NL8700532A

NL8700532A - Werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van een therapeutische behandeling met behulp van een koudemiddel.

Info

Publication number: NL8700532A
Application number: NL8700532A
Authority: NL
Original assignee: Wilhelmus Johannes Bernardus S
Priority date: 1987-03-05
Filing date: 1987-03-05
Publication date: 1988-10-03
Also published as: HK74395A; SG26372G; DE3881909D1; EP0281212B1; ATE90860T1; ES2041299T3; US4865028A; DE3881909T2; EP0281212A1

Description

* N.0. 34.097 1 Jj ' \

<U

Werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van een therapeutische behandeling met behulp van een koudemiddel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uitvoeren 5 van een therapeutische behandeling op een deel van het lichaam van mens of dier door plaatselijke bevriezing, zoals het verwijderen van wratten, waarbij de te behandelen plaats wordt behandeld met behulp van een wat-tip of dergelijke prop absorberend materiaal, die is gekoeld met behulp van een vloeibaar koudemiddel, dat in het drukreservoir als vloeistof 10 aanwezig is en dat bij ontsnapping verdampt, bij een temperatuur van minder dan 0°C.

Een dergelijke werkwijze is bekend en wel door klinisch gebruik te maken van vloeibare stikstof, dat een kookpunt heeft van -18Q°C. De wat-tip wordt in de vloeibare stikstof gedompeld en vervolgens in aanraking 15 gebracht met de te behandelen plaats.

Deze als het ware klassieke toepassing van vloeibare stikstof is onder klinische omstandigheden onderhevig aan een aantal praktische bezwaren. De beschikbaarheid en houdbaarheid van vloeibare stikstof is aan beperkingen onderhevig. De vloeibare stikstof komt ter beschikking in 20 speciale dubbelwandige thermisch geïsoleerde reservoirs, die gewoonlijk slechts gedurende korte tijd, meestal maar één dag ter beschikking staan voor de behandeling van wratten. De huisarts moet daarom een speciaal spreekuur organiseren.

Voor het effectief verwijderen van ongewenste weefsels, zoals wrat-25 ten, is nodig de celstructuur te vernietigen door bevriezing binnen een zeer kort tijdsbestek en daarvoor is vloeibare stikstof, gezien zijn zeer lage kookpunt onder atmosferische omstandigheden wel bijzonder geschikt.

Doel van de uitvinding is nu een werkwijze en inrichting te ver-30 schaffen, die een aantal voordelen biedt ten opzichte van de bekende werkwijze en de daaraan verbonden bezwaren mist.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding in algemene zin bereikt doordat de wattip wordt aangebracht op het uiteinde van een holle staaf, die onder tussenkomst van een reduceer- en/of regelbaar afsluitventiel 35 wordt aangesloten op een gesloten reservoir waarin zich het koudemiddel bevindt onder de druk van de eigen gasfase.

Volgens de uitvinding wordt als koudemiddel bij voorkeur een middel toegepast, dat reeds bij een zeer lage overdruk vloeibaar is en dat derhalve zonder speciale koelvoorzieningen door de eigen gasfase in de 40 vloeistoffase wordt gehouden, d.w.z. dat het overgrote gedeelte van het 8*7 * r. r r ft / V , / -

V

2 volume van het reservoir vloeistof bevat en een kleine hoeveelheid gas waarbij dan de vloeistoffase, naarmate verbruik plaats vindt, afneemt en het vrijkomende volume door de gasfase wordt opgevuld. De uitstroming vindt bij bediening van het ventiel plaats via de wattip. Men verkrijgt 5 op deze wijze het effekt, dat koudemiddelen, die een kookpunt hebben, dat lager is dan 0°C, snel celbevriezing teweeg brengen door verdere drukvermindering in de wattip en door het grote inwendige oppervlak van de wattip die een lagere temperatuur (gemeten aan de wattip) veroorzaken dan het koopunt van het koudemiddel en ruim voldoende om in korte tijd 10 celbevriezing teweeg te brengen.

Gedacht moet hier worden aan koudemiddelen, die koken bij een temperatuur gelegen tussen 0°C en -50°C. In het bijzonder gaat het hierbij om koudemiddelen, die koken tussen -0,5°C en -43°C. Als voorbeeld van een koudemiddel met een kookpunt van -0,5°C kan worden genoemd n-butaan; 15 als voorbeeld van een koudemiddel met een kookpunt van ongeveer -43°C kan worden genoemd propaan.

Geschikte koudemiddelen zouden kunnen zijn gehalogeneerde koolwaterstoffen, zoals tetrafluormethaan, trifluormethaan, monochloortri-fluormethaan, hexafluorethaan, monobroomtrifluormethaan, monochloordi-20 fluormethaan, monochloorpentafluorethaan, dichloordifluormethaan, 1,2-dichloor-1, 1,2,2-tetrafluorethaan, trichloormonofluormethaan, 1,1,2-trichloor-, 1,2,2-trifluorethaan en 1,1-difluorethaan, propaan, n-bu taan, i-butaan. Deze zijn echter vaak milieu-onvriendelijk. Dimethyl-ether geniet de voorkeur want het is milieuvriendelijk.

25 De druk van de gasfase wordt bij voorkeur kleiner gehouden dan 5 bar, bij voorkeur zelfs weinig meer dan atmosferische druk.

Men kan nu met de werkwijze volgens de uitvinding'op zeer eenvoudige wijze en op een wijze, die direkt beschikbaar kan zijn direkt zeer lage temperaturen opwekken, die aanzienlijk liggen onder de kooktempera-30 turen van de betreffende koudemiddelen zelf.

De inrichting voor het toepassen van de werkwijze kan op verschillende manieren worden gerealiseerd.

Volgens de uitvinding bestaat deze inrichting bij voorkeur uit een spuitbus voor het opnemen van het koudemiddel, een met de vinger te be-35 dienen reduceer- en afsluitklep op een eindwand van de spuitbus met een in de vloeistoffase reikende in de vloeistoffase reikende toevoerbuis en een op de afvoeropening van de klep aansluitende afvoerbuis op het uiteinde waarvan zich de wattip bevindt. Spuitbussen zijn gemakkelijk in voorraad te houden zonder dat speciale voorzieningen nodig zijn, zodat 40 de arts de behandeling op elk gewenst moment kan toepassen en niet meer O 7 n ~ r ? v V f V V w 3 > afhankelijk is van de levering van de met vloeibare stikstof gevulde houder. Dit betekent een belangrijke reductie in kosten en daarmede ook dat de behandeling gemakkelijker en goedkoper kan plaatsvinden.

Opgemerkt wordt dat spuitbussen met een koudemiddel op zichzelf be-5 kend zijn, bijvoorbeeld voor toepassing in de elektronika. Spuitbussen die een straal koudemiddel afgeven zijn echter voor medische behandelingen minder geschikt, want de straal is moeilijk goed te richten en het koudemiddel spettert uiteen op de te behandelen plaats, waardoor onbedoelde effekten worden verkregen.

10 Bij voorkeur heeft het ventiel een lage doorstroomcapaciteit van niet meer dan 60 ml/minuut, bij voorkeur 30 ml/minuut, zodat bij het indrukken van de knop van het ventiel gemakkelijk een gedoseerde hoeveelheid koudemiddel kan worden vrijgemaakt.

Opgemerkt wordt, dat uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooi-15 aanvrage 7308008 bekend is gebruik te maken van een vloeibaar koudemiddel met een lage kooktemperatuur voor het verrichten van cryo-chirur-gische behandelingen, zoals het verwijderen van een door staar aangetaste ooglens bij staaroperaties onder gebruikmaking van adhesie aan het met behulp van het koudemiddel op lage temperatuur gebrachte staafvor-20 mige voorwerp, dat met de te behandelen plaats, zoals de ooglens in aanraking wordt gebracht. Bij deze op zichzelf bekende en klein uitgevoerde inrichting, die kan worden beschouwd als wegwerpartikel, is het vloeibare koudemiddel ook aanwezig in een reservoir en stroomt bij bediening van een klep uit via een wattenprop. Deze prop dient echter als middel 25 voor de absorptie van koelmiddelvloeistof en niet voor de behandeling.

Het koudemiddel wordt gebruikt voor het doen koelen van een de warmte snel geleidende staaf en het is deze staaf, die na koeling wordt gebruikt voor de uit te voeren behandeling. Deze stof bevindt zich aan het van de prop afgekeerde einde van de inrichting.

30 Verder is uit het Duitse Offenlegungsschrift 33 40 991 bekend om dimethylether te gebruiken als aandrijfmiddel, maar ook als oplossingsmiddel in spuitbussen voor het insproeien van medicamenten voor de behandeling van ziektes van de luchtwegen in mond, neus en keelholte van mens of dier. Hierbij gaat het niet om het bevriezen van cellen, maar om 35 het aanbrengen van een geneesmiddel.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening en aan de hand van voorbeelden.

De tekening toont een spuitbus 1 met een eindwand 2 waarin een niet getoond reduceer-afsluitventiel is geplaatst, dat door een afdekkap 3 40 aan het oog is onttrokken en kan worden bediend wanneer de afdekkap op 8 ^ P 0 ?, 2 2 * 4

V

bekende wijze en, zoals gebruikelijk voor spuitbussen, is verwijderd. In de spuitbus 1 bevindt zich een vloeibaar koudemiddel 4 waarvan het niveau bij 5 is aangegeven en waarboven zich de gasfase 6 bevindt. Het ventiel reikt in de vloeistoffase 4 van het koudemiddel met behulp van 5 een slang of flexibele leiding 7. De uitmonding van het ventiel bevat een buis 8 waarin een dunnere buis 9 of rietje is gestoken en vastgezet waarvan de uitstroomopening is omgeven door een wattenprop 11.

Bij bediening van het ventiel stroomt een hoeveelheid vloeibaar koudemiddel via slang 7 en het ventiel door de buizen 8, 9 in de watten-10 prop 11, verspreidt zich daar onmiddellijk over het grote oppervlak van de prop, verdampt, en koelt deze wattenprop 11 tot een zeer lage temperatuur .

Voorbeelden: 15 In het onderstaande worden een aantal koudemiddelen genoemd met daarachter hun normale kookpunt en met daarachter de laagste temperatuur, die door de activering van het zich ontspannende koudemiddel na 30 seconden aan de wattentip kon worden gemeten.

20 Koudemiddel Kookpunt Effectieve _behandelingstemperatuur

dimethylether -24,8°C - 45°C

difluordichloormethaan -29,8°C - 48eC

25 n-butaan - 0,5°C - 29°C

i-butaan -11,7°C - 35°C

propaan -42,1°C - 50°C

d 7 λ r, «·< i' 'O £ ^

Claims

1. Werkwijze voor het uitvoeren van een therapeutische behandeling op een deel van het lichaam van mens of dier door plaatselijke bevrie- 5 zing, zoals het verwijderen van wratten, waarbij de te behandelen plaats wordt behandeld met behulp van een wattip die is gekoeld met behulp van een vloeibaar koudemiddel, dat verdampt bij een temperatuur van minder dan 0“C, m e t het kenmer k, dat de wattip wordt aangebracht op het uiteinde van een holle staaf, die onder tussenkomst van een redu-10 ceerventiel en/of regelbaar afsluitventiel wordt aangesloten op een gesloten reservoir, waarin zich het koudemiddel bevindt onder de druk van de eigen gasfase.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk, dat 15 een koudemiddel wordt toegepast dat kookt bij een temperatuur gelegen tussen 0°C en -50°C, in het bijzonder tussen -0,5°C en -43°C.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat daarbij de druk van de gasfase in het reservoir kleiner wordt gehou- 20 den dan 5 bar.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat als koudemiddel dimethylether wordt toegepast.

5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies 1 t/m 4, m e t het kenmerk, dat deze bestaat uit een spuitbus voor het opnemen van het koudemiddel, een met de vinger te bedienen reduceer- en afsluitklep op een eindwand van de spuitbus met een in de vloeistoffase reikende toevoerbuis en een op 30 de afvoeropening van de klep aansluitende afvoerbuis op het uiteinde waarvan zich de wattip bevindt.

6. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het ventiel een lage doorstroomcapaciteit heeft van niet meer dan 60 ml 35 per minuut bij voorkeur 30 ml per minuut. ***** 8700232.