NL8600652A - Werkwijze voor het snel-verspin-verstrekken van synthetische garens. - Google Patents

Werkwijze voor het snel-verspin-verstrekken van synthetische garens. Download PDF

Info

Publication number
NL8600652A
NL8600652A NL8600652A NL8600652A NL8600652A NL 8600652 A NL8600652 A NL 8600652A NL 8600652 A NL8600652 A NL 8600652A NL 8600652 A NL8600652 A NL 8600652A NL 8600652 A NL8600652 A NL 8600652A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
yarn
galettes
galette
thread
stretching
Prior art date
Application number
NL8600652A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Davy Mckee Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Davy Mckee Ag filed Critical Davy Mckee Ag
Publication of NL8600652A publication Critical patent/NL8600652A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D01NATURAL OR MAN-MADE THREADS OR FIBRES; SPINNING
    • D01DMECHANICAL METHODS OR APPARATUS IN THE MANUFACTURE OF ARTIFICIAL FILAMENTS, THREADS, FIBRES, BRISTLES OR RIBBONS
    • D01D5/00Formation of filaments, threads, or the like
    • D01D5/12Stretch-spinning methods
    • D01D5/16Stretch-spinning methods using rollers, or like mechanical devices, e.g. snubbing pins

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)
  • Artificial Filaments (AREA)

Description

%, -4 V.O.7499
Werkwijze voor het snel-verspin-verstrekken van synthetische garens.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van sterk geörienteerde en gekristalliseerde gladde garens uit polyester, polyamiden of polypropeen in een ééntrapswèrkwijze door direkt versterken, thermofixeren en relaxeren na het spinnen en voor het 5 opspoelen van de garens met hoge snelheden, waarbij galetten en draadomkeerelementen als spinafname (SI) en verstreksysteem (S2) toegepast worden, die ieder ten minste één met een motor aangedreven galet omvatten en die asparallel ten opzichte van elkaar aangebracht en in de diepte niet ten opzichte van elkaar verschoven 10 zijn, en waarbij de vervaardigde garens een eigenschappenprofiel bezitten dat ze universeel toepasbaar maakt in gladde garensverwerkingswerkwijzen.
De toepassing van een ééntrapswèrkwijze met hoge opspoelsnelheid, welke in het bereik > 4500 m/min ligt, betekent een snelspinnen van de 15 draden overeenkomstig een hoge spinafnamesnelheid van het systeem SI .
Het voorgaren voor intrede in dit spinafnamesysteem SI is in de ééntrapswèrkwijze niet direkt verkrijgbaar, maar moet op grond van de snelheidseis als voorgeorienteerd garen (POY) aangezien worden.
Het direkte verstrekken van dit voorgaren wordt verkregen door toe-20 passing van een snelheidsverhouding tussen de twee galettensystemen SI en S2, waarin steeds een aanhechtpunt van het garen voor de fixering van de verstrekking ligt. De snelheidsverhouding wordt zo hoog gekozen, dat een draadspanning in het gebied tussen SI en S2 bereikt wordt, die overeenkomt met de strekspanning en die duidelijk hoger is daiide draadspanning van het 25 voorgaren, voor intrede in het systeem SI.
Het direkt thermofixeren wordt bereikt door toepassing van ver-warmingsinrichtingen, waarbij het na het verstrekken sterk geörienteerde en gekristalliseerde garen blootgesteld wordt aan temperaturen die in hoofdzaak tot een struktuurstabilisering van het garen na het opspoelen 30 leiden en een krimp van het opgespoelde garen binnen de grens van É 1% veroorzaken.
Relaxeren heeft betrekking op de toepassing van een snelheidsverhouding van de snelheden van het opspoelaggregaat in betrekking op het systeem S2 van έ 1,0, waarbij de strekspanning tot een niveau direkt f. ~ :> « £ £ » -2- voor het opspoelaggregaat verminderd wordt, zodat bij toepassing van ont-warinrichtingen op deze plaats voldoend hoge knoopgetallen in het garen bereikt worden, respectievelijk dat een optimale spoelopbouw bij het opspoelen bereikt wordt.
5 De toepassing van asparallel ten opzichte van elkaar aangebrachte en in de diepte niet ten opzichte van elkaar verschoven galetten en draadomkeerelementen als spinafname (Si) en verstreksysteem (S2) sluit de meervoudige ontspanning van deze systemen door de garens uit.
Het volgens de ééntrapswerkwijze vervaardigde sterk georienteerde 10 en gekristalliseerde gladde garen moet in hoofdzaak aan dezelfde eisen voldoen als glad garen dat volgens conventionele tweetrapsprocessen vervaardigd werd.
Een dergelijke conventionele werkwijze omvat het spinnen van de draden met aansluitend opspoelen, een conditioneringsfase van deze ge-15 sponnen garens en het voorleggen van de spinspoelen op een strek-twijn machine, waarin het klare gladde garen door verstrekken en eventueel thermofixeren verkregen wordt en op kophulzen opgespoeld wordt. Dit garen wordt in werkwijzen voor de verdere verwerking toegepast, zoals tricotage, breien en weven, waarbij deze dienen te voldoen zowel aan door het ge-20 bruik van het eindprodukt bepaalde textielmechanische en thermische eigenschappen als stabiliteiten van het garen.
Eéntrapswerkwijzen voor het snel-verspin-verstrekken van synthetische garens zijn reeds uit de literatuur bekend.
Zo worden snel-verspin werkwijzen beschreven, die reeds bij het 25 verspinnen een verstrekken bewerkstelligen door toepassing van draadspan-ningen die overeenkomen met de strekspanning. Deze werkwijzen worden door slechts twee deelomspannen galetten gerealiseerd. Er is echter gebleken, dat deze garens in hun thermisch gedrag onvoldoende gestabiliseerd zijn. Bij werkwijzen voor de verdere verwerking onder spanning en temperatuur 30 worden aanzienlijke storingen vastgesteld. Verder hebben dergelijke garens een onvoldoende mechansiche stabiliteit tegen cyclische belasting en ontlasting. Dergelijke condities treden op in de werkwijzen voor de verdere verwerking. Bijzonder slecht brengen dergelijke garens het er af bij toepassing als inslagmateriaal in het weefproces. Naast storingen bij de 35 weefselvervaardiging, die tot kwaliteitsverminderingen leiden, vertoont echter ook de geweven stof zelf weeffouten, bepaald door irreversibele ·> ' r. ·> ,·'· ·* ; f*, Λ / \ ƒ ·\ζί -3- overmatige rek van het garen.
Deze mechanische instabiliteit werd ook bij nylongarens waargenomen, welke vervaardigd werden met de conventionele werkwijzen voor het verspinnen en verstrekken met meervoudige omspanning. Bij deze werkwijze 5 liet zich echter de verstrekverhouding niet voldoende hoog instellen om een voldoende hoge modulus in het garen te verkrijgen. Veeleer was de hoogte van de verstrekverhouding door het optreden van verstrekfouten, in het bijzonder draadbreuken en vervloekingen in het garen, beperkt.
De spin-verstrek werkwijze volgens het Amerikaanse octröoischrift 10 4.237.187 past twee gedeeltelijk omspannèn galetten toe, waarbij het ga ren reeds in het spinafkoelgebied verstrekt dientte Worden. Het snelheids-verschil tussen de galetten wordt op 0,5 tot 2% voorlopen beperkt. Volgens de conclusie ondergaat het op die wijze vervaardigde garen nog een rest-verstrekking in een aparte werkwijze van ten minste 1,3, teneinde op een 15 voldoende lage rek bij breuk van 45% te komen.Het volgens dit octrooi-schrift vervaardigde spingaren wordt door breukrekken van 45 tot 70% gekenmerkt, welke voor direkte verdere verwerking als "kops" vervangingsmateriaal droog zijn.
In het Duitse Auslegeschrift 2.204.535 wordt een traditionele 20 snel-spin-verstrekwerkwijze tussen galetten met bijlooprollen beschreven. Ter fixering van verstrek-en fixeerspanningen worden vier omspanningen van de draden om de galettensystemen aangegeven. Op grond van deze meervoudige omspanning zijn de galettensystemen noodzakelijkerwijze ten opzichte van elkaar versprongen en niet asparallel aangebracht.
25 In het Duitse Offenlegungsschrift 3.146.045 wordt in samenhang met een spin-verstrek werkwijze het nadeel van bijlooprollen ter verplaatsing van draden diepgaand besproken. De oplossing van de werkwijze leidde, betrokken op het inloopgalettenwerk tot een gedeeltelijk omspannen gelette. Met betrekking tot het afnamegalettensysteem wordt een meervoudige 30 omspanning met 2-5 draadomspanningen toegepast. De galettensystemen zijn dan noodzakelijkerwijs ten opzichte van elkaar verschoven en niet asparallel ten opzichte van elkaar aangebracht. De toepassing van maximaal een gedeeltelijke omspanning in het inloopgalettensysteembeperktdedraad-spanningsverhoudingen en daarmee de maximaal toe te passen verstrekver-35 houding, om een doorschieten van het verstrekpunt in dit systeem te vermijden. Verder vereist dit systeem een exacte constanthouding van de *. - - *» J _ *
* ΐ V
♦ -4- oppervlakteconditie van de galetten en een afstemming op de verhoudingen van verstrek tot spinspanning. Bij wijze van voorbeeld wordt de toepassing van een voor de draadgelijkmatigheid zo belangrijke prepareriftg in het blaasschachtgebied uitgesloten. Teneinde hoge spanningsverhoudingen 5 aan te houden moet een verchroomd galette-oppervlak toegepast worden, die echter wegens de neiging tot slijtage voor een zeker verloop van de produktie uit te sluiten is. Gebruikelijkerwijze worden op deze gronden met plasma beklede galetten toegepast, die dan noodzakelijkerwijs een lagere wrijvingscoëfficient bezitten en die de toe te passen spannings-10 · verhoudingen beperken.
Aan de uitvinding ligt derhalve het doel ten grondslag een economische werkwijze voor de .vervaardiging van sterk geörienteerde en gekristalliseerde garens uit polyester, polyamiden of polypropeen in een één-trapswerkwijze aan te geven, waarbij de garens een eigenschappenprofiel 15 dienen te bezitten welke ze universeel toepasbaar maakt in de verdere verwerkingswerkwijze voor gladde garens, en waarbij de vervaardigings-werkwijze een bijzonder voorzichtige behandeling van het garen mogelijk maakt, hetgeen een positief effekt heeft op de produktie aan volle spoelen en zuiverheid van de draad.
20 De oplossing van het gestelde doel verkrijgt men bij de in de aan hef beschreven werkwijze volgens de uitvinding daardoor, dat galetten en draadomkeerelementen van het spinafname (SI) en verstreksysteem (S2) asparallel ten opzichte van elkaar aangebracht zijn en in de diepte niet ten opzichte van elkaar verplaatst zijn en door de garens meandervormig 25 omspannen worden, waarbij de draadverplaatsing van systeem SI tot systeem S2 maximaal 0,15° bedraagt, dat de snelheidsverhogingen van de systemen SI en S2 zo hoog gekozen worden, dat een orienterende verstrekking plaats vindt met een strekspanning, die ten minste 40% hoger is dan de spinspanning voor intrede van de draden in.het systeem SI en meer als een 30 factor 3 hoger is dan de spanning na het systeem S2 en voor het opspoel-aggregaat, en dat ten minste één verwarmingsinrichting in respectievelijk tussen het systeem SI en het opspoelaggregaat aanwezig is, waarvan de afmetingen zo gekozen worden, dat de draadverblijftijd ten minste 4 msec, bedraagt, en die een temperatuur van ten minste 130°C bezit. Bij voor-35 keur bedraagt de omspanningshoek om iedere galette ten minste 90° en .**» Λ \ * 1
^ . * * ’ · V
* i -5- en Tnayrmaal 270°. Het aantal M respectievelijk N van de galetten respectievelijk omkeerelementen voor ieder van de systemen SI en S2 wordt 20 gekozen, dat de totale omspanningshoek 1ΡΠ 18Ö U (M) > — x 4,35 x ln FtTef en ü (N) >— x 4,35 x In F a π Va π va 5 en het totaat aantal van de galetten en omkeerelementen M + N g 10 bedraagt, waarbij F^s = de verhouding van draadspanningen in het verstrekveld F^CcN) tot die in het spinafnameveld Fg (cN) voor inloop in het systeem SI, 10 F = de verhouding van draadspanningen in het verstrekveld F^,(cN) tot die na systeem S2 en voor het opspoelaggregaat F^icN), ln = de natuurlijke logarithme op basis e .
Bij voorkeur bedragen de snelheidsverhoudingen: 15 tussen de galetten van het systeem SI: Rl = 1,0 tot 1,06 (Rl is 1 als SI slecht uit één galette bestaat) tussen de inloopgaletta van S2 en de uitloopgalette van SI: R2 = 1,06 tot 2,0 20 tussen de galetten van het systeem S2: R3 = 1,06 tot 0,92 (R3 is 1, als S2 slechts uit één galetté-bestaat) tussen het opspoelaggregaat bij opwikkelen van de draden op de spoel-25 lichamen en de uitloopgalette van S2: R4 = 1,0 tot 0,9.
De totale verstrekverhouding, welke men verkrijgt uit de afzonderlijke snelheidsverhoudingen, R = Rl x R2 x R3 x R4, ligt tussen R = 1,06 tot 1,84.
Bij voorkeur is de kookkrimp van het opgespoelde garen ten minste 30 1,5% absoluut lager dan die van een garen zonder temperatuurtoepassing, en is de modulus van het garen in het onderste deel van het spannings-rekdiagram vergelijkbaar met die van het "kops" garen.
Een belangrijk voordeel van de uitvinding ligt in de economie van de werkwijze. Traditionele spin-verstrekmachines voor spinverstrekwerkwijzen 35 kunnen slechts een beperkt aantal draden in één verstrekeenheid verwerken.
-6-.
. ί *
Noodzakelijke verblijftijden op verhitte galetten en de fixering van de strekspanning vereisen een meervoudige omspanning van de galetten. Daardoor is een draadverschuiving van circa 1-2° absoluut noodzakelijk voor het aanhouden van minimale afstanden tussen de verschillende draad-5 lagen. Als draadverschuiving et wordt de hoek van de draad na afloop van de galette, zoals aangegeven in fig. 1 aangeduid.
De conventionele spin-verstrekmachines beperken derhalve het aantal draden per verstrekeenheid op 4-8 draden, afhankelijk van de titer. Bij toepassing van commerciële spinsystemen met 8-16 draden per positie 10 waren derhalve twee verstrekeenheden per positie noodzakelijk. Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt het aantal draden per verstrekeenheid niet meer beperkt. In de verstrekeenheid volgens de uitvinding kunnen bijgevolg ten minste dubbel zoveel draden verwerkt worden, of er kunnen zelfs draden van diverse spineenheden in één verstrekeenheid ver-15 werkt worden.
Het traditionele spinverstrekprincipe van de meervoudige omspanning is gebaseerd op twee eisen: ten eerste is het de instelling van de noodzakelijke draadverblijftijd op verwarmde galetten en 20 ten tweede zijn het die voor de opbouw van de strekspanning en voor de afbouw van deze spanning op het niveau van de opspoelspanning noodzakelijke wrijvingsterughoudkrachten door toepassing van overeenkomstige omspanningshoeken om de galetten.
Een samenhang tussen spanningsverhoudingen, de wrijvingscoëffi-25 cienten van een omspannen cilindervormige stift en de omspanningshoek voor het geval van de glijdende wrijving levert de draadwrijvingsverge-lijking (Melliand Textilberichte 42/4 (1961) 374-379) : S2/S1 = exp {ji x γ) , waarbij 30 SI = draadspanning voor de wrijvingsstift, S2 = draadspanning na de wrijvingsstift, y. - wrijvingscoëfficient van de wrijvingsstift, γ = draadomspahningshoek om de wrijvingsstift.
De toepassing van deze formule op de omspanningshoeken om galetten 35 bij spin-verstrekken levert voor technisch gebruikelijke wrijvingsco- efficienten in het bereik van ji = 0,23-0,54 voor een spanningsverhouding 5 / , j Jj,/ «. i -7- van 1,4 een omspanningshoek tussen 36 - 84° en voor een spanningsverhouding van S 3,0 een hoek van ten minste 117-274°. Dit zijn de garenhoeken voor het optreden van glijwrijving op de galetten. In de praktijk treedt op de galette echter een combinatie van glij en hechtwrijving op, wan-5 neer zoals bij de werkwijze volgens de uitvinding, de strekspanningen in de galettensystemen gefixeerd moeten worden. In het bijzonder moeten invloeden en variaties van het wrijvingselement en de gareneigenschappen en -parameters op de wrijvingscoêfficienten ji in acht genomen worden, zodat deze in het algemeen niet als een constante, maar als een complexe 10 grootheid van verschillende factoren gezien moet worden. Bij traditionele spin-verstrekwerkwijzen worden deze onzekerheden door toepassing van de meervoudige omspanning ih aanmerking genomen.
Het is verrassend dat volgens de uitvinding het aantal galetten aanzienlijk lager is als overeen zou komen met de omrekening van de om-15 spanningshoeken van gebruikelijke systemen. De werkwijze volgens de uitvinding past derhalve verstrekeenheden met aantallen galetten aan, die ongeveer overeenkomen met die van gebruikelijke eenheden met het voordeel van de verwerking van ten minste het dubbele aantal draden per eenheid.
Een verder voordeel van de uitvinding vloeit voort uit het 20 aanhouden van een draadverschuiving van systeem Sl tot systeem S2 van ύ 0,15°. Verrassenderwijs worden daardoor de loopzekerheid van het garen bij de vervaardigingswerkwijze en de garenzuiverheid aanzienlijk verbeterd. Door het ontbreken van de wrijvingskrachtcomponenten loodrecht op de draadlooprichting in vergelijking tot de werkwijzen met draadver-25 schuiving wordt kennelijk de gevoeligheid van de draadjustering aanzienlijk verminderd en een tot draadbeschadiging leidende schuurwerking aanzienlijk verminderd.
Er treden ten minste 4 % (relatief) minder draadbreuken op, vergeleken met een gelijke verstrekverhouding. Verder is de zuiverheid van 30 het garen aanzienlijk beter. Het aantal capillairvervloeiingen per draadlengte wordt bijna gehalveerd. Deze effecten verhogen de werkingsgraad van de werkwijze voor de verdere verwerking aanzienlijk, wat bij gevoelige processen de allereerste eis is voor de toepassing van dergelijke garens. Het absolute aantal storingen wordt derhalve minder door 35 de verstrekeenheid bepaald, maar in hoofdzaak door de kwaliteit van het polymere uitgangsprodukt beperkt.
g c* S
-8-
De spinverstrekwerkwijze volgens de uitvinding met hoge opspoel-snelheden laat zich met voordeel bedrijven met minder eisen aan de ver-warmingsinrichtingen. Speelt bij meervoudige omspanningssvstemen de gelijkmatigheid van de temperatuur over de totale galettenbreedte een cen-5 trale rol voor het aanhouden van constante draadeigenschappen, hetgeen •de huidige galettenverwarmingssystemen gecompliceerd, gevoelig voor storingen en duur maakt, zo kunnen volgens de uitvinding aanzienlijk eenvoudigere inductief verwarmde galetten, met gas verwarmde kamers of contactplaten toegepast worden. Ook zijn aanzienlijk geringere verblijf-10 tijden noodzakelijk als bij verhitte galettensystemen met meervoudige oms panning.
Principieel is de kookkrimp van de garens volgens de uitvinding lager als die van een conventioneel "kops" garen. Door verhoging van de temperatuur van de verwarmingsinrichting is een verdere vermindering van 15 de kookkrimp met enige procenten mogelijk (fig. 5) . De verkorting van de opgespoelde draad wordt gelijktijdig op maximaal 1% beperkt, waardoor een uitstekende spoelopbouw zeker gesteld is. De garens volgens de uitvinding blijken stabieler te zijn met betrekking tot thermische nabehan-delingswerkwijzen dan traditionele garens.
20 Meettechnisch laat zich de stabiliteit van de garens, bijvoorbeeld door een hoge modulus bij 10% rek/een gering blijvende rek na belasting en een geringe warme lucht krimp onder belasting kenmerken. De werkwijze volgens de uitvinding neemt deze eisen aan het garen in acht en levert een uitstekend verwerkingsgedrag. Verstrekbepaalde fouten zijn sterk ge-25 reduceerd en de eindkwaliteit van de garens is zo uitstekend, dat ze universeel voor alle werkwijzen voor de verdere verwerking van gladde garens ingezet kunnen worden.
Hierrawordt de werkwijze volgens de uitvinding aan de hand van de tekeningen toegelicht: 30 fig. 1 beschrijft de draadverschuiving o bij omspanning van twee galetten door de draad; fig. 2 toont een spin-verstrekinrichting in vereenvoudige vorm, waarvan de uitvoering overeenkomt met voorbeeld II.
Het gesmolten' polymeer wordt met een vastgestelde hoeveelheid 35 door spinplaten heengeperst, welke het gewenste aantal capillair boringen bevatten. Tot 16 van dergelijke spinplaten worden in één spinpositie / -9- samengevat. Een aantal spinpositie kunnen direkt naast elkaar geplaatst worden.
De uit de spinplaten komende draden worden in een blaasschacht 2 af gekoeld. Na vast worden van de draden worden ze via een preparerings-5 inrichting 3 en draadgeleiderorganen geleid, voordat ze in de eigenlijke verstrekeenheid geleid worden. De verstrekeenheid bestaat uit het spin-afname (SI) en het verstreksysteem (S2) evenals één of meer opspoelaggre-gaten 4 voor opspoelen van de draden. Tussen de systemen Sl en S2 respectievelijk tussen het systeem S2 en het opspoelaggregaat is faculta-10 tief steeds een verwarminrichting H geplaatst (voorbeelden nrs. VII, X, XI en XVI).
v Het systeem Sl bestaat in het geval van voorbeeld II uit twee aan gedreven niet verwarmde galetten, het systeem S2 uit drie verwarmde aangedreven galetten, welke met hogere snelheid, overeenkomstig de verstrek-15 verhouding lopen. Op de aangegeven plaatsen worden de proces-relevante draadspanningen met behulp van een elektronische draadspanningsmeter gemeten.
Figuur 3 stelt een kracht-rekdiagram voor een conventioneel in een tweetrapswerkwijze vervaardigd "kops" garen voor, evenals een volgens 20 een snelspinwerkwijze zonder galetten verstrekking vervaardigd POY. Aan de hand van de figuur wordt de modulus-kemwaarde, spanningskracht bij 10% rek (T10) gedefinieerd.
Figuur 4 toont de invloed van de variatie van de verstrekverhou-ding op het krachtrek gedrag. Bij een verstrekverhouding van 1,30 25 wordt een kopsachtige rek van circa 40% bereikt. De modulus is met T10 = 19 cN/tex echter gering, zodat dit garen bij voorkeur ingezet wordt voor de vervaardiging van weefartikelen van de bekledingssector. Door verhoging van de verstrekverhouding kan een gewenste hogere waarde van de T10 bereikt worden.
30 Fig. 5 geeft de invloed van de variatie van de temperatuur van het systeem S2 volgens voorbeeld II op de krimpeigenschappen (kookkrimp, hete luchtkrimp) van het garen. Bij temperaturen groter dan èl30°C treedt een merkbare verlaging van deze waarde op, waarbij gelijktijdig de draadverkorting na het opspoelen zover verminderd wordt, dat stabiele 35 spoelen met goede spoelopbouw verkregen kunnen worden.
De voor de beschrijving van de uitvinding en in de voorbeelden ' i '> * - -* * * * -10- aangegeven draadkenmerken werden middels de navolgende meetmethoden verkregen :
Titer: meetapparatuur: garenwinder, voorspanning =0,1 g/dtex; 5 strenggewicht G (g) strenglengte L = 50 m titer (dtex) = G x 10.000/L Scheursterkte, scheurrek, T10: meetapparaat: TEXTECHNO Statimat II van de firma Stein 10 inspanlengte - 500 mm voorspanning =0,1 g/dtex gemiddelde scheurduur = 20 ± 2 sec.
Belasting bij breuk en kracht werden door de titer gedeeld en als scheursterkte en T10-waarde volgens fig. 3 aangegeven.
15 Uster: meetapparaat: gelijkmatigheidsbeproever, model C, van de firma Zellweger AG, Uster/Zwitserland materiaalsnelheid = 100 m/min. meetbereik = 12,5% 20 gevoeligheid = half inert respectievelijk normaal diagramsnelheid = 5 cm/min Kookkrimp: meting aan een streng met een totaaltiter 2500 dtex. uitgangslengte onder belasting van 500 g/2500 detex = 25 verblijftijd in kokend water =10 min.
en vervolgens 2 uur conditioneren (zonder belasting) strenglengte onder bovenaangegeven belasting na thermische behandeling=Ln
L - L
kookkrip (%) V N x 100
LV
Hete luchtkrimp: 30 meting aan een streng met een totale titer van 2500 detex. uitgangslengte onder belasting van 500 g/2500 dtex = L·^ droogkastbehandeling bij een temperatuur van 160 ± 1°C en een verblijftijd van 20 min gevolgd door conditionering van 30 min (zonder belasting) strenglengte onder bovenaangegeven belasting na thermische behandeling^^ *5 -* ·*> · "\ * - . i ; ; . » : ; ./ * ·* -11-
L - L V N
hete lucht krimp (%) = --- x 100
LV
Hetelucht-krimp onder belasting;
Meting zoals bij hete luchtkrimp, echter de droogkastbehandeïing vindt plaats onder een belasting van 0,2 g/dtex.
5 Blijvende rek bij 2,0 g/dtex meetapparatuur: TEXTURMAT van de firma Stein meting aan streng met een totale titer van 2500 dtex meting van de uitgangslengte bij belasting van 2,5 g/2500 dtex (L^) belasting van de streng met een belastingsgewicht overeenkomend met 10 2,0 g/dtex gedurende een tijd van 10 sec.
meting van de strenglengte na de behandeling met een belasting van 2,5 g/2500 dtex (L^).
L - L
blijvende rek (%) ^ x 100
LV
Voorbeeld I
15 Onder deze kop zijn in de tabel de eigenschappen van een conventio neel volgens een tweetrapswerkwijze vervaardigde nylon 6-kopsgaren als vergelijkingsvoorbeeld aangegeven.
Voorbeeld II
Nylon-6 polymeer met een relatieve viscositeit *}rel is 2,40 werd 20 bij 270°C in een extruder opgesmolten en in een hoeveelheid van 38,9 g/min per spinplaat met 24 gaten versprongen waarbij ieder gat een diameter van 0,25 mm had.
In de aansluitende blaasschacht werden de smeltdraden door middel van dwarsstromende lucht met een snelheid van 0,5 m/sec afgekoeld. Op 25 een afstand van 1500 mm van de spinplaat werden de afgekoelde draden met behulp van preparaatverstuivers met een olie/water emulsie besproeid en wel met een dergelijke hoeveelheid, dat het oliegehalte van de opgespoelde draden Q,6% bedroeg.
De verstrekeenheid met 5 galetten kwam overeen met die van fig. 2, 30 waarbij alle galetten door middel van motoren aangedreven waren en twee galetten met gelijke snelheid het spinafnamesysteem SI en drie galetten het verstreksysteem S2 vormden. De snelheid van SI werd constant op 4282 m/min ingesteld. De snelheid van S2 bedroeg 5566 m/min, hetgeen -12- overeenkomt met een verstrekverhouding van 1:1/30. De opspoelsnelheid bedroeg 5065 m/rain, overeenkomend met een relaxatie van 1:0,91. Ter opwarming van de draden werd het galettesysteem S2 op een temperatuur van 180°C verhit. Bovendien werden de draden direkt voor het opspoelen door 5 luchtverwervelingssproeiers geleid waardoor een verknoping van 20 knopen/m in het garen verkregen werd.
De gemeten draadspanningen en textielfysische eigenschappen van de draden zijn aan de tabel te ontlenen. De loopeigenschappen en draadzui-verheid waren uitnemend. De T10 waarde is in vergelijking tot die van het 10 garen van voorbeeld I iets lager. Het krimpgedrag van de draden is echter gunstiger als dat van het garen van voorbeeld I. Deze draden worden bij voorkeur in de ketenweverij toegepast.
Fig. 5 toont bij diverse temperaturen van het systeem S2 de bijbehorende krimpwaarden. Bij temperaturen = 130°C verkrijgt men exceptio- 15 neel lage krimpwaarden en een stabiele spoelopbouw zonder merkbare draad-verkorting op de spoel.
Voorbeeld III-VI
Zoals voorbeeld II,echter werden de snelheden van S2 en van de op-wikkelaar stapsgewijze verhoogd ter verhoging van de verstrekverhouding 20 R2. Daarmee overeenstemmend steeg, de draadspanning in het verstrekveld F sterk. Aangezien ter verkrijging van een goede spoelopbouw de spanning F niet gelijktijdig verhoogd kon worden, werden overeenkomstig vergrote systemen SI en S2 toegepast. De bijbehorende omspanningshoeken zijn aan de tabel te ontlenen. De verstrekking werd in ieder geval in 25 de systemen SI en S2 vastgelegd.
Bij goede loopeigenschappen kon men hoge T10 waarden,die hoger zijn dan die van het kopsgaren, verkrijgen. Deze garens lieten zich kennen als uiterst stabiel en worden bij voorkeur voor weefwaren waaraan hoge eisen gesteld worden, bijvoorbeeld sportartikelen, toegepast.
30 Voorbeeld VII
Zoals voorbeeld IV, echter werd in plaats van de galettenverwarming van S2 een hete plaat van 400 mm lengte tussen de systemen SI en S2 toegepast, zoals in fig. 2 geschetst werd.
Voorbeeld VIII-IX
35 Voorbeeld VIII komt overeen met voorbeeld III, echter werd de ont- wikkelsnelheid verlaagd ter instelling van een lagere relaxatie van 1 : 0,86.
/ -13-
Op grond van de grote spanningsverhoudingen F = 11,,1 werd geen V ft constante verstrekking bereikt. Eerste toepassing van een aanvullende galette in het systeem S2 leidde tot een stabiel verstrekverloop (voorbeeld IX).
5 De hoge relaxatie had echter een aanzienlijke verlaging van de T1Q waarde tengevolge. Gelijktijdig werd het garen bij de hete lucht-krimpmeting meer dan 2% langer en de irreversibele rek werd meer dan 1% hoger. Dergelijke specificaties werden als ontoelaatbaar voor een geschikt verder verwerkingsgedrag beschouwd.
10 Voorbeeld X
Nylon 6-polymeer zoals in de voorafgaande voorbeelden, werd bij een temperatuur van 266°C in een extruder gesmolten en in een hoeveelheid van 23,2 g/min per spinplaat met 10 gaten versponnen, waarbij ieder gat een diameter van 0,25 mm had.
15 In de aansluitende blaasschacht werden de smeltdraden door middel van dwarss tromende lucht met een snelheid van 0,45 m/sec af gekoeld. Op een afstand van 1500 mm van de spinplaat werden de af gekoelde draden met behulp van preparatiesproeiers met een olie/water-emulsie, zoals in de vorige voorbeelden, besproeid.
20 De verstrekeenheid kwam met 5 galetten overeen met die van fig. 2 en van het voorbeeld II. De ingestelde parameters zijn opgenomen in de tabel. Ter verwarming van de draden werd in plaats van het galettesysteem S2, na het systeem S2 een hete plaat van 400 mm lengte geïnstalleerd. De loopeigenschappen van dit type garen waren eveneens zeer positief.
25 Voorbeeld XI
Zoals voorbeeld X, echter werd de draad-luchtwrijving in het af-koelbereik daardoor verhoogd, dat de preparatielnrichting op een afstand van 3,5 m van de spinplaat geïnstalleerd werd. Daardoor doorliepen de draden de blaas- en spinschacht opener. Op grond van de zich daarbij in-
30 stellende hogere spinspanning verminderde de spanningsverhouding F tot 1,45, zodat het systeem SI met één galette verminderd kon worden. Voorbeeld XII-XIII
Er werd een conventionele spin-verstrekinrichting overeenkomstig het Auslegeschrift 2204535 toegepast. De systemen SI en S2 bestonden 35 steeds uit slechts één galette met bijbehorende, niet aangedreven mee-looprol. Beide systemen werden door de draden een aantal malen ont- -14- spannen, waarbij SI vijf en S2 zes dradenomspanningen verkreeg-
Bij overigens gelijke spinomstandigheden zoals in voorbeeld X en gelijke verstrekverhouding werden in de draden ongunstige waarden van T10, de hete luchtkrimp onder belasting en blijvende rek gemeten. Ook 5 werden bijna tweemaal zoveel vervloeiingen gemeten en het aantal volle spoelen was 4% lager. Bij verhoging van de verstrekverhouding in voorbeeld XIII werden de textielfvsische eigenschappen van de draden weliswaar gunstiger, maar de draadzuiverheid werd echter drastisch slechter. Voorbeeld XIV
10 Onder deze kop zijn in de tabel de textielfysische eigenschappen van een conventioneel volgens de tweetrapswerkwijze vervaardigd polyester kops garen opgenomen als vergelijkingsvoorbeeld.
Voorbeeld XV
Polyesterpolymeer met een viscositeit ^ntr3 ®werc^ bij een 15 temperatuur van 297°C in een extruder opgesmolten en in een hoeveelheid van 28,4 g/min per spinplaat met 24 gaten versponnen, waarbij ieder gat een diameter van 0,25 mm bezat.
In de aansluitende blaasschacht werden de smeltdraden door middel van dwars stromende lucht met een snelheid van 0,42 m/sec af gekoeld. Op 20 een afstand van 1000 mm van de spinplaat werden de afgekoelde draden met behulp van preparatiesproeiers met een olie/water emulsie besproeid, en wel met een dusdanige hoeveelheid, dat het oliegehalte van de opgespoelde draden 0,8% bedroeg.
Er werd een conventionele spin-verstrekinrichting, overeenkomstig 25 voorbeeld XII, toegepast. De beide galettesysternen werden, zoals in het voorbeeld XII door de draden meerdere malen omspannen. De instelling van de draadverschuiving α is 1% ter vermijding van een elkaar raken van de draden bleek zeer moeilijk te zijn en diende van tijd tot tijd bijgesteld te worden. De draadloop over de galetten was echter op geen enkel 30 moment absoluut rustig in te stellen. Veeleer trad een verschuiving van de draadlagen op de galetten in dwarsrichting op.
Voorbeeld XVI
De spincondities waren zoals in voorbeeld XV ingesteld, echter werd een verstrekeenheid volgens de uitvinding volgens voorbeeld II 35 toegepast. Hierbij werden de galetten van het systeem SI op 80°C verwarmd, en er werd na het systeem S2 een hete plaat als verwarmingsinrich-
^ -5 rt ϋ ’‘X
'i* %> ’«*· -15- ting H geïnstalleerd- De verstrekcondities kwamen overeen met die van voorbeeld XV.
Men verkreeg textielmechanische eigenschappen van de draden overeenkomstig met kops garen. De krimpwaarden waren echter duidelijk lager.
5 De loopeigenschappen en de garenzuiverheid waren eveneens duidelijk gunstiger als bij toepassing van de verstrekeenheid overeenkomstig voorbeeld XV.
Voorbeeld XVIX-XIX
Polvester van een ander oolymeertyoe met een viscositeit n. =0,66 ~ *intr 10 werd bij een temperatuur van 360 °C in een extruder opgesmolten en in een hoeveelheid van 25,0 g/min per spinplaat met 34 gaten versponnen, waarbij ieder gat een diameter van 0,25 mm had.
In de aansluitende blaas schacht werden de smeltdraden door middel van dwarsstromende lucht met een snelheid van 0,32 m/sec afgekoeld. Op 15 een afstand van 910 mm van de spinplaat werden de af gekoelde draden met behulp van preparaatversproeiers met een olie/water emulsie overeenkomstig het voorbeeld XV besproeid.
Men paste de verstrekeenheid volgen voorbeeld XVI toe, waarbij in plaats van de verwarmingsinrichting H de galetten van het systeem S2 20 toegepast werden ter verwarming van de draden. Bij constante verstrek-condities werd dan de temperatuur van het systeem S2 gevarieerd. De verkregen krimpwaarden van de draden laten een grote afhankelijkheid van de temperatuur zien. Terwijl bij een ingestelde temperatuur van 180°C zeer geringe krimpwaarden verkregen werden, lagen deze bij een temperatuur 25 van 100°C reeds onacceptabel hoog.
V" ' % 9
. Voorbeeld nr. I II III IV
Uitvinding/vergelijking vergel. uitv. uitv. uitv.
polymeer-type PA6 PA6 PA6 PA6 -16-
Verstrek-parameter kops- monster
Snelheid systeem Si m/min uit twee- 4282 4282 4282 " systeem S2 m/min traps 5566 5780 5995 ” opspoelen m/min werkwijze 5065 5260 5455
Verstrekhouding Rl 1: 111 " R2 1: 1,30 1,35 1,40 " R3 1: 111 " R4· Is 0,91 0,91 0,91 " totaal R 1: 1,183 1,228 1,274
Temperatuur SI °C 30 . 30 30 H (SI) °C - " S2 °C 180 180 180 " H (S2) °C -
Draadspanning F cN 28 28 28 " FS cN 58 78 104 " FV cN 12 12 12
A
verhouding draadspanning F 2,07 2,79 3,71
Vo " " F 4,83 6,50 8,67
VA
Aantal galetten M / N 2/3 2/3+ 2/4 90°-
Omspanningshoek U(M)/U(N)/ 360/450 360^630 360/720
Gladgaren-eigenschappen kops
Titer dtex 45fl0 78f24 76 72 scheursterkte cN/tex 45 46 _ 47 50 belasting bij breuk-CV* % 3,5 2,2 2,1 2,1 rek bij breuk % 36 40 36 29 rek bij breuk -CV* % 7,7 4,0 3,1 2,5
TlO-modulus cN/tex 30 19 23 30
Uster - half inert % 0,9· 0,5 <0,5 <0,5 - normaal % 1,5 0,7 0,8 0,7 kookkrimp % 12,9 7,7 7,6 7,5 hete-lucht-krimp % 8,2 4,2 3,6 4,0 " · " " onder 25 -12 -07 0 belasting** % ' ' ü' blijvende rek % 0 0,4 0,3 0 gelijkmatigheid van de ja ja ja ja aanverving *** aantal knopen n/m - 20 20 20 f ilamentbreuk n/1000 km0,5 0,20 0,25 0,20 aantal volle spoelen met 6 kg gewicht % **** 96 95 95
Opmerkingen: *variatiescoefficient **(-) = min betekent draadverlenging ***ja/nee= gelijkmatigheid acceptabel/niet acceptabel **** kops-gewicht = 2 - 3 kg
,· ; ' : V
Voorbeeld nr. V VI VII VIII
Uitvinding/vergelijking uitv. uitv. uitv. uitv.
polymeer-tvpe PA6 PA6 PA6 PA6 -17-
Verstrek-parameter
Snelheid systeem SI m/min 4282 4282 4282 4282 ” systeem S2 m/min 6209 6380 5995 5780 “ opspoelen m/min 5650 5806 5455 4971
Verstrekhouding R1 1: 1 1 * * » R2 i; 1,45 1,49 1,40 1,15 ” R3 1: 1 1 1 1 « r4 i. 0,91 0,91 0,91 0,86 - totaal R l‘: 1/319 1,356 1,274 1,161
Temperatuur SI · °C 30 30 30 30 " H (SI) °C ~ 180 •f g2 ÖC 180 180 30 130 H H (S2) °C * " “
Draadspanning F cN 28 23 23 23 pS cN U3 129 100 78 PV cN 12 12 12 . 7 verhouding draadspanning F^s 4,04 4'®1 2 2,79 " " Fva 9,42 10,75 8,33 11,1
Aantal galetten M / N 3/4+ 2/4 2^3+ stift stift stift
Omspanningshoek U(M)/ü(N)/ - 540/810 540/810 360/720 360/630
Gladgaren-eigenschappen
Titer dtex 70 68 72 scheursterkte cN/tex 53 58 49 belasting bij breuk-CV* % 2,8 2,6 2,5 rek bij breuk % 26 24 30 rek bij breuk -CV* % 3,2 3,9 2,4
TlO-modulus cN/tex 33 37 29 üster - half inert % 0,5 0,5 <0,5 - normaal % 0,75 0,7 0,8 kookkrimp % 7,5 8,5 8,5 hete-lucht-krimp % 4,0 4,6 4,5 " ” " onder belasting** % 0 0,5 0 blijvende rek % 0 0 0,1 geen gelijkmatigheid van de ja ja ja uniforme aanverving *** ver- aantal knopen n/m 20 20 20 strekking filamentbreuk n/1000 km 0,30 0,35 0,3 aantal volle spoelen met 6 kg gewicht % 93 93 94
Opmerkingen: *variatiescoefficient **(-) = min betekent draadverlenging ***ja/nee=» gelijkmatigheid acceptabel/niet acceptabel **** kops-gewicht = 2 - 3 kg -13-
Voorbeeld nr. ^ ,,ίίί
Uitvinding/vergeli jking “ρλΓ “ραΓ PA6 polymeer-type °
Verstrek-parameter .„a11,a,n ei 4282 4500 4500 4500 snelheid systeem SI m/min 5a50 5850 5850 " systeem S2 m/min 5350 5350 opspoelen m/min
Verstrekhouding Rl 1: 1 1 1 " R2 1: 1,35 1,30 1,30 1,30 " R3 1: 1 11 " R4 1: 0,86 0,915 0,915 0,915 " totaal R 1: 1,161 1,19 1,19 1,19 30 30 30 30
Temperatuur SI -°C
: !2<S1> £ ISO 30 i 30 ISO
'· H <S2> °C - 180 130
Draadspanning cN *8 12,5 25,5 12," " FV CN 7 9 9 9
" F^ CN
. .. . . _ 2,79 2,96 1,45 2,72 verhouding draadspanning F„_ VS 11,1 4,11 4,11 3,78 fva , 2/4+ 2/3 1/3 1+1 rol
Aantal galetten M/N 90°- 1+1 rol stift
Omspanningshoek U(M)/U(N)/ 360/810 360/450 180/450 5,5 x360 6,5 x360
Gladgaren-eigenschappen ^^r dtex ™ 45“° 48 43 scheursterkte cN/tex 3 _ 2q 40 belasting bij breuk-CV* % ;#0 jl' ' 41' rek bij breuk . % 3 8 44 3,9 8,0 rek bij breuk -CV* % ^ 22' 24 19
TlO-modulus cN/tex s 0,5 0,5 0,5 üster - half inert % Q'7 0,7 0,8 0,8 - normaal % η' 8f0 8/5 7,7 kookkrimp % 3 6 4,4 4.2 3.5 hete-lucht-krimp % ' _ 1 Q _0,5 -2,2 " " " onder belasting** % 3 0,5 0,3 1,4 blijvende rek % gelijkmatigheid van de ja ja ja ja aanverving *** 2Q 20 20 aantal knopen n/m 0,3 0,3 0,25 0,55 filamentbreuk n/1000 km ' aantal volle spoelen met 6 kg gewicht % 94 95 94 91
Opmerkingen: *variatiescoefficient **(-)= min betekent draadverlenging ***ja/nee= gelijkmatigheid acceptabel/niet acceptabel **** kops-gewicht = 2 - 3 kg λ λ ·: v -19-
Voorbeeld nr. XI11 XIV xv
Uitvinding/vergeli jking vergel. vergel. vergel.
polymeer-type ΡΑδ ΡΞΤ PET
Verstrek-parameter
Snelheid systeem SI m/min kops-monster 3200 " systeem S2 m/min 6075 Ult tweetraps- 5055 " opspoelen m/min 5559 werkwijze 4920
Verstrekhouding R1 1: . ~ ~ ii j^2 1« 1/35 l/5o I pi }: 0,915 0,973 totaal R li ^235 ^538
Temperatuur SI °C 30 80 i =2isi» .«o i8Ö
H (S2) °C
„ „ „ 12,5 15
Draadspanning F cN ' FV cN 9 10
" F, cN
A
verhouding draadspanning F^s ^'δ0 2,60 .. .« p 5,00 3,90
VA
Aantal galetten M / N 1+l+l°r£l 1+1 rol7
Ojnspanningshoek U(M)/ü(N)/ 5,5 x 360/ 5,5 x 360, 6,5 x 360 6,5 x 360
Gladgaren-eigenschappen kops ' 45 82f36 56f24
Titer dtex 46 42 scheursterkte cN/tex , .
belasting bij breuk-CV* % ' ' 24 rek bij breuk % r . _ . a rek bij breuk -CV* % 36 32
TlO-modulus cN/tex c .n ς
üster - half inert % °'l q'Z
_ ηΛ__,_η 4 0,7 °'5 °'6 normaal % 8,0 7,2 2,2 kookkrimp % 3 6 12 4#3 hete-lucht-krimp % ' ' " " " onder -1,4 4,4 2,0 „,·· ^ /eUsting**% 0,5 blievende rek % gelijkmatigheid van de ja ja ja aanverving *** _ aantal knopen n/m Q „ Q 5 06 filamentbreuk n/1000 km ’ ' aantal volle spoelen 20 **** 90 met 6 kg gewicht %
Opmerkingen: *variatiescoefficient **(-) = min betekent draadverlenging ***ja/nee= gelijkmatigheid acceptabel/niet acceptabel r- .. ». « -**** kops-gewicht = 2 - 3 kg J , ’ · , -20-
Voorbeeld nr. ’ XVI XVI1 XVI11 XIX
Uitvinding/vergelijking uitv. uitv. uitv. uitv.
polymeer-type PET PET PET PET
τ- -
Verstrek-parameter
Snelheid systeem Sl m/min 3200 3600 3600 - systeem S2 m/min 5055 5220 5220 5220 " opspoelen m/min 4920 5088 5088 5064
Verstrekhouding R1 1: 1 1 1 1 " R2 1: 1,58 1,45 1,45 1,45 " R3 1: 1 1 1 1 " R4 1: 0,973 0,975 0,975 0,970 " totaal R 1: 1,538 1,413 1,413 1,407
Temperatuur Sl °C 80 80 80 80 " H (Sl) °C - - - - " S2 °C * 30 180 140 100 " H (S2) °C 180 - -
Draadspanning F cN 15 17 17 17 " FS cN 40 44 44 44 " FV cN 10 11 11 11
A
verhouding draadspanning 2,67 2,59 2,59 2,59 " " F 4,00 4,00 4,00 4,00
VA
Aantal galetten M / N 2/3 2/3 2/3 2/3
Omspanningshoek U(M)/U(N)/ 360/450 360/450 360/450 360/450
Gladgaren-eigenschappen
Titer dtex 56 50f34 50 50 scheursterkte cN/tex ^6 44 43 37 belasting bij breuk-CV* % '1/2 rek bij breuk % 24 32 34 35,5 rék bij breuk -CV* % 2,2 T10-modulus cN/tex 25
Uster - half inert % <0,5 - normaal % ^,5 kookkrimp % 2/4 3,2 4,5 10 hete-lucht-krimp % 4'® 4'® " " " onder 2,0 - - belasting ** % blijvende rek % ® gelijkmatigheid van de ja aanverving *** aantal knopen n/m 20 20 20 20 filamentbreuk n/1000 km 0,25 - - - aantal volle spoelen met 6 kg gewicht %
Opmerkingen: *variatiescoefficient **(-) = min betekent draadverlenging ***ja/nee= gelijkmatigheid acceptabel/niet acceptabel **** kops-gewicht = 2 - 3 kg - - ?

Claims (5)

1. Werkwijze voor de vervaardiging van sterk georienteerde en gekristalliseerde gladde garens uit polyester, polyamiden of polypropeen in een ééntrapswerkwijze door direkt verstrekken, thermofixeren en relaxeren na het spinnen en voor het opspoelen van de garens met een snelheid van 5 tenminste 4500 m/min waarbij galetten en draadomkeerelementen als spin-afname (SI) en verstreksysteem (S2) toegepast worden, welke ieder ten minste één met een motor aangedreven galette bevatten, en de vervaardigde garens een eigenschappenprofiel bezitten, welke ze universeel in ver-werkingswerkwijzen voor gladde garens toepasbaar maken, met het kenmerk, 10 dat galetten en draadomkeerelementen van het spinafname (SI) en verstreksysteem (S2) asparallel ten opzichte van elkaar aangebracht en in de diepte niet ten opzichte van elkaar versprongen zijn en door de garens meandervormig omspannen worden, waarbij de draadversohuiving van SI tot S2 maximaal 0,15° bedraagt, dat de snelheidsverhoudingen van de systemen 13 Sl en S2 zo hoog gekozen worden, dat een orienterende verstrekking plaats vindt met een verstrekspanning die met ten minste 40% hoger is als de spinspanning voor intrede van de draden in het systeem S2 en met meer dan een factor 3 hoger is dan de spanning na het systeem S2 en voor het op-spoelaggregaat, en dat ten minste één verwarmingsinrichting in respec-20 tievelijk tussen het systeem Sl en het opspoelaggregaat aanwezig is , waarvan de grootte zo gekozen wordt, dat de draadverblijftijd ten minste 4 msec bedraagt en welke een temperatuur van ten minste 130°C bezit.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omspannings-hoek om iedere galette ten minste 90° en maximaal 270° bedraagt, waar-25 bij het aantal M respectievelijk N van de galetten respectievelijk om-keerelementen voor ieder van de systemen Sl en S2 zo gekozen wordt, dat de totale omspanningshoek ü als functie van de verhoudingen van de draad-spanningen σ (M) > — x 4,35 x ln Fr_ en ü (N) x 4,35 x In F 7Γ VS 1Γ VA 30 en het totaat aantal van de galetten en omkeerelementen M + N S 10 bedraagt. . V «Τ -22- Α
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de snelheidsverhoudingen overeenkomen met de navolgende waarden: tussen de galetten SI : Rl = 1,0 tot 1,06 inloopgalette S2 tot uitloopgalette SI: R2 = 1,06 tot 2,0 5 tussen de galetten S2: R3 - 1,06 tot 0,92 opspoelaggregaat tot uitloopgalette S2: R4 = 1,0 tot 0,90, en de totale verstrekverhouding R = Rl x R2 x R3 x R4 tussen 1,06 tot 1,84 ligt.
4. Werkwijze volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, 10 dat de kookkrimp van het opgespoelde garen ten minste 1,5% absoluut lager is als die van een garen zonder temperatuurtoepassing en dë modulus van het garen in het onderste bereik van het spanningsrekdiagram ten minste zo groot is als die van een conventioneel kops garen.
5. Werkwij ze volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, 15 dat de draadverlenging bij een hete luchtkrimpmeting (160°C) onder belasting (0,2 g/dtex) minder dan 2% bedraagt en de irreversibele rek na een belasting van 2 g/dtex minder dan 1% bedraagt.
NL8600652A 1985-03-13 1986-03-13 Werkwijze voor het snel-verspin-verstrekken van synthetische garens. NL8600652A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19853508955 DE3508955A1 (de) 1985-03-13 1985-03-13 Verfahren zum schnellspinnstrecken synthetischer garne
DE3508955 1985-03-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600652A true NL8600652A (nl) 1986-10-01

Family

ID=6265071

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600652A NL8600652A (nl) 1985-03-13 1986-03-13 Werkwijze voor het snel-verspin-verstrekken van synthetische garens.

Country Status (4)

Country Link
CH (1) CH670107A5 (nl)
DE (1) DE3508955A1 (nl)
IT (1) IT1189060B (nl)
NL (1) NL8600652A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1203862B (it) * 1987-04-06 1989-02-23 Paolo Bert Procedimento di filatura e stiro in continuo di filati sintetici e relativo impianto di produzione
EP0408994A1 (de) * 1989-07-10 1991-01-23 Rhône-Poulenc Viscosuisse SA Verfahren zur Herstellung von textilen Glattgarnen
US5558826A (en) * 1995-02-07 1996-09-24 E. I. Du Pont De Nemours And Company High speed process for making fully-oriented nylon yarns
FR2750144B1 (fr) * 1996-06-19 1998-08-14 Nylstar Sa Fil polyamide et procede de filage-etirage integre pour la production de ce fil
CN102471935B (zh) * 2009-07-22 2015-07-15 欧瑞康纺织有限及两合公司 用于引出和拉伸合成丝线的方法和用于实施该方法的装置
CN102471936B (zh) * 2009-07-24 2014-10-29 欧瑞康纺织有限及两合公司 用于熔纺、拉伸和卷绕复丝的方法以及实施该方法的装置
DE102011109784A1 (de) 2011-08-08 2013-02-14 Oerlikon Textile Gmbh & Co. Kg Vorrichtung zum Schmelzspinnen, Abziehen, Verstrecken, Relaxieren und Aufwickeln eines synthetischen Fadens

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2204535B2 (de) * 1972-02-01 1976-06-24 Barmag Banner Maschinenfabrik AG, 5600 Wuppertal Schmelzspinn- und streckverfahren zur herstellung von polyesterfaeden
DE2447766A1 (de) * 1974-10-07 1976-04-15 Didier Eng Verfahren zum schnellspinnen synthetischer faeden
US4237187A (en) * 1979-02-26 1980-12-02 Allied Chemical Corporation Highly oriented, partially drawn, untwisted, compact poly(ε-caproamide) yarn
AR226929A1 (es) * 1980-11-24 1982-08-31 Inventa Ag Un procedimiento para la fabricacion en una sola etapa de multifilamentos textiles completamente estirados

Also Published As

Publication number Publication date
DE3508955A1 (de) 1986-09-25
IT8619213A0 (it) 1986-01-29
IT1189060B (it) 1988-01-28
DE3508955C2 (nl) 1987-05-14
CH670107A5 (nl) 1989-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU663518B2 (en) Internally bonded sewing threads and processes for production thereof
US3987136A (en) Process for the production of a synthetic fiber cord
US2803105A (en) Apparatus for processing textile yarns
US6673443B2 (en) Polyester conjugate fiber pirn and method for producing same
US3936253A (en) Apparatus for melt-spinning synthetic fibers
NL8600652A (nl) Werkwijze voor het snel-verspin-verstrekken van synthetische garens.
US4045534A (en) Process for melt-spinning synthetic fibers
US4374797A (en) Process for the production of high strength yarns by spin-stretching and yarns produced by the process, especially from polyamide-6 and polyester filaments
US3025659A (en) Method of thermally processing non-thermoplastic yarn
GB2098536A (en) High speed spin-drawn fibres
US2803108A (en) Methods of processing textile yarns
US4858287A (en) Method for the continuous sizing and stretching of synthetic filament yarns
US5136763A (en) Process for the production of uniform yarns via reduced tension-induced slippage
US20060005525A1 (en) Method and false twist spindle for false twist texturing
US4804508A (en) Process for spinning polyamide at high speed
US3449901A (en) Method and apparatus for winding yarn
AU656294B2 (en) Steam-drawing process for yarns
US6471906B1 (en) Ultra low-tension relax process and tension gate-apparatus
EP0691424B1 (en) Method and apparatus for producing stretched yarns
JPH02118131A (ja) 放射線不透過性糸
RU2194102C2 (ru) Пряжа из текстильных многоволоконных пустотелых нитей, способ изготовления указанных нитей и текстильные полотна большой протяженности, изготовленные из указанных нитей
US5173231A (en) Process for high strength polyester industrial yarns
JP3108178B2 (ja) 多糸条直接紡糸延伸装置
EP0124454B1 (fr) Procédé pour améliorer la régularité de structure des filaments à base de polymères thermoplastiques
US3665696A (en) Yarn packaging

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed