NL8602835A - Merkinrichting, alsmede bedieningsorgaan, selectieelement en reservoir voor een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

TT-5 1 i , « "Merkinrichting, alsmede bedieningsorgaan, selectie-element en reservoir voor een dergelijke inrichting".

De uitvinding heeft betrekking op een merkinrichting omvattende: een naaldendrager met een verzameling in matrixvorm opgestelde holle naalden, welke in de lengterichting beweegbaar zijn tussen een werkzame 5 en een onwerkzame stand en elk een inlaat- en een uitlaat-opening bezitten; een uitwisselbaar reservoir met contrastvloeistof dat, indien de respectieve naalden de werkzame stand innemen, via de inlaatopeningen met de holtes in deze naalden in verbinding staat; een uitwissel-10 baar selectieëlement dat in afhankelijkheid van het aan te brengen symbool koppelbaar is met een aantal naalden van de verzameling; een bedieningsorgaan, dat samenwerkt met de naaldendrager, het selectieëlement en het reservoir en dat drukmiddelen omvat waarvan eerste drukmidde-15 len bij bekrachtiging middels het selectieëlement genoemd aantal naalden naar de werkzame stand bewegen en met de vrije einden in het te merken object drukken en tweede drukmiddelen druk uitoefenen op de vloeistof in het reservoir en de vloeistof door de holtes via de uitlaat-20 openingen van genoemd aantal naalden in het object persen.

Een merkinrichting van genoemde soort is bekend uit EP-A-25252. Bij deze bekende merkinrichting bevat het selectieëlement, dat als een gemakkelijk verwissel-25 bare plaat is uitgevoerd, een aantal aanslagen, welke door de eerste drukmiddelen bij bekrachtiging tegen einden van een aantal naalden drukken teneinde in het object een symbool aan te brengen. Op deze wijze worden met behulp van het selectieëlement in afhankelijkheid van het 30 aan te brengen symbool een aantal naalden van de matrix-verzameling naar de werkzame stand bewogen. De overige naalden blijven in de onwerkzame stand. Het selectie-element bevat verder een aantal vloeistofkanalen, waar- 8602835 i TT-5 2 bij elk vloeistofkanaal nabij een aanslag uitmondt. Deze monding van elk vloeistofkanaal wordt gekoppeld met de inlaatopening van één van de geselecteerde naalden, terwijl de andere monding van elk vloeistofkanaal met het 5 reservoir gekoppeld wordt. Aldus wordt via het selectie-element de contrastvloeistof vanuit het reservoir naar de naalden geperst. Om de koppeling van elk van de vloei-stofkanalen met het reservoir en de naalden vloeistofdicht uit te kunnen voeren is bij de bekende inrichting 10 een nauwkeurige passing vereist. Dit vraagt een grote nauwkeurigheid bij de fabricage van de veelal slechts voor éénmalig gebruik bestemde selectieëlementen, terwijl de naalden voor de koppeling aan de zijde van de inlaatopeningen nauwkeurig uitgevoerd dienen te zijn, 15 waardoor de naalden een zekere minimum diameter dienen te bezitten. Dit laatste vormt een beletsel voor een streven naar dunnere naalden met het oogmerk de naalden gemakkelijk in het object te kunnen penetreren.

De uitvinding beoogt bij een merkinrichting 20 van genoemde soort het selectieëlement te vereenvoudigen en de koppeling tussen het selectieëlement en de naalden gemakkelijk te kunnen uitvoeren.

De uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt, doordat de naaldendrager een vloeistofkamer bevat die in ver-25 binding staat met het reservoir; de inlaatopeningen van de naalden in de onwerkzame stand ten opzichte van de vloei-stofkamer afgesloten zijn, terwijl bij het, middels het selectieëlement naar de werkzame stand bewegen van genoemd aantal naalden de inlaatopeningen van deze naalden 30 ten opzichte van de vloeistofkamer geopend worden.

Bij de merkinrichting volgens de uitvinding zorgt het selectieëlement weliswaar voor een vloeistof-verbinding tussen het reservoir en de holtes van de geselecteerde naalden, doch deze verbinding verloopt 35 buiten het selectieëlement om via de vloeistofkamer in de naaldendrager en een aansluiting van de vloeistofkamer op het reservoir. Aldus zijn de naalden betrouwbaar en eenvoudig met het reservoir verbindbaar. Het selectieëlement 8602835 4 ft TT-5 3 zelf dient alleen maar voor het uitoefenen van druk op naalden, teneinde deze naar de werkzame stand te bewegen en in het object te drukken. Het voordeel hiervan is dat het selectieëlement als een goedkoop, in massa te ver-5 vaardigen produkt, bij voorbeeld uit kunststof, uitgevoerd kan worden. Door de binnen de naaldendrager plaatsvindende verbinding van de holtes van de naalden met de vloei-stofkamer wordt een verstopping van de inlaatopeningen ten gevolge van vervuiling effectief vermeden. Ook maakt 10 deze wijze van vloeistofverbinding een vergaande miniaturisering van de naalden mogelijk, hetgeen van voordeel kan zijn voor een gemakkelijke penetratie van de naald in het object en voor het aanbrengen van een relatief klein of fijnmazig symbool. De merkinrichting volgens 15 de uitvinding is met voordeel toepasbaar voor het tatoeëren van dieren. De inrichting is evenwel ook geschikt voor het merken van andere objecten, bij welke een merkteken met behulp van naalden en contrastvloeistof aangebracht kan worden.

20 Een voorkeursvorm van een merkinrichting volgens de uitvinding, waarbij de eerste drukmiddelen een met de naaldendrager samenwerkend drukelement omvatten om genoemd aantal naalden middels het selectieëlement naar de werkzame stand te bewegen en in het object te drukken, wordt 25 gekenmerkt, doordat de naaldendrager met de naalden ten opzichte van het drukelement in de lengterichting van de naalden tussen een eerste en een tweede stand beweegbaar is, tengevolge van welke beweging een koppeling respectievelijk een ontkoppeling tussen einddelen van ge-30 noemd aantal naalden en het selectieëlement optreedt.

Aldus geschiedt het merken in twee fasen, namelijk eerst wordt het object ten opzichte van de naaldendrager gefixeerd en vervolgens na koppeling van de naalden met het selectieëlement wordt het aantal geselecteerde naalden 35 in het object gedrongen. Dit levert een goede kwaliteit bij het merken op.

Nog een voorkeursvorm van een merkinrichting, waarbij de naaldendrager een voetplaat bezit met openingen, 8602835 * TT-5 4 waardoor de vrije einden van de>.naalden beweegbaar zijn, wordt gekenmerkt, doordat bij bekrachtiging van het druk-element de naaldendrager ten opzichte van het drukelement tegen veerkracht vanuit de eerste naar de tweede stand 5 beweegt, nadat de voetplaat tegen het object gedrukt is, en dat de naaldendrager een drukplaat bezit, die na koppeling van naalden en selectieëlement door genoemd aantal naalden tijdens het bewegen naar de werkzame stand tegen veerkracht in de richting van de 10 voetplaat gedrukt wordt. Aldus wordt via de voetplaat het object goed gefixeerd, terwijl de drukplaat verzekert dat de naalden onder een goede gelijkmatige veerspanning tegen het selectieëlement aandrukken.

In verband hiermee wordt een verdere voorkeurs-15 vorm gekenmerkt, doordat de drukplaat na een beëindigen van de bekrachtiging van het drukelement onder veerkracht van de voetplaat af beweegt en daarbij genoemd aantal naalden gezamelijk terugbeweegt naar de onwatkzame stand. Via de drukplaat worden alle in de werkzame stand gele-20 gen naalden onder veerkracht gelijktijdig met het object getrokken, zodra het symbool aangebracht is en de druk van het drukelement wegvalt. Daar de drukplaat in staat is ook op naalden met een relatief geringe diameter druk uit te oefenen kunnen de naalden een geringe diameter 25 bezitten.

Een andere voorkeursvorm wordt gekenmerkt, doordat de drukplaat de naalden in de onwerkzame stand tegen een aanslagplaat van de naaldendrager drukt, welke aanslagplaat de naaldendrager in de eerste en in de 30 tweede stand ten opzichte van het drukelement positioneert. Met behulp van de aanslagplaat is in de eindstanden de naaldendrager goed ten opzichte van het drukelement ge-positioneert, terwijl de drukplaat ervoor zorgt dat de naalden in de onwerkzame stand goed teruggetrokken liggen 35 tot binnen de voetplaat.

Een voorkeursvorm wordt in verband hiermee gekenmerkt, doordat elke naald een massief einddeel, een hol centraal deel, voorzien van de inlaatopening en een 860 28 3 5 « *ί TT-5 5 hol naalddeel, voorzien van de uitlaatopening bevat, waarbij het centraal deel ten opzichte van de beide andere delen een grotere diameter bezit en in de onwerkzame stand van de naald tussen de aanslagplaat en de drukplaat ligt.

5 Elke naald ligt in de onwerkzame stand aldus goed gepositioneerd met het vrije einde binnen de opening in de voetplaat .

Nog een voorkeursvorm wordt gekenmerkt, doordat de vloeistolkamer in de naaldendrager tussen de druk-10 plaat en de aanslagplaat aanwezig isj de naalden met het centraal deel zich door de vloeistolkamer uitstrekken en zich in de werkzame stand met de inlaatopeningen in de vloeistolkamer bevinden. Aldus is op eenvoudige wijze een verbinding mogelijk in de werkzame stand van de 15 naalden tussen het reservoir en de holtes in het centraal deel en het naalddeel van de naalden.

Een verdere voorkeursvorm, waarbij het bedie-ningsorgaan een bedieningshelboom omvat, wordt gekenmerkt, doordat de helboom nabij een uiteinde een scharnierbare 20 pal draagt, die met de helboom deel uitmaakt van de eerste drukmiddelen, welke pal bij bekrachtiging vanuit een werkzame stand een kracht uitoelent op het drukelementj tijdens een gezamelijke verzwehking met de helboom scharniert naar een onwerkzame stand en in een uitgangsstand 25 van de helboom onder veerkracht naar de werkzame stand terugscharniert. Aldus is op de helboom een palmechanisme aanwezig, dat enerzijds goed merkbaar met een klik het voltooien van het merken aangeelt en dat anderzijds weer ellektiel in de werkzame stand terugkeert, zonder de 30 terugbeweging van de helboom te hinderen. Ook dit terugkeren geschiedt met^een klik.

In verband hiermee wordt nog een voorkeursvorm gekenmerkt, doordat het bedieningsorgaan is voorzien van derde drukmiddelen, omvattende een pompinrichting, welke tijdens verzwenking van de helboom bekrachtigd wordt en druk uitoelent op een zuiger, aanwezig in het reservoir, welke zuiger deel uitmaakt van de tweede drukmiddelen en de vloeistol in het reservoir en in de vloeistolkamer 8602835 f ττ-5 6 ·% voortdurend onder druk houdt. De derde drukmiddelen zorgen ervoor dat op de vloeistof in het reservoir en de vloei-stofkamer via de hefboombewegingen na bediening van de inrichting constant druk wordt uitgeoefend. Bij voorkeur 5 wordt de pompinrichting bekrachtigd tijdens de terug-beweging van de bedieningshefboom. Direkt na elke bekrachtiging van het drukelement vindt door middel van de zuiger een toevoer van een bepaalde hoeveelheid vloeistof naar de vrije einden van de naalden plaats, waarbij de 10 zuiger telkens een stap wordt verplaatst. Door capilaire werking blijft de resterende vloeistof in de naaldholte, waardoor geen inktonderbreking kan optreden, hetgeen van voordeel is voor het bereiken van een maximaal effekt en voor het voorkomen van verstoppingen.

15 Een verdere voorkeursvorm wordt gekenmerkt, doordat het reservoir als een langwerpig patroon is uitgevoerd, die met behulp van een drukveer in het be-dieningsorgaan gepositioneerd ligt en nabij een eerste einde via een terugslagklep met de pompinrichting en nabij 20 een tweede einde via een terugslagklep met de vloeistof-kamer verbonden is. Aldus verkrijgt men een gemakkelijk hanteerbaar systeem, waarbij het reservoir eenvoudig is te vervangen. De terugslagkleppen zorgen voor een voortdurende druk op de vloeistof in het reservoir 25 en in de vloeis t of kamer.

De uitvinding heeft verder betrekking op een bedieningsorgaan op een uitwisselbaar reservoir, alsmede op een uitwisselbaar selectieëlement, toepasbaar bij een dergelijke m.erkinrichting.

30 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding evenwel niet beperkt is. Hierbij tonen:

Figuur 1 een perspektivisch aanzicht op een 35 merkinrichting volgens de uitvinding}

Fig. 2 op vergrote schaal deels een doorsnede door en deels een aanzicht op de inrichting volgens Figuur 1; 8602835 ττ-5 7 (

Fig. 3 een aanzicht op het selectieëlement toegepast bij de merkinrichting;

Fig. 4a, B, C een doorsnede volgens de lijnen IV-IV A, B, C in Fig. 2, waarbij de merkinrichting in 5 een ruststand, respectievelijk in een tussenstand, res-pektievelijk in een bedrijfsstand weergegeven is.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven merkinrichting omvat een bedieningsorgaan 1, alsmede een rechthoekige behuizing 2, die diverse delen van de merkin-10 richting omhult. De behuizing 2 is gelegen rondom een uitsparing 3> waarin een bedieningshefboom 4 van het bedieningsorgaan 1 opgesteld is. Als zichtbaar in Fig. 2 is de hefboom 4 zwenkbaar om een met de behuizing 2 verbonden astap 5» waarom een veer 6 gewikkeld ligt, die 15 met einddelen 6a en 6b drukt tegen een binnenwand 2b van de behuizing 2 respectievelijk tegen de hefboom 4,

Aldus drukt de veer 6 de hefboom 4 volgens de pijl A om de astap 5 in een uitgangsstand. De hefboom 4 omvat een handgreep 7 en draagt op een aan de andere zijde van de 20 astap 5 gelegen, relatief kort bekrachtigingsdeel 8 een pal 9· De pal 9 is scharnierbaar verbonden met het deel 8 nabij het van de astap 5 afgekeerde uiteinde van het deel 8. Een veer 10 drukt de pal 9 in de werkzame stand weergegeven in Fig. 2, volgens de pijl B om een astap 25 11, in welke stand de pal 9 tegen een niet weergegeven aanslag ligt.

De pal 9 vormt met de hefboom 4 eerste drukmiddelen van het bedieningsorgaan 1, waartoe ook een met de pal 9 samenwerkend drukelement 12 behoort. Het druk-30 element 12 omvat hiertoe een aanslagrand 12a, waartegen het vrije einde van de pal 9 aanliggen kan. Het drukelement 12 is vanuit de stand volgens Fig. 2 rechtlijnig beweegbaar volgens een pijl C en wordt geleid door middel van geleidingspennen 13, waarvan één in Fig. 2 zichtbaar is. Om elke pen 13 ligt een schroefveer 14 gewikkeld, welke als trekveer tracht het drukelement 12 in een richting tegengesteld aan de pijl C te bewegen, welke beweging door een schouder 15 in de behuizing 2 begrensd 8602835 » TT-5 8 wordt. Aldus ligt het drukelement 12 binnen de behuizing in een uitgangsstand, weergegeven in Fig. 2, gepositioneerd.

Het drukelement 12 is op afstand van de aan-5 slagrand 12a voorzien van een bek 16, welke in de Fig. 4A, B en C weergegeven is. De bek 16 omvat een aantal sleufvormige uitsparingen 1? waarin uitwisselbare selectie-elementen 18 geschoven kunnen worden. Ingeschoven ligt elk selectieëlement 18 als weergegeven in Fig. 4A, B, 10 C in de uitsparing 17. In Fig. 3 is een voorbeeld van een selectieëlement 18 weergegeven, welke bestemd is om op nog te beschrijven wijze het cijfer 3 in een object aan te brengen. Aldus zijn bijvoorbeeld in de bek 16 een viertal selectieëlementen te plaatsen, waar-15 door tijdens de merkhandeling een symbool met merktekens, bevattende bijvoorbeeld vier cijfers en/of letters, aan te brengen is. Het spreekt vanzelf dat de merkinrichting alternatief uitvoerbaar is voor het gelijktijdig aanbrengen van meer of minder dan vier merktekens, bevat-20 tende symbolen. Ook kan alternatief de bek 16 zo uitgevoerd zijn dat één, een aantal merktekens bevattend, selectieëlement 18 toegepast kan worden.

Afhankelijk van het aan te brengen merkteken bevat het selectieëlement 18 een aantal zich evenwijdig 25 aan de pijl C over de gehele dikte van het element, uitstrekkende kanalen 19» terwijl het selectieëlement 18 verder een handgreep 20 bevat, welke na inschuiven gelegen is in een uitsparing 2a in de behuizing 2. Het kan hierbij van voordeel zijn, indien de handgreep 20 30 is voorzien van een indicatie van het merkteken, dat met het selectieëlement 18 aangebracht wordt, waarbij de indicatie vanaf de buitenzijde van de behuizing zichtbaar is. In de bek 16 zijn een aantal, bijvoorbeeld tien regelmatig verdeeld opgestelde drukveren 21 opgenomen, die drukken tegen een aanslagplaat 22 van een naaldendrager 23· Aldus drukken de veren 21 in Fig. 4a de aanslagplaat 22 tegen een borst 16a op de bek 16, indien het drukelement 12 in de uitgangsstand gelegen is. In 8602835 TT-5 9 deze situatie is de naaldendrager 23 in een eerste stand gelegen. De naaldendrager 23 omvat verder een tweetal hoofddelen 2h en 25» een voetplaat 26 en een aantal, bijvoorbeeld tien, regelmatig verdeeld opgestelde bussen 5 27, waardoor bouten 28 gestoken zijn, welke met schroef draad in de aanslagplaat 22 gedraaid zijn en daarmee de combinatie van aanslagplaat 22, hoofddelen 24 en 25 en voetplaat 26 onderling verbinden. Aan de zijde van de bek 16 steken de vrije einden van de bouten 28 tot 10 op enige afstand buiten de aanslagplaat 22 uit en dienen daarbij als geleiding voor de veren 21. Verder is om elke bus 2/ een drukveer 29 aanwezig, welke een drukplaat 30 in de eerste stand van de naaldendrager 23 drukt tegen het hoofddeel 25 en afsteunt tegen de 15 voetplaat 26.

In de naaldendrager 23 is op de scheiding tussen de hoofddelen 24 en 25 een vloeistofkamer 31 aanwezig, welke op nog te beschrijven wijze in verbinding staat met een uitwisselbaar vloeistofreservoir 32 20 (Fig. 2) met contrastvloeistof. In de naaldendrager 23 is verder een verzameling in matrixvorm opgestelde rechte naalden 33 aanwezig, welke in de lengterichting volgens de pijl C in Fig. 4a beweegbaar zijn tussen een in Fig. 4a weergegeven onwerkzame stand en een in 25 Fig. 4C weergegeven werkzame stand. Elke naald 33 omvat een staafvormig einddeel 34 dat zich in de stand volgens Fig. 4a door een opening in de aanslagplaat 22 tot op enige afstand boven de plaat 22 uitstrekt. Het einddeel 34 sluit aan op een cylindrisch, hol centraal deel 35 30 met een grotere diameter dan het einddeel 34, welk centraal deel met schouders 35a en 35b gepositioneerd ligt tussen de aanslagplaat 22 en de drukplaat 30 in de hoofddelen 24 en 25· Onder de schouder 35b sluit het centraal deel 35 aan op een hol naalddeel 36, dat zich 35 door openingen 30a en 26a in de drukplaat 30 en de voetplaat 26 uitstrekt. In de onwerkzame stand van de naald 33 volgens Fig. 4 ligt het afgeschuinde vrije einde van het naalddeel 36, in welk einde een uitlaatopening 8602835 ( TT-5 10 van de naald 33 aanwezig is, juist binnen de opening 26a.

Het centraal deel 33 strekt zich door de vloeistofkamer 31 uit. Boven de vloeistofkamer 31 is een afsluitplaat 37 aanwezig, welke de naald 33 omringt 5 ter verhindering van het weglekken van contrastvloeistof. Op niet weergegeven wijze is ook een afsluitplaat aan de onderzijde van de vloeistofkamer 31 aanwezig. Het centraal deel 35 is boven de afsluitplaat 37 voorzien van een inlaatopening 35c. Door de opstelling weerge-10 geven in Fig. 4a kan de vloeistof niet vanuit de vloeistofkamer 31 in de naald 32 stromen en derhalve niet ontsnappen. Teneinde op nog nader te beschrijven wijze een geleiding voor de vrije einden van de einddelen 34 te verschaffen is in de bek 16 onder de uitsparing 15 17 voor elke naald 33 een trechtervormig verlopende opening 38 aanwezig, welke uitmondt in de uitsparing 17 en bij een ingeschoven selectieëlement 18 kan aansluiten op een kanaal 19 in het element. Aldus zijn in de weergegeven uitvoering bij wijze van voorbeeld in het totaal 20 zestig naalden 33 aanwezig, welke in een viertal 3x5 matrixverzamelingen opgesteld zijn en waarmee vier merktekens gelijktijdig in een object aangebracht kunnen worden.

Onder de voetplaat 26 is een onderbek 39 25 als deel van de behuizing 2 aanwezig, waarbij in de situatie weergegeven in Fig. 4a de afstand tussen de onderbek 39 en de voetplaat 26 voldoende is om het object te kunnen aanbrengen. Opgemerkt wordt, dat op niet weergegeven wijze de afstand tussen de voetplaat 30 26 en de onderbek 39 instelbaar kan zijn.

De vloeistofkamer 31 is buiten de naaldendrager 23 aangesloten op een slang 40 (Fig. 2), welke aansluit op een koppelstuk 41, waarin een terugslagklep aanwezig is, die verhindert, dat vloeistof uit de kamer 35 31 kan terugstromen naar het met het koppelstuk 31 verbonden reservoir 32. Het reservoir 32 is als een cylindrisch, langwerpig patroon uitgevoerd en is met het andere einde verbonden met een koppelstuk 42. In de 8602835 » TT-5 11 onderzijde van de behuizing 2 is een scharnierbare klep 43 aanwezig (zie ook Fig. 1), waardoor het mogelijk is het reservoir 32 te verwisselen. Binnen de behuizing is een drukveer 44 aanwezig, welke via het koppelstuk 5 4l het reservoir drukt in de richting van het koppelstuk 42 en daarmee zowel een goede positionering van het reservoir in het bedieningsorgaan, als ook een goede vloeistofdichte aansluiting van de koppelstukken 41 en 42 op het reservoir verzekert. Voor het verwisselen 10 behoeft men het reservoir slechts na openen van de klep 43 tegen de druk van de veer 44 in volgens de pijl D naar links te bewegen en los te maken van de koppelstukken 41 en 42.

Het reservoir 32 bevat een zuiger 32a, welke 15 met het reservoir tweede drukmiddelen van het bedienings-orgaan vormt en druk op de vloeistof in het reservoir 32 en daarmee in de vloeistofkamer 31 uitoefent. Ook in het koppelstuk 42 is een terugslagklep aanwezig, welke een fluidum, zoals lucht, die onder druk rechts van de 2° zuiger 32a in het reservoir 32 aanwezig is, opsluit en welke verzekert dat de druk van de zuiger 32a op de vloeistof behouden blijft.

Het koppelstuk 42 is via een leiding 43 aangesloten op een pompinrichting 46, aanwezig nabij de.T 25 bovenzijde van de behuizing 2. De pompinrichting 46 omvat een cylinder 47 en een daarin aanwezige zuiger 48 en vormt derde drukmiddelen van het bedieningsorgaan 1. De zuiger 48 is verbonden met een pompstang 49, welke met het kogelvormige vrije einde 49a glijden kan langs een 30 rand van het bekrachtigingsorgaan 8 van de hefboom 4 en wel zodanig dat tijdens de door de veer 6 ondersteunde teruggaande zwenking van de hefboom 4 volgens de pijl A in Fig. 2 de pompstang 49 bewogen wordt volgens de pijl E, hetgeen druk op de zuiger 32a oplevert.

35

De werking van de merkinrichting volgens de uitvinding is als volgt;

Alvorens een merkhandeling kan beginnen, wordt een viertal selectieëlementen 18, elk voorzien van een 8602835 TT-5 12 aan te brengen symbool, door de uitsparing 2a in de uitsparing 17 geschoven. Zoals reeds vermeld kan de inrichting alternatief geschikt zijn voor het inschuiven van een meervoudig selectieëlement, in welk geval 5 volstaan kan worden met het inschuiven van één selectie-element. Het bedieningsorgaan 1 is reeds voorzien van een reservoir 32, waarvan de zuiger 32a door het éénmaal bedienen van de hefboom 4 via de pompinrichting 46 bekrachtigd is, waarop de zuiger 32a de vloeistof onder 10 druk houdt. De merkinrichting is nu gelegen in de uitgangspositie, weergegeven in Fig. 1, 2 en 4a.

Nu kan het te merken object, bijvoorbeeld een te tatoeëren oor van een dier, geschoven worden in de ruimte tussen de voetplaat 26 en de onderbek 39· Zoals 15 reeds opgemerkt kan eventueel de afstand tussen deze delen afhankelijk van de dikte van het object worden ingesteld.

Vervolgens wordt de bedieningshefboom 4 met de hand gezwenkt tegengesteld aan de pijl A in Fig. 1, 20 hetgeen diverse deels gelijktijdig plaatsvindende gevolgen heeft.

De pal 9 drukt in de werkzame stand tegen de aanslagrand 12a en drukt tegen de kracht vein de veer 14 het drukelement 12 volgens de pijl C evenwijdig aan 25 de lengterichting van de naalden 33 in de richting van de onderbek 39· Hierdoor beweegt de bek 16 vanuit de uitgangsstand volgens Fig. 4A naar de eindstand volgens Fig. 4C. Een stand van de bek 16, waarin een aantal naalden 33 juist in het object steken, is in Fig. 4b weer-30 gegeven. De beweging van de bek 16 heeft tot gevolg dat direkt het object klem komt tussen de voetplaat 26 en de onderbek 39j waardoor het object tussen deze delen gefixeerd wordt. Een doorgaande beweging van de bek 16 levert op, dat aanvankelijk de naaldendrager 23 in het geheel een relatieve beweging maakt ten opzichte van de bek 16 tegen de druk van de veren 21 in, tot de vrije einden van einddelen 34 van een aantal naalden 33 via de 8602835 TT-5 13 openingen 38 oplopen tegen het gesloten oppervlak van het selectieëlement 18. Bij het voortduren van de beweging van de bek 16 beweegt aldus de naaldendrager 23 vanuit de eerste stand volgens Fig. 4A naar een tweede 5 stand volgens Fig. 4c, waarbij het oppervlak van de aanslagplaat 22 tegen de bek 16 drukt.

De koppeling van de einddelen 34 met het selec-tieëlement 18 heeft bij voortdurende druk van de bek 16 tot gevolg dat het geselecteerde aantal naalden volgens 10 de pijl C neerwaarts beweegt en in het object steekt.

In Fig. 4b en 4C is weergegeven hoe een naald 33 in de onwerkzame stand blijft, daar het einddeel 34 van deze naald steekt in een kanaal 19 van het selectieëlement

18. Het neerwaarts bewegen van de geselecteerde naalden 15 33 levert op, dat de drukplaat 30 volgens de pijl C

tegen de kracht van de veren 29 in neerwaarts wordt gedrukt .

Korte tijd voor het bereiken van de werkzame stand, nadat de naalden in het object zijn gebracht, 20 worden de inlaatopeningen 350 van de naalden 33 in de vloeistofkamer 31 bewogen, waardoor de contrastvloeistof in de naalden stromen kan in de richting van de uitlaat-openingen. Dit tijdstip van toevoer van vloeistof wordt bepaald door de hoogte van de vloeistofkamer 31· Dit 25 heeft tot gevolg dat bij het bereiken van de werkzame stand via de uitlaatopeningen de vloeistof in het object stroomt en het merkteken wordt aangebracht. Als gevolg van de vloeistofstroom en de luchtdruk is de zuiger 32a, gezien volgens Fig. 2, naar links bewogen (pijl D), deze 30 verplaatsing is bij voorkeur vanwege de dimensionering van de diverse onderdelen voldoende om een afgepaste hoeveelheid vloeistof voor êên merkhandeling naar de naalden toe te voeren. Na het voltooien van het voorgaande komt bij voortdurende zwenking van de hefboom 4 oc de pal 9 vrij van het drukelement T2. Dit heeft tot gevolg dat de veren 14, ondersteund door de veren 21 het drukelement 12 en daarmee de bek 16 tegen de pijl C terugbewegen. Het gevolg hiervan is dat nu de drukplaat 30 8602835 ττ-5 14 kan terugbewegen onder invloed van de kracht van de veren 29, hetgeen een gelijkmatig, rechtlijnig verlopend terugbewegen van het geselecteerde aantal naalden 33 naar de onwerkzame stand volgens Fig. 4A oplevert. Tijdens 5 deze beweging worden de inlaatopeningen 35C gelijktijdig opnieuw afgesloten, waardoor de vloeistofkamer 31 nu ook afgesloten is. Vanwege capilaire werking in de holle naalden blijft de vloeistof in de naalden, zodat geen verontreiniging via de uitlaatopeningen in de naalden 10 kan binnendringen en bij een volgende merkhandeling de vloeistofstroom naar de uitlaatopeningen direkt kan starten. Aldus neemt uiteindelijk de naaldendrager opnieuw de eerste stand volgens Fig. 4A in.

Na het bereiken van de bekrachtigde stand, 15 wordt de hefboom 4 door de veer 6 terugbewogen naar de uitgangsstand. Deze beweging is mogelijk daar de pal 9 kan scharnieren en daardoor het drukelement 12 kan passeren. De diverse voor het bedienen van belang zijnde tijdstippen zijn herkenbaar door klikgeluiden, veroor-20 zaakt door de pal 9· Het terugbewegen heeft op de reeds beschreven wijze een bekrachtiging van de pompinrichting 46 opgeleverd, waardoor weer voldoende druk op de zuiger 32a en dus op de vloeistofkamer 31 aanwezig is voor een volgende merkhandeling. Direkt na het bereiken van 25 de uitgangsstand van de hefboom 4 is de inrichting gereed voor het aanbrengen van een merk bij een volgend object. Zonodig kan hierbij een ander selectieëlement worden ingeschoven, indien een ander merkteken gewenst is.

30 Een voordeel bij de merkinrichting volgens de uitvinding is de toepassing van een uitwisselbaar selectieëlement, dat goedkoop uitvoerbaar is en aan geen hoge tolerantie-eisen onderworpen is. Een ander voordeel is de in een aantal fasen verlopende merkcyclus, namelijk 35 de fixatiefase, waarin het object geklemd wordt, de pene-tratiefase, waarin de naalden in het object dringen, de vloeistoftoevoerfase, waarin vloeistof via de naalden in het object dringt, de fase van het terugtrekken van de 8602835 TT-5 15 naalden uit het object en de fase van drukopbouw, op de vloeistof voor een volgende merkhandeling. Verder is de gemakkelijke uitwisselbaarheid van het reservoir 32 gunstig) zodat zo min mogelijk tijd verloren behoeft 5 te gaan, indien na een aantal merkhandelingen het reservoir leeg geraakt is. De gescheiden functies vein de drie delen 3^» 35 en 36 van elke naald 33 en de toepassing van de drukplaat 30 leveren het voordeel van een eenvoudige samenstelling van de naaldendrager 23 op, en 10 bieden tevens de mogelijkheid van het toepassen van relatief dunne, naalden, hetgeen van voordeel is voor het aanbrengen van een relatief klein of fijnmazig symbool en tevens voor een gemakkelijke penetratie van de naald ' in het object.

15 20 25 30 35 8602835

Claims (13)

1. Merkinrichting omvattende: - een naaldendrager (23) met een verzameling in matrix-vorm opgestelde holle naalden (33), welke in de lengterichting beweegbaar zijn tussen een werkzame en een 5 onwerkzame stand en elk een inlaat- en een uitlaat- opening bezitten, - een uitwisselbaar reservoir (32) met contrastvloeistof dat-, indien de respectieve naalden (33) de werkzame stand innemen, via de inlaatopeningen (35c) met de 10 holtes in deze naalden (33) in verbinding staat, - een uitwisselbaar selectieëlement (18) dat in afhankelijkheid van het aan te brengen symbool koppelbaar is met een aantal naalden (33) van de verzameling, - een bedieningsorgaan (1) dat samenwerkt met de naalden- 15 drager (23)> het selectieëlement (18) en het reservoir (32) en dat drukmiddelen omvat waarvan - eerste drukmiddelen (12) bij bekrachtiging middels het selectieëlement (18) genoemd aantal naalden (33) naar de werkzame stand bewegen en met de vrije einden 20 in het te merken object drukken en - tweede drukmiddelen (32a) druk uitoefenen op de vloeistof in het reservoir (32) en de vloeistof door de holtes via de uitlaatopeningen van genoemd aantal naalden(33) in het object persen, 25 met het kenmerk, dat - de naaldendrager (23) een vloeistofkamer (31) bevat die in verbinding staat met het reservoir (32), - de inlaatopeningen (35c) van de naalden (33) in de onwerkzame stand ten opzichte van de vloeistofkamer 30 (31) afgesloten zijn, terwijl bij het middels het selectieëlement (18) naar de werkzame stand bewegen van genoemd aantal naalden(33) de inlaatopeningen (35c) van deze naalden (33) ten opzichte van de vloeistofkamer (31) geopend worden.

2. Merkinrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste drukmiddelen een met de naaldendrager (23) samenwerkend drukelement (12) omvatten om genoemd aantal naalden (33) middels het selectieëlement (18) naar de 8602835 ττ-5 17 werkzame stand te bewegen en in het object te drukken, met het kenmerk, dat de naaldendrager (23) met de naalden (33) ten opzichte van het drukelement (12) in de lengterichting van de naalden (33) tussen een eerste 5 en een tweede stand beweegbaar is, ten gevolge van welke beweging een koppeling respectievelijk een ontkoppeling tussen einddelen (34) van genoemd aantal naalden (33) en het selectieëlement (18) optreedt.

3· Merkinrichting volgens conclusie 2, waarbij 10 de naaldendrager (23) een voetplaat (26) bezit met openingen (26a), waardoor de vrije einden van de naalden (33) beweegbaar zijn, met het kenmerk, dat bij bekrachtiging van het drukelement (12) de naaldendrager (23) ten opzichte van het drukelement (12) tegen veer-15 kracht vanuit de eerste naar de tweede stand beweegt, nadat de voetplaat (26) tegen het object gedrukt is, en dat de naaldendrager (23) een drukplaat (30) bezit, die na koppeling van naalden (33) en selectieëlement (18) door genoemd aantal naalden (33) tijdens het bewegen 20 naar de werkzame stand tegen veerkracht in de richting van de voetplaat (26) gedrukt wordt.

4. Merkinrichting volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat de drukplaat (30) na een beëindigen van de bekrachtiging van het drukelement (12) onder veerkracht ^ van de voetplaat (26) af beweegt en daarbij genoemd aantal naalden (33) gezamelijk terugbeweegt naar de onwerkzame stand.

5. Merkinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de drukplaat (30) de naalden (33) in de 30 onwerkzame stand tegen een aanslagplaat (22) van de naaldendrager drukt, welke aanslagplaat (22) de naaldendrager (23) in de eerste en in de tweede stand ten opzichte van het drukelement (12) positioneert.

6. Merkinrichting volgens conclusie 5, met het ΛΓ kenmerk, dat elke naald (33) een massief einddeel (34), een hol centraal deel (35)» voorzien van de inlaatopening (35c) en een hol naalddeel (36), voorzien van de uitlaat-opening bevat, waarbij het centraal deel (35) ten opzichte 8602835 TT-5 18 van de beide andere delen een grotere diameter bezit en in de onwerkzame stand van de naald (33) tussen de aanslagplaat (22) en de drukplaat (30) ligt.

7· Merkinrichting volgens conclusie 6 , met het 5 kenmerk dat de vloeistofkamer (31) in de naaldendrager (23) tussen de drukplaat (30) en de aanslagplaat (22) aanwezig is, de naalden (33) met het centraal deel (35) zich door de vloeistofkamer (31) uitstrekken en zich in de werkzame stand met de inlaatopeningen (35c) in de 10 vloeistofkamer (31 ) bevinden.

8. Merkinrichting volgens één der conclusies 2-7, waarbij het bedieningsorgaan (1) een bedieningshefboom (4) omvat, met het kenmerk, dat de hefboom (4) nabij een uiteinde een scharnierbare pal (9) draagt, die met 15 de hefboom (4) deel uitmaakt van de eerste drukmiddelen, welke pal (9) bij bekrachtiging vanuit een werkzame stand een kracht uitoefent op het drukelement (12)^ tijdens een gezamelijke verzwenking met. de hefboom (4) scharniert naar een onwerkzame stand en in een uitgangs-20 stand van de hefboom (4) onder veerkracht naar de werkzame stand terugscharniert.

9· Merkinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan (1) is voorzien van derde drukmiddelen, omvattende een pompinrichting (46), 25 welke tijdens verzwenking van de hefboom (4) bekrachtigd wordt en druk uitoefent op een zuiger (32a), aanwezig in het reservoir (32), welke zuiger deel uitmaakt van de tweede drukmiddelen en de vloeistof in het reservoir (32) en in de vloeistofkamer (31) voortdurend onder druk 30 houdt.

10. Merkinrichting volgens conclusie 9> met het kenmerk, dat het reservoir (32) als een langwerpig patroon is uitgevoerd, die met behulp van een drukveer (44) in het bedieningsorgaan (1) gepositioneerd ligt en Oc nabij een eerste einde via een terugslagklep met de pompinrichting (46) en nabij een tweede einde via een terugslagklep met de vloeistofkamer (31) verbonden is.

11. Bedieningsorgaan (1) toepasbaar bij de merkin- 8602835 TT-3 19 richting volgens conclusie 1.

12, Uitwisselbaar reservoir (32\ / toepasbaar bij de merkinrichting volgens conclusie 1.

13· Uitwisselbaar selectieëlement (18) toepasbaar 5 bij de merkinrichting volgens conclusie 1. 10 15 20 25 30 35 8602835