NL8701060A

NL8701060A - Transportinrichting.

Info

Publication number: NL8701060A
Application number: NL8701060A
Authority: NL
Original assignee: Thomassen & Drijver
Priority date: 1987-05-05
Filing date: 1987-05-05
Publication date: 1988-12-01
Also published as: DE3860918D1; EP0290074A1; EP0290074B1; ES2018602B3

Description

» -1-

X Sch/gn/88, TDV

Transportinrichting

De uitvinding betreft een inrichting voor het over een zekere afstand zodanig transporteren van aangevoerde omwen-telingssymmetrische voorwerpen, bijvoorbeeld flessen, dat hun bodem vrij is, bijvoorbeeld voor doorlichting voor in-5 spectiedoeleinden.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit EP-A-0 124 164 ten name van onderhavige aanvraagster. Doel van het ingeklemd hangend transporteren van de voorwerpen kan bijvoorbeeld zijn, dat ter plaatse van de inrichting 10 een controlestation aanwezig is voor het controleren van onder andere de bodem van de passerende voorwerpen.

De uit bovengenoemde Europese octrooiaanvrage bekende inrichting is zodanig uitgevoerd dat ter plaatse van de doorvoermiddelen het transport van de voorwerpen, in dit ge-15 val flessen hangend aan hun bovenrand, plaatsvindt. De opbouw van deze bekende inrichting is zodanig, dat de inrichting relatief kostbaar is en dat de inrichting zich niet leent om te worden toegevoegd aan een bestaande transportband. Voor toepassing van de inrichting zijn dan ook veelal 20 ingrijpende wijzigingen in een bestaande situatie noodzakelijk.

De uitvinding beoogt een inrichting van het beschreven type zodanig uit te voeren, dat hij eenvoudiger en goedkoper kan worden uitgevoerd en verder zodanig dat hij kan worden 25 toegevoegd aan een bestaande transportinrichting, bijvoorbeeld een transportband.

Ter verwezenlijking van dit doel verschaft de uitvinding ene inrichting van het in de aanhef vermelde type, die is gekenmerkt door een wiel en een samen daarmee op het 30 mantelvlak van de aangevoerde voorwerpen een klemkracht uitoefenend, met het wiel concentrisch, cirkelboogvormig ge-leidingsorgaan.

Θ701060 * -2- "1

Ten einde een positieve behandeling van de voorwerpen met grote betrouwbaarheid te kunnen doen plaatsvinden en minder afhankelijk te zijn van maattoleranties van de te behandelen voorwerpen, kunnen het wiel en/of het geleidings-5 orgaan zijn bekleed met een veerkrachtige laag.

Voor het behandelen van althans ten dele cilindrische voorwerpen, bijvoorbeeld glazen flessen of potten verdient die uitvoering de voorkeur, waarvan het wiel en/of het ge-leidingsorgaan de voorwerpen samen zodanig op hun cilinder-10 vlakken aangrijpen dat op de voorwerpen in hoofdzaak geen kantelend moment wordt uitgeoefend. In dit verband kan een alternatieve uitvoering worden gebruikt, waarin het wiel twee coaxiaal geplaatste schijven omvat. Het gebruik van twee dergelijke op enige onderlinge afstand geplaatste 15 schijven kan tevens het voordeel bieden, dat tussen de schijven nog ruimte beschikbaar is voor het opnemen van bijvoorbeeld een scheen voor tangentiële invoer en een scheen voor tangentiële afvoer van de voorwerpen.

Met voordeel kan de veerkrachtige laag zijn uitgevoerd 20 als een holle strook van rubberachtig materiaal, bijvoorbeeld natuurrubber.

Het kan zinvol zijn om gebruik te maken van variant die is gekenmerkt door middelen voor het instellen van de rotatiesnelheid van het wiel. Dergelijke middelen kunnen een 25 eventueel regelbare motor dan wel een rem omvatten. Bij gebruik van een niet-aangedreven wiel is de invoerdruk, dat wil zeggen de druk die de aangevoerde voorwerpen op elkaar uitoefenen, de drijvende kracht voor het door de transportinrichting volgens de uitvinding heen transporteren van de 30 voorwerpen. De aanvoerdruk kan bij remmen, hetgeen ook met de motor kan plaatsvinden, worden geregeld. In het geval, waarin een motor wordt gebruikt die het wiel met een zodanige snelheid aandrijft, dat de lineaire snelheid van de voorwerpen ter plaatse van de transportinrichting groter is dan 35de aanvoersnelheid, kan zelfs een spatiëring ter plaatse van de transportinrichting van de voorwerpen plaats, vinden. Het zal duidelijk zijn, dat een keuze voor één of meer van de 8701 060 -3- 5> «S' bovengenoemde mogelijkheden afhankelijk is van de wensen van de gebruiker.

Ten einde het invoeren van de voorwerpen in de transportinrichting volgens de uitvinding zo vloeiend mogelijk te 5 doen verlopen, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een invoergeleidingsorgaan voor het tangentieel invoeren van de voorwerpen. Tevens kan met voordeel gebruik worden gemaakt van een variant, waarin een uitvoergeleidingsorgaan voor het tangentieel afvoeren van de voorwerpen wordt gebruikt. In 10 dit laatste geval verdient die uitvoering de voorkeur, die het kenmerk vertoont dat ter plaatse van de invoerzone van het uitvoergeleidingsorgaan de voorwerpen nog in contact verkeren met het wiel en het cirkelboogvormige geleidingsorgaan. Hiermee wordt, in het bijzonder bij hoge transport-15 snelheden, voorkomen dat kantelende traagheidskrachten op de voorwerpen worden uitgeoefend, die aanleiding zouden kunnen geven tot scheefstand, vastklemming van de voorwerpen, omvallen, en dergelijke situaties, die aanleiding tot storingen zouden kunnen geven.

20 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Hierin tonen:

Pig. 1 een schematisch bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een vooraanzicht; 25 Fig. 3 een zijaanzicht.

De figuren 1, 2 en 3 tonen een inrichting 1 voor het aanvoeren en over een zekere afstand ingeklemd hangend transporteren van glazen flessen 2, die een cilindrisch deel en een min of meer konische hals vertonen.

30 De figuren tonen een transportband 3 voor het volgens een pijl 4 aanvoeren en af voeren van de flessen 2. De inrichting 1 omvat een door middel van een motor 6 aandrij f-baar, uit twee schijven 7, 8 bestaand wiel en een daarmee concentrisch, cirkelboogvormig geleidingsorgaan 9, welk wiel 35 en welk geleidingsorgaan samen de aangevoerde flessen inklemmen en daarop een rotatiekoppel uitoefenen, zodanig dat de flessen rond hun symmetrie-as roterend worden 8701060 «?> -4- getransporteerd. Doordat op de flessen een rotatiekoppel wordt uitgeoefend door enerzijds het cirkelboogvormige ge-leidingsorgaan 9 en anderzijds het wiel 7, 8 rollen de flessen tussen die beide samenwerkende organen. Daartoe is in 5 dit uitvoeringsvoorbeeld het wiel 7, 8 aan zijn omtrek voorzien van holle ringen 10, 11 van rubberachtig materiaal, waarmee een positieve aangrijping en behandeling van de flessen is verzekerd. Duidelijk zal zijn, dat als alternatief ook het cirkelboogvormige geleidingsorgaan 9 van een 10 dergelijke bekleding kan zijn voorzien.

Zoals uit fig. 2 blijkt, worden de flessen 2 door de schijven 7, 8 aan hun cilindrische mantelvlak aangegrepen. Daarmee worden asymmetrische traagheidskrachten voorkomen, die aanleiding zouden kunnen geven tot een schuine trans-15 portstand van de flessen, hetgeen met het oog op een nauwkeurige inspectie ongewenst kan zijn.

Halverwege de inrichting 1 is een inspectiestation 5 met een daarmee samenwerkend belichtingsstation 12 aangebracht. Het belichtingsstation is zodanig geplaatst, dat het 20 de flessen 2 via de bodem belicht, terwijl de inspectie-een-heid 5 bijvoorbeeld kan zijn voorzien van een videocamera voor het waarnemen van het beeld van die bodem. De rotatie van de voorwerpen ter plaatse van het controlestation 5 kan het voordeel bezitten, dat eventueel een inspectie-inrich-25 ting aan de zijkant van de baan van de flessen ter plaatse van de doorvoermiddelen elke fles eenmaal volledig kan waarnemen .

Zoals fig. 1 toont, is de inrichting 1 voorzien van een invoerscheen 13 en een uitvoerscheen 14 voor het in 30 tangentiële richting respektievelijk invoeren en afvoeren van de voorwerpen.

Aangezien in het bijzonder de afvoer van de roterende voorwerpen kritisch is door het optreden van centrifugaal-krachten, zijn ter plaatse van de invoerzone van de afvoer-35 scheen 14 de voorwerpen 2 nog in contact met het wiel 7, 8, 10, 11 en het cirkelboogvormige geleidingsorgaan 9 . Dit is in het bijzonder van belang bij hoge transportsnelheden..

8701060

Claims

1. Inrichting voor het over een zekere afstand zodanig transporteren van aangevoerde omwentelingssymmetrische voorwerpen, bijvoorbeeld flessen, dat hun bodem vrij is, bijvoorbeeld voor doorlichting voor inspectiedoeleinden, ge- 5 kenmerkt door een wiel en een samen daarmee op het mantel-vlak van de aangevoerde voorwerpen een klemkracht uitoefenend, met het wiel concentrisch, cirkelboogvormig gelei-dingsorgaan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat het wiel met een veerkrachtige laag bekleed is.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleidingsorgaan met een veerkrachtige laag bekleed is.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 15 voor behandeling van althans ten dele cilindrische voorwerpen, met het kenmerk, dat het wiel en/of het geleidingsor-gaan de voorwerpen samen zodanig op hun cilindervlakken aangrijpen dat op de voorwerpen in hoofdzaak geen kantelend moment wordt uitgeoefend.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het wiel twee coaxiaal geplaatste schijven omvat.

6. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de veerkrachtige laag is uitgevoerd als een holle strook van rubberachtig materiaal, bijvoorbeeld 25 natuurrubber.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het instellen van de rotatiesnelheid van het wiel.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, 30 dat de instelmiddelen een motor omvatten.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de motor regelbaar is.

10. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een rem omvatten. 8701 060 -6-

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-10, gekenmerkt door een invoergeleidingsorgaan voor het tangentieel invoeren van de voorwerpen.

12. Inrichting volgens één der conclusies 1-10, geken-5 merkt door een uitvoergeleidingsorgaan voor het tangentieel afvoeren van de voorwerpen.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat ter plaatse van de invoerzone van het uitvoergeleidingsorgaan de voorwerpen nog in contact verkeren met het wiel en 10 het cirkelboogvormige geleidingsorgaan. 8701060