NL8702410A - Bovenbouw voor een zeefdrukmachine. - Google Patents

Bovenbouw voor een zeefdrukmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8702410A
NL8702410A NL8702410A NL8702410A NL8702410A NL 8702410 A NL8702410 A NL 8702410A NL 8702410 A NL8702410 A NL 8702410A NL 8702410 A NL8702410 A NL 8702410A NL 8702410 A NL8702410 A NL 8702410A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
screen printing
template
printing machine
machine according
attached
Prior art date
Application number
NL8702410A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stork Brabant Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Brabant Bv filed Critical Stork Brabant Bv
Priority to NL8702410A priority Critical patent/NL8702410A/nl
Priority to DE8888202240T priority patent/DE3867993D1/de
Priority to EP88202240A priority patent/EP0311217B1/en
Priority to AT88202240T priority patent/ATE71879T1/de
Priority to US07/254,824 priority patent/US4909143A/en
Priority to JP63256915A priority patent/JPH01135643A/ja
Publication of NL8702410A publication Critical patent/NL8702410A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F15/00Screen printers
    • B41F15/14Details
    • B41F15/34Screens, Frames; Holders therefor
    • B41F15/38Screens, Frames; Holders therefor curved
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F15/00Screen printers
    • B41F15/08Machines
    • B41F15/0831Machines for printing webs
    • B41F15/0836Machines for printing webs by means of cylindrical screens or screens in the form of endless belts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F15/00Screen printers
    • B41F15/14Details
    • B41F15/16Printing tables
    • B41F15/18Supports for workpieces
    • B41F15/24Supports for workpieces for webs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Screen Printers (AREA)

Description

875079//Ks/ih
Korte aanduiding: bovenbouw voor een zeefdrukmachine.
De uitvinding heeft betrekking op een zeefdrukmachine voor het in meerkleurendruk bedrukken van een horizontaal op een drukdeken getransporteerde baan, omvattende een frame met hierin aangebrachte 5 ondersteuningsmiddelen voor het over een horizontaal traject geleiden van de drukdeken, tenminste een op het frame gelegerde en dwars boven het traject van de drukdeken aangebrachte brug voor het dragen van cylindrische dunwandige zeefdruksjablonen waarvan de 10 uiteinden zijn gelegerd in sjabloonhouders waarbij de sjabloonhouders elk een draaibaar buisvormig gedeelte waaraan een uiteinde van de sjabloon kan worden bevestigd en een stilstaand gedeelte omvatten, waarbij elke brug tenminste één paar sjabloonhouders nabij zijn 15 einden draagt.
Een dergelijke bovenbouw is bekend uit Aanvraagsters Nederlandse octrooiaanvrage nr. 6910511. De bruggen van de daarin beschreven bovenbouw dragen elk één cilindervormige sjabloon die ten opzichte van de brug in 20 een vaste stand wordt vastgehouden. Het instellen van de stand van de sjabloon ten opzichte van de drukdeken en van de baan te bedrukken materiaal vindt plaats door het verplaatsen van de gehele brug met bijbehorende sjabloon. Daartoe is één uiteinde van elke brug in een horizontaal 25 vlak verplaatsbaar op het frame aangebracht. Het aan de brug bevestigen van de sjabloon vindt plaats door middel van losneembaar in de brug gehaakte sjabloonhouders waarvan er één in bedrijf ten opzichte van de brug vast is en de andere door middel van bijvoorbeeld een 30 zuiger-cylinderinrichting langs de brug verplaatsbaar is om de variaties in de lengte van de sjabloon op te kunnen vangen en de sjabloon te kunnen spannen.
8702 4 10 -2-
Een bezwaar van de bekende zeefdrukmachine is dat elke sjabloon moet worden voorzien van een eigen brug omdat anders de individuele instelling van de stand van elke sjabloon niet mogelijk zou zijn. De bruggen 5 belemmeren het zicht op de te bedrukken baan materiaal zodat moeilijk is te bepalen of de drukpatronen van de verschillende sjablonen op elkaar aansluiten. Voorts is het nadelig dat de brug verplaatsbaar is: hierdoor kan in bedrijf de brug spelingen ontwikkelen, hetgeen het 10 nauwkeurig positioneren van de sjablonen ten opzichte van elkaar zeer moeilijk maakt. Voorts heeft de brug een geleider voor de - verschuifbare - sjabloonhouder, welke geleider regelmatig gesmeerd moet worden. Het noodzakelijke smeren is onaangenaam voor het bedieningspersoneel 15 en werkt vervuiling door stof in de hand. Deze vervuiling is van invloed op het spannen van de sjabloon. Tenslotte kan er door het spannen van de sjabloon aan slechts één zijde van de brug een buigkoppel ontstaan dat niet gecompenseerd kan worden, waardoor de sjabloonhouder kan 20 gaan klemmen met als gevolg dat onnauwkeurigheden optreden in de spanning van sjabloon.
De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen. Daartoe wordt een zeefdrukmachine volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de einden van elke brug in 25 dwarsrichting naar weerszijden zijn uitgebouwd en doordat in elke uitbouw bevestigingsmiddelen aanwezig zijn voor het opnemen van een sjabloonhouder.
Doordat een tweede sjabloon aan een brug kan worden bevestigd kan per sjablonenpaar één brug worden 30 uitgespaard, zodat de baan te bedrukken materiaal gemakkelijk zichtbaar is en controle eenvoudig mogelijk wordt. Bovendien is het volgens de uitvinding mogelijk de bruggen vast aan het machinegestel te bevestigen zodat zij geen spelingen meer kunnen ontwikkelen.
35 8702410 -3-
In de figuren tonen:
Fig. 1 in verticaal bovenaanzicht een brug met uitbouwen voor de sjabloonhouders en sjablonen volgens de uitvinding; 5 Fig. 2 de vaste uitbouwen en sjabloonhouders aan de aandrijfzijde van de zeefdrukmachine in horizontaal aanzicht;
Fig. 3 de uitbouwen en sjabloonhouders van fig. 1, in bovenaanzicht en in doorsnede;
Fig. 4 een doorsnede op vergrote schaal over III-III 10 in fig. 1;
Fig. 5 een uitbouw met sjabloonhouder aan de pompzijde van de zeefdrukmachine, in een doorsnede volgens V-V in Fig. 5;
Fig. 6 een horizontaal aanzicht in axiale richting 15 van de sjabloon op de uitbouw met sjabloonhouder van fig. 4;
Fig. 7 een slede waarmee een tweezijdige uitbouw aan een brug kan worden bevestigd in doorsnede, gezien evenwijdig met de bewegingsrichting van de te bedrukken baan; 20 Fig. 8 een doorsnede over VIII-VIII in fig. 7;
Fig. 9 een horizontaal aanzicht op een inrichting voor het evenwijdig aan de bewegingsrichting van de te bedrukken baan verplaatsen van een sjabloonhouder.
Een zeefdrukmachine volgens de uitvinding is 25 ingericht voor het in meerkleurendruk bedrukken van een baan van bijvoorbeeld weefselmateriaal of papier. Deze baan wordt getransporteerd op een horizontale, niet weergegeven, drukdeken die wordt gedragen op in een machineframe gelegerde steunrollen (niet weergegeven).
30 Boven de drukdeken bevinden zich bruggen 1 die elk dienen voor het dragen van een paar sjablonen 2.
Aan één zijde van de machine - de aandrijfzijde -bevindt zich een inrichting voor het in draaiing aandrijven van de sjablonen 2. Voor een beschrijving van 35 8702410 -4- de aandrijfinrichting wordt verwezen naar Aanvraagsters samenhangende octrooiaanvrage 8702.....(dossier 875071 ).
Binnen elke sjabloon is een (niet weergegeven) rakel opgehangen die langs de sjabloon strijkt op of nabij zijn 5 raakpunt met de te bedrukken baan. Door de rakel - die kan zijn uitgevoerd als holle buis met een strijkblad -wordt vanaf de tegenover de aandrijfzijde gelegen zijde -de pompzijde - drukpasta toegevoerd door een geschikte pompinrichting.
10 Fig. 2 t/m 4 tonen de sjabloonhouders aan aandrijfzijde van de zeefdrukmachine. De sjablonen 2 zijn op nog nader te beschrijven wijze bevestigd aan uiteinden van draaibare buisvormige gedeelten 4 van de sjabloonhouders 5. Deze draaibare buisvormige gedeelten 15 zijn in de stilstaande gedeelten 6 van de sjabloon- houders gelegerd door middel van legers 8 (zie fig. 3).
De draaibare buisvormige gedeelten 4 zijn voorzien van een buitenvertanding 10 (fig. 1/3). Deze grijpt in een aangedreven tandwiel 12 dat het draaibare buisvormige 20 gedeelte 4 van de sjabloonhouder in draaiing aandrijft.
De sjabloonhouders zijn bevestigd in een uitbouw 14 van het uiteinde van een brug 1 die vast aan het machinegestel 18 is bevestigd en zich dwars over de te bedrukken baan heen uitstrekt. Het stilstaande gedeelte 6 25 van de sjabloonhouder is door middel van schroefspindels 20 (fig. 4) aan de uitbouw 14 bevestigd. Deze schroef-spindels 20 werken samen met van binnenschroefdraad voorziene onderdelen 22 die draaibaar in het stilstaande gedeelte 6 van de sjabloonhouder zijn gelegerd door 30 middel van legers 24. De schroefspindels 20 zijn vast bevestigd aan de uitbouw 14 door middel van bouten 26.
De van binnenschroefdraad voorziene onderdelen 22 zijn in één stuk gevormd met tandwielen 23 die samenwerken met een getande riem 28 (fig. 2) door middel 35 8702410 -5- waarvan zij worden aangedreven door een motor 30. In plaats van een getande riem kan een ketting gebruikt worden. Om ruimte te besparen is de motor 30 geplaatst in een vlak dat evenwijdig loopt aan dat van de getande riem 5 28 en is hij met de getande riem verbonden door een bekende haakse overbrenging 32 met aan zijn uitgaande as een tandwiel 33 waarmee de getande riem samenwerkt; de getande riem wordt geleid door geleidewielen 34. De motor is bevestigd aan het stilstaande gedeelte 6 van de 10 sjabloonhouder.
Als de motor 30 via de getande riem 28 de van binnenschroefdraad voorziene onderdelen 22, in draaiing aandrijft, verplaatsen de van binnenschroefdraad voorziene onderdelen 22 zich in axiale richting langs de 15 schroefspindels 20 en nemen zij het stilstaande gedeelte 6 van de sjabloonhouder 5 mee.
In het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat het vaste gedeelte 6 van de sjabloonhouder uit twee onderdelen 36 en 38; hierbij zijn in het onderdeel 36 de 20 genoemde van binnenschroefdraad voorziene onderdelen 22 gelegerd en is in het onderdeel 38 het draaibare gedeelte van de sjabloonhouder gelegerd. De twee onderdelen 36, 38 zijn met elkaar verbonden door middel van van een borst voorziene bussen 40 die door middel van moeren 42 25 aan het onderdeel 36 zijn bevestigd. Het onderdeel 38 wordt tegen het onderdeel 36 aan gedrongen drukveren 44 die met hun ene uiteinde rechtstreeks tegen het onderdeel 38 drukken en met hun andere uiteinden tegen de borsten van de bussen 40. Doordat de instelling van de axiale 30 plaats van de sjabloon en de bevestiging van de sjabloon aan de sjabloonhouder aldus van elkaar gescheiden zijn gehouden kunnen onnauwkeurigheden in de bevestiging van de eindstukken 46 aan de sjablonen 2 worden opgevangen zonder dat in de sjabloonhouder storende wisselende 35 4702410 -6- belastingen optreden; deze immers worden gedempt door de veren 44. Dit zelfde geldt ook voor de reaktie-krachten die in de sjablonen en de eindringen opgewekt worden ten gevolge van de druk tijdens bedrijf van de 5 rakel op de binnenwand van de sjabloon.
De schroefspindels worden aan hun niet aan de uitbouw 14 bevestigde uiteinden gesteund door een steunplaat 48 die door middel van schroeven 50 is bevestigd aan aan de uitbouw 14 gevormde ribben 52, 53.
10 De uitvoering van de sjabloonhouders aan de pompzijde zal nu worden beschreven aan de hand van de fig. 5 en 6. Een sjabloonhouder 60 bevindt zich in een uitbouw 62 en omvat een stilstaand gedeelte 64 en een draaibaar buisvormig gedeelte 66. Het draaibare gedeelte 15 66 is in het stilstaande gedeelte 64 gelegerd door middel van een leger 68. Het is duidelijk dat het draaibare gedeelte 66 niet van een afzonderlijke aandrijving is voorzien omdat de aandrijving van de sjabloon 2 in zijn geheel met de daaraan bevestigde draaibare gedeelten 4 en 20 66 vanaf de - tegenoverliggende - aandrijfzijde plaatsvindt. Het stilstaande gedeelte 64 van de sjabloonhouder is verbonden met een tussendeel 70 door middel van zuiger-cylinderinrichtingen 72; het tussendeel 70 is op nog te beschrijven wijze bevestigd aan de 25 uitbouw 62 en het stilstaande deel van de sjabloonhouder is bij 71 verschuifbaar gelegerd in het tussendeel 70.
De drijfstangen van de zuiger-cylinderinrichtingen 72 zijn zelfinstellend bevestigd aan het tussendeel 70; hun cylinders zijn bevestigd aan het stilstaande 30 gedeelte 64 van de sjabloonhouder. De zuiger-cylinderinrichtingen werken pneumatisch en zijn door leidingen 74 verbonden met elkaar en met een niet weergegeven bron 76 van perslucht, bijvoorbeeld een persluchtreservoir.
Met 78 is de aansluiting van de persluchtleidingen op de 35 8702410 -7- cylinders weergegeven.
De sjabloon kan door middel van de de drie zuiger-cylinderinrichtingen 72 direct concentrisch axiaal worden gespannen ten opzichte van het tussendeel 70 en 5 dus van de uitbouw 62 waaraan het tussendeel bevestigd is. Daarbij zal de onafhankelijke werking van elke zuiger-cylinderinrichting 72 een eventuele doorbuiging van de sjabloonhouder 60 compenseren. Hierdoor is een axiale verstelling van de sjabloon door middel van de 10 van binnenschroefdraad voorziene onderdelen 22 en de spindels 20 (zie Fig. 4)aan de aandrijfzijde mogelijk en kan het sjabloonuiteinde aan de pompzijde verend volgen.
Is eenmaal het draaibare gedeelte 66 bevestigd aan de sjabloon 2 dan worden de zuiger-cylinderinrichtingen 72 15 zodanig bediend dat zij de sjabloonhouder 60 in een richting van de aandrijfzijde vandaan bewegen (naar rechts in fig. 5), zodat de sjabloon op spanning wordt gehouden en niet kan torderen door de eenzijdige aandrijving.
Het tussendeel 70 is aan de uitbouw 62 bevestigd 20 door middel van schroeven 80. Deze steken door in horizontale richting verlopende langssleuven 82 in de uitbouw 62. De koppen van de schroeven 80 liggen aan de buitenzijde van de uitbouw en worden gesteund door plaatringen 84 die in een overeenkomstig gevormde 25 uitsparing 86 vallen. In het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld steekt de schacht van de getekende schroef 80 door een bus 88 die in het tussendeel 70 is gestoken. De bus 88 is verschuifbaar in de langssleuf 82. De schroef 80 is in het uiteinde van de 30 drijfstang 73 van de zuiger-cylinder-inrichting geschroefd.
Het uiteinde van de drijfstang 73 van de zuiger-cylinderinrichting is voorzien van een eindstuk 89 dat steunt op de binnenzijde van de bus 88. Het naar de bus 35 8702410 -8- 88 gekeerde vlak van het eindstuk 89 heeft de vorm van een bolsegment; het vlak van de bus 88 waartegenaan het steunt is overeenkomstig gevormd. Hierdoor is een onafhankelijke beweging van elke drijfstang 73 mogelijk 5 zonder dat in de bus 88 wringing optreedt.
Het tussendeel 70 kan in horizontale richting langs de uitbouw worden verschoven. De daartoe dienende inrichting 90 is weergegeven in fig. 10.
In het tussendeel 70 is een van binnenschroefdraad 10 voorzien onderdeel 92 gelegerd door middel van een leger 94, welk leger 94 in het tussendeel is bevestigd door middel van een seegerring 96. De binnenschroefdraad van het onderdeel 92 werkt samen met een schroefspindel 98 die uitloopt in een kop 100. Deze kop 100 is door middel 15 van een schroef 102 bevestigd aan de uitbouw 62 (in fig. 10 niet weergegeven). Aan het van binnenschroefdraad voorziene onderdeel 92 is eendelig een konisch tandwiel 104 gevormd. Dit konische tandwiel 104 grijpt in een konisch tandwiel 106 dat vast is bevestigd aan de 20 uitgaande as 108 van een motor 110. De motor 110 is door middel van schroeven 112 bevestigd aan het tussendeel 70; deze schroeven 112 houden tegelijkertijd een leger 114, door middel waarvan de uitgaande as 108 van de motor 110 gelegerd is, in het tussendeel 70 vast. De konische 25 tandwielen 106 en 108 vormen een haakse overbrenging via welke de motor 110 het tussendeel 70 in zijn verschuiving ten opzichte van de uitbouw 62 aandrijft. Deze opstelling is voordelig omdat de voor de inrichting 90 benodigde ruimte aldus tot een minimum kan worden beperkt.
30 Aan het tegenover het konische tandwiel 104 liggende uiteinde van het van binnenschroefdraad voorziene onderdeel 92 is een tandwiel 116 bevestigd door middel van een moer 118. Dit tandwiel 116 grijpt in een tandwiel 120 dat vast is bevestigd aan de ingaande as 122 van een 35 8702410 -9- potentiometer 124 die dient als opneemorgaan voor het waarnemen van de hoekverplaatsing van het tandwiel 116 en dus van het van binnenschroefdraad voorziene onderdeel 92. De potentiometer 124 is op niet weergegeven wijze 5 verbonden met een niet weergegeven, bekend electronisch regelorgaan door middel waarvan de motor 110 kan worden gestuurd.
De uitbouwen 62 aan de pompzijde zijn in langsrichting van de brug verplaatsbaar aan de brug 1 10 bevestigd door middel van een slede 126 (fig. 7,8). Het voornaamste onderdeel van de slede is een sledelichaam 128. Zoals het beste te zien is in fig. 8 rust dit op een rail 130 op de brug 1 bevestigd is. Het sledelichaam is voorzien van flenzen 132 die over de rail 130 15 heenvallen en die nabij hun uiteinden raakvlakken 134 hebben die tegen de zijranden van de rail 130 aanliggen. Aan de bovenzijde van het sledelichaam 128 is een in lengterichting verlopende ribbe 136 gevormd die in zijn midden is voorzien van een verdikking 138. Deze 20 verdikking 138 is voorzien van een doorlopende boring 140 waardoorheen een bout 142 kan worden gestoken. De kop van de bout 142 rust op een ring 144. Door middel van de bout 142 kan de slede aan de brug 1 worden bevestigd; de brug 1 is daartoe voorzien van binnenschroefdraad 25 voorziene gaten 146.
Het sledelichaam 128 is aan zijn onderzijde voorzien van een uitsparing 148 en rust slechts met randen 150 op de rail 130. Hierdoor is de vereiste oppervlaktenauwkeurigheid voor zowel de onderzijde vanhet 30 sledelichaam 128 als de rail 130 geringer dan het geval zou zijn als het sledelichaam 128 met een volledig bodemvlak op de rail 130 zou steunen.
Aan weerszijden van het sledelichaam 128 zijn draagrails 152 bevestigd door middel van schroeven 154.
35 8702410 -10-
Over deze draagrails 152 vallen ophangorganen 156 aan de uitbouwen 62 (fig. 5) door middel waarvan de uitbouwen 62 aan de slede 126 en ten opzichte daarvan beperkt verschuifbaar kunnen worden gehangen. Als eindaanslag 5 dienen schroeven 155. Opgemerkt wordt dat de brug 1 aan zijn onderzijde over een gedeelte van zijn lengte open is en dat aan de onderzijde de uitbouw 62 aan de brug bevestigd is door middel van een haakorgaan 158 dat onder een rand 160 van de brug 1 grijpt. Door dezelfde 10 openingen zijn de door de sjabloonhouders benodigde leidingen voor perslucht, elektrische voeding enz. naar de uitbouwen 62 geleid.
De slede is voorzien van een deksel 162 dat aan één uiteinde van het sledelichaam 128 is bevestigd door 15 middel van een scharnierpen 164. Deze scharnierpen 164 bevindt zich in een boring 166. Een schroef 168 met borgmoer 170 dient als steun voor het deksel 162 nabij zijn andere uiteinde.
De mogelijkheden voor het in axiale richting van de 20 sjabloon verplaatsen van de sjabloonhouders zijn de volgende. Aan de aandrijfzijde zijn de sjabloonhouders positief axiaal verplaatsbaar door middel van de met de schroefspindels 20 samenwerkende van binnenschroefdraad voorziene onderdelen 22 die worden aangedreven via de 25 getande riem 28 en de haakse overbrenging 32 door de motor 30. Aan de pompzijde kan de slede 126 met de beide uitbouwen 62 over de rail 130 worden verschoven en vastgezet; de uitbouwen kunnen elk afzonderlijk worden verschoven langs de draagrails 152 van de slede 126.
30 Aldus kunnen de sjabloonhouders worden ingesteld op de lengte van de sjablonen en kan ruimte worden verschaft voor het monteren en demonteren ervan. Tenslotte houden de zuiger-cylinderinrichtingen 72 de sjabloon op de beschreven wijze onder spanning en volgen zij passief de 35 8702410 -11- axiale plaatsinstelling vanaf de aandrijfzijde, zodat deze plaatsinstelling vanaf één zijde kan plaatsvinden.
De bevestiging van het eindstuk 46 van de sjabloon 2 aan de respectieve draaibare buisvormige gedeelten 4,66 5 van de sjabloonhouders 5,60 zal nu worden beschreven aan de hand van fig. 5.
Het eindstuk 46 van de sjabloon 2 is ingericht om door middel van een kwartslagschroefdraad met één schroefdraad aan het draaibare buisvormige gedeelte 66 10 te worden bevestigd. Het eindstuk 46 en het draaibare buisvormige gedeelte zijn daartoe voorzien van overeenkomende schroefdraden 176 respectievelijk 178. De schroefdraad 178 is gevormd aan een eindring 180 is losneembaar aan het draaibare buisvormige gedeelte 66 15 bevestigd door middel van een bajonetbevestiging met pennen 182 die in groeven 184 aan de buitenzijde van het draaibare buisvormige gedeelte vallen en op bekende wijze daarin arreteerbaar zijn.
Als de pennen 182 in de groeven 184 gearreteerd zijn 20 bevindt zich tussen respektieve, aan de eindring 180 en het draaibare buisvormige gedeelte 66 gevormde borstvlakken 186,188 een ruimte 190. In deze ruimte 190 is in gebruik een opvulling 192 geplaatst die de bevestiging van de eindring 180 aan het draaibare 25 buisvormige gedeelte 66 verzekert tegen losraken. Deze opvulling 192 heeft bij voorkeur de vorm van een naar buiten veerkrachtige, onderbroken veerring; hij kan zijn vervaardigd uit metaaldraad, uit metaaldraad dat met een veerkrachtige elastomeer is omhuld of geheel uit een 30 veerkrachtige elastomeer.
Doordat de eindring 180 uitwisselbaar is, is het mogelijk meerdere eindringen 180 te hebben die elk geschikt zijn voor een bepaalde bevestigingsvorm van het eindstuk 46 van de sjabloon aan het draaibare 35 87 014 1 0 -12- buisvormige gedeelte 66; het is niet nodig, zoals tot dusver het geval was, een additionele verloopring te plaatsen tussen de kwartslagschroefdraad 178 (of een daarmee overeenkomend bevestigingsmiddel) en een 5 afwijkende sjabloonbevestiging die in de plaats komt van de kwartslagschroefdraad 176. Hierdoor kan het geheel van sjabloonhouders en sjabloon korter en lichter zijn.
87 0 2.4 1 0

Claims (22)

  1. 875079/Ks/ih "-Μ-*
  2. 1. Zeefdrukmachine voor het in meerkleurendruk bedrukken van een horizontaal op een drukdeken getransporteerde baan, omvattende een frame met hierin aangebrachte ondersteuningsmiddelen voor het over een 5 horizontaal traject geleiden van de drukdeken, tenminste een op het frame gelegerde en dwars boven het traject van de drukdeken aangebrachte brug voor het dragen van cylindrische dunwandige zeefdruksjablonen waarvan de uiteinden zijn gelegerd in sjabloonhouders waarbij de 10 sjabloonhouders elk een draaibaar buisvormig gedeelte waaraan een uiteinde van de sjabloon kan worden bevestigd en een stilstaand gedeelte omvatten, waarbij elke brug tenminste één paar sjabloonhouders nabij zijn einden draagt, met het kenmerk, dat de 15 einden van elke brug (1) in dwarsrichting naar weerszijden zijn uitgebouwd en dat in elke uitbouw (14,62) bevestigingsmiddelen (20,22; 80,82) aanwezig zijn voor het opnemen van een sjabloonhouder (5,60)
  3. 2. Zeefdrukmachine volgens conclusie 1, m e t het 20 k e n m e r k, dat de uitbouwen (14) aan de ene zijde van de machine (de aandrijfzijde) vast aan de brug (1) zijn bevestigd en dat de uitbouwen (62) aan de andere machinezijde (de pompzijde) zijn bevestigd aan een slede (126) die verschuifbaar langs de brug (1) is aangebracht. 25 3. Zeefdrukmachine volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de uitbouwen (62) aan de pompzijde beperkt positief axiaal verplaatsbaar zijn ten opzichte van de slede (126).
  4. 4. Zeefdrukmachine volgens conclusie 2, m e t het 30 kenmerk, dat elke sjabloonhouder (5) aan de aandrijfzijde van de machine positief axiaal ten opzichte van de vaste uitbouw (14) verplaatsbaar is. 8702410 -14-
  5. 5. Zeefdrukmachine volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat elke sjabloonhouder (60) aan de pompzijde van de machine verend axiaal en instellend ten opzichte van de verschuifbare uitbouw 5 (62) verplaatsbaar is, zodanig dat een gemonteerde cilindersjabloon onder enige concentrische trekspanning wordt gehouden.
  6. 6. Zeefdrukmachine volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat de schroefspindels (20) ten opzichte 10 van de uitbouw (14) onbeweeglijk zijn en dat voor elke schroefspindel (20) een van binnenschroefdraad voorzien onderdeel (22) dat draaibaar in de sjabloonhouder (5) is gelegerd wordt aangedreven en samenwerkt met de schroef-spindel (20).
  7. 7. Zeefdrukmachine volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat de genoemde van binnenschroefdraad voorziene onderdelen (22) die samenwerken met de schroefspindels (20) voor elke sjabloonhouder (5) gemeenschappelijk via een getande drijfriem of ketting 20 (28) worden aangedreven door een motor (30).
  8. 8. Zeefdrukmachine volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat de motor (30) via een haakse overbrenging (32) de getande drijfriem of ketting (28) aandrijft.
  9. 9. Zeefdrukmachine volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het stilstaande gedeelte (6) van de sjabloonhouder (5) uit twee onderdelen (36,38) bestaat en dat tussen het eerste onderdeel (36) en het tweede onderdeel (38) drukveren (44) zijn geplaatst.
  10. 10. Zeefdrukmachine volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de tussen het eerste onderdeel (36) en het tweede onderdeel (38) van het stilstaande gedeelte (6) van de sjabloonhouder (5) geplaatste drukveren (44) schroefveren zijn, die concentrisch met de 35 8702410 -15- schroefspindels zijn geplaatst.
  11. 11. Zeefdrukmachine volgens conclusie 10/ met het kenmerk, dat in bedrijf de aan de pompzijde de sjabloonhouders (60) in een van de sjabloon (2) 5 verwijderde richting worden gedrongen door zuiger-cylinderinrichting (72).
  12. 12. Zeefdrukmachine volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat de sjabloonhouders (60) aan tenminste één zijde elk in hun uitbouw (62) worden vastgehouden door 10 schroeven (80) die door langssleuven (82) in de uitbouw (62) steken en aan een tussen de sjabloonhouder (60) en de uitbouw (62) geplaatst tussendeel (70) zijn bevestigd.
  13. 13. Zeefdrukmachine volgens conclusie 12, m e t het 15 kenmerk, dat de sjabloonhouders (60) aan tenminste één zijde ten opzichte van hun uitbouw (62) elk in een richting dwars op de langsrichting van de brug (1) verplaatsbaar zijn door middel van een met een schroefspindel (198) verbonden motor (110).
  14. 14. Zeefdrukmachine volgens conclusie 13,met het kenmerk, dat de motor (110) via een haakse overbrenging (106,108) met de schroefspindel (98) is verbonden.
  15. 15. Zeefdrukmachine volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de uitbouwen (62) aan de pomp- 25 zijde aan de in langsrichting van de brug verplaatsbare slede (126) zijn opgehangen via ophangelementen die aan respectieve uitbouwen (62) zijn bevestigd en rusten op aan de slede (126) bevestigde draagrails (152).
  16. 16. Zeefdrukmachine volgens conclusie 3, m e t het 30 kenmerk, dat de door de sjabloonhouders (62) benodigde toevoer- en afvoerleidingen (74) in de brug (1) zijn geleid en door tenminste een langgerekte opening in de onderzijde van de brug (1) naar de sjabloonhouders (62) zijn geleid.
  17. 17. Zeefdrukmachine volgens conclusie 1, waarbij elk 35 8702410 -16- uiteinde van de zeefdruksjablonen is bevestigd aan het draaibare buisvormige gedeelte van de sjabloonhouders door middel van een geschikte eindring, met het kenmerk, dat de eindring (180) aan het draaibare 5 buisvormige gedeelte (4,66) van de sjabloonhouder (5,60) is bevestigd en daarvan losneembaar is.
  18. 18. Zeefdrukmachine volgens conclusie 17, m e t het kenmerk, dat de eindring (180) door middel van een bajonetbevestiging aan het roterende buisvormige 10 gedeelte (4,66) van de sjabloonhouder (5,60) is bevestigd, welke bajonetbevestiging bestaat uit een aan de eindring of het roterende buisvormige gedeelte bevestigde pennen (182) die samenwerken met groeven (184) gevormd in respectievelijk het draaibare (4,66) 15 buisvormige gedeelte of de eindring (180).
  19. 19. Zeefdrukmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat als de eindring (180) aan het draaibare buisvormige gedeelte (4,66) is bevestigd, tussen een borstvlak (186) van het draaibare buisvormige 20 gedeelte (4,66) en een borstvlak (188) van de eindring (180) een ruimte (190) overblijft, in welke ruimte (190) een opvulling (192) kan worden geplaatst.
  20. 20. Zeefdrukmachine volgens conclusie 20, m e t het kenmerk, dat de opvulling (192) uit metaaldraad is 2. gevormd.
  21. 21. Zeefdrukmachine volgens conclusie 21, m e t het kenmerk, dat de metaaldraad (192) die de opvulling vormt is omhuld met een veerkrachtige elastomeer.
  22. 22. Zeefdrukmachine volgens conclusie 20, m e t het 30 kenmerk, dat de opvulling (192) geheel uit een veerkrachtige elastomeer bestaat. 35 8702410
NL8702410A 1987-10-09 1987-10-09 Bovenbouw voor een zeefdrukmachine. NL8702410A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8702410A NL8702410A (nl) 1987-10-09 1987-10-09 Bovenbouw voor een zeefdrukmachine.
DE8888202240T DE3867993D1 (de) 1987-10-09 1988-10-06 Mehrfarbenrotationssiebdruckmaschine.
EP88202240A EP0311217B1 (en) 1987-10-09 1988-10-06 Multicolor, rotary screen printing machine
AT88202240T ATE71879T1 (de) 1987-10-09 1988-10-06 Mehrfarbenrotationssiebdruckmaschine.
US07/254,824 US4909143A (en) 1987-10-09 1988-10-07 Multicolor, rotary screen printing machine and a stepped variable gear drive from a machine of this type
JP63256915A JPH01135643A (ja) 1987-10-09 1988-10-11 多色回転スクリーン印刷機及び該印刷機のための可変速歯車駆動装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8702410A NL8702410A (nl) 1987-10-09 1987-10-09 Bovenbouw voor een zeefdrukmachine.
NL8702410 1987-10-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8702410A true NL8702410A (nl) 1989-05-01

Family

ID=19850732

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8702410A NL8702410A (nl) 1987-10-09 1987-10-09 Bovenbouw voor een zeefdrukmachine.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8702410A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100229675B1 (ko) 롤, 특히 제지기롤의 원통형 또는 구형 표면을 연삭하기위한 연삭장치
US3783780A (en) Intaglio print machine with novel roll mounting mandrel and bushing assembly
BE1014950A3 (nl) Inrichting voor het aandrijven en geleiden van een grijper van een weefmachine.
US5005475A (en) Rotary printing machine construction
JPS6050556B2 (ja) 機械的なプレス機
CN211292424U (zh) 一种钢化膜检测用的橡皮酒精耐磨擦拭验机
EP0741009A2 (de) Druckmaschine
EP0214500B1 (de) Oberflächenprüfeinrichtung
NL8702410A (nl) Bovenbouw voor een zeefdrukmachine.
US6622359B2 (en) Apparatus for needling a non-woven
CN109269569A (zh) 一种连杆自动检测***
JPS6031574B2 (ja) コイニングダイ装置
EP0482722A2 (en) Gripper guide for double-gripper weaving machines
CN207656552U (zh) 一种板型材料的定位翻转装置
US5136941A (en) Doctor blade apparatus
US2849952A (en) Ink fountain mixer
US5809762A (en) Draw frame with adjustment device for the drafting rollers
US4397238A (en) Reciprocating doctor mechanism
NL8702412A (nl) Rakelophanging voor een meerkleuren-rotatie-zeefdrukmachine.
DE4410387A1 (de) Vorrichtung zum Unterstützen von exzentrisch umlaufenden Werkstücken
CN218558277U (zh) 一种提高膜片丝印质量的油墨刮刀机构
EP0478823A1 (de) Honmaschine
US3995552A (en) Screen printing machine with adjustable end mounting units
CN219564456U (zh) 一种丝网印刷机
DE68911263T2 (de) Feuchtvorrichtung mit schwingender Auftragswalze.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed