NL8700063A

NL8700063A - Verpakkingsmiddel voor bulkgoed, fluida en dergelijke materialen.

Info

Publication number: NL8700063A
Application number: NL8700063A
Authority: NL
Original assignee: Boots Gerardus A M
Priority date: 1987-01-13
Filing date: 1987-01-13
Publication date: 1988-08-01
Also published as: JP2788028B2; CA1297047C; JPS63178978A; EP0276878A1; AU610849B2; NO171359C; FI880099A; BR8800068A; ES2018600B3; AU1020188A; PT86533B; DE3860890D1; NO171359B; ATE57878T1; GR3001038T3; IE880048L; IE60346B1; FI87551C; FI87551B; NO880114L

Description

if ¥ - 1 - VO 9002

Verpakkingsmiddel voor bulkgoed, fluïde en der ge lijke materialen

De uitvinding heeft betrekking op een verpakkingsmiddel voor bulkgoed, f luïda en dergelijke materialen, voorzien van een kokervormige buitenomhulling, die aan beide zijden afsluitbaar is, en van een koker vormig binnendeel, dat op ten minste vier over de 5 omtrek van de kokervormige buitenomhulling verdeelde plaatsen in langsrichting van de kokervarmen verbanden is met de buitenomhulling en een lengte heeft, die 30-100% bedraagt van de hoogte van het te vormen verpakkingsmiddel.

Een dergelijk verpakkingsmiddel is bekend uit de niet 10 vocr-gepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 86.01365. Door het aanbrengen van het met de buitenomhulling verbonden binnendeel wordt een verpakkingsmiddel verkregen, dat zich kenmerkt door een zeer goede vormvastheid en een zeer grote s t ape Is ter kt e, ook bij het toepassen van relatief slap en zwak materiaal, zoals bijvoor-15 beeld papier. Deze bijzondere eigenschappen worden verkregen door vervormings- en stapelkrachten te laten op vangen door in het binnendeel opgewekte trekkrachten in omtreksrichting. Bij het regelmatig op elkaar stapelen en belasten voldoet dit verpakkingsmiddel uitstekend. Bij hoge tot zeer hoge belastingen kunnen zich onder 20 bepaalde omstandigheden problemen voordoen door bijvoorbeeld scheurvorming in het binnendeel als gevolg van plaatselijk schuin gerichte krachten, bijvoorbeeld door enigszins verdraaid of verschaven stapelen dan wel door massatraagheidskrachten tijdens het afremmen van een met verpakkingsmiddelen geladen voertuig.

25 Met de uitvinding wordt beoogd de sterkte van een ver pakkingsmiddel van de in de aanhef genoemde soort nog verder te f: · .-· · - 2 - vergroten, zodat ook in geval van extreme en ongelijkmatige belastingsomstandigheden, zoals boven bedoeld, het verpakkingsmiddel voldoende sterk en vormvast blijft.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat 5 verstijvingsmiddelen aanwezig zijn, die zich uitstrekken over de gehele hoogte van het te vormen verpakkingsmiddel, een relatief hoge eigen stijfheid dan wel scheurvastheid hebben, en in hoofd-zaak aanliggen tegen het binnendeel. Door deze maatregelen is voorzien in middelen, die eventuele op het binnendeel uitgeoefende 10 scheurkrachten opvangen, waardoor het binnendeel wat zijn krachten opvangende functie in omtreksrichting betreft, geheel of nagenoeg geheel onbeïnvloed effectief werkzaam kan blijven.

Afhankelijk van de te verwachten belastingsomstandigheden, het te verpakken materiaal en de voor het verpakkingsmiddel 15 gebruikte materialen kunnen de verst ijvingsmiddelen op verschillende wijzen worden gerealiseerd. Een eenvoudige doch effectieve wijze voor het realiseren van de verstijvingsmiddelen in geval het verpakkingsmateriaal op zich vrij slap en zwak is, is te verkrijgen, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvin-20 ding de verstijvingsmiddelen bestaan uit een koker, die telescopisch in het binnendeel schuifbaar is.

Worden bijvoorbeeld hoge stapelbelastingen verwacht en stelt het te verpakken materiaal bepaalde eisen aan het verpakkingsmateriaal, zoals niet poreus of ondoordringbaar, hetgeen op 25 een flexibel kunststof- of met kunststof gelamineerd materiaal kan duiden, kan het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur verdienen, dat de koker bestaat uit een eendelige huls vervaardigd uit een materiaal met hoge scheurvastheid en voorzien van een buitenomtrek die met speling in het bin-30 nendeel past. De speling is hierbij nodig om te voorkomen, dat de •f; \ · · ' ‘ ...

*ί ···' ·. ·, . ---------—

It ί» - 3 - huls door uitzetting als gevolg van belasting een extra belasting op het binnendeel gaat uitoefenen in plaats van dit te ontlasten.

Bij een der ge lijke uitvoering van het verpakkingsmiddel worden de daarop uitgeoefende stapelbelastingen in hoofdzaak opgevangen door 5 de huls, terwijl het binnendeel zorgt voor de vormvastheid van het verpakkingsmiddel. Aldus is op eenvoudige wijze een standaard verpakkingsmiddel uit relatief slap en zwak materiaal geschikt te maken voor het zander te beswijken kunnen weerstaan van hoge belastingen, terwijl tevens de vormvastheid optimaal is gewaarborgd.

10 Stelt het te verpakken materiaal geen bijzondere eisen als boven bedoeld aan het verpakkingsmateriaal, dan kan de koker bijvoorbeeld uit een relatief stijf materiaal, zoals golfkarton, worden vervaardigd. In dat geval wordt er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorkeur voor uitge-15 sproken, dat de koker bestaat uit een plaat kokervormig gezet materiaal met relatief hoge eigen stijfheid, waarbij er in koker-langsrichting geen verbinding aanwezig is tussen de zich in die richting uitstrekkende plaatlangsrandgebieden. Hierbij past de omtrek van de koker zich automatisch aan de binnenomtrek van het 20 binnendeel aan. Het binnendeel zorgt dan voor de vormvastheid en het opvangen van de belastingen, terwijl de koker er zorg voor draagt, dat er geen scheur belastingen op het binnendeel kunnen worden uitgeoefend.

Moeten er zeer grote belastingen worden opgevangen, dan 25 verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat ter plaatse van een verbindingsplaats tussen buitenomhulling en binnendeel in hoogterichting een insteek ruimte is gevormd, in welke ruimte in hoofdzaak starre verstij- vingsmiddelen zijn gestoken. Door deze maatregelen zijn de op te 30 vangen compressiekrachten aanmerkelijk verhoogd door het toepassen <φ * - 4 - van zich slechts in hoogterichting uitstrekkende starre verstij-vingsmiddelen. Dit is moge lijk, omdat het binnendeel zorg draagt voor een optimale vormvastheid, waardoor de plaats van de verstij-vingsmiddelen nauwkeurig vast ligt en de zuiver verticale stand 5 daarvan steeds is gewaarborgd.

Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een insteekruimte is gevormd door twee zich op afstand van elkaar in hoogterichting van het te vormen verpakkingsmiddel uitstrekkende verbindingsstroken, bijvoorbeeld lasnaden, tussen 10 buitenomhulling en binnendeel, is op eenvoudige wijze een insteekruimte voor bijvoorbeeld een plaatvormig verstijvingsmateriaal te / realiseren. Het plaatvormige verstijvingsmiddel kan bij het toe passen van een doorzichtig verpakkingsmateriaal op verder voordeel biedende wijze nog warden benut voor het aanbrengen van informatie 15 over het verpakte materiaal.

Stang- of staafvormige verstijvingsmiddelen zijn toe te passen, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding een insteekruimte is gevormd bij een verbin-dingsplaats tussen buitenomhulling en binnendeel door de buiten-20 omhulling, respectievelijk het binnendeel langs twee evenwijdige lijnen volgens eenzelfde lijn met het binnendeel, respectievelijk de buitenomhulling te verbinden, een en ander zodanig, dat een in dwarsdoorsnede lusvormige ruimte wordt verkregen.

Het aanbrengen van de starre verst ijvingsmiddelen kan 25 geschieden door deze vanaf de bovenzijde van de nog open verpakking in de daarvoor bestemde ruimte te steken. Dit kan tot gevolg hebben, dat de starre verst ijvingsmiddelen op de bodem van de buitenomhulling steun nemen. Bestaat die buitenomhulling uit een kunststof en dient perforatie van die kunststof te worden vermeden 30 bijvoorbeeld bij het verpakken van vloeistoffen, dan verdient het %7 (l v f·: -f- ”

«L

- 5 - overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de insteekruimte op ten minste twee op afstand van elkaar gelegen plaatsen door een dwarsverbinding is afgesloten, waarbij de buitenomhulling tussen twee dwarsverbindingen is vcor-5 zien van ten minste een dwarsopening, die de verstijvingsmiddelen kan doorlaten. Op deze wijze is het mogelijk de starre verstijvingsmiddelen buiten de buitenomhulling te laten steun nemen.

In geval grote dwarskrachten of krachten ander een hoek met de horizontaal mogen worden verwacht dan wel rekening moet 10 worden gehouden met onzorgvuldig stapelen of stapelverschuivingen, kan er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in worden voorzien, dat de verstijvingsmiddelen bestaan uit latten of balkjes, die aan hun bovenuiteinde door een veelhoek, die is samengesteld uit verdere latten, balkjes of soortgelijke 15 elementen, onderling zijn verbonden. Aldus is met een minimum aan materiaal een maximale krachtendoarleiding onder de meest verschillende stapel- en belastingsomstandigheden te verkrijgen, doordat de veelhoek elementen kent, die zich onder een hoek ten opzichte van de zijwanden van het verpakkingsmiddel over het bo-20 venvlak daarvan uitstrekken.

Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uit-voeringsvoorbeelden zal het verpakkingsmiddel volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht. Daarbij toont; fig. 1 in dwarsdoorsnede en bovenaanzicht een eerste 25 uitvoer ingsvariant; fig. 2 in dwarsdoorsnede en bovenaanzicht een tweede uitvoeringsvar iant; fig. 3 in zijaanzicht een derde uitvoeringsvar iant; fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3; 30 fig. 5 in dwarsdoorsnede en bovenaanzicht een vierde ΰ C 0 0 3 > -δη it voer ings variant; en fig. 6 in dwarsdoorsnede en bovenaanzicht een vijfde u itvoer ingsvar iant,

Het in fig. 1 weergegeven verpakkingsmiddel is voorzien 5 van een buitenomhulling 1 met in een hoofdzaak vierkante omtrek en een daarin geplaatst binnendeel 2 met in hoofdzaak cirkelvarmige omtrek. De buitenomhulling 1 en het binnendeel 2 kunnen uit ieder geschikt en gewenst materiaal zijn vervaardigd. Uit kostenoverwegingen zal de voorkeur uit gaan naar een goedkoop materiaal, zoals 10 papier, dat desondanks voor zeer vele, zo niet alle gebruiksdoeleinden geschikt is. Gebleken is, dat ook indien het verpakkingsmiddel uit papier is vervaardigd, als gevolg van de aanwezigheid van het binnendeel 2, dat op trek belast het merendeel der uitgeoefende krachten opvangt, een zeer grote drukbelasting op het ver-15 pakkingsmiddel is uit te oefenen zonder dat dit bezwijkt. In geval echter krachten onder een hoek met de verticaal op het verpakkingsmiddel aangrijpen, kan dit leiden tot scheuren van het binnendeel 2 en zodoende tot bezwijken van het verpakkingsmiddel.

Onder dergelijke belastingsomstandigheden kan verder gebruik wor-20 den gemaakt van de in feite te zwakke verpakking door telescopisch in het binnendeel 2 een gesloten koker 3 uit een scheurvast materiaal te plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld een met kunststof versterkt of gelamineerd papier zijn. De omtrek van de koker 3 is daarbij zodanig te kiezen, dat de koker 3 onder belasting het bin-25 nendeel 2 niet of nagenoeg niet belast. Daartoe zal de koker 3 in onbelaste toestand veelal met speling in het binnendeel 2 plaatsbaar dienen te zijn.

In geval naast een bescherming van het binnendeel tegen scheuren tevens in de uitgangsstand van het verpakkingsmiddel een 30 zekere vormvastheid daarvan wordt gewenst, kan de uitvoeringsvorm * * l· * π *·* %

-7 - ·.··’ I.·· >> V

*> - 7 - volgens fig. 2 worden gekozen. Het aldaar getoonde verpakkingsmiddel is voorzien van een buitenomhulling 4 met vierkante omtrek en een binnendeel 5 met achthoekige omtrek. In het binnendeel 5 is koker ö uit een materiaal met relatief grote eigen stijfheid, zo-5 als bijvoorbeeld golfkarton, geplaatst. De koker 6 is vervaardigd door een plaat materiaal achthoekig te zetten zonder daarbij de overlappende langsrandgebieden onderling te verbinden. Bij het vullen van het verpakkingsmiddel zal het ingebrachte materiaal de koker 6 laten gaan aanliggen tegen het binnendeel 5. Dit laatste 20 zal op trekbelast de uitgeoefende drukbelastingen opvangen, waarbij het binnendeel 5 door de koker 6 gevrijwaard zal worden van plaatselijke scheur belastingen, die door de koker ó worden opgevangen en omgezet in trekkrachten in het binnendeel 5.

De in de fig, 1 en 2 weergegeven vormen van het verpak-nej kingsmiddei duiden erop, dat het materiaal waaruit buitenomhulling en binnendeel zijn vervaardigd nog een zekere eigen stijfheid hebben. Het verpakkingsmiddel kan echter ODk zijn vervaardigd uit een materiaal met geen of vrijwel geen eigen stijfheid, zoals bijvoorbeeld een flexibele kunststof of een weefsel. Verpakkingsmiddelen 20 vervaardigd uit dergelijke materialen zijn getoond in de fig. 3-6.

Het in de fig. 3 en 4 weergegeven verpakkingsmiddel is voorzien van een buitenamhulling 7 en een binnendeel 8, dat een hoogte heeft, die kleiner is dan die van de buitenomhulling 7. Op acht regelmatig over de omtrek verdeelde plaatsen zijn de buiten-25 omhulling 7 en het binnendeel 8 over de volle hoogte van dit laatste onderling verbonden, bijvoorbeeld middels een lasnaad 9 bij toepassing van onderling lasbare kunststoffen. Uiteraard kan de naad 9 ook op iedere andere wijze zijn vervaardigd. Door deze constructie wordt bij vullen van de verpakking de in fig. 4 weergege-30 ven dwarsdoorsnede verkregen, waarbij de buitenomhulling 7 en het ♦ - 8 - binnendeel 8 in vier gebieden tussen telkens twee naden 9 in hoofdzaak tegen elkaar aan liggen en zodoende een insteekzak vormen, waarin ter verhoging van stijfheid en stapelsterkte starre elementen 10 zijn te steken. Bij het zonder meer insteken van de 5 elementen 10 zouden de onderzijden daarvan op de bodem van het verpakkingsmiddel steun nemen. Is dit ongewenst, bijvoorbeeld vanwege gevaar voor lekkages in geval van het verpakken van vloeistoffen, dan kan de in fig. 3 getoonde oplossing worden gekozen.

In het insteekgebied tussen twee naden 9 zijn in de buitenomhuΙ-ΙΟ ling 7 twee dwarsgleuven 11 aangebracht, die zodanige afmetingen hebben, dat daar een star element 10 door heen kan worden gestoken Teneinde lekkage via deze dwarsgleuven te voorkomen zijn de buitenomhulling 7 en het binnendeel 8 middels twee dwarsnaden 12 onderling verbonden. Het starre element 10 kan verder nog gebruikt 15 worden vaar het aanbrengen van aanduidingen, gebruiksvoorschriften en dergelijke betreffende het verpakte materiaal. Verder kan de aldus verkregen verpakking in zijn totaliteit in een verpakkings-en transportkarton worden geschoven

Het in fig. 5 getoonde verpakkingsmiddel is voorzien 20 van een buitenomhulling 13 en een binnendeel 14, dat op vier regelmatig over de omtrek verdeelde plaatsen lijnvormig met de bui-tenomhulling 13 is verbonden. Voor het vormen van insteekzakken is het binnendeel 14 langs twee evenwijdige, op afstand van elkaar gelegen lijnen met de buitenomhulling 13 verbanden, waardoor een 25 lusvormige insteekruimte voor een star, staaf- of paalvormig element 15 is verkregen. Ter verdere verstijving en in het bijzonder voor het op vangen van onder een hoek met de verticaal gerichte krachten kunnen de vier starre elementen 15 aan de bovenzijde van de verpakking onderling warden verbonden door verdere starre, 30 staaf- of balkvormige elementen, zoals bijvoorbeeld weergegeven i' " ' Λ f' £ ^ ** - 9 - met de streeplijnen 16. Door lus vorming middels het materiaal van het binnendeel worden insteekruimten in het inwendige van de verpakking gevormd. Verdienen uitwendige insteekruimten de voorkeur, dan zijn deze te vormen middels lusvorming in het materiaal van 5 het binnendeel, zoals getoond in fig. 6. Het aldaar weergegeven verpakkingsmiddel is voorzien van een buitenamhulling 17 en een binnendeel 18, die onderling lijnvormig op acht regelmatig over de omtrek verdeelde plaatsen zijn verbonden. Op elke verbindings-. plaats is de buitenomhulling 17 ter vorming van de lus langs twee 10 onderling evenwijdig en op afstand van elkaar gelegen lijnen met het binnendeel 18 verbonden. In elke aldus gevormde insteekruimte is een star staaf- of paalvormig element 19 gestoken, welke elementen onderling weer kunnen zijn verbonden door soortgelijke elementen, zoals bijvoorbeeld aangeduid met de streeplijnen 20.

15 Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo zijn starre elementen 10 ook aan te brengen bij een verpakkingsmiddel als getoond in fig. 2, terwijl een koker als getoond in fig. 1 of 2 ook is toe te passen bij een verpakkingsmiddel volgens de fig.

20 3-6, al dan niet onder weglating van de starre elementen. Verder zijn de kokers volgens de fig. 1 en 2 onder vorm- en afmetingaan-passing uitwisselbaar. De in de figuren getoonde configuraties van de diverse elementen zijn uitsluitend als voorbeeld te beschouwen.

Zowel voor buitenomhulling, als voor binnendeel en toegevoegde 25 elementen zijn zeer vele andere vormen denkbaar. Een soortgelijke opmerking dient te warden gemaakt ten aanzien van eventuele vermeldingen van materialen, waaruit de diverse onderdelen kunnen zijn vervaardigd.

I"0 0 0 6 3

Claims

1. Verpakkingsmiddel voor bulkgoed, flu'ïda en dergelijke materialen, voorzien van een kokervormige buitenomhulling, die aan beide zijden afsluitbaar is, en van een koker vormig binnendeel, dat op ten minste vier over de omtrek van de kokervormige buiten- 5 omhulling verdeelde plaatsen in langsrichting van de koker vormen verbonden is met de buitenomhulling en een lengte heeft, die 30 -100% bedraagt van de hoogte van het te vormen verpakkingsmiddel, i met het kenmerk, dat verstijvingsmiddelen aanwezig zijn, die zich uitstrekken over de gehele hoogte van het te vormen verpakkings-10 middel, een relatief hoge eigen stijfheid dan wel scheur vastheid hebben, en in hoofdzaak aanliggen tegen het binnendeel.

2. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de verst ijvingsmiddelen bestaan uit een koker, die telescopisch in het binnendeel schuifbaar is,

3. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de koker bestaat uit een eendelige huls vervaardigd uit een materiaal met hoge scheurvastheid en voorzien van een buitenomtrek die met speling in het binnendeel past.

4. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 2, met het kenmerk 20 dat de koker bestaat uit een plaat kokervormig gezet materiaal met relatief hoge eigen stijfheid, waarbij er in koker langsrichting geen verbinding aanwezig is tussen de zich in die richting uitstrekkende plaatlangsrandgeb ieden.

5. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk 25 dat ter plaatse van een verbindingsplaats tussen buitenomhulling en binnendeel in hoogterichting een insteekruimte is gevormd, waar f *- f] Γ. ^ - 11 - f in in haofdzaak starre verstijvingsmiddelen zijn gestoken.

6. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 5, met het kenmerk dat een insteekruirate is gevormd door twee zich op afstand van elkaar in hoqgterichting van het te vormen verpakkingsmiddel uit- 5 strekkende verbindingsstraken, bijvoorbeeld lasnaden, tussen buitenomhulling en binnendeel.

7. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 5, met het kenmerk dat een insteekru imte is gevormd bij een verb ind ingsp laats tussen buitenomhulling en binnendeel door de buitenomhulling, respectie- 10 velijk het binnendeel langs twee evenwijdige lijnen volgens eenzelfde lijn met het binnendeel, respectievelijk de buitenomhuliing te verbinden, een en ander zodanig, dat een in dwarsdoorsnede lus-vormige ruimte wordt verkregen.

8. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 6 of 7, met het 15 kenmerk, dat de insteekruimte ap ten minste twee op afstand van elkaar gelegen plaatsen door . een dwarsverbinding is afgesloten, waarbij de buitenomhuliing tussen twee dwarsverbindingen is voorzien van ten minste een dwarsopening, die de verst ijvingsmiddelen kan doorlaten.

9. Verpakkingsmiddel volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de verstijvingsmiddelen bestaan uit latten of balkjes, die aan hun bovenuiteinde door een veelhoek, die is samengesteld uit verdere latten, balkjes af soortgelijke elementen, onderling zijn verbonden. / V