NL8700180A

NL8700180A - SELF-BEARING BOX ROOF ELEMENT FOR A ROOF.

Info

Publication number: NL8700180A
Application number: NL8700180A
Authority: NL
Original assignee: Rockwool Lapinus Bv
Priority date: 1987-01-26
Filing date: 1987-01-26
Publication date: 1988-08-16
Also published as: EP0277681A1

Description

* * - " ' * 4 P HP/AB/RW6 - 1 -* * - "'* 4 P HP / AB / RW6 - 1 -

Zelfdragend doosdakelement voor een dakSelf-supporting box roof element for a roof

De uitvinding heeft betrekking op een zelfdragend doosdakelement voor een dak van een gebouw, en op een gebouw dat is voorzien van een dak met een dergelijk doosdakelement.The invention relates to a self-supporting box roof element for a roof of a building, and to a building which is provided with a roof with such a box roof element.

5 Doosdakelementen zijn zelfdragende dakelementen die kunnen worden toegepast als gordingelement of als sporenelement. Bij het gebruik als sporenelement vindt de oplegging plaats op bouwmuren en dient eventueel een spant als tussen-steun.5 Box roof elements are self-supporting roof elements that can be used as purlin elements or as track elements. When used as a trace element, the support takes place on building walls and a truss may serve as an intermediate support.

10 Daken die zijn voorzien van dergelijke doosdakelemen ten hebben het nadeel dat het op industriële schaal leveren van kleinschalig maatwerk zodanig hoge aanpassingskosten voor de doosdakelementen en de dakconstructie met zich meebrengt, dat op dergelijke schaal vervaardigde daken een aan-15 merkelijk te hoge kostprijs per m2 hebben.Roofs provided with such box roof elements have the drawback that the supply of small-scale custom work on an industrial scale entails such high adaptation costs for the box roof elements and the roof construction that roofs manufactured on such a scale have a considerably too high cost per m2. to have.

Er bestaat dus behoefte aan een dakconstructie en daarin te gebruiken doosdakelementen, waardoor het mogelijk wordt om tegen een aanmerkelijk lagere kostprijs kleinschalig en industrieel daken te leveren die kunnen worden toege-20 past in voordurend qua maatvoering zich wijzigende dakconstructies .There is therefore a need for a roof construction and box roof elements to be used therein, which makes it possible to supply small-scale and industrial roofs at a considerably lower cost price which can be used in roof structures that are constantly changing in terms of dimensions.

De uitvinding voorziet in deze behoefte en een gebouw dat is voorzien van een dak met zelfdragende doosdakelementen die aan de hiervoor genoemde eisen voldoen wordt over-25 eenkomstig de uitvinding gekenmerkt doordat het doosdakelement omvat: een onderplaat; tenminste twee op afstand a van elkaar op de onderplaat bevestigde sporen; en in tussen sporen gevormde spoorkanalen gelegen isolatiemateriaal, en dat het doosdakelement ligt tegen een ribbe van een liggend 30 steunelement en via dit steunelement afsteunt op een gebouw-deel.The invention meets this need and a building provided with a roof with self-supporting box roof elements which meet the aforementioned requirements is characterized according to the invention in that the box roof element comprises: a bottom plate; at least two tracks a spaced a from each other on the bottom plate; and insulating material located in rail channels formed between tracks, and that the box roof element lies against a rib of a horizontal supporting element and rests on a building part via this supporting element.

Het doosdakelement overeenkomstig de uitvinding steunt dus aan zijn onderzijde uitsluitend af via het liggende 8700180 • r - 2 - steunelement, waarbij de sporen het doosdakelement buigstijf maken en de ribbe via de onderplaat het gehele doosdakelement borgt tegen verschuiving.The box roof element according to the invention thus only supports on its underside via the horizontal 8700180 • r - 2 support element, wherein the tracks make the box roof element rigid and the rib secures the entire box roof element via the bottom plate against sliding.

Door deze zeer eenvoudige constructie is het mogelijk 5 om voor elke dakhelling en voor elke dakbreedte kleinschalig op industriële schaal de doosdakelementen op maat te maken.Due to this very simple construction it is possible to make the box roof elements to size on an industrial scale for every roof slope and for every roof width on a small scale.

Een zeer voordelige verbinding tussen doosdakelement en ribbe wordt verkregen, indien bij voorkeur het doosdakelement is voorzien van een in het van de sporen afgekeerde 10 ondervlak van de onderplaat aangebrachte inkrozing. Voor industrieel maatwerk is het namelijk bijzonder belangrijk dat het ondervlak van de onderplaat in hoofdzaak geen uitsteeksels of oneffenheden vertoont.A very advantageous connection between the box roof element and the rib is obtained if the box roof element is preferably provided with an indentation arranged in the bottom surface of the bottom plate remote from the tracks. Namely, it is particularly important for industrial customization that the bottom surface of the bottom plate has substantially no protrusions or unevenness.

Bij voorkeur bezitten de doosdakelementen een zodanige 15 lengte dat één enkel dooselement de horizontale afstand tussen noklijn en dakgoot overspant en is het steunelement een vloerbalk die afsteunt op de vloer. Afhankelijk van de dakhelling en de overspanning van het doosdakelement dient het doosdakelement additioneel tegen een doorbuiging geborgd te 20 worden door gebruik te maken van een knieschot. Teneinde het ondervlak van de onderplaat vlak te houden, verdient het hierbij voorkeur dat het ondervlak is voorzien van een evenwijdig aan en op afstand van een onderrand van het doosdakelement gelegen inkrozing waarin een knieschot aangrijpt.Preferably the box roof elements have a length such that a single box element spans the horizontal distance between ridge line and gutter and the support element is a floor beam that supports on the floor. Depending on the roof pitch and the span of the box roof element, the box roof element must additionally be secured against a deflection by using a knee bulkhead. In order to keep the bottom surface of the bottom plate flat, it is hereby preferred that the bottom surface is provided with a recess parallel to and at a distance from a bottom edge of the box roof element in which a knee bulkhead engages.

25 Voor het op de bouwplaats snel en eenvoudig positio neren en aan de feitelijke omstandigheden aanpassen van de dakconstructie verdient het voorkeur dat de vloerbalk rust in een ankerzitting van een aan de vloer bevestigd vloer-anker. Teneinde evenwel bij het gebruik van dergelijke 30 vloerankers industrieel maatwerk tegen lage kosten te blijven vervaardigen, met andere woorden een snelle aanpassing van de vloerankervorm en daaraan gekoppeld die van de vloerbalk, verdient het voorkeur dat de ankerzitting omvat een vloerankerbasis, een ten opzichte van de vloer hellend 35 vloerankerdeel en een zodanig gebogen vloerankereinddeel, dat dit vloerankereinddeel evenwijdig is aan en ligt tegen een ondervlak van een doosdakelement. Aldus kan de vloer- ¢700180 * * - 3 - ankervorm door verandering van de buiging over een andere hoek snel en eenvoudig worden aangepast aan een andere dakhelling. Doordat verder het vloerankereinddeel aanligt tegen het ondervlak van het doosdakelement bestaat geen gevaar 5 voor een ongewenste vormverandering door nabuigen van het vloeranker.For fast and easy positioning on the construction site and adapting the roof construction to the actual circumstances, it is preferred that the floor beam rests in an anchor seat of a floor anchor fixed to the floor. However, in order to continue to manufacture low-cost industrial customization when using such floor anchors, in other words, a rapid adaptation of the floor anchor shape and associated that of the floor joist, it is preferred that the anchor seat include a floor anchor base, one relative to the floor sloping floor anchor part and a floor anchor end part bent in such a way that this floor anchor end part is parallel to and lies against a bottom surface of a box roof element. Thus, the floor anchor shape ¢ 700180 * * - 3 - can be quickly and easily adapted to a different roof pitch by changing the bending angle at a different angle. Because the floor anchor end part further abuts against the bottom surface of the box roof element, there is no risk of an undesired change of shape by bending the floor anchor.

Indien in het dak een dakdoorbreking gewenst is voor een daklicht of dakkappel, verdient het voorkeur dat langs een dakdoorbreking een spoor is voorzien van een verste-10 vigingsspoor. Aldus wordt in de randdelen van het doosdakelement de buigstijfheid op eenvoudige en weinig kostbare wijze afdoende vergroot.If a roof opening in the roof is desired for a roof light or dormer roof, it is preferred that a track along a roof opening is provided with a reinforcing track. Thus, the bending stiffness in the edge parts of the box roof element is sufficiently increased in a simple and inexpensive manner.

Voor industrieel maatwerk verdient het verder voorkeur dat het doosdakelement modulair opdeelbaar is, waarbij een . 15 moduulmaat van 120, 60 of 30 cm exact aansluit op op dit moment in de praktijk toegepaste maten. Indien bij voorkeur het doosdakelement vier sporen omvat, twee randsporen en twee middensporen en de afstand tussen een randspoor en een middenspoor gelijk is aan a , kan eenvoudig het doosdakele-20 ment worden opgedeeld door de grondplaat tussen de twee middensporen door te zagen.For industrial customization, it is further preferred that the box roof element can be divided in a modular manner, whereby a. 15 module size of 120, 60 or 30 cm exactly matches the sizes currently used in practice. Preferably, if the box roof element comprises four tracks, two edge tracks and two middle tracks and the distance between an edge track and a middle track is equal to a, the box roof element can be simply divided by cutting the base plate between the two middle tracks.

Indien een doosdakelement aan zijn nokeinde is voorzien van een sponning voor het daarin opnemen van een nok-ruiter, kunnen vooraf op eenvoudige wijze voorzieningen wor-25 den getroffen voor het snel plaatsen van de nokruiter.If a box roof element is provided at its ridge end with a groove for accommodating a ridge rider therein, provisions can be made in advance in a simple manner for quickly placing the ridge rider.

Indien voor het dak twee in de nok op elkaar aansluitende doosdakelementen worden gebruikt, verdient het voor het transport en plaatsen van het dak de voorkeur dat twee doosdakelementen aan hun nokeinde zijn gekoppeld via een 30 scharnier.If for the roof two box roof elements connecting to one another in the ridge are used, it is preferable for transporting and placing the roof that two box roof elements are coupled at their ridge end via a hinge.

Verder heeft de uitvinding betrekking op het zelfdragend doosdakelement voor een dak dat in zijn voorkeursuitvoeringsvorm wordt gekenmerkt door een onderplaat, tenminste twee op afstand a van elkaar op de onderplaat bevestigde 35 sporen, in tussen sporen gevormde spoorkanalen gelegen isolatiemateriaal, en een in het van de sporen afgekeerde ondervlak van de onderplaat aangebrachte inkrozing bestemd '£'•$0180 • * - 4 - voor het daarin opnemen van een ribbe van een steunelement. Indien het noodzakelijk is om een knieschot te gebruiken, wordt het zelfdragend doosdakelement verder gekenmerkt doordat het ondervlak is voorzien van een tweede evenwijdig aan 5 en op afstand van de eerste inkrozing gelegen tweede inkro-zing bestemd voor het daarin opnemen van een knieschot.The invention furthermore relates to the self-supporting box roof element for a roof, which in its preferred embodiment is characterized by a bottom plate, at least two rails spaced apart from each other on the bottom plate, in insulating material located between rails formed between rails, and a traces of the bottom surface of the bottom plate which are turned away and provided with a recess intended for '£' • $ 0180 • * - 4 - to receive a rib of a support element therein. If it is necessary to use a knee bulkhead, the self-supporting box roof element is further characterized in that the bottom surface is provided with a second second groove parallel to and spaced from the first groove for receiving a knee bulkhead therein.

Opgemerkt wordt dat de plaats van elke inkrozing de vorm van de vloerankers, de vloerbalk en het knieschot snel en eenvoudig kunnen worden bepaald in afhankelijkheid van de 10 vastgestelde dakhelling en overspanning.It should be noted that the location of each recess, the shape of the floor anchors, the floor beam and the knee bulkhead can be determined quickly and easily depending on the determined roof pitch and span.

Genoemde en andere kenmerken zullen worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden van sporendaken overeenkomstig de uitvinding waarin doosdakelemen-ten volgens de uitvinding zijn verwerkt. Verder wordt de 15 eenvoudige en gemakkelijke wijze van samenstellen van de doosdakelementen toegelicht.Mentioned and other features will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments of rail roofs according to the invention, in which box roof elements according to the invention are incorporated. Furthermore, the simple and easy way of assembling the box roof elements is explained.

Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin:Reference is made to the accompanying drawing, in which:

Fig. 1 een perspektivisch schematisch aanzicht van een 20 gebouw voorzien van een sporendak overeenkomstig de uitvinding is;Fig. 1 is a perspective schematic view of a building provided with a track roof according to the invention;

Fig. 2 detail II uit fig. 3 is;Fig. 2 is detail II from FIG. 3;

Fig. 3 een doorsnede over de lijn III-III uit fig. 1 is; 25 Fig. 4 en 5 elk een transversaal zijaanzicht van doos- dakelementen overeenkomstig de uitvinding zijn;Fig. 3 is a section on line III-III of FIG. 1; FIG. 4 and 5 are each a transverse side view of box roof elements according to the invention;

Fig. 6 een nomogram is dat de knieschothoogte levert in afhankelijkheid van de dakhelling A en de overspanning B van het doosdakelement;Fig. 6 is a nomogram which provides the knee bulkhead height depending on the roof pitch A and the span B of the box roof element;

30 Fig. 7 en 8 elk een doorsnede over de lijn VII-VIIFIG. 7 and 8 each have a section on the line VII-VII

resp. VIII-VIII uit fig. 1 zijn;resp. VIII-VIII of Figure 1;

Fig. 9 op grotere schaal detail IX uit fig. 1 is;Fig. 9 is detail IX of FIG. 1 on a larger scale;

Fig. 10 een perspektivisch aanzicht van de vervaardiging van een doosdakelement overeenkomstig de uitvinding 35 is;Fig. 10 is a perspective view of the manufacture of a box roof element according to the invention;

Fig. 11a en 11b elk een doorsnede over de lijn XI-XI uit fig. 10 tijdens verschillende vervaardigingsstappen van |*λ «r Λ ΛFig. 11a and 11b each show a section along the line XI-XI from fig. 10 during different manufacturing steps of | * λ «r Λ Λ

i Π Γ* i Cr Ai Π Γ * i Cr A

·· ί 'V*· 'v i 0 J·· ί 'V * ·' v i 0 J

e * - 5 - het doosdakelement overeenkomstig de uitvinding zijn;e * - 5 - are the box roof element according to the invention;

Fig. 12 toont twee gerede doosdakelementen overeenkomstig de uitvinding die scharnierend zijn verbonden met behulp van een op grotere schaal getoond scharnier; 5 Fig. 13 en 14 elk schematisch een perspektivisch aan zicht van andere uitvoeringsvoorbeelden van een dak overeenkomstig de uitvinding zijn; enFig. 12 shows two finished box roof elements according to the invention that are hingedly connected by means of an enlarged hinge; FIG. 13 and 14 are each schematically a perspective view of other exemplary embodiments of a roof according to the invention; and

Fig. 15 een doorsnede die de koppeling toont van twee in de sporenrichting op elkaar aansluitende doosdakelementen 10 overeenkomstig de uitvinding.Fig. 15 is a cross-sectional view showing the coupling of two box roof elements 10 connecting in the track direction according to the invention.

Fig. 1 toont een gebouw 1 dat is voorzien van een sporendak 2. Dit sporendak 2 omvat doosdakelementen 3-7 overeenkomstig de uitvinding. Elk doosdakelement 3-7 steunt aan de gootrand 8 via een vloerbalk 9 op een vloer 10.Fig. 1 shows a building 1 which is provided with a raft roof 2. This raft roof 2 comprises box roof elements 3-7 according to the invention. Each box roof element 3-7 rests on the gutter edge 8 via a floor beam 9 on a floor 10.

15 De doosdakelementen 4 en 5 zijn voorzien van een in een doorbreking 11 aangebracht daklicht 12. De doosdakelementen 7 en 13 passeren een draagmuur 14 zonder daarop af te steunen. Verder steunen de doosdakelementen 3-7 en 13 af op een knieschot 15.The box roof elements 4 and 5 are provided with a roof light 12 arranged in an opening 11. The box roof elements 7 and 13 pass through a supporting wall 14 without supporting on it. Furthermore, the box roof elements 3-7 and 13 are supported on a knee bulkhead 15.

20 Fig. 2-5 tonen meer in detail de opbouw van een doos dakelement overeenkomstig de uitvinding en de constructie van het sporendak 2. Het doosdakelement 4 volgens fig. 4 omvat een grondplaat 16 en vier sporen 17-20. De afstand a tussen de randsporen 17,20 en de middensporen 18,19 is zo-25 danig dat de afstand a vermeerderd met tweemaal de breedte van een spoor gelijk is aan een modulaire maat, in dit geval 60 cm. Het doosdakelement 3 wordt verkregen uit het doosdakelement 4 door daarvan de grondplaat 16 longitudinaal middendoor te zagen ter hoogte van een spleet 21 tussen de midden-30 sporen 18 en 19.FIG. 2-5 show in more detail the construction of a box roof element according to the invention and the construction of the track roof 2. The box roof element 4 according to Fig. 4 comprises a base plate 16 and four tracks 17-20. The distance a between the edge tracks 17,20 and the middle tracks 18,19 is such that the distance a plus twice the width of a track is equal to a modular size, in this case 60 cm. The box roof element 3 is obtained from the box roof element 4 by sawing the base plate 16 longitudinally in the center thereof at the level of a gap 21 between the middle tracks 18 and 19.

De sporen 17,20 zijn met behulp van spijkers of nieten 22 bevestigd aan de grondplaat 16. Tussen de sporen 17 en 18, en 19 en 20 is in de spoorkanalen 23 isolatiemateriaal 24 gelegen. De grondplaat, bijvoorbeeld een spaanplaat is 16 35 mm dik, het isolatiemateriaal 24 bestaat bijvoorbeeld uit steenwol en is 85 mm dik. De sporen zijn bijvoorbeeld 25 mm breed en 102 mm hoog.The tracks 17, 20 are secured to the base plate 16 by means of nails or staples 22. Insulating material 24 is located in the track channels 23 between tracks 17 and 18 and 19 and 20. The base plate, for example a chipboard, is 16 to 35 mm thick, the insulating material 24 consists of, for example, rock wool and is 85 mm thick. For example, the tracks are 25mm wide and 102mm high.

'8760180 - 6 -'8760180 - 6 -

De grondplaat 16 is voorzien van twee transversaal in het van de sporen 17—20 afgekeerde ondervlak van de grondplaat 16 aangebrachte inkrozingen 26 en 27. De inkrozingen 26 en 27 zijn bijvoorbeeld 10 mm diep en 30 mm breed. Het 5 doosdakelement 3 ligt met een inkrozingwand 28 tegen een ribbe 29 van de vloerbalk 9. De vloerbalk 9 rust in een an-kerzitting 30 van een met bevestigingsmiddelen 31 aan de vloer 10 verankerd vloeranker 32.The base plate 16 is provided with two indentations 26 and 27 arranged transversely in the bottom surface of the base plate 16 facing away from the tracks 17-20. The indentations 26 and 27 are, for example, 10 mm deep and 30 mm wide. The box roof element 3 rests against a rib 29 of the floor beam 9 with a crimp wall 28. The floor beam 9 rests in an anchor seat 30 of a floor anchor 32 anchored to the floor 10 with fasteners 31.

Elke ankerzitting 30 omvat een vloerankerbasis 33, een 10 ten opzichte van de vloer 10 hellend vloerankerdeel 34 en een vloerankereinddeel, dat zodanig is gebogen dat het einddeel 35 evenwijdig is aan en ligt tegen het ondervlak 25 van de grondplaat 16. Met behulp van schroeven 136 is onder in-klemming van het vloerankereinddeel 35 de grondplaat 16 15 vastgetrokken op de vloerbalk 9. Aldus is een translatie tussen vloerbalk 9 en doosdakelement 3 in hoofdzaak onmogelijk.Each anchor seat 30 includes a floor anchor base 33, a floor anchor portion 34 inclined to the floor 10, and a floor anchor end portion, which is bent so that the end portion 35 is parallel to and abuts the bottom surface 25 of the base plate 16. Using screws 136 while the floor anchor end part 35 is clamped, the base plate 16 is tightened on the floor beam 9. Thus, a translation between floor beam 9 and box roof element 3 is substantially impossible.

In de inkrozing 27 grijpt de bovenrand 36 van het knieschot 15 aan.The top edge 36 of the knee bulkhead 15 engages in the recess 27.

20 Aan de nokzijde 37 is het doosdakelement 3 in een af geschuinde zijkant 39 voorzien van een sponning 38 waarin een nokruiter 40 is gelegen. Via scharniermiddelen 41 is het doosdakelement scharnierend verbonden met een ander doosdakelement 42 overeenkomstig de uitvinding.On the ridge side 37, the box roof element 3 is provided in a chamfered side 39 with a rebate 38 in which a ridge rider 40 is located. The box roof element is hingedly connected via hinge means 41 to another box roof element 42 according to the invention.

25 Op de sporen 17-20 zijn panlatten 43 bevestigd, waar aan dakpannen 44 haken. Een goot 45 is via een gootlat 46 bevestigd aan het doosdakelement 3.Tile battens 43 are fixed on rails 17-20, to which roof tiles 44 hook. A gutter 45 is attached to the box roof element 3 via a gutter slat 46.

Het zal duidelijk zijn dat een verandering van de hel-lingshoek van het sporendak 2 van invloed is op de hoeken BI 30 en B2 tussen respektievelijk de vloerankerbasis en het vloerankerdeel, en het vloerankerdeel en het vloerankereinddeel en verder de nokhoek γ. Ook de afstand tussen de inkrozingen 26 en 27 is afhankelijk van de hoek a. Het zal echter duidelijk zijn dat met rekenprogramma's elk van deze varia-35 beien gemakkelijk en snel kan worden bepaald in afhankelijkheid van de hellingshoek a. Het vloeranker 32 en de zijkant 39 zijn zeer gemakkelijk te vervaardigen voor verschillende & " - ·' 4 fs,It will be clear that a change in the angle of inclination of the rafters 2 influences the angles B1 and B2 between the floor anchor base and the floor anchor part, and the floor anchor part and the floor anchor end part, and furthermore the ridge angle γ. The distance between the recesses 26 and 27 also depends on the angle a. However, it will be clear that with calculation programs each of these variables can be determined easily and quickly depending on the angle of inclination a. The floor anchor 32 and the side 39 are very easy to manufacture for different & "- · '4 fs,

si ' · Ü' Vsi 'Ü' V

- 7 - hellingshoeken α. Verder zal het duidelijk zijn dat de vorm van de vloerbalk 9 met name de delen die aanliggen tegen het vloeranker 32 gemakkelijk zijn aan te brengen in een balk. Een en ander houdt in dat op industriële schaal voor klein-5 schalige objecten maatwerk leverbaar is.- 7 - angles of inclination α. It will furthermore be clear that the shape of the floor beam 9, in particular the parts which abut the floor anchor 32, can be easily arranged in a beam. This means that customization is available on an industrial scale for small-scale objects.

Fig. 6 toont een nomogram met curven 47-49, waaruit de knieschothoogte in relatie tot dakhelling en overspanning van het doosdakelement is af te leiden. De curve 47 heeft betrekking op een knieschothoogte van 120 cm, curve 48 op 10 een knieschothoogte van 90 cm, en curve 49 op een knieschothoogte van 90 cm en die verder maximaal geraveeld is.Fig. 6 shows a nomogram with curves 47-49, from which the knee bulkhead height in relation to roof pitch and span of the box roof element can be derived. Curve 47 relates to a knee shot height of 120 cm, curve 48 to 10 a knee shot height of 90 cm, and curve 49 to a knee shot height of 90 cm and which is further notched.

Fig. 7 toont de koppeling tussen twee zijdelings aan elkaar grenzende doosdakelementen 6 en 7. De grondplaten 16 liggen tegen elkaar aan en een ruimte tussen de randsporen 15 50 en 51 is lateraal afgedicht met een prop 52 van polyur- ethaanschuim. De panlat 53 loopt dwars over de doosdakelementen 6 en 7 heen en draagt de pannen 54.Fig. 7 shows the coupling between two laterally adjacent box roof elements 6 and 7. The base plates 16 abut each other and a space between the edge tracks 50 and 51 is sealed laterally with a plug 52 of polyurethane foam. The tile batten 53 runs transversely over the box roof elements 6 and 7 and carries the tiles 54.

Fig. 8 toont de koppeling tussen de doosdakelementen 13 en 7 ter hoogte van de dragende muur 14. De doosdakele-20 menten strekken zich langs deze dragende muur 14 uit en de afstand tussen de muur 14 en de randsporen 54 en 55 is opgevuld door een vullat 57 en een prop 56 van polyurethaan-schuim. Aldus wordt op eenvoudige wijze gecompenseerd voor een variatie in de dikte van de muur 14 (dubbelsteens kalk-25 zandsteen, gasbetonblokken enz.). Een zichtlat 58 onttrekt de spleet tussen de doosdakelementen 7 en 13 aan het zicht. Over de muur 14 heen en tussen de sporen 54 en 55 is een mat isolatiemateriaal 58 gelegd. Naast een isolerende werking wordt verder een overspraak van geluid over de muur 14 heen 30 aanmerkelijk verminderd. Verder zijn de panlatten 59 en 60 niet aansluitend boven de muur 14.Fig. 8 shows the coupling between the box roof elements 13 and 7 at the level of the supporting wall 14. The box roof elements extend along this supporting wall 14 and the distance between the wall 14 and the edge tracks 54 and 55 is filled by a filling mat 57 and a plug 56 of polyurethane foam. Thus, it is easily compensated for a variation in the thickness of the wall 14 (double-stone lime-25 sandstone, aerated concrete blocks, etc.). A viewing slat 58 obscures the gap between the box roof elements 7 and 13. A mat insulating material 58 is laid over the wall 14 and between tracks 54 and 55. In addition to an insulating effect, a crosstalk of sound across the wall 14 is considerably reduced. Furthermore, the battens 59 and 60 are not contiguous above the wall 14.

Fig. 9 toont in detail de dakdoorbreking 11 voor het daklicht 12. Langs de dakdoorbreking 11 is het randspoor 61 van het doosdakelement 4 voorzien van een verstevigingsspoor 35 62. Het daklicht 12 rust op het verstevigingsspoor 62 en op een dwarslat 53 die is bevestigd aan de grondplaat 16. Aan de lijst 64 van het daklicht 12 is een aluminium gootprofiel f "* " i fi n -10 .v - 8 - 65 bevestigd, dat rust op een gootlat 66 en verder is voorzien van een panribbe 67. Op het isolatiemateriaal 24 is verder een rug 68 van polyurethaanschuim aangebracht, waardoor onder pannen 69 terechtgekomen vocht zich verzameld in 5 een aluminium gootprofiel 70 dat zijdelings tot buiten het doosdakelement 4 onder afschot zich uitstrekt. Dit vocht kan dan vervolgens naar beneden toe aflopen over het isolatiemateriaal 24 en uiteindelijk in de dakgoot 45 geraken.Fig. 9 shows in detail the roof opening 11 for the roof light 12. Along the roof opening 11, the edge track 61 of the box roof element 4 is provided with a reinforcing track 35 62. The roof light 12 rests on the strengthening track 62 and on a cross bar 53 which is attached to the base plate 16. An aluminum gutter profile f "*" i fi n -10 .v - 8 - 65 is attached to the frame 64 of the roof light 12, which rests on a gutter slat 66 and is furthermore provided with a tile rib 67. On the insulating material 24 a back 68 of polyurethane foam is further arranged, whereby moisture that has come under pans 69 collects in an aluminum gutter profile 70 which extends laterally outside the box roof element 4 with a slope. This moisture can then run downwards over the insulating material 24 and eventually get into the gutter 45.

Fig. 10 en 11 tonen het vervaardigen van het doosdak-10 element 4 uit fig. 4. De vier sporen 17,18,19 en 20 worden volgens de pijlen 72 aangevoerd tot boven een tafel 71 en liggen aan tegen een richtlijst 73. Met behulp van laterale lijsten 74 en 75 worden de sporen naar elkaar toe verplaatst in de richting van de pijlen 76 en wordt het isolatiemate-15 riaal 24 ingeklemd tussen de sporen 17,18,19 en 20, terwijl de middensporen 18 en 19 op afstand worden gehouden door af-standhouders 77.Fig. 10 and 11 show the manufacture of the box roof-10 element 4 from fig. 4. The four tracks 17, 18, 19 and 20 are supplied according to the arrows 72 to above a table 71 and abut against a guide frame 73. lateral strips 74 and 75, the tracks are moved towards each other in the direction of arrows 76 and the insulating material 24 is clamped between tracks 17, 18, 19 and 20, while the middle tracks 18 and 19 are spaced by spacers 77.

Met behulp van een lijmdoseerorgaan 81 wordt lijm 82 aangebracht op de sporen 17-20 en op het isolatiemateriaal. 20 Een grondplaat 16 wordt op de sporen 17-20 gelegd en met behulp van nieten 22 eraan bevestigd. Vervolgens wordt het isolatiemateriaal in vertikale richting verplaatst met behulp van tafeldelen 79 en 80. De tafeldelen 79 en 80 drukken het isolatiemateriaal tegen de grondplaat 16 aan, zodat een 25 goede onderlinge verlijming optreedt.Adhesive 82 is applied to tracks 17-20 and to the insulating material by means of an adhesive dosing member 81. A base plate 16 is placed on tracks 17-20 and attached to it by means of staples 22. Subsequently, the insulating material is displaced in the vertical direction with the aid of table parts 79 and 80. The table parts 79 and 80 press the insulating material against the base plate 16, so that good mutual bonding occurs.

Naar keuze kan vooraf of na het aanbrengen van de grondplaat 16 en voorafgaande aan het aanbrengen van de nieten 22, deze worden voorzien van een inkrozing 26 overeenkomstig de uitvinding die wordt aangebracht met een frees 30 83. Tenslotte wordt aan het nokdeel 37 met behulp van een zaageenheid 84 de zijkant 39 en de noksponning 38 aangebracht. De zaageenheid 84 omvat een cirkelzaag 85 met een op het zaagblad bevestigde frees 86 die bestemd is voor het vormen van de sponning 38. De cirkelzaag 85 is geleid aan 35 leistangen 87 en is draaibaar gelagerd in een beugel 88. Afhankelijk van de hellingshoek van het te vervaardigen dak 2, is de cirkelzaag 85 zodanig instelbaar dat de nokhoek γ in »70 0 i 8 0 - 9 - één zaagbeweging wordt aangebracht. Door het doosdakelement te kantelen wordt de gebruiksstand verkregen.Optionally, before or after the mounting of the base plate 16 and before the mounting of the staples 22, these can be provided with a notch 26 according to the invention, which is applied with a milling cutter 83. Finally, the cam part 37 is secured with the aid of a saw unit 84 provides the side 39 and the ridge rebate 38. The saw unit 84 comprises a circular saw 85 with a cutter 86 mounted on the saw blade, which is intended for forming the rebate 38. The circular saw 85 is guided on 35 guide rods 87 and is rotatably mounted in a bracket 88. Depending on the angle of inclination of the roof 2 to be manufactured, the circular saw 85 is adjustable such that the ridge angle γ is applied in one cutting movement in »70 0 i 8 0 - 9 -. The position of use is obtained by tilting the box roof element.

Fig. 12 toont meer in detail een samenstel van de doosdakelementen 4 en 89 die scharnierbaar zijn gekoppeld 5 met scharniermiddelen 41. Duidelijk zijn verder de nokspon-ning 38 en het scheve vlak 39 zichtbaar. Tevens zijn de beide grondplaten 16 voorzien van de inkrozingen 26 en 27 die echter niet tegenover elkaar behoeven te liggen. Dit samenstel 90 van de doosdakelementen 4 en 89 wordt naar de 10 bouwplaats getransporteerd, ter plaatse uitgeklapt en direkt zodanig geplaatst dat in de inkrozingen 26 en 27 respektie-velijk de ribbe 29 en de bovenrand 36 van het knieschot 15 aangrijpen. Vervolgens wordt het samenstel 89 met behulp van bevestigingsmiddelen 136 bevestigd aan de vloer 10 waarop . 15 het samenstel 89 volledig afsteunt.Fig. 12 shows in more detail an assembly of the box roof elements 4 and 89 which are hingedly coupled to hinge means 41. Furthermore, the ridge notch 38 and the oblique surface 39 are clearly visible. The two base plates 16 are also provided with the recesses 26 and 27, which need not lie opposite one another, however. This assembly 90 of the box roof elements 4 and 89 is transported to the construction site, unfolded on site and placed directly in such a way that the ribs 29 and the top edge 36 of the knee bulkhead 15 engage in the recesses 26 and 27, respectively. Subsequently, the assembly 89 is fastened to the floor 10 on which by means of fasteners 136. 15 fully supports assembly 89.

Fig. 13 en 14 tonen twee andere sporendaken 91 en 92. Het sporendak 91 bestaat slechts uit een rij doosdakelementen 93 die op de bekende wijze via een in de inkrozing 26 aangrijpende ribbe 29 van de vloerbalk 9 via het vloeranker 20 32 afsteunen op de vloer 10, terwijl in dit geval het andere kopse einde 94 rust op een constructie-element 95 en aan de bovenzijde is afgeschermd met een loodslab 96. De overspanning van het doosdakelement 93 is bij de hellingshoek zodanig dat geen knieschot noodzakelijk is.Fig. 13 and 14 show two other track roofs 91 and 92. The track roof 91 consists only of a row of box roof elements 93 which in the known manner support on the floor 10 via a rib 29 of the floor beam 9 engaging the recess 26 via the floor anchor 20, while in this case the other end end 94 rests on a construction element 95 and is shielded at the top with a lead flashing 96. The span of the box roof element 93 is at the angle of inclination such that no knee shot is necessary.

25 Bij fig. 14 zijn de doosdakelementen 97 en 98 via de scharniermiddelen 41 scharnierend gekoppeld. Het doosdakelement 97 is verder voorzien van een in een doorbreking aangebrachte dakkappel. Teneinde dit dak voldoende stijf te maken is een tussenplafond 100 aangebracht, dat binten 101 omvat, 30 die met behulp van schoenen 102 zijn bevestigd aan de grondplaten 16 van de doosdakelementen 97 en 98. Zoals getoond steunt het doosdakelement 97 op de hiervoor beschreven wijze af op de vloer 10.In Fig. 14, the box roof elements 97 and 98 are hingedly coupled via the hinge means 41. The box roof element 97 is further provided with a roof cone arranged in a breach. In order to make this roof sufficiently rigid, an intermediate ceiling 100 is provided, which comprises trusses 101, which are attached with the aid of shoes 102 to the base plates 16 of the box roof elements 97 and 98. As shown, the box roof element 97 supports in the manner described above. on the floor 10.

Tenslotte toont fig. 15 de koppeling van twee doosdak-35 elementen 103 en 104 aan hun kopse einden ter hoogte van een tussenvloer 10'. De ribbe 29 van de vloerbalk 9 ondersteunt een kopse kant 105 van de grondplaat 16 van het doosdakele- C ' f C.Finally, Fig. 15 shows the coupling of two box roof elements 103 and 104 at their end ends at an intermediate floor 10 '. The rib 29 of the floor beam 9 supports an end face 105 of the base plate 16 of the box roof C-f C.

J> 'r « V-r - 10 - ment 103. Het doosdakelement 104 rust met de grondplaat 16 op het vloerankereinddeel 35 van het vloeranker 32. Met behulp van tot in de vloerbalk 9 geschroefde bouten 106 zijn de beide doosdakelementen 103 en 104 adequaat bevestigd aan 5 de tussenvloer 10'. Wederom steunt het doosdakelement 103 volledig via de vloerbalk 9 af op de vloer 10'. De vorm van de vloerbalk 9 en het vloeranker 32 zijn wederom snel en eenvoudig aanpasbaar aan elke aktuele hellingshoek en overspanning.The box roof element 104 rests with the base plate 16 on the floor anchor end part 35 of the floor anchor 32. With the aid of bolts 106 screwed into the floor beam 9, the two box roof elements 103 and 104 are adequately fastened to 5 the intermediate floor 10 '. Again, the box roof element 103 rests completely on the floor 10 'via the floor beam 9. The shape of the floor beam 9 and the floor anchor 32 are again quickly and easily adaptable to any current angle of inclination and span.

10 Ofschoon de doosdakelementen volgens de uitvinding slechts beschreven zijn als open doosvormig, zal het duidelijk zijn dat de elementen ook de vorm kunnen hebben van een dichte doos in welk geval over de sporen heen een topplaat of toplaag is bevestigd.Although the box roof elements according to the invention have only been described as open box-shaped, it will be clear that the elements may also take the form of a closed box in which case a top plate or top layer is fixed over the tracks.

15 Het isolatiemateriaal dat wordt gebruikt dient water- kerend en dampdoorlatend te zijn. Naast steenwol kunnen andere geschikte isolatiematerialen, zoals glaswol, poly-urethaanschuim en dergelijke worden toegepast. Indien ten opzichte van het isolatiemateriaal sterker dampremmende 20 materialen worden gebruikt, kan eventueel tevens een damp-remmend folie worden toegepast.The insulation material used must be water-resistant and vapor-permeable. In addition to rock wool, other suitable insulating materials such as glass wool, polyurethane foam and the like can be used. If more vapor-inhibiting materials are used with respect to the insulating material, a vapor-inhibiting foil can optionally also be used.

180180

Claims

1. Gebouw voorzien van een sporendak met tenminste één zelfdragend doosdakelement, met het kenmerk dat het doosdakelement omvat: een onderplaat; tenminste twee op afstand a van elkaar op de onderplaat bevestigde sporen; en in tussen 5 sporen gevormde spoorkanalen gelegen isolatiemateriaal, en dat het doosdakelement ligt tegen een ribbe van een liggend steunelement en via dit steunelement afsteunt op een gebouw-deel.Building provided with a rafters roof with at least one self-supporting box roof element, characterized in that the box roof element comprises: a bottom plate; at least two tracks a spaced a from each other on the bottom plate; and insulating material located in rail channels formed between 5 tracks, and that the box roof element lies against a rib of a horizontal supporting element and rests on a building part via this supporting element.

2. Gebouw volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het 10 doosdakelement is voorzien van een in het van de sporen afgekeerde ondervlak van de onderplaat aangebrachte inkrozing waarin de ribbe aangrijpt.2. Building as claimed in claim 1, characterized in that the box roof element is provided with a recess in which the rib engages in the bottom surface of the bottom plate remote from the tracks.

3. Gebouw volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het steunelement een van een langsprofiel voorziene 15 vloerbalk is die afsteunt op een vloer.3. Building as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the supporting element is a floor beam provided with a longitudinal profile which rests on a floor.

4. Gebouw volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de vloerbalk rust in een ankerzitting van een aan de vloer bevestigd vloeranker.Building according to claim 2 or 3, characterized in that the floor beam rests in an anchor seat of a floor anchor fixed to the floor.

5. Gebouw volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de 20 ankerzitting omvat een vloerankerbasis, een ten opzichte van de vloer hellend vloerankerdeel en een zodanig gebogen vloerankereinddeel, dat dit vloerankereinddeel evenwijdig is aan en ligt tegen een ondervlak van een doosdakelement.5. Building as claimed in claim 4, characterized in that the anchor seat comprises a floor anchor base, a floor anchor part inclined to the floor and a floor anchor end part bent in such a way that this floor anchor end part is parallel to and lies against a bottom surface of a box roof element.

6. Gebouw volgens conclusie 1-5, met het kenmerk dat 25 het ondervlak is voorzien van een evenwijdig aan en op afstand van een onderrand van het doosdakelement gelegen inkrozing waarin een knieschot aangrijpt.6. Building as claimed in claims 1-5, characterized in that the bottom surface is provided with a recess parallel to and at a distance from a bottom edge of the box roof element in which a knee bulkhead engages.

7. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat langs een dakdoorbreking een spoor is 30 voorzien van een verstevigingsspoor.7. Building as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a track is provided along a roof opening with a reinforcing track.

8. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het doosdakelement vier sporen omvat, twee randsporen en twee middensporen en dat de afstand tussen een randspoor en een middenspoor gelijk is aan a.Building according to any one of the preceding claims, characterized in that the box roof element comprises four tracks, two edge tracks and two middle tracks and in that the distance between an edge track and a middle track is equal to a.

9. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het doosdakelement een modulaire maat l'· : δ o - 12 - bezit van 30, 60 of 120 cm,Building according to any one of the preceding claims, characterized in that the box roof element has a modular size l ':: δ o - 12 - of 30, 60 or 120 cm,

10. Gebouw volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de afstand a gelijk is aan in hoofdzaak ongeveer 30 respektie-velijk 60 cm.Building according to claim 9, characterized in that the distance a equals substantially about 30 and 60 cm, respectively.

11. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een doosdakelement aan zijn nokeinde is voorzien van een sponning voor het daarin opnemen van een nokruiter.Building according to any one of the preceding claims, characterized in that a box roof element is provided at its ridge end with a rebate for receiving a ridge rider.

12. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk dat twee doosdakelementen aan hun nokeinde zijn gekoppeld via een scharnier.12. Building as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that two box roof elements are coupled at their ridge end via a hinge.

13. Zelfdragend doosdakelement voor een sporendak, gekenmerkt door een onderplaat, tenminste twee op afstand a van elkaar op de onderplaat bevestigde sporen, in tussen 15 sporen gevormde spoorkanalen gelegen isolatiemateriaal, en een in het van de sporen afgekeerde ondervlak van de onderplaat aangebrachte inkrozing bestemd voor het daarin opnemen van een ribbe van een steunelement.13. Self-supporting box-roof element for a rafters roof, characterized by a bottom plate, at least two rails a distance apart from each other fixed on the bottom plate, insulating material situated between rails 15 between rails, and an indentation arranged in the bottom surface of the bottom plate facing away from the tracks for receiving a rib of a support element therein.

14. Doosdakelement volgens conclusie 13, met het ken- 20 merk dat het ondervlak is voorzien van een tweede evenwijdig aan en op afstand van de eerste inkrozing gelegen tweede inkrozing bestemd voor het daarin opnemen van een knieschot.Box roof element according to claim 13, characterized in that the bottom surface is provided with a second second indentation parallel to and at a distance from the first indentation, intended for receiving a knee bulkhead therein.

15. Doosdakelement volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat langs een dakdoorbreking een spoor is voorzien 25 van een verstevigingsspoor.15. Box roof element according to claim 13 or 14, characterized in that a track is provided along a roof opening with a reinforcing track.

16. Doosdakelement volgens conclusie 13-15, met het kenmerk dat het doosdakelement vier sporen omvat, twee rand-sporen en twee middensporen en dat de afstand tussen een randspoor en een middenspoor gelijk is aan a,Box roof element according to claims 13-15, characterized in that the box roof element comprises four tracks, two edge tracks and two middle tracks and in that the distance between an edge track and a middle track is equal to a,

17. Doosdakelement volgens conclusie 13-16, met het kenmerk dat het doosdakelement een modulaire maat bezit van 30, 60 of 120 cm.Box roof element according to claims 13-16, characterized in that the box roof element has a modular size of 30, 60 or 120 cm.

18. Doosdakelement volgens conclusie 13-17, met het kenmerk dat een doosdakelement aan zijn nokeinde is voorzien 35 van een sponning voor het daarin opnemen van een nokruiter.Box roof element according to claims 13-17, characterized in that a box roof element is provided at its ridge end with a groove for accommodating a ridge rider.

19. Doosdakelement volgens conclusie 13-18, gekenmerkt door een via een de nokeinden koppelend scharnier daarmee gekoppeld doosdakelement volgens conclusie 13-18. s: o o 1 s oBox roof element according to claims 13-18, characterized by a box roof element according to claims 13-18 coupled thereto via a hinge coupling to the ridge ends. s: o o 1 s o