NL8701395A - Herbicide en siccatief middel. - Google Patents

Description

* V.O.9192

Herbicide en siccatief_middel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een nieuwe combinatie van bekende herbicide werkzame stoffen als siccatief en ter bestrijding van ongewenste plantengroei.

Aan de chemische droging van de eerste oogst van cultuurplantenbe-5 standen komt in het kader van de toepassing van moderne agrochemische produktieprocessen grote betekenis toe. In de aardappelteelt dient naast het doden en indrogen van het aardappelkruid een kwaliteitsverbetering van het oogstprodukt te worden gerealiseerd. Bij de teelt van zaaddrager-bestanden wordt bovenal onder vochtige weersomstandigheden een droging 10 en gelijkmatige rijping nagestreefd, opdat het gebruik van moderne oogst-techniek mogelijk wordt en het energieverbruik voor het nadrogen kan worden verminderd.

Gebruikelijke handelspreparaten voor siccatieve doeleinden bevatten bijvoorbeeld natriumchloraat, dinitro-o-cresol, l,l’-ethyleen-2,2,-di-15 pyridyliumbromide of 1-butylamino-cyclohexaan-fosfonzuurdibutylester als werkzame stof. Deze preparaten vertonen echter bij toepassing in de hoeveelheden die in de praktijk gebruikelijk zijn, een reeks van nadelen: te hoge algemene toxiciteit, hoge persistentie, te hoge gebruikshoeveel-heden.

20 De werkzame stoffen 3,5-dibroom-4-hydroxybenzonitrile (Oostduits octrooischrift 33.344), 1-butylaminocyclohexaan-fosfonzuurdibutylester (Oostduits octrooischrift 80.586) en 2-methylthio-4-ethylamino-6-iso-propylamino-l,3,5-triazine (Duits octrooischrift 1.011.904) alsmede binaire mengsels van deze componenten zijn reeds lang bekend als herbi-25 ciden (Oostduitse octrooischriften 223.625; 100.867, en 123.261). De werkingsgraad van deze mengsels is echter onder praktische gebruiksom-standigheden in verschillende gevallen niet bevredigend.

Doel van de uitvinding is de ontwikkeling van verbeterde herbiciden en siccatieve middelen voor gebruik in moderne agrochemische produktie-30 processen.

De aan de uitvinding ten grondslag liggende opgave bestaat hieruit om een voordelige combinatie van werkzame stoffen met herbicide en siccatieve eigenschappen op basis van bekende herbicide werkzame stoffen te vinden, die zich door hogere werkzaamheid ten opzichte van de individu-35 ele werkingen en daardoor een geringere gebruikshoeveelheid onderscheidt 8701385 *1 1.1 ✓ -2- en breder gebruik mogelijk maakt.

Gevonden werd dat een combinatie van 3,5-dibroom-4-hydroxybenzoni-trile I, 1-butylamino-cyclohexaan-fosfonzuurdibutylester II, en 2-methylthio-4-ethylamino-6-isopropylamino-l,3,5-triazine III als mengsel 5 van werkzame stoffen een wezenlijk betere herbicide en siccatieve werking bezit dan de verwachte additieve aktiviteit van de individuele componenten respectievelijk de combinaties van twee van deze verbindingen. De gebruiks-hoeveelheid van het mengsel van werkzame stoffen kan als gevolg van de synergistische verhoging van de werking duidelijk worden verminderd.

10 Een verdere gunstige werking van de combinatie van werkzame stoffen volgens de uitvinding bestaat in zijn vermogen om de infectie van de aard-appelknollen met Phytophthora infestans te verminderen.

De massaverhouding van de werkzame stoffen I, II en III kan zich in de combinatie bewegen binnen de grenzen van 10-35 massa-% 3,5-dibroom-4-15 hydroxybenzonitrile I, 55-85 massa-% 1-butylamino-cyclohexaan-fosfonzuur-dibutylester II en 4-10 massa-% 2-methylthio-4-ethtylamino-6-isopropyl-amino-l,3,5-triazine III.

De voorgestelde combinatie is bijzonder geschikt voor het doden van aardappelkruid, voor het drogen van granen, peulgewassen en koolzaad 20 alsmede voor het bestrijden van ongewenste plantengroei.

Bovendien kan de combinatie volgens de uitvinding voor het remmen van de plantengroei voor de opkomst respectievelijk voor het uitlopen van de cultuurplanten en na het opkomen van de onkruiden in landbouw en tuin-bouwcultures worden toegepast. Volgens de uitvinding kan het gebruik ook 25 na de opkomst van de onkruiden en na de opkomst van landbouwcultuurplan-ten, bij voorkeur in graancultures plaatsvinden.

De combinatie van werkzame stoffen volgens de uitvinding is minder toxisch. Uit de combinatie van werkzame stoffen volgens de uitvinding kunnen op bekende wijze preparaten worden samengesteld. Daartoe wordt de 30 combinatie in de gebruikelijke hulp- en dragerstoffen opgelost of gedis-pergeerd of met vaste dragerstoffen gemengd of volgens andere bekende werkwijzensamengesteld.

Het middel bevat in het algemeen tussen 5 en 90 gew.% werkzame stoffen. Het middel kan als zodanig of in door verder verdunnen verkregen 35 gebruiksvormen alsook in tankmengsels worden toegepast. Het middel wordt op een bekende wijze aangebracht, bijvoorbeeld door gieten, spuiten of 8701305 ' < -3- sproeien. De gebruikshoeveelheid van de werkzame stoffen voor siccatieve doeleinden van aardappel- en zaaddragerbestanden ligt in het algemeen tussen 1,0 en 6,0 kg/ha. Bij gebruik als herbicide liggen de gebruikshoe-veelheden van de werkzame stoffen in het algemeen tussen 0,5 en 3,0 kg/ha.

5 VOORBEELDEN

De hiernavolgende voorbeelden dienen ter toelichting van de herbicide en siccatieve werking van het middel volgens de uitvinding. In de voorbeelden en tabellen betekenen: I = 3,5-dibroom-4-hydroxybenzonitrile 10 II = 1-butylamino-cyclohexaan-fosfonzuurdibutylester III = 2-methylthio-4-ethylamino-6-isopropylamino-l,3,5-triazine.

VOORBEELD I

Samenstelling van emulsieconcentraten van het middel volgens de uitvinding: 15 a) 11,5 gew.% 3,5-dibroom-4-hydroxybenzonitrile 33,5 gew.% 1-butylamino-Gyclohexaan-fosfonzuurdibutylester 5 gew.% 2-methylthio-4-ethylamino-6-isopropylamino-l,3,5-triazine 5 gew.% emulgator op basis van een alkylfenol met 12ethyleen-oxydegroepen 20 5 gew.% biolipideextract 40 gew.% xyleen b) 8,5 gew.% 3,5-dibroom-4-hydroxybenzonitrile 54 gew.% 1-butylamino-cyclohexaan-fosfonzuurdibutylester 3,5 gew.% 2-methylthio-4-ethylamino-6-isopropylamino-l,3,5-triazine 25 13 gew.% emulgator op basis van een alkylfenol met 4-ethyleen- oxydegroepen 21 gew.% xyleen

VOORBEELD II

Siccatieve werking van het middel volgens de uitvinding.

30 De siccatieve werking van het middel volgens de uitvinding werd be paald op basis van proeven op buitenpercelen in het aardappelbestand van de soort Karpina.

Per variant werden 4 x 10 m2 dicht plantenbestand behandeld. De werkzame stof werd aangebracht door besproeien met behulp van een rug-35 spuit. De hoeveelheid mengsel die gebruikt werd, bedroeg 60 ml/m2.

8701395

N

-4-

De evaluatie van de werking vond plaats na 4, 7 en 14 dagen, waarbij de mate van doden van de planten in procenten, gescheiden naar blad en stengel, werd onderzocht. De berekening van het synergistisch effect geschiedde volgens COLBY: 5 E s= X + Y - resp.

E = X + Y + Z - (X ’ Y) + (X · Z) +-(Y · 2 + X ’ 100 10.000 8701395 > -5-.

>1 m

oh 00 H

δ η- °i ^ t * co" n + I f- 2 2 ^ * £ Η CO M* ^ <D H 0> + rH h o

^ !_1 131 o Μ* M in rH

M 1_1 ».·. ». «· "" uh Oi-i 00 h inr~ Φ 4- η μ h h

iw H

cn Ή H

- φ MO CD O

d OW m co o\ o SS

•S WH MM OJCM

> Ή +

p P H

'd “ M H m O

0) P H , ' d 10

-ö <U + ΙΟ Η H

G C H 03 W <U >1 e h cn

<u α) H

¢31 ft H

7\ 5* 4- 00 o m cm co g § S 00 oom >m

U Η Η H

H d +

0) d H

Ό T3 Ö

•H d H

ε<β ΰ om HC0 om

Jjr; + CD Μ M* . r+ . ΓΟΗ

0 0) H

Λ Η H

(D

1¾ h o S com

>g1 ΰ H mM ^ CM

DC C +

d O) H

•Η P

M H

S -S H om mM m h * α + ° * m h

O O H

> 0 Ή

•H (U

P ° <*>.0 O

O ft CH Γ" MM MM M m M

O'-" -HM O H O 1-1 S.

W Qc W O O O

G

·· *r|

Ai

ir? o) 00 O

g shS S^Sh^ gs'3’ * S» H o - - θα) o

-H

P

d o m m o m η

.,-ι ^ mo o cdh m M

cn η m co m o h o o o o G 9 m >i C t-~ O Η Φ ^ m m Η P H Ai h co r» O a) ·· <0

d 6 o Λ O

2<m'-'-~ , zL _i df H df> H rj

O) "" O) <U

. G> · tT> - * O

o· oc o· Tic ocnOfi

Gen d <u c cn d <i) G · d ω

o· HP 0 · - Ή -P O < HP

o< ooien Usi toen o PQ cn 8701395 i -6-

VOORBEELD III

Bijvende werking van het middel volgens de uitvinding in de bodem.

De bepaling van de blijvende werking van de mengsels van werkzame stoffen geschiedde met zomertarwe onder kascondities bij gelijkmatige 5 bewatering. Per variant werden 4 x 50 granen op maandelijkse afstanden in plantenschalen uitgezaaid in een mengsel van 70% kweekaarde en 30% zand. Voor de eerste uitzaaiing werd de bodem met de in het voorbeeld vermelde gebruikshoeveelheid besproeid.

Na 36 dagen werd geëvalueerd op de schadelijke werking aan bladeren (blad-10 oppervlak in %).

TABEL: blijvende werking in de bodem

Werkzame stof, resp. Beschadiging van de bladeren (bladoppervlak) mengsel van werkzame 36 dagen na het uitzaaien stoffen Uitzaaiing (in weken) na aanbrengen van de 15 (kg/ha) werkzame stof _1_5_9_13

Natriumchloraat 24 10 40 28 (15,0) I + II 0 3 0 0 (0,6 + 1,92)

I + II + III

20 (0,6 + 1,92 + 0,12 0 200

VOORBEELD IV

Werking van het middel volgens de uitvinding tegen Phytophthora infestans De werking van het mengsel van werkzame stoffen volgens de uitvinding tegen Phytophthora infestans werd bepaald in een laboratoriumproef. 25 40 Blokjes uit aardappelknollenweefsel, soort Astilla (kantenlengte 1,5 cm) per variant werden met een zoosporensuspensie van Phytophthora infestans geïnfecteerd en na 24 uur in een oplossing van de combinatie van werkzame stoffen volgens de uitvinding ondergedompeld. De controle werd met water behandeld. De blokjes van aardappelweefsel werden in een 30 vochtige kamer op 17°C gehouden. De evaluatie geschiedde 10 dagen na de 8701395 -7- ï infectie door bepaling van het aantal geïnfecteerde zijden respectievelijk door bepaling van de infectiegraad volgens het volgende evaluatieschema: 0 geen aantasting 5 1 zwakke aantasting 2 tot 30% aantasting 3 tot 50% aantasting 4 tot 80% aantasting 5 tot 100% aantasting 10 TABEL: werking tegen Phytophthora infestans

Werkzame stof resp. aantal geïnfecteerde zijden aantastings- mengsel van werkzame Conc. in % t.o.v. de onbehandelde graad stoffen % controle evaluatie

Natriumchloraat (bekend) 2,5 91 3 15 lj.l'-ethyleen^^'-dipyridyliumdibromide (bekend) 0,5 68 3 I+II (bekend) 0,6 12 1 + 1,92 I + II + III 0,6 5 0 + 1,92 + 0,12

20 VOORBEELD V

Selectieve herbicide werking van het middel volgens de uitvinding.

De herbicide werking werd onderzocht aan een spectrum van onkruiden cultuurplantensoorten. De planten werden op kweekaarde in schalen onder geklimatiseerde condities (20°C) gekweekt. Het middel volgens de 25 uitvinding werd na het opkomen aangebracht door besproeien. De planten waren op dit moment twee weken (Avena sativa, Zea mays, Sinapis alba) respectievelijk drie weken (Lolium perenne, Echinochloa crus galli,

Chenopodium album, Apera spica-venti, Stellaria media, Galium aparine) oud. De herbicide werking werd in procentuele beschadiging van de planten 30 respectievelijk van het plantenbestand (necrosen, chlorosen, groeiremming) 14 dagen na het aanbrengen van het middel volgens de uitvinding geêvalu- 8701395 -8- f eerd.

Samenstelling van het mengsel van werkzame stoffen volgens de uitvinding: I - 6 gew.%, II - 38 gew.%, III - 2,4 gew.% 5 Gebruikshoeveelheid:

A - 0,25 1/ha 50 EC B - 0,50 1/ha 50 EC C - 0,75 1/ha 50 EC

TABEL : selectieve herbicide werking 10 Beschadiging van de planten (in %) 14 dagen na aanbrengen van het middel

A B C

Avena sativa 3 30 30

Zea mays 5 10 20 15 Lolium perenne 2 10 10

Echinochloa crus-galli 10 30 80

Chenopodium album 100 100 100

Apera spica-venti 0 10 80

Stellaria media 70 90 95 20 Galium aparine 5 10 95

Sinapis alba 80 95 100 870 1 385

Claims (2)

1. Herbicide en siccatief middel, met het kenmerk, dat het naast gebruikelijke hulp- en dragerstoffen een combinatie van werkzame stoffen uit 3,5-dibroom-4-hydroxybenzonitrile (I), 1-butylamino-cyclohexaan-fos-fonzuur-dibutylester (II) en 2-methylthio-4-ethylamino-6-isopropylamino- 5 1,3,5-triazine (III) bevat.

2. Middel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de combinatie de werkzame stoffen aanwezig zijn in een verhouding van 10-35 gew.% 3,5-dibroom-4-hydroxy-benzonitrile, 55-85 gew.% 1-butylamino-cyclohexaan-fos-fonzuurdibutylester en 4-10 gew.% 2-methylthio-4-ethylamino-6-isopropyΙ- ΙΟ amino-l,3,5-triazine. 8701395