NL8600324A - Transportinrichting en soldeermachine voorzien van een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

'*Γ 4

Hw/Mv/1 Sol tec C

·..>» >S'

Transportinrichting en soldeermachine voorzien van een dergelijke inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van voorwerpen met tenminste twee zijranden, zoals printplaten, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit twee eindloze transporteurs waarvan de werkzame 5 parten parallel aan elkaar lopen, welke transporteurs een gesloten rij, verend meegevende, L-vormige elementen dragen, waarvan het ene been is gevormd ter aangrijping van de zijrand van het voorwerp, en het andere been door een veerorgaan is voorgespannen op een steunvlak van de transporteur.

10 Een dergelijke transporteur wordt gebruikt om voor werpen over een bepaalde afstand langs behandelingsstations te voeren. Daartoe dienen de voorwerpen verend meegevend te worden aangepakt om de inrichting te kunnen aanpassen aan veranderende maten ten gevolge van warmte-uitzettingen en 15 dergelijke, zoals dit voorkomt bij soldeermachines waarbij de voorwerpeh over een warmte-dtstralende voordroogzone en een soldeerbad worden geleid.

Het bezwaar van de bekende transporteurs in dergelijke machines is, dat de onderdelen kwetsbaar zijn ten 20 gevolge van mechanische storingen en moeilijk bestand zijn tegen de temperatuurfluctuaties en derhalve na enige tijd de veerkracht verliezen. Hierbij is het noodzakelijk om de transporteur zodanig in te richten dat het uitwisselen van de onderdelen gemakkelijk plaatsvindt, zodat de transporteur zo 25 kort mogelijk buiten bedrijf is na schade. Bovendien moet het vervangen van de onderdelen plaats kunnen vinden door middel van minder deskundig personeel.

De uitvinding beoogt een verbeterde transporteur te verschaffen, die met behoud van een gemakkelijke uitwissel-30 baarheid van de onderdelen, tevens bestand is tegen grote temperatuurfluctuaties, uit relatief weinig onderdelen bestaat, waarvan er vele standaard op de markt verkrijgbaar zijn, hetgeen een lage kostprijs met zich meebrengt.

2600324 Λ -2-

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de transporteur is voorzien van een reeks op het steunvlak staande penvormige uitsteeksels, welke door sparingen in het andere been en de veerorganen zijn geleid.

5 Het monteren van het L-vormig element is derhalve beperkt tot het op de pennen schuiven daarvan en het aanbrengen van de veren. Deze onderdelen zijn gemakkelijk uit warm-te-bestendig materiaal, bijvoorbeeld metaal, te maken, zodat de inrichting de temperatuurfluctuaties gemakkelijk kan door-10 staan.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de veerorganen om de penvormige uitsteeksels uitgevoerd als schroefveren, welke relatief goedkoop zijn.

Voorts stelt de uitvinding voor om de penvormige 15 organen te vormen door de verlengte scharnierpennen van een als schalmenketting uitgevoerde eindloze transporteur. Een .dergelijke transporteur is eveneens in standaardmaten op de markt verkrijgbaar en derhalve goedkoop.

Teneinde het verwisselen van de L-vormige elementen 20 zonder demontage van.de veerorganen mogelijk te maken, is het andere been van het L-vormige element voorzien van tenminste parallelle sleufvormige sparingen, en vertoont dat been een omgezette eindrand. Zodoende kan het been tussen het steunvlak en de veerorganen rond de penvormige uitsteeksels worden 25 weggeschoven resp. ingeschoven.

Bovengenoemde en andere kenmerken worden nader toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld.

In de bijgaande tekening toont: 30 Fig* 1 een perspektivisch aanzicht van een deel van de transporteur bij een soldeermachine voor printplaten,

Fig. 2 een perspektivisch bovenaanzicht van de eindloze transporteurs uit fig. 1 op vergrote schaal en met weggenomen delen ter verduidelijking van de elementen volgens 35 de 'uitvinding,

Fig. 3 een perspektivisch aanzicht van één L-vormig element toegepast bij de transporteur uit fig. 1 resp.' 2.

De in de figuren getoonde transportinrichting'be- 3SC0324 *2 —*-· -3- staat in hoofdzaak uit een tweetal eindloze transporteurs 1, waarvan de werkzame parten parallel aan elk®r lopen.

De eindloze transporteur is gevormd door een schal-menketting 2 welke rond omkeerelementen 3 in de vorm van ket-5 tingwielen is geslagen. De kettingwielen 3 zijn op assen 4 bevestigd, welke in lagers 5 in een gestel 6 van de inrichting zijn gelagerd. Het gestel 6 is slechts schematisch afge-beeld en bestaat in hoofdzaak uit liggers, alsmede platen aan de buitenzijde, welke tevens als afscherming dienen.· Ook de 10 bovenzijde van de eindloze transporteur is afgeschermd door een kapplaat 7. De eindloze transporteurs 1 hebben een werkzaam part die evenwijdig aan elkaar lopen waartussen de afstand verstelbaar is, teneinde de inrichting aan te passen aan de voorwerpbreedte. Het verstellen kan plaatsvinden door 15 middel van een handwiel 8 dat een niet getoonde schroefspil aandrijft voor het verplaatsen van één van de transporteurge-stellen 6. Het gestel van elke transporteur is naar de in-gangszijde verlengd met een dèel2A, zie fig. 1, zodanig dat een automatische invoer van voorwerpen tussen de transpor-20 teurs 1 kan plaatsvinden.

Als voorwerp kan dienen eën zogenaamde printplaat 9, waarop een aantal elektrische elementen moeten worden vastgesoldeerd. De printplaat 9 heeft aan de onderzijde een vast patroon aan verbindingen , welke met de pennen van de 25 elektrische elementen moeten worden verbonden. De transporteurs 1 verzorgen een transport in de richting van de pijl P1, zodanig dat de onderzijde van de printplaat 9 met diverse bewerkingsstations in aanraking komen, bijvoorbeeld een voordroogpost, een soldeerpost, enz.

30 Ten gevolge van de temperatuur zal de afmeting van de printplaat 9 zich kunnen wijzigen, terwijl bovendien de afmetingen van de printplaten onderling kunnen afwijken. Daartoe moet de transporteur 1 zodanig zijn uitgevoerd dat deze afwijkingen kunnen worden opgenomen.

35 Deze flexibiliteit van de transporteur komt tot stand door het toepassen van een in hoofdzaak L-vormig element 10, dat door een door de schalmen 11 gevormd steunvlak van de kettingtransporteur 2 is gedragen. Het lange, omlaag- ;·, - .· -· .· *

V

y k ·» -v .-· * ‘ J? · -4- wijzende been van. het element 10 is vorkvormig uitgevoerd waarbij de tanden vande vork aan de uiteinden bij 12 iets zijn doorgezet zodanig dat de zijrand 13 van de printplaat 9 daarin kan worden opgenomen.

5 Het korte been 14 van het element 10 rust zoals gezegd op de bovenzijde van elke schalm 11 van de ketting 2, zie ook fig. 3. Het korte been 14 wordt vastgeklemd door een tweetal schroefveren 15, welke om het verlengde 16 van de draaiingsas tussen de schalmen 11 van de ketting 2 zijn aan-10 gebracht. De verlengde pennen 16 zijn aan de bovenzijde uitgevoerd met een ondersnijding 17, waarin een sluitklem 18 past. Deze sluitklem dient tesamen met een onderlegplaat 19 als aanslag voor de schroefveren 15, waarbij de lengte van de verlengde delen 16 de voorspanning van de veren 15 bepaalt.

15 Dankzij deze voorspanning 15 wordt het korte been 14 van het element 10 stevig op het steunvlak van de schalmen 11 gedrukt.

In de getoonde uitvoeringsvorm is onder de veer 15 en boven het korte been 14 van het element 10 een extra plaat 20 20 geplaatst, waarbij de naar de andere transporteur wijzende voorrand 21 omhoog is gebogen.

Het korte been 14 is uitgevoerd met"een tweetal sleufvormige insnijdingen 22, waarvan de afstand daartussen overeenkomt met de steekafstand tussen de verlengde delen 16 25 van de draaiingsassen van de schalmen 11. Voorts is het korte been 14 bij. het tussen de uitsparingen 22 gelegen delen naar beneden omgezet bij 23.

Uit fig. 1 en 3 blijkt dat om en om de schalmen 11 van de ketting 2 zijn uitgerust met een element 10 zodat een 30 doorlopende reeks elementen 10 ontstaat. Opgemerkt wordt dat in fig. 2 enkele elementen aan de voorzijde bij het omkeer-wiel 3 zijn weggelaten ter verduidelijking van de constructie. Het zal duidelijk zijn dat ook hier elementen aanwezig zijn overeenkomstig de uitvoering in fig. -1 35 Dankzij de hierboven beschreven constructie kunnen gemakkelijk maatafwijkingen van de printplaat 9 worden opgenomen. De afstand tussen de twee transporteurs 2 is zo ingesteld dat het lange been van het element 10 onbelast de zijrand van de printplaat aangrijpt. Bij maatafwijking naar bo-40 ven wordt het lange been opzij gedrukt.

Λ Λ *7 .Λ 7 8 d Va o 2* -5-

Dit veroorzaakt een kanteling van het element om de naar buiten wijzende rand van het bovenste steunvlak Van de schalm 11, zodat het kleine been 14 omhoog zal draaien tegen de drukrichting van de schroefveren 15 in. Deze schroefveren 5 verzorgen derhalve een permanente terugstelkracht van het doorgezakte gedeelte 12 aan de onderzijde van het lange been van het element 10 tegen de zijrand 13 van de printplaat 9. Maatafwijkingen worden derhalve opgenome door het meer of minder inveren van het lange been van het element 10.

10 Bij de omkeerelementen 3 van de eindloze transpor teurs zullen de uiteinden 12 van de lange benen van element 10 van afstand veranderen. Hierdoor ontstaat een versnelde beweging van de uiteinden 12 van element 10 wat ten gevolg heeft dat bij het ingaan van de rechte transportlijn het mee 15 te nemen voorwerp, in dit geval een printplaat, een schokbe-weging ondergaat. Deze schokbeweging kan los op de printplaat gemonteerde onderdelen van plaats doen veranderen. In bekende machines is dit probleem opgelost door de invoer te verbreden en een extra kettinggeleidewiel achter het omkeerelement 3 te 20 plaatsen. Dit vergroot echter de totale lengte van de ket-tingtransporteurs en maakt de overgang tussen achter elkaar geschakelde transporteurs moeilijk. Doot toepassing van vast aan het machinegestel verbonden geleidestroken 25, welke het lange been bij het Omkeerelement 3 tegen de veerwerking van 25 de schroefveren 15 indrukken zijn „bovengenoemde problemen voorkomen. Zodra element 10 de rechte transportlijn bereikt heeft is de druk door de geleide strip 25 tot nul gereduceerd en is element 10 weer in de uitgangspositie (rustpositie) d.w.z. het korte been van element 10 rust op de bovenzijde 30 van schalm 11 van de ketting.

De montage van de elementen 10 is zeer eenvoudig omdat na het aanbrengen van de afscherm- of geleideplaat 20 rond de verlengde delen 16, de veren 15, en tenslotte de plaat 19 met sluitveer 18 de voormontage van de kettingtrans-35 porteur 2 gereed is. Het aanbrengen van de elementen 10 kan plaatsvinden door het korte been 14 onder het opwaarts reikende deel 21 van plaat 20 te schuiven, hetgeen mogelijk wordt dankzij de uitsparingen 22 welke rond de pennen 16 vallen. Zodra het omgezette deel 23 van het tussenliggende deel i'\ * * * ' -6- * tM - *w - van been 14 achter de achterrand van het steunvlak 11 valt, is de montage van het element 10 gereed. Dit omgezette deel 23 is een aanslag, dat een onverhoopt terugschieten van het element 10 voorkomt.

5 Demontage van het element 10 vindt in omgekeerde zin plaats, waarbij eerst het omgezette deel 23 tot boven de achterrand van de schalm 11 moet worden gebracht, waarna het element 10 naar voren kan worden weggetrokken.

Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat het 10 vervangen van de elementen 10 zeer gemakkelijk kan plaatsvinden.

Aangezien alle onderdelen van de kettingtransporteur 2 uit standaard in de markt verkrijgbare onderdelen bestaan, is de kettingtransporteur zeer goedkoop en dankzij de 15 metalen uitvoering ook zeer bestand tegen grote temperatuur-fluctuaties. Daarbij zal de naar boven wijzende rand 21 van plaat 20 niet alleen als geleiding voor het been 14 bij het monteren dienen, maar tevens als afscherming tegen de tempe-ratuurstraling van een verwarmingsstation tussen de transpor--20 teurs 2.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm. Zo kunnen de schroefveren 15 ook zijn uitgevoerd als schotelveren, bladveren en dergelijke, welke door de verlengde draaiingsassen 16 van de ketting 2 op 25 hun plaats worden gehouden.

De elementen 10 kunnen ook smaller of breder zijn uitgevoerd en slechts samenwerken met één pen 16. Voorts kunnen de elementen 10 ook met telkens een aangrenzend paar pennen 16 van het binnenste schalmdeel'van de ketting 2 samen-30 werken.

9 ·.'} 9 :J 9 l 4

Claims (8)

1. Inrichting voor transport van voorwerpen met tenminste twee zijranden zoals printplaten, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit twee eindloze transporteurs, waarvan de werkzame parten parallel aan elkaar lopen, welke transpor- 5 teur een gesloten rij, verend meegevende L-vormige elementen dragen, waarvan het been is gevormd ter aangrijping van de zijrand van het voorwerp en het andere been door een veeror-gaan is voorgespannen op een steunvlak van de transporteur, met het kenmerk, dat de transporteur is voorzien van 10 een reeks op het steunvlak staande penvormige uitsteeksels, welke door sparingen in het andere been en de veerorganen zijn geleid.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veerorganen om de penvormige uitsteeksels 15 vallende schroefveren zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de penvormige organen zijn gevormd door de verlengde scharnierpennen van een als schalmenketting uitgevoerde eindloze transporteur.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat elk penvormig orgaan bij het vrij einde daarvan een wegneembare aanslag draagt.

5. =Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het veerorgaan en het 25 andere been een schermplaat is opgenomen.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het andere been is voorzien van tenminste één sleufvormige uitsparing, waarbij de eind-rand van het andere been in de richting van het ene been is 30 omgezet.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bij de invoerzijde gelegen omkeerelentent van de of elke eindloze transporteur een geleidestrook (25) is aangebracht voor het tegen de werking 35 van de veerorganen in naar binnen drukken van het ene been van element 10. .? r‘ - ·' -8-

8. Soldeermachine voor het solderen van onderdelen op een printplaat, voorzien van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies. O Λ Λ 7 ƒ, .3 V v ^3 =· "»