan het beweegbare kluisdeel naar de sluitstand worden terugbewogen, waarbij de geldcassette veilig is opgeborgen. Wanneer de geldcassette moet worden opgehaald door de geldtransportwagen wordt het beweegbare kluisdeel opnieuw naar de vrijgeefstand bewogen, waarna de deur van de aan de 10 buitenzijde gelegen toegangsopening wordt geopend en de geldcassette uit de kluis kan worden genomen. De kluis fungeert derhalve als doorgeefsluis, waarbij er nooit een rechtstreeks kontakt optreedt tussen het inwendige van het winkelbedrijf en de omgeving.

15 In een gunstige uitvoeringsvorm van de kluis volgens de uitvinding bezit deze het kenmerk, dat in de kluis een aan het beweegbare kluisdeel bevestigd stapelrek is aangebracht, dat is voorzien van aangrenzende compartimenten voor het opnemen van de geldcassettes, van welke compartimen-20 ten zich, in een niet met de sluitstand overeenkomende geschikte stand van het beweegbare kluisdeel, er telkens slechts een op een lijn met ten minste een der toegangsopeningen bevindt, terwijl de kluis verder is voorzien van middelen voor het registreren van de aanwezigheid van de 25 geldcassettes in de compartimenten, welke registratiemiddelen zodanig in verbinding staan met een besturingsorgaan voor het beweegbare kluisdeel, dat bij het via een der toegangsopeningen toevoeren van een of meerdere geldcassettes slechts die compartimenten, welke nog niet zijn voorzien van een geld-30 cassette, op êên lijn brengbaar zijn met deze toegangsopening.

Wanneer derhalve via de aan de binnenzijde gelegen toegangsopening een geldcassette in een der compartimenten van het aan het beweegbare kluisdeel bevestigde stapelrek is geplaatst wordt dit door de registratiemiddelen geregistreerd. 35 Wanneer men op een later tijdstip via deze toegangsopening een volgende geldcassette in de kluis wil plaatsen wordt het beweegbare kluisdeel onder invloed van het besturingsorgaan zodanig bewogen, dat slechts die compartimenten, welke nog niet zijn voorzien van een geldcassette, via de genoemde 40 toegangsopening toegankelijk worden. Dit betekent, dat eenmaal vanaf de 870244 4 -3- zijde van de genoemde toegangsopening ingebrachte geldcasset-tes niet meer via deze zelfde toegangsopening uit de kluis kunnen worden genomen. Het verwijderen van deze geldcassettes is dan alleen nog mogelijk via de aan de andere zijde van de 5 kluis gelegen toegangsopening.

Verder is het gunstig, wanneer het besturingsorgaan er voor zorgt, dat het beweegbare kluisdeel na het in een compartiment brengen van een geldcassette telkens eerst naar de sluitstand terugbeweegt alvorens eventueel een volgend 10 compartiment vrij te geven voor de toevoer van een verdere geldcassette.

Op deze wijze wordt er telkens voor gezorgd, dat een in de kluis geplaatste cassette veilig is opgeborgen in de kluis.

15 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de kluis volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont een doorsnede door een uitvoeringsvorm van de kluis volgens de uitvinding in de gesloten stand; 20 fig. 2 toont een doorsnede door de kluis volgens fig. 1 tijdens het in de kluis plaatsen van een cassette, en fig. 3 toont een doorsnede door de kluis volgens de figuren 1 en 2 tijdens het uit de kluis nemen van een cassette.

25 De in fig. 1 getoonde kluis is geplaatst in een buitenmuur 1, 2 van een gebouw, zoals een grootwinkelbedrijf of dergelijke. Het linker muurdeel 1 bevindt zich hierbij aan de naar het inwendige van het gebouw toegekeerde zijde. De kluis omvat een vast kluisdeel 3 en een ten opzichte van het 30 vaste kluisdeel 3 op en neer beweegbaar kluisdeel 4. Het vaste kluisdeel 3 alsmede het beweegbare kluisdeel 4 zijn beide vervaardigd uit een op zichzelf bekend inbraakwerend materiaal.

Het vaste kluisdeel 3 is aan twee tegenover elkaar 35 gelegen zijden voorzien van toegangsopeningen 5 en 6. De toegangsopening 5 sluit aan op een opening 7 in het muurdeel 1 van de buitenmuur. De opening 7 is voorzien van een deur 8 die kan worden vergrendeld. Op overeenkomstige wijze sluit de toegangsopening 6 aan op een in het muurdeel 2 van de buiten-40 muur gevormde doorgang 9. Deze doorgang 9 kan bestaan uit een 870244 4 -4- in het muurdeel 2 aangebracht verstevigingsdeel met een centrale opening. De doorgang 9 is eveneens afgesloten door een vergrendelbare deur 10.

Afgezien van de werking van de deuren 8 en 10 5 worden de toegangsopeningen 5 en 6 in de in fig. 1 getoonde sluitstand van het beweegbare kluisdeel 4 door dit beweegbare kluisdeel 4 afgesloten. Dit betekent, dat zelfs, wanneer de deuren 8 en 10 op ongeoorloofde wijze zouden worden geopend het inwendige van de kluis niet toegankelijk is.

10 De kluis is verder voorzien van slechts schematisch aangeduide grendelorganen 11, die zijn verbonden met het beweegbare kluisdeel 4 en in de grendelstand kunnen aangrijpen in, in het vaste kluisdeel 3 gevormde, uitsparigen 12. In de grendelstand, welke in fig. 1 is weergegeven, verhinderen 15 de grendelorganen 11 op effektieve wijze een beweging van het beweegbare kluisdeel 4 ten opzichte van het vaste kluisdeel 3.

Het op en neer bewegen van het beweegbare kluisdeel 4 wordt bewerkstelligd door cilinder-zuigersamenstellen 21, welke zich in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld uitstrekken 20 tussen het vaste kluisdeel 3 en het beweegbare kluisdeel 4.

Aan de onderzijde van het beweegbare kluisdeel 4 is een stapelrek 13 opgehangen, dat is voorzien van een aantal boven elkaar geplaatste compartimenten 14 tot 19 voor het opnemen van geldcassettes 20.

25 In fig. 2 is een stand van het beweegbare kluisdeel 4 ten opzichte van het vaste kluisdeel 3 weergegeven, in welke het mogelijk is om een geldcassette 20 in het compartiment 16 aan te brengen. Zoals zichtbaar is, is het beweegbare kluisdeel 4 door de cilinder-zuigersamenstellen 21 zo ver 30 omhoogbewogen, dat het compartiment 16, dat nog leeg is, zich op een lijn bevindt met de toegangsopening 5 en de opening 7 in het muurdeel 1. De deur 8 is geopend, en een geldcassette 20 kan in de pijlrichting in het compartiment 16 worden geplaatst. Verder is zichtbaar, dat de grendelorganen 11 geheel 35 zijn opgenomen in het beweegbare kluisdeel 4, zodat zij buiten aangrijping met de uitsparingen 12 in het vaste kluisdeel 3 zijn gekomen en een beweging van het beweegbare kluisdeel 4 mogelijk was.

Op niet nader getoonde wijze zijn de deuren 8 en 10 40 van de kluis zodanig gekoppeld, dat telkens ten minste êên 870244 4 -5- toegangsopening 5 of 6 door de corresponderende deur 8 of 10 is afgesloten. In de getoonde situatie volgens fig. 2 betekent dit, dat, aangezien deur 8 geopend is, deur 10 is afgesloten, en niet kan worden geopend. Hierdoor wordt een 5 rechtstreeks kontakt tussen de omgeving en een binnenruimte voorkomen.

De kluis is verder voorzien van niet nader weergegeven middelen voor het registreren van de aanwezigheid van de geldcassettes 20 in de compartimenten. Aldus hebben deze 10 registratiemiddelen reeds geregistreerd, dat zich in de com-parimenten 14 en 15 reeds geldcassettes 20 bevinden. Deze registratiemiddelen staan in verbinding met een besturingsor-gaan voor het beweegbare kluisdeel 4, waarbij dit besturings-orgaan zodanig is geprogrammeerd, dat het beweegbare kluis-15 deel 4 bij het toevoeren van verdere geldcassettes slechts zo ver omhoog kan worden bewogen, totdat het laagste nog lege compartiment (in dit geval compartiment 16) op één lijn komt te liggen met de toegangsopening 5.

Nadat de geldcassette 20 in het compartiment 16 is 20 geplaatst wordt de deur 8 gesloten, waarna het beweegbare kluisdeel 4 terugbeweegt naar de in fig. 1 weergegeven stand. Het is hierbij raogelijk, dat het besturingsorgaan zodanig is geprogrammeerd, dat dit terugbewegen naar de in fig. 1 getoonde stand automatisch wordt uitgevoerd. Het is echter ook 25 mogelijk, dat, bijvoorbeeld wanneer een aantal geldcassettes in één keer in de kluis moeten worden geplaatst, het beweegbare kluisdeel 4 slechts zo ver naar beneden beweegt, totdat het eveneens lege compartiment 17 op één lijn ligt met de toegangsopening 5.

30 Fig. 3 toont een stand van de kluis, waarin een geldcassette 20 uit deze kluis wordt genomen.

Het beweegbare kluisdeel 4 is thans zo ver omhoogbewogen door de cilinder-zuigersamenstellen 21, dat het compartiment 15, waarin zich de bovenste geldcassette 20 bevindt op 35 één lijn is gelegen met de toegangsopening 6 en de doorgang 9 in het muurdeel 2. De deur 10 is geopend, hetgeen betekent, dat de deur 8 is vergrendeld. Het is thans mogelijk om de geldcassette 20 uit de kluis te nemen.

Na het verwijderen van de geldcassette 20 uit het 40 compartiment 15 kan het beweegbare kluisdeel 4 verder omhoog worden bewogen, totdat de geldcassette 20 in het compartiment 8702444 -6- 14 bereikbaar wordt. Nadat aldus de gehele kluis is leeggemaakt, kan in omgekeerde volgorde, dus beginnende met het compartiment 14 en vervolgens de compartimenten 15, 16, 17, 18 en 19, de kluis worden gevuld met lege geldcassettes. Deze 5 lege geldcassettes kunnen vervolgens aan de binnenzijde via de toegangsopening 5 worden weggenomen.

Het bedienen van de kluis volgens de uitvinding kan plaatsvinden via niet nader getoonde bedieningspanelen aan de binnenzijde en aan de buitenzijde. De genoemde registratie-10 middelen kunnen rechtstreeks zijn aangesloten op deze bedieningspanelen. Tevens kan op het bedieningspaneel een af-drukeenheid worden aangesloten, die gegevens over het in de kluis plaatsen van geldcassettes kan afdrukken.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor-15 gaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader de uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd. Zo is het mogelijk, dat in plaats van deuren 8, 10 in de buitenmuur 1, 2 deuren zijn aangebracht aan weerszijden van elk compartiment 14 tot 19. Hierbij geldt dan opnieuw, dat 20 slechts één deur van elk compartiment kan worden geopend, terwijl de andere deur dan vergrendeld is. Daarnaast kan in de getoonde uitvoeringsvorm de programmering van het be-sturingsorgaan zodanig zijn, dat een beweging van het beweegbare kluisdeel 4 slechts mogelijk is, wanneer beide 25 deuren 8 en 10 zijn gesloten. Hierdoor kan worden voorkomen, dat een beschadiging van de kluis door een beweging van het beweegbare kluisdeel tijdens het aanbrengen van een geld-cassette wordt vermeden. Tevens wordt hierdoor de kans op ongelukken door een foutief gebruik verlaagd.

870244 4

Claims (9)

1. Kluis, gekenmerkt door een, aan twee tegenover elkaar gelegen zijden telkens van een toegangsope-ning voorzien, vast kluisdeel en een ten opzichte hiervan beweegbaar kluisdeel, dat in een sluitstand beide toegangsope-5 ningen afsluit en dat deze toegangsopeningen in zijn overige standen vrijgeeft, waarbij elke toegangsopening verder nog afsluitbaar is door een vergrendelbare deur, welke deuren onderling zodanig zijn gekoppeld, dat telkens ten minste éên toegangsopening door een deur is afgesloten.

2. Kluis volgens conclusie 1, voor het opnemen van geldcassettes of dergelijke, met het kenmerk, dat in de kluis een aan het beweegbare kluisdeel bevestigd stapelrek is aangebracht, dat is voorzien van aangrenzende compartimenten voor het opnemen van de geldcassettes, van 15 welke compartimenten zich, in een niet met de sluitstand overeenkomende geschikte stand van het beweegbare kluisdeel, er telkens slechts een op éên lijn met ten minste een der toegangsopeningen bevindt, terwijl de kluis verder is voorzien van middelen voor het registreren van de aanwezig-20 heid van de geldcassettes in de compartimenten, welke registratiemiddelen zodanig in verbinding staan met een besturingsorgaan voor het beweegbare kluisdeel, dat bij het via éên der toegangsopeningen toevoeren van een of meerdere geldcassettes slechts die compartimenten, welke nog niet zijn 25 voorzien van een geldcassette, op één lijn brengbaar zijn met deze toegangsopening.

3. Kluis volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het besturingsorgaan er voor zorgt, dat het beweegbare kluisdeel na het in een compartiment brengen van een 30 geldcassette telkens eerst naar de sluitstand terugbeweegt alvorens eventueel een volgend compartiment vrij te geven voor de toevoer van een verdere geldcassette.

4. Kluis volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de deuren zijn aangebracht in de 35 toegangsopeningen van het vaste kluisdeel.

5. Kluis volgens conclusie 2 of 3, met het k e n m e r k, dat de deuren bestaan uit aan de uiteinden van de compartimenten aangebrachte deuren.

6. Kluis volgens een der conclusies 2-5, met 870244 4 -8- het kenmerk, dat het beweegbare kluisdeel op en neer beweegbaar is, waarbij de compartimenten zich boven elkaar bevinden.

7. Kluis volgens een der conclusies 1-6, met 5het kenmerk, dat deze is voorzien van grendelorganen voor het in de sluitstand vergrendelen van het beweegbare kluisdeel.

8. Kluis volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het beweegbare kluisdeel beweeg- 10 baar is door ten minste een cilinder-zuigersamenstel.

9. Kluis volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het beweegbare kluisdeel slechts beweegbaat is, wanneer de deuren zijn gesloten. 870244 4