NL8601710A - FIREARMS WITH LIQUID PROPELLER. - Google Patents

Description

Vuurwapen met vloeibaar voortstuwmiddelFirearm with liquid propellant

De uitvinding heeft betrekking op vuurwapens met vloeibaar voortstuwmiddel onder gebruikmaking van een differentieelzuiger cm een voortgaande of regeneratieve inspuiting van voortstuwmiddel in de verbran-dingskamer te verkrijgen.The present invention relates to liquid propellant firearms using a differential piston to provide continued or regenerative propellant injection into the combustion chamber.

• De uitvinding is een verbetering van de uitvinding neergelegd in de Amerikaanse octrooiaanvrage 840.074 van 6 oktober 1977, die een dergelijk vuurwapensysteem weergeeft met een ringvormige differentieelzuiger, die voor telescopische beweging ten opzichte van een ringvormige stuur-klep en ten opzichte van de kamer van de afvuurloop wordt ondersteund.The invention is an improvement of the invention laid down in U.S. Patent Application No. 840,074 of October 6, 1977, which shows such a firearm system with an annular differential piston, which is for telescopic movement relative to an annular pilot valve and relative to the chamber of the firing barrel is supported.

De uitvinding is verder een verbetering van de uitvinding neergelegd in de Amerikaanse octrooiaanvrage 178.254 van 7 augustus 1980, waarbij in een vuurwapen voor vloeibaar voortstuwmiddel met een ringvormige zuiger en een ringvormige stuurklep een terugslagklep is aangebracht om toe te staan dat vloeibaar voortstuwniddel onder betrekkelijk lage druk van het toevoersysteem tot in de verbrandingskamer stroomt en on de stoot van de druk, opgewekt in de verbrandingskamer, te verhinderen om terug te werken tot in het toevoersysteem. Naar die twee aanvragen wordt verder verwezen voor details, die in deze aanvrage niet in detail beschreven zullen worden.The invention is further an improvement of the invention set forth in U.S. Patent Application 178,254 of August 7, 1980, wherein a liquid propellant firearm having an annular piston and an annular pilot valve is provided with a check valve to allow liquid propellant under relatively low pressure. flows from the feed system to the combustion chamber and prevents the surge of pressure generated in the combustion chamber from working back into the feed system. Those two applications are further referred to for details, which will not be described in detail in this application.

De uitvinding beoogt in de eerste plaats om het inspuitmechanisme voor zulk een vuurwapensysteem met ringvormige zuiger en ringvormige stuurklep te vereenvoudigen.The object of the invention is primarily to simplify the injection mechanism for such a firearm system with an annular piston and an annular control valve.

Daartoe wordt volgens de uitvinding in zulk een vuurwapensysteem een inspuitmechanisme voor het inspuiten onder twee verschillende hoeken verschaft om zowel in de loep als in de kamer in te spuiten onder gebruikmaking van een enkele stuurklep voor de inspuiting. Een flexibele lip aan het projectiel wordt gebruikt in samenhang met dit tweehoeks-injectiemechanisme cm positief een terugstroming van voortstuwmiddel door het injectiemechanisme tijdens de ontstekingsfase van de afvuurcy-clus te elimineren.To this end, according to the invention, in such a firearm system, an injection mechanism for injecting at two different angles is provided for injecting into the loupe as well as into the chamber using a single injection control valve. A flexible lip on the projectile is used in conjunction with this bi-directional injection mechanism to positively reverse propellant flow by eliminating the injection mechanism during the firing cycle ignition phase.

Deze en andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijker blijken uit de volgende beschrijving van de uitvinding aan de hand van bijgaande tekening. Deze geeft een langsdoorsnede van het belangrijkste deel van een vuurwapensysteem volgens de uitvinding. De bovenste helft van deze doorsnede geeft de situatie weer tijdens het vullen met vloeibaar voortstuwmiddel, terwijl de onderste helft de situatie na het vullen en tijdens het afvuren weergeeft.These and other features and advantages of the invention will become more apparent from the following description of the invention with reference to the accompanying drawing. This gives a longitudinal section of the main part of a firearm system according to the invention. The top half of this section shows the situation during filling with liquid propellant, while the bottom half shows the situation after filling and during firing.

Het vuurwapensysteem omvat een loep 8, bevestigd in een huis 10. De loop heeft inwendig een boring met gebruikelijke trekken en velden 20, een projeetielopneemkamer 22 met een tussengelegen persconus 23 en een cilindrisch oppervlak 24. Ammunitie in de vorm van een projectiel 25 met een afvuurband 26, die een naar achter en naar buiten uitstekende vervormbare lip 26a heeft, is door een breekbare van schroefdraad voorziene buis 27 verbonden met een huisvormige stenp 28, omvattende een ontste-kingslading 29 en een aanvuurlading 30. Het projectiel wordt in het vuurwapen gebracht, opgesloten en uitgetrokken door een gebruikelijke grendel 32 of, in een vuurwapen van groot kaliber, door een sluitstuk. De aanjager heeft een aantal gasuittree-openingen 31 voor de aanvuurlading, die ontsteken wordt door de ontstékingslading 29 via een boring 33.The firearms system includes a magnifier 8 mounted in a housing 10. The barrel internally has a bore with conventional traits and fields 20, a projetile receiving chamber 22 with an intermediate press cone 23 and a cylindrical surface 24. Ammunition in the form of a projectile 25 having a firing tape 26, which has a rearwardly and outwardly projecting deformable lip 26a, is connected by a frangible threaded tube 27 to a casing punch 28, comprising a detonation charge 29 and a firing charge 30. The projectile is introduced into the firearm , locked and extended by a conventional bolt 32 or, in a large-caliber firearm, by a breech. The blower has a number of gas discharge openings 31 for the charge charge, which is ignited by the ignition charge 29 via a bore 33.

De loop en het huis 10 ontgeven een in hoofdzaak holle cilindrische ruimte 34, waarin telescopisch een in hoofdzaak holle cilindrische afsluiter 36 en een in hoofdzaak holle cilindrische zuiger 38 zijn aangebracht. De afsluiter 36 omvat een voorste ringvormig gedeelte 40 met een binnenwandoppervlak 42, dat een ringvormige spleet of doortocht 44 verschaft nabij het buitenwandoppervlak 46 van de loop. Het ringvormige deel 40 vormt één geheel met een tussengelegen buisvormig deel 52, dat een binnenwandoppervlak 54 heeft, dat een ringvormige ruimte 56 nabij het buitenwandoppervlak 46 verschaft, en een buitenwandoppervlak 58, dat een ringvormige holte 60 verschaft nabij het binnenwandoppervlak 50 van het huis. Het tussengelegen deel 52 vormt één geheel met een achterwaarts ringvormig deel 62, dat een binnenwandoppervlak 64 heeft, geleid door het buitenwandoppervlak 66 van de loep en in hoofdzaak ten opzichte daarvan afgedicht, een dwarsachteroppervlak 68, een dwarsvooroppervlak 70, een inwendige ringvormige holte 72, een aantal langsboringen of -doortochten 74, die zich uitstrekken tussen de oppervlakken 68 en 70, en een ringafdichting 76, aangebracht in een ringvormige groef in het buitenwandoppervlak 58. Een aantal langsboringen 77 verschaft doortochten tussen de holte 56 en de holte 72 wanneer de afsluiter 36 ten opzichte van zijn voorste stand meer naar achter staat. Twee staven 78 zijn met hun achtereinden bevestigd aan het voorste ringvormige deel 40 en lopen door boringen in het huis. De staven worden elk achterwaarts gedrukt door een bijbehorende schroefvormige drukveer 210, opgesloten tussen een dwarspen op de staaf en een plug in het huis. Elke staaf kan een eigen afdichting hebben als weergegeven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 840.074, en heeft een pal- of klinkmechanisme cm achterwaartse beweging van de afsluiter voorbij de stand, weergegeven in het bovenste deel van fig. 1, uit te sluiten.The barrel and housing 10 deflect a substantially hollow cylindrical space 34 in which a substantially hollow cylindrical valve 36 and a substantially hollow cylindrical piston 38 are telescopically disposed. The valve 36 includes a front annular portion 40 with an inner wall surface 42, which provides an annular slit or passage 44 near the outer wall surface 46 of the barrel. The annular portion 40 is integral with an intermediate tubular portion 52, which has an inner wall surface 54, which provides an annular space 56 near the outer wall surface 46, and an outer wall surface 58, which provides an annular cavity 60 near the inner wall surface 50 of the housing. The intermediate portion 52 is integral with a rearwardly annular portion 62 having an inner wall surface 64 guided through the outer wall surface 66 of the magnifier and sealed substantially relative thereto, a transverse rear surface 68, a transverse front surface 70, an internal annular cavity 72, a plurality of longitudinal bores or passages 74 extending between the surfaces 68 and 70 and a ring seal 76 disposed in an annular groove in the outer wall surface 58. A plurality of longitudinal bores 77 provide passageways between the cavity 56 and the cavity 72 when the valve 36 is further back from its forward position. Two rods 78 are attached to the front annular portion 40 with their rear ends and pass through bores in the housing. The rods are each pushed backward by an associated helical compression spring 210 sandwiched between a cross pin on the rod and a plug in the housing. Each rod may have its own seal as shown in U.S. Patent Application No. 840,074, and has a ratchet or latch mechanism to preclude backward movement of the valve beyond the position shown in the top portion of Figure 1.

De zuiger 38 heeft een voorste ringvormig deel 90 met een binnen-wandoppervlak 92, geleid op het oppervlak 58 van de afsluiter, en een buitenwandoppervlak 94 op afstand van het oppervlak 50 van het huis. Het ringvormige deel 90 is één geheel met een tussengelegen buisvormig deel 96, dat een binnenoppervlak 92 heeft, rustend tegen de ringafdichting 76 in de afsluiter, en een buitenoppervlak 100, rustend tegen een paar ringafdichtingen 102a en 102b, aangebracht in een paar ringvormige groeven in het binnenoppervlak 104 van het huis. Het tussengelegen deel 96 vormt één geheel met een achterste ringvormig deel 106, waarop een ringafdichting 108 is gemonteerd, die een apart afdichtorgaan kan vormen of omvatten zoals getekend of eenvoudig gevormd kan worden door een nauwe speling, en deze wordt aangedrukt om geleid te worden op en af te dichten ten opzichte van het achterste deel 66a van het buitenoppervlak 66 van de loop. Het zal duidelijk zijn dat het effektieve dwarsdoorsnede-oppervlak van het voorste oppervlak 114 van het achterste ringvormige deel 106 kleiner is dan het effektieve dwarsdoorsnedeoppervlak van het achterste oppervlak 112, waardoor de zuigerbus 38 als een differentieel-zuiger kan werken.The piston 38 has a front annular portion 90 with an inner wall surface 92 guided on the surface 58 of the valve, and an outer wall surface 94 spaced from the surface 50 of the housing. The annular portion 90 is integral with an intermediate tubular portion 96, which has an inner surface 92 resting against the ring seal 76 in the valve, and an outer surface 100 resting against a pair of ring seals 102a and 102b arranged in a pair of annular grooves in the interior surface 104 of the housing. Intermediate portion 96 is integral with a rear annular portion 106 on which is mounted a ring seal 108 which may form or include a separate sealing member as drawn or simply formed by narrow clearance and is pressed to be guided on and sealing with respect to the rear portion 66a of the outer surface 66 of the barrel. It will be appreciated that the effective cross-sectional area of the front surface 114 of the rear annular portion 106 is smaller than the effective cross-sectional area of the rear surface 112, allowing the piston sleeve 38 to act as a differential piston.

De loop 8, de afsluiter 36 en de zuiger 38 kunnen afhankelijk van hun onderlinge standen beschouwd worden als het tezamen vormen en begrenzen van een vulholte 56 voor vloeibaar voortstuwmiddel, een afslui-terholte 72, een pompholte 118 en een verbrandingsholte 120. De loop 8 heeft een eerste stel boringen 126, aangebracht in een ringvormige krans en onder een hoek achterwaarts ten opzichte van het oppervlak 66 in de pompkamer 118 naar het oppervlak 24 in de projectielkamer 22. De loop 8 heeft een tweede stel boringen 128, aangebracht in een ringvormige krans en naar voren onder een hoek staande ten opzichte van het oppervlak 66 in de pompkamer 118 naar boring 20. De boringen 126 en 128 zijn hier weergegeven als onder een hoek van 45° te staan.The barrel 8, the valve 36 and the piston 38 can be considered, depending on their mutual positions, to form together and define a filling cavity 56 for liquid propellant, a valve cavity 72, a pump cavity 118 and a combustion cavity 120. The barrel 8 has a first set of bores 126 arranged in an annular crown and angled rearwardly from the surface 66 in the pump chamber 118 to the surface 24 in the projectile chamber 22. The barrel 8 has a second set of bores 128 arranged in an annular wreath and angled forward relative to the surface 66 in the pump chamber 118 to bore 20. The bores 126 and 128 are shown here as 45 °.

Een toevoer 151 voor het toevoeren van vloeibaar voortstuwmiddel onder druk is gekoppeld met een door een nok bestuurde afsluiter 152, die gekoppeld is met een inlaat in het huis, die voert naar een ringvormige doortocht 154 in het huis, vanwaar een aantal radiale boringen 156 voert naar en door het voorste deel van het oppervlak 50. Een radiale boring 158 voert door en van het oppervlak 50 achterwaarts van de ring 90 van de zuiger naar een ontlastopening.A supply 151 for supplying liquid propellant under pressure is coupled to a cam-controlled valve 152, which is coupled to an inlet in the housing, which leads to an annular passage 154 in the housing, from which a number of radial bores 156 lead to and through the front portion of the surface 50. A radial bore 158 passes through and from the surface 50 rearwardly from the ring 90 of the piston to a relief opening.

Twee staven 170 en 172 zijn met hun achtereinden bevestigd aan het voorste ringvormige deel 90 van de zuiger 38 en lopen door boringen met afdichtingen in het huis. De vooreinden van de staven eindigen in een verdikt gedeelte. Een trommelnok zoals weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.763.739, heeft een schroeflijnvormige leibaan, waarin een kamvolgorgaan ligt, dat een arm heeft die eindigt in een staafvolg-orgaan. De staven zijn vrij on voorwaarts te bewegen vrij van het volg-orgaan, maar worden verhinderd in hun achterwaartse beweging door de > nokleibaan via de volgorganen. De nokleibaan is ook in staat om de staven naar voren te trekken via de volgorganen, alles zoals weergegeven in de Amerikaanse aanvrage 840.074.Two rods 170 and 172 are affixed with their rear ends to the front annular portion 90 of the piston 38 and pass through bores with seals in the housing. The front ends of the bars end in a thickened section. A drum cam, as shown in U.S. Pat. No. 3,763,739, has a helical guideway in which is a cam follower having an arm terminating in a rod follower. The bars are free to move forward free of the follower, but are prevented from moving backward through the cam track through the followers. The cam track is also capable of pulling the rods forward through the followers, all as shown in U.S. Application No. 840,074.

De loep 8 heeft een verwijd gedeelte 200 met een buitenoppervlak 201, dat beweegt op en dient om af te dichten tegen het binnenoppervlak 54 van de afsluiter 36. Een aantal in hoofdzaak in langsrichting gerichte boringen 77 is in een ringvormige krans aangebracht door het verwijde deel cm te dienen als doortochten van de ringvormige vulholte 56 naar de afsluiterholte 72. Het stel langsboringen 74 dient als doortochten uit de afsluiterholte 72 naar de pcmpholte 118.The magnifying glass 8 has a widened portion 200 with an outer surface 201 that moves on and serves to seal against the inner surface 54 of the valve 36. A plurality of substantially longitudinal bores 77 are arranged in an annular ring through the widened portion cm serve as passages from the annular fill cavity 56 to the valve cavity 72. The set of longitudinal bores 74 serve as passages from the valve cavity 72 to the cavity 118.

Een schotelveer 206 is aangebracht in de afsluiterholte 270 op de loop nabij de boringen 77 en wordt opgesloten door een opsluitring 208. De veer is normaal konisch in vorm en laat de stroming van vloeibaar voortstuwmiddel uit de vulholte 56 door de doortochten 77 om de veer 206 door de afsluiterholte 72 en door de doortochten 74 toe tot in de pcmpholte 118. Voor het afvuren wordt de differentieelafsluiter 36 in de stand gehouden, weergegeven in het bovenste deel van fig. 1, en wel door middel van uitwendige drukveren 210, gekoppeld met de staven 78, zodat het oppervlak 66 van de afsluiterkop 62 beide rijen boringen 126 en 128 afsluit en verhindert dat vloeibaar voortstuwmiddel uit de pcmpholte 118 tot in deze boringen stroomt. Bij het begin van het afvuren zal de vloeistofdruk in de pcmpholte 118 stijgen en deze druk zal worden meegedeeld aan de afsluiterholte 72. Deze druktoename op het achtervlak van de schotelveer 206 boven de druk op het voorvlak van de veer zal deze veer tot in een platte stand dringen tegen zijn inwendige veerkracht in om de doortochten 77 te sluiten, waardoor de vulholte 56 en het daarvoor liggende systeem geïsoleerd wordt van de ballistische mediumdrukken, die tijdens het afvuren worden opgewekt. Tijdens het afvuren zal, doordat het voorvlak 70 van de kop van de afsluiter 36 een kleiner dwarsdoorsne-deoppervlak heeft dan het achtervlak 68, het daardoor opgewekte drukverschil de afsluiter 36 geleidelijk voorwaarts drukken, tegen de werking van de veren 210, cm het volume van de afsluiter 172 geleidelijk te verkleinen tot praktisch nul en om geleidelijk de achterwaarts gerichte boringen 126 en de voorwaarts gerichte boring 128 vrij te geven.A cup spring 206 is disposed in the valve cavity 270 on the barrel near the bores 77 and is enclosed by a retaining ring 208. The spring is normally conical in shape and allows the flow of liquid propellant from the filling cavity 56 through the passages 77 about the spring 206 through the valve cavity 72 and through the passages 74 into the cavity 118. Before firing, the differential valve 36 is maintained in the position shown in the upper part of Fig. 1, by means of external compression springs 210 coupled to the bars 78 so that the surface 66 of the valve head 62 seals both rows of bores 126 and 128 and prevents liquid propellant from flowing out of the pump cavity 118 into these bores. At the start of firing, the fluid pressure in the pump cavity 118 will rise and this pressure will be communicated to the valve cavity 72. This increase in pressure on the rear face of the disc spring 206 above the pressure on the front face of the spring will flatten this spring into a flat position against its internal resilience to close the passages 77, isolating the fill cavity 56 and the prior system from the ballistic fluid pressures generated during firing. During firing, because the front surface 70 of the head of the valve 36 has a smaller cross-sectional area than the rear surface 68, the pressure difference generated thereby will gradually push the valve 36 forward, against the action of the springs 210 cm the volume of gradually reduce the valve 172 to practically zero and gradually release the backwardly facing bores 126 and the forwardly facing bore 128.

In het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het afvuren geïnitieerd door een mechanische slagpen in de grendel 32 van het vuurwa pen, stotend op de ontstekingslading 29 on hete gassen op te wekken en onder hoge druk door de doortocht 33 naar de aanvuurlading 30 te voeren, die op zijn beurt aldus wordt ontstoken en hete gassen onder druk ontwikkelt, die door de ontlastopeningen 31 tot in de verbrandingsholte 120 worden gevoerd. Dit gas onder druk zal op het achtervlak 112 van de kop van de zuiger 38 werken om deze voorwaarts te drukken, waardoor de druk in de pompholte 118 op het achtervlak 68 van de kop 62 van de afsluiter 36 en in de afsluiterholte 72 toeneemt. De schotel veer 206 sluit de doortochten 77 en de afsluiter 36 begint naar voren te bewegen. Wanneer dit geschiedt geeft deze afsluiter de boringen 126 vrij, waardoor vloeibaar voortstuwmiddel daar door tot in de ringvormige holte, begrensd door het projectiel, het oppervlak 24, de forceerconus 23 en de lip 26a van de afvuurband 26 kan stromen. De lip dicht de ringvormige holte af en blokkeert dus de terugdruk, ontwikkeld in de verbrandingsholte 120, tegen het binnentreden van deze ringvormige holte en het stroomopwaarts gelegen toevoersysteem voor vloeibaar voortstuwmiddel. Wanneer de druk in de pompholte 118 toeneemt wordt de lip 26a vervormd om vloeibaar voortstuwmiddel achterwaarts ten opzichte van het projectiel tot in de verbrandingsholte 120 te doen stromen. Daar het voorvlak 114 van de zui-gerkop een kleiner dwarsdoorsnedeoppervlak heeft dan het achtervlak 112 zal het opgewekte drukverschil de zuiger naar voren doen bewegen, waardoor de stroming van vloeibaar voortstuwmiddel door de boringen 126 wordt voortgezet. Bij een bepaalde gasdruk in de verbrandingskamer 120, bijvoorbeeld van 350 at, zal de breekbare buis 27 breken en het projectiel is dus vrij on voorwaarts in de loop van het vuurwapen te bewegen on daarmee ook de boringen 128 vrij te geven. Daar de afsluiterkop 62 deze boringen al heeft vrij gegeven is vloeibaar voortstuwmiddel nu vrij om uit de pompholte 118 door deze boringen naar voren te bewegen tot in de boring in de loop om een straal van vloeibaar voortstuwmiddel in de loop te brengen, dat dan verbrandt als gevolg van het contact met de hete verbrandingsgassen. Door deze gehele injectiefase wordt een gasstroming tot in die kamer verschaft door de achterste schuine qpeningen en een gasstroming tot in de boring wordt verschaft door de voorste schuine openingen.In the exemplary embodiment shown here, firing is initiated by generating a mechanical firing pin in the firearms latch 32 against the firing charge 29 to generate hot gases and passing it under high pressure through the passage 33 to the firing charge 30, which in turn, it is ignited and hot gases under pressure are generated, which are passed through the relief openings 31 into the combustion cavity 120. This pressurized gas will act on the back face 112 of the head of the piston 38 to push it forward, increasing the pressure in the pump cavity 118 on the back face 68 of the head 62 of the valve 36 and in the valve cavity 72. The cup spring 206 closes the passages 77 and the valve 36 begins to move forward. When this occurs, this valve releases the bores 126 through which liquid propellant can flow therethrough into the annular cavity bounded by the projectile, the surface 24, the forcing cone 23 and the lip 26a of the firing belt 26. The lip seals the annular cavity and thus blocks the back pressure developed in the combustion cavity 120 from entering this annular cavity and the upstream liquid propellant delivery system. As the pressure in the pump cavity 118 increases, the lip 26a is deformed to cause liquid propellant to flow backward from the projectile into the combustion cavity 120. Since the front face 114 of the piston head has a smaller cross-sectional area than the rear face 112, the pressure differential generated will cause the piston to move forward, thereby continuing the flow of liquid propellant through the bores 126. At a certain gas pressure in the combustion chamber 120, for example of 350 at, the frangible tube 27 will break and the projectile is thus free to move forward in the course of the firearm, thereby also releasing the bores 128. Since the valve head 62 has already released these bores, liquid propellant is now free to advance from the pump cavity 118 through these bores into the bore in the barrel to introduce a jet of liquid propellant, which then burns as due to contact with the hot combustion gases. Throughout this entire injection phase, a gas flow into that chamber is provided through the rear oblique openings and a gas flow into the bore is provided through the front oblique openings.

Dit kenmerk van het injecteren onder twee verschillende hoeken verspreidt en vermengt de afzonderlijke injectiestrcmen en vermijdt de opeenhoping van een onstabiele hoeveelheid onverbrand voortstuwmiddel.This feature of injecting at two different angles disperses and mixes the individual injection streams and avoids the accumulation of an unstable amount of unburned propellant.

In het geval het wapen ketst zullen zowel de differentieelafsluiter 36 als de schotelveerafsluiter in hun oorspronkelijke open standen blijven on toe te staan dat het vloeibare voortstuwmiddel in de pompholte 118 terugkeert naar de toevoerstroom 151 als gevolg van het voorwaarts bewegen van de differentieelzuiger via de staven 170 en 172.In case the weapon bounces, both the differential valve 36 and the poppet spring valve will remain in their original open positions to allow the liquid propellant in the pump cavity 118 to return to the feed flow 151 as a result of advancing the differential piston through the rods 170 and 172.

Claims (6)

1. Vuurwapensysteem met vloeibaar voortstuwmiddel, omvattende een huis (10) met een in lengterichting lopende eerste holte daarin, een vuurwapenloop (8) met een afvuurboring (20) met een kamer (22) voor het opnemen van een projectiel en een verbrandingskamer (120), aangebracht langs een lengteas, welke vuurwapenloop (8) binnen die eerste holte van het huis is aangebracht en met dat huis een tweede gesloten holte vormt, die een deel vormt van die eerste holte en in hoofdzaak ringvormig is en zich in langsrichting uitstrekt, welke holte coaxiaal is met de lengteas van de loop, met een busvormige afsluiter (36) van in hoofdzaak ringvormige, in lengterichting zich uitstrekkende vorm coaxiaal met de lengteas van die loop en aangebracht in die tweede holte, een zuigerbus (38) van in hoofdzaak ringvormige, zich in lengterichting uitstrékkende vorm coaxiaal met de lengteas van die loop en aangebracht in die tweede holte, welke zuigerbus en welke afsluiterbus zo geleid worden dat zij ten opzichte van elkander en van de vuurwapenloop kunnen bewegen, welke zuigerbus en afsluiterbus onderling een pompkamer (118) van variabel volume voor vloeibaar voortstuwmiddel begrenzen, waarbij af sluitmiddelen (32) zijn aangebracht voor het sluiten van het achtereinde van die opneemka-mer voor het projectiel, toevoermiddelen (151) voor het toevoeren van vloeibaar voortstuwmiddel onder druk en eerste en tweede leidingmiddelen (126 en 128) voor het verbinden van die pompkamer (118) met die opneern-kamer (22) voor het projectiel, waarbij aanvullende afsluitermiddelen (26a) op een in de loop aan te brengen projectiel zijn aangebracht, zo gevormd dat zij onder betrekkelijk lage druk verhinderen dat vloeibaar voortstuwmiddel uit die opneemkamer voor het projectiel stroomt tot in die verbrandingskamer en die onder betrekkelijk hoge druk mogelijk maken dat vloeibaar voortstuwmiddel uit die opneemkamer (22) voor het projectiel tot in die verbrandingskamer (120) stroomt.A liquid propellant firearm system comprising a housing (10) with a longitudinally extending first cavity therein, a firearm barrel (8) with a firing bore (20) with a chamber (22) for receiving a projectile and a combustion chamber (120 mounted along a longitudinal axis, the firearm barrel (8) being disposed within said first cavity of the housing and forming with said housing a second closed cavity which forms part of said first cavity and is substantially annular and extends in the longitudinal direction, said cavity being coaxial with the longitudinal axis of the barrel, with a sleeve-shaped valve (36) of substantially annular, longitudinally extending shape coaxial with the longitudinal axis of said barrel and arranged in said second cavity, a piston sleeve (38) of substantially annular, longitudinally extending form coaxial with the longitudinal axis of that barrel and arranged in said second cavity, which piston sleeve and valve sleeve are guided so that they The piston sleeve and valve sleeve mutually define a variable volume pumping chamber (118) for liquid propellant, with sealing means (32) provided for closing the rear end of said projectile receiving chamber. supply means (151) for supplying liquid pressurized propellant and first and second line means (126 and 128) for connecting said pump chamber (118) to said projectile recording chamber (22), additional valve means (26a) are mounted on a projectile to be placed in the barrel, designed to prevent liquid propellant from flowing from that projectile receiving chamber into that combustion chamber under relatively low pressure and allowing relatively high pressure to allow liquid propellant to flow from that receiving chamber ( 22) for the projectile flows into that combustion chamber (120). 2. Vuurwapensysteem voor vloeibaar voortstuwmiddel, omvattende een huis, een vuurwapenloop, een ringvormige differentieelafsluiter, een ringvormige differentieelzuiger, een vulkamer, een pompkamer, een project ielopneemkamer en een verbrandingskamer, begrensd door dat huis, die loop, die afsluiter en die zuiger, met een projectiel aangebracht in die opneemkamer daarvoor en af sluitmiddelen, ten dele op dat projectiel aangebracht, die, wanneer zij onder betrekkelijk lage druk staan, de stroming van vloeibaar voortstuwmiddel uit die pornpkamer tot in die verbrandingskamer verhinderen, en die onder betrekkelijk hoge druk de stroming van vloeibaar voortstuwmiddel uit die pompkamer tot in die verbrandingskamer toelaten.2. Liquid propellant firearm system comprising a housing, a firearm barrel, an annular differential valve, an annular differential piston, a filling chamber, a pumping chamber, a projectile receiving chamber and a combustion chamber bounded by that housing, said barrel, said valve and said piston, with a projectile disposed in said receiving chamber therefor and occluding means, partially applied to said projectile, which, when under relatively low pressure, prevent the flow of liquid propellant from that porn chamber into that combustion chamber, and which under relatively high pressure prevent the flow of liquid propellant from that pump chamber into that combustion chamber. 3. Vuurwapensysteem volgens conclusie 2, waarbij die afsluitermid-delen een ringvormige afdichting omvatten/ die dat projectiel ten opzichte van de opneemkamer daarvoor afdichten bij een betrekkelijk lage druk en die openen bij een betrekkelijk hogere druk cm een ringvormige spleet te verschaffen tussen dat projectiel en de opneemkamer daarvoor.Firearm system according to claim 2, wherein said valve means comprise an annular seal / sealing said projectile to the receiving chamber therefor at a relatively low pressure and opening at a relatively higher pressure to provide an annular gap between said projectile and the recording room for that. 4. Patroon omvattende een patroonhuls, een projectiel/ een breekbaar element/ dat die huls en dat projectiel verbindt en een vervormbare afdichting/ aangebracht cm en bevestigd aan dat projectiel.4. Cartridge comprising a cartridge case, a projectile / a fragile element / connecting said sleeve and that projectile and a deformable seal / applied and attached to that projectile. 5. Patroon volgens conclusie 4, waarbij dat projectiel een afvuur-band heeft en die afdichting een vervormbare lip is, die uitsteekt uit die afvuurband.The cartridge of claim 4, wherein said projectile has a firing band and said seal is a deformable lip protruding from said firing band. 6. vuurwapen volgens conclusie 1, waarbij eerste leidingmiddelen (126) achterwaarts onder een hoek staan en tweede leidingmiddelen (128) voorwaarts onder een hoek staan.The firearm of claim 1, wherein first conduit means (126) are angled rearward and second conduit means (128) are angled forward.