NL8600237A - Inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een vat of naar plantvlakken. - Google Patents

Inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een vat of naar plantvlakken. Download PDF

Info

Publication number
NL8600237A
NL8600237A NL8600237A NL8600237A NL8600237A NL 8600237 A NL8600237 A NL 8600237A NL 8600237 A NL8600237 A NL 8600237A NL 8600237 A NL8600237 A NL 8600237A NL 8600237 A NL8600237 A NL 8600237A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seed
ring
drum
take
suction air
Prior art date
Application number
NL8600237A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hauni Werke Koerber & Co Kg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hauni Werke Koerber & Co Kg filed Critical Hauni Werke Koerber & Co Kg
Publication of NL8600237A publication Critical patent/NL8600237A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/04Single-grain seeders with or without suction devices
    • A01C7/042Single-grain seeders with or without suction devices using pneumatic means
    • A01C7/044Pneumatic seed wheels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/085Devices for setting seeds in pots
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S47/00Plant husbandry
    • Y10S47/901Plant container with flats, filling, planting, or conveying

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Sowing (AREA)
  • Pretreatment Of Seeds And Plants (AREA)

Description

% * \ y l
Inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een vat of naar plantvlakken.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een vat of naar plantvlakken met een rondlopende afneemtransporteur voor het afvoeren van geisoleerde zaadkor-5 reis uit de zaadvoorraad naar een afgifteplaats.
Older het begrip "zaadkorrels" worden zaden van elk soort verstaan, die niet de specifieke vorm van korrels hoeven te hebben.
Onder "plantvlakken" moeten de houders of rekken 10 worden verstaan, die met niet van zaad voorziene plantstompen zijn gevuld, waarin de zaadkorrels moeten worden ingebracht.
Onder het begrip "isoleren" moet het overbrengen r worden verstaan van afzonderlijke zaadkorrels vanuit twee of meer zaadkorrels bestaande groepen uit een zaadvoorraad in een 15 bepaalde opstelling.
In de Duitste octrooiaanvrage 34 29 028.1 van ' aanvraagster werd reeds een inrichting voorgesteld, waarmee de zaadkorrels uit een voorraadvat kunnen worden afgevoerd, geïsoleerd en in een op een magazijn gelijkend zaadvat voor het 20 opbewaren-of direkt naar plantvlakken worden gebracht. Hiertoe is een afneemtransporteur in de vorm van een rondlopende afneem-trommel aangebracht, die over de trommelbreedte een aantal van zich over de trommelomtrek uitstrekkende reeksen opnemers bezit, waarbij door middel van zuiglucht elke opnemer telkens 25 één zaadkorrel uit de voorraadbak neemt.
De geisoleerde zaadkorrels worden door de afneem-trommel aan een afgifteplaats toegevoerd, waaruit zij door middel van een ihbrenginrichting volgens een dwarsrij op de zich stapsgewijze daaronder bewegende plantvlakken respectievelijk 30 in de op een magazijn gelijkende zaadhouders worden gebracht.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag het - ^ o 7 7 jt *U U *i £m *3 * ί ϊ - 2 - prestatievermogen en de mogelijkheid tot variatie van een inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een houder of naar plantvlakken verder te verhogen.
5 Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de afneemtransporteur als afneemtrommel met reeksen van opnemers van verschillende grootte voor het isoleren en afvoeren van naar keuze verschillende zaadkorrelgrootten is uitgerust, waarbij telkens slechts die rijen met de gewenste grootte van 10 de opnemers door verstelmiddelen tot werking kunnen worden gebracht.
Een verder belangrijk kenmerk van de uitvinding is, dat de afneemtrommel verstelmiddelen bezit voor het naar keuze instellen op enkelvoudige of meervoudige zaadtoevoer, 15 zodat in overeenstemming met de ingestelde opneemgrootte telkens enkele rijen of paren van rijen tot werking kunnen worden gebracht. Verdere kenmerken volgens de uitvinding zijn in de volgconclusies 3 tot 16 genoemd.
Met de volgens de uitvinding uitgevoerde instel-20 bare afneemtrommel met meerdere rijen is het mogelijk zonder een trommelverwisseling verschillende zaadsoorten met verschillende zaadkorrelgrootten te isoleren en over te brengen alsmede ook verschillende bezadingswijzen, dat wil zeggen in overeenstemming met de betreffende vereisten enkel- of meer-25 voudige zaadtoevoeringen uit te voeren.
In samenhang met de toevoerinrichting volgens de uitvinding volgens de conclusies 15 en 16 is het bovendien mogelijk, in overeenstemming met de op de afneemtrommel ingestelde wijze van zaadtoevoer, één of twee zaadkorrels in 30 telkens één plantstomp zeker toe te voeren en op een bepaalde plaats neer te leggen.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voor- o beeld een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uit- n./:./ :j <» o / - 3 - » ί vinding is weergegeven- In de tekening toont:
Figuur 1 een inrichting voor het overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad in met plantstompen gevulde planthouders in perspectief, 5 Figuur 2 een inrichting voor het inbrengen van de zaadkorrels in de plantstompen op vereenvoudigde wijze, Figuur 3 een uitvoering van de afneemtrommel met te kiezen verschillend grootte zaadkorrelopneemrijen in langsdoorsnede, 10 Figuur 4 het aanzicht op de kopzijde van de afneemtrommel in de richting D van figuur 3,
Figuur 5 de doorsnede E-E van figuur 3,
Figuren 6a-d doorsnede door de ringopstelling van de afneemtrommel in verschillende deelvlakken bij instel-15 ling van de stelring op enkelvoudige rijen,
Figuren 7a-d een weergave zoals in figuur 6, doch bij instelling van de stelring op een dubbele rij,
Figuur 8 de ringopstelling in uit elkaar getrokken aanzicht bij instelling op enkele rij, 20 Figuur 9 een weergave zoals in figuur 8, doch bij instelling op een dubbele rij, en
Figuur 10 een doorsnede door de ringopstelling met een " aansluiting voor de reinigingslucht.
In figuur 1 is een inrichting weergegeven voor 25 het overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar met plantstompen gevulde planthouders, zoals deze in principe reeds in de Duitse octrooiaanvrage 34 29 028.1 uitvoerig is beschreven.
Zoals hieruit blijkt, dient onder het isoleren 30 van een voorraadreservoir 1 aanwezige zaadkorrels 2 een rondlopende afneemtransporteur 4, die in hoofdzaak uit een met opnemers 6 in de vorm van gaten voorziene afneemtrommel 7 bestaat. De afneemtrommel 7 wordt door een elektromotor 8 aangedreven en daarbij in een rotatie in de richting van de pijl i » ί - 4 - 9 gebracht. De opnemers 6 zijn in meerdere rijen over de trommelbreedte en de trommelomtrek opgesteld. Het inwendige van de afneemtrommel 7 is via een zuigluchtaansluiting 11 met de zuigzijde van een niet weergegeven ventilator verbonden, 5 die eveneens door de motor 8 wordt aangedreven, zodat aan de opnemers 6 van de afneemtrommel 7 zuiglucht heerst. De afneemtrommel 7 loopt door de voorraad zaadkorrels 2 in het voor-raadreservoir 1, zodat tengevolge van de zuigluchtwerking in elke opnemer 6 één zaadkorrel 2 blijft kleven en aan een af-10 geef plaats 12 wordt toegevoerd. Om te waarborgen, dat per opnemer 6 slechts één zaadkorrel 2 wordt getransporteerd, is in de draairichting van de afneemtrommel 7 na het voorraad-reservoir 1 een zich over de trommelbreedte uitstrekkende afstrijkinrichting 13 aangebracht.
15 In de afgifteplaats 12 worden de zaadkorrels 2 via een inbrenginrichting 61 in in een reservoir of een rek 62 zich bevindende plantstompen 63 gebracht. De met plant-stompen gevulde rekken 62 worden daarbij door middel van een stapsgewijze aangedreven eindloze transporteur 64, bijvoor-20 beeld een transportband, in de richting van de pijl 66 onder de inbrenginrichting 61 door getransporteerd, welke synchroon tot de rustfasen vande transporteur 64 in dwarsrichting de plantstompen 63 met zaadkorrels 2 voorziet. De transporteur 64 loopt binnen een door een machinestaande'r 67 gedragen 25 freem 68.
In figuur 2 is een uitvoeringsvorm van de inbrenginrichting 61 voor de zaadkorrels 2 in de plantstompen 63 weergegeven, die uit een zich over een dwarsrij plants-stompen 63 uitstrekkende lijst 79 bestaat, die hier in dwars- 30 doorsnede is weergegeven. Dien tengevolge is hier slechts één van de zaadtoevoerelementen zichtbaar, waarvan een groot aantal in reeksen in de lijst 79 naast élkaar liggen. Een dergelijk zaadtoevoerelement bestaat uit een vast in de lijst O / • ♦ - 5 - 79 aangebrachte, naar onderen uitstekende steekhuls 81, die aan zijn ondereinde 82 is afgeschuimd, waarmee zij in de plant-stompen 63 dringt waaraan zaad moet worden toegevoerd. In de steekhuls 81 mondt zijdelings een door de lijst 79 heen lopend 5 kanaal 83 uit, dat via een flexibele slang 71 met de afgifte-plaats 12 van de afneemtrommel 7 is verbonden. Via de flexibele slang 71 en het kanaal 83 worden op deze wijze de zaadkorrels 2 toegevoerd. In de steekhuls 81 bevindt zich een relatief daartoe beweegbare stoker 84. Hierbij dient deze stoker 10 84 enerzijds als stuurschuif voor de kanaalopening 86 voor het inlaten van de zaadkorrels 2 en anderzijds als tegenhoud-element voor het plantenstompvulmateriaal bij het uittrekken van de steekhuls 81 uit de plantstomp 63 na het toevoeren van de zaadkorrel. Daartoe zijn de lijst 79 en de stoker 84 ge-15 scheiden in de richting van de dubbele pijl 87 respectievelijk 88 beweegbaar. Dat kan door twee geheel verschillende aandrijvingen gebeuren of via een gemeenschappelijke as met op elkaar afgestemde schijven, waarvan in figuur 8 slechts de nok-schijf 89 voor de stootstangbediening zichtbaar is. Op deze 20 wijze kan bijvoorbeeld de lijst 79 met de steekhuls 81 na het toevoeren van de zaadkorrel omhoog worden bewogen, terwijl de stoker 84 voorlopig nog in zijn onderste stand blijft en pas de plantstomp 63 verlaat, nadat de steekhuls 81 deze reeds verlaten heeft.
25 Figuur 3 toont de uitvoering van de afneemtrommel 7, die in aanvulling tot de zaadkorrelisolatie via meerdere reeksen nog de instelling op verschillende zaadkorrelgrootten alsmede op enkel- of dubbelvoudige zaadtoevoer mogelijk maakt. Hierbij dient onder "enkelvoudige zaadtoevoer" het inbrengen 30 van een zaadkorrel en onder "dubbelvoudige zaadtoevoer" het inbrengen van twee zaadkorrels in elke plantstomp te worden verstaan.
De afneemtrommel 7 is voor zijn werking vast met een as 91 verbonden, die door een stationair deel 92 en door cfe *· * ^ ' -r -* 5 » - δ - afneemtrommel 7 heen is geleid. Op het aan de linkerzijde gelegen aseinde bevindt zich buiten het stationaire deel 92 een hier niet zichtbaar aandrijfwiel. De vaste verbinding van de afneemtrommel 7 met de as 91 is via een sleepring 93 verkregen, 5 die via schroeven 94 met een asflens 96 is verbonden en axiaal tegen de trommel 7 is gespannen, hetgeen nog later zal worden beschreven. De aangedreven afneemtrommel 7 loopt dus met de sleepring 93 tegen het stationaire deel 92 aan, waarbij de sleepring 93 en het stationaire deel 92 met elkaar een labyrinth 10 afdichting 97 vormen. De as 91 is dubbel in het stationaire deel 92 gelagerd, waarbij hier slechts dén kogellager 98 zichbaar is. Voor het axiale gespannen van de trommel 7 liggende sleepring 93 is aan het andere trommeleinde een ringopstelling aangebracht. Hierbij is een ring 99 met zijn kopzijde door middel van schroe- 15 ven 101 vast met de as 91 verbonden. Een tot deze concentrische buitenste ring 102 is door schroeven 103 aan de kopzijde van de trommel bevestigd. Beide ringen 99, 102 hebben in elkaar grijpende concentrische uitsparingen 104 respectievelijk verhogingen 106 en zijn ten opzichte van elkaar door spanelementen te 20 spannen. De spanelementen bestaan uit schroeven 107, die door schroefdraadloze doorboringen 108 respectievelijk boringen 109 van de ring 99 respectievelijk 101 zijn geleid en in een contraring 111 zijn vastgeschroefd. Bij het aantrekken van deze spanschroeven 107 worden de ringen 99 en 102 tussen de span-25 schroefkoppen en de contraring 111 tegen elkaar aan getrokken en dus de trommel 7 tegen de sleepring 93 gespannen. Tegen het andere trommeleinde ligt een ring 112 aan, tussen welke en de sleepring 93 een stelring 113 is aangebracht, waarvan de functie nog nader zal worden toegelicht.
30 De afneemtrommel 7 heeft een aantal gelijkmatig verdeelde, axiaal lopende zuigluchtkanalen 114, via welke de zich in de trommelmantel bevindende zaadkorrel opnemers 6 met zuiglucht worden belast. Hiertoe is de zuigluchtaansluiting 11 op het stationaire deel 92 aangebracht en mondt uit in een ' ' - '· ' ·; η * - - ƒ : -j. a j / s i - 7 - zich in het stationaire deel 92 bevindende ring 117, die aan de kopzijde in aanraking is met de sleepring 93. De ring 117 heeft een deelringgroef 118 (figuur 5), waardoor de via de ringopstel-ling 93, 113, 112 aanliggende zuigluchtkanalen 114 met zuig-5 lucht worden bevoorraad. Achter het einde van de deelringgroef 118 ligt in het gebied van de zaadkorrelafgifte de trommel 7 tegen de ring 117 een drukluchtaansluiting 119 aan (figuur 3 en 5), waardoor via een kleine boorring 121 het korresponderende kanaal 114 iets wordt ontlucht en dus de zaadkorrelafvoer uit 10 de korresponderende opnemers 6 wordt ondersteund.
Vervolgens sluit zich een verdere drukluchtaansluiting 122 aan voor de blaaslucht voor het reinigen van de kanalen 114 en zaadkorrelopnemers 6 van stof en vuil. De blaaslucht komt daarbij via het kanaal 123a, 123b in het juist aan-15 liggende kanaal 114 van de trommel 7 (figuren 5 en 10). zoals uit het kopaanzicht (figuur 4) van de afneemtrommel 7 zichbaar is, is deze met 40 zuigluchtkanalen 114 uitgerust, waarvan slechts enige zijn ingetekend. Dit komt overeen met een onderverdeling van 9°. Aan elke delingsstreep bevindt zich dus een 20 zuigluchtkanaal 114. Elk zuigluchtkanaal 114 is, zoals uit de figuren 3 en 4 blijkt, met een reeks van in de trommelmantel aangebrachte zaadkorrelopnemers β toegevöegd» In het in het geding zijnde geval zLjnvier verschillende afmetingen van opnemers 6 aangebracht in overeenstemming met de opneemreeksen Rl, 25 R2, R3 en R4, die in de genoemde 9°-verdeling van 0° tot 27° zijn aangebracht, waarna deze optelling zich over de gehele troramelomtrek, weer met Rl en 0° beginnend, op gelijke wijze voortzet.
Bij een enkelvoudige zaadtoevoer, dat wil zeggen 30 bij één zaadkorrel per plantstomp, mag in elk geval ook slechts telkens vierde zuigluchtkanaal 114 met zuiglucht worden belast.
Dit betekent, dat alnaar gelang de keuze van de opneemgrootte tien maal over de trommelomtrek de rij Rl of R2 of R3 of R4 aan zuiglucht ligt. Volgens figuur 4 zijn via de weergegeven zuig- * » « ? * - 8 - luchtkanalen 114 juist de rijen R1 geaktiveerd, dat wil zeggen deze kanalen staan, zoals uit figuur 3 blijkt, via boringen 124, 126, 127 van de ring 112, van de stelring 113 en van de sleepring 93 met de deelringgroef 118 van de ring 117 en dus 5 met de zuigluchtaansluiting 11 in verbinding.
De overige dertig zuigluchtkanalen 114 zijn door de ringopstelling 112, 113, 93 dicht gezet. Aldus moeten voor de enkelvoudige zuigtoevoer in de ringen 112, 113, 93 telkens tien boringen 124, 126, 127 in een 36“-verdeling,die met de 10 afstand van in grootte gelijke rijen (bijvoorbeeld van een rij Rl tot de volgende rij Rl) korrespondeerd, aanwezig zijn. Dienen nu de rijen R2, R3 of R4 in werking te treden, dan moet de dienovereenkomstig uitgekozen rij in de geldende positie van ..rij Rl worden gebracht. Dit betekent, dat de afneemtrommel 7 15 op de as 91 moet worden/verdraaid. Hiertoe worden de spanschroe-ven 107 gelost alsmede een markeringsschroef 128 verwijderd, die trommel met de ring 102 ten opzichte van de as 91 met de ring 99 en 98 voor R2 of over 18 respectievelijk 27° voor R3 respectievelijk R4 verdraaid en daarna de spanschroeven 107 20 weer aangetrokken. De markeringsschroef 128 wordt dan in de betreffende, in overeenstemming met de instelhoek met de uitsparing 129 van de ring 102 tot dekking komende boring 131 van de ring 99 geschroefd. De opstelling van drukveren 132 in de spanas, maakt het mogelijk om ondanks het lossen •an de span-25 schroeven 107 een bepaalde axiale verspanning in stand te houden, die weliswaar een ongehinderde rotatie van de trommel 7 op de as 91 toestaat, echter een spleetvorming tussen de ringen 112, 113, 93 en daardoor het binnendringen van vuil tussen deze verhinderd. Voor het vergemakkelijken van de rotatiebe-30 weging zijn aan beide zijden op asgedeelten 133, 134 naaldla-ger 136, 137 aangebracht. Deze dienen uitsluitend voor het verdraaien van de trommel 7 op de as 91 bij de keuze van de rijen Rl tot R4.
Voor een dubbelvoudige zaadtoevoer, dat wil zeggen - 9 - voor het inbrengen van twee zaadkorrels in een plantstomp, hetgeen bij enige plantsoorten noodzakelijk is, moeten nu telkens twee aangrenzende rijen aan zuiglucht liggen. Dit vereist bij de in het geding zijnde verdeling tien extra boringen 124, 5 126, 127 in de ringen 112, 113, 93, die telkens over een deel streep, dat wil zeggen over 90°, naast de voor de enkelvoudige zaadtoevoer aanwezige boringen liggen, zodat dan twintig zuig-luchtkanalen 114, telkens twee naast elkaar liggend, met zuiglucht belast zijn. Indien de boringen 124, 126, 127 nu bijvoor-10 beeld bij telkens 0° en 27° in de aangegeven verdelingscyclus liggen, dan kunnen in afhankelijkheid van de betreffende rijstand de rijparen R1/R4, R4/R3 of R3/R2 worden geaktiveerd.
Het omzetten van de afneemtrommel 7 op enkelvoudige of dubbelvoudige zaadtoevoer kan aldus op eenvoudige wij-15 ze worden bereikt, doordat de tussen de sleepring 93 en de ring 112 liggende zogenaamde stelring 113 over een deelstreep van 9° wordt gedraaid.
Daardoor wordt hetzij de zuiglucht-doorgang door telkens één zuigluchtkanaal 114 per delingscyclus (enkelvou-20 dige zaadtoevoer) of voor telkens twee aangrenzende zuiglucht-kanalen 114 (dubbele zaadtoevoer) vrijgegeven. Voor het verdraaien van de stelring 114 moet op de reeds beschreven wijze de axiale verspanning door het loslaten van de spanschroeven 107 iets worden opgeheven.
25 Ih de figuren 6a-d is nogmaals de ringopstelling 117, 93, 113, 112 in de verschillende delingsvlakken (0 tot 27°) van een verdelingscyclus in doorsnede weergegeven, en wel bij de stand van de stelring 113 op enkelvoudige zaadtoevoer. Het is te zien, dat per delingscyclus (0-27°) slechts één zuig-30 luchtdoorgang 118, 127, 126, 124, 114 bestaat, en wel telkens bij 0° (figuur 6a). Bij 9°, 18° en 27° (figuur 6b, c, d) zijn de doorgangen dichtgemaakt. Bij het verdraaien van de stelring 113 over 90° op dubbele zaadtoevoer (figuren 7a-d) worden per verdelingscyclus twee zuigluchtdoorgangen 118, 127, 126, 124,114 « - 10 - vrij, en wel bij 0° en bij 27° (figuren 7a en d) , terwijl de doorgangen bij 9° en 18° (figuren 7d en c) dichtgezet blijven.
De figuren 8 en 9 tonen de opstelling van de ring 117 met de zuiglucht toevoerende deelringgroef 118, van de 5 sleepring 93, van de stelring 113, van de ring 112 en de trommel 7 in perspectivisch uit elkaar getrokken aanzicht. In figuur 8 is duidelijk de stand van de stelring 113 op enkelvoudige zaadtoevoer te herkennen. Er is zuigluchtdoorgang via het zuigluchtkanaal 114 van de trommel 7, door de boringen 124, 10 126, 127 van de ringen 112, 113, 93 naar de deelringgroef 118 van de ring 117. In figuur 9 is de stéLziig 113 daaueifcecpn overeen verdeling naar dubbele zaadtoevoer verdraaid, zodat twee aangrenzende zuigluchtdoorgangen het hierboven beschreven door verloop hebben. De zuigluchtdoorgangen zijn natuurlijk, zoals 15 reeds eerder werd opgemerkt, in een met de delingscyclie korre-sponderend aantal aanwezig.
Bij de zich vormende rijen paren voor een dubbel-voudige zaadtoevoer liggen bij rijen dwangmatig met opnemers van verschillende diameter voor dezelfde zaadsoort naast el-20 kaar. De grootte van de diameterstaffeling voor opname van aangrenzende rijen alsmede de natuurlijke variaties van de zaad-korrelgrootten van een soort kunnen desalniettemin een zekere en volledige vulling van de zaadkorrelopnemers toe.
Buiten een enkelvoudige of dubbelvoudige zaadtoe-25 voer is volgens hetzelfde principe ook een meervoudige, bijvoorbeeld een drievoudige zaadtoevoer mogelijk in het geval hiertoe om een of andere reden de noodzaak zou bestaan.

Claims (16)

1. Inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een houder of naar plantvlakken met een rondlopende afneemtransporteur voor het afvoeren van geïsoleerde zaadkorrels uit de zaadvoorraad naar 5 een afgifteplaats met het kenmerk,dat de afneemtransporteur als afneemtrommel (7) met rijen(Rl, E2, R3, R4) opnemers (6) van verschillende grootte voor het isoleren en afvoeren van naar keuze verschillende zaadkorrelgrootten is uitgevoerd, waarbij telkens slechts de rijen met de gewenste grootte van 10 de opnemers door verstelmiddelen kunnen worden geaktiveerd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de afneemtrommel (7) verstelmiddelen heeft voor het naar keuze instellen op enkel- of dubbelvoudige zaadtoevoer, zodat in overeenstemming met de ingestelde afneemgrootte telkens 15 enkele rijen (R1 of R2 of R3 of R4) of rijen paren (R1/R4 of R4/R3 of R3/R2) aktiveerbaar zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de afneemtrommel (7) met de aan de afneemrijen (Rl, R2, R3, R4) toegevoegde zuigluchtkanalen (114) is uitge- 20 rust, die in overeenkomstige verdeling langs de troramelomtrek in langsrichting axiaal door de afneemtrommel (7) lopeni waarbij per verdelingscyclus (Rl tot R4) telkens één (enkelvoudige zaadtoevoer) of twee (dubbelvoudige zaadtoevoer) zuigluchtkanalen (114) met de zuigluchtaansluiting (11) in ver-25 binding kunnen worden gebracht.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de afneemtrommel (7) aan zijn naar de zuigluchtaansluiting (111) toegekeerde einde een ringopstelling (93, 113, 112. bezit, die per verdelingscyclus (Rl tot R4) met telkens 30 twee op delingsafstand van de zuigluchtkanalen (114) aangebrachte boringen (127, 126, 124) is uitgerust.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een ring (113) van de ringopstelling (93, 113, 112) - * ** A -12 - . « als instelring is uitgevoerd, die over een verdelingsafstand ten opzichte van de overige ringen (93, 112) kan worden verdraaid, zodat naar keuze één of twee zuigluchtdoorgangen (127, 126, 124) per verdelingscyclus kunnen worden ingesteld. 5
6 . Inrichting volgens één der .voorgaande "conclusies met het kenmerk,dat de het trommeleindevormende ring (93) als sleepring is uitgevoerd, die enerzijds vast met een aandrijfas (91) van de afneemtrommel (7) is verbonden en anderzijds met de axiaal tegen hem gespannen afneemtrommel (7) tegen 10 een stationair deel (92) rondloopt.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat aan de van de zuigluchtaansluiting (116) afgekeerde kop-zijde van de afneemtrommel (7) een opstelling van concentrische ringen (99, 102) is aangebracht, waarbij de ene ring (99) vast 15 met de aandrijfas (91) en de andere ring (102) vast met de trommel (7) is verbonden en béide; ringen (99, 102) door spanmiddelen axiaal ten opzichte van elkaar verspannen kunnen worden.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, 20 dat de spanmiddelen ultspaischroeven (107) bestaan, die in een contraring (111) kunnen worden geschroefd,tussen welke en de koppen van de spanschroeven de ringen (99, 102) ten opzichte van elkaar kunnen worden gespannen.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk,dat de instelling van de gewenste opneemrij (R^, , R^, R^) door rotatie van de afneemtrommel (7) op de aandrijfas (91) over het corresponderende aantal verdelings-gedeelten plaatsvindt.
10. Inrichting volgens conclusie 5 en 9, met het 30 kenmerk, dat zowel ter rotatie van de stelring (113) als ook ter rotatie van de afneemtrommel (7) op zijn aandrijfas (91) de spanelementen (107, 111) losbaar zijn.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in de verspanas drukveren (132) zijn opgesteld, die ondanks -13 - a het lossen van de spanelementen (107/ 111) een de rotatiebe-wegingen toelatende bepaalde axiale verspanning in stand houden.
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclu-5 sies, met het kenmerk/ dat in het stationaire deel (92) een ring (117) is aangebracht, die aan zijn kopzijde met de sleepring (93) in aanraking is en een deelringgroef (118) voor het verdelen van de aanliggende zuiglucht op de telkens te akti-veren zuigluchtdoorgangen (127, 126, 124, 114) bezit.
13. inrichting volgens conclusie 12, met het ken merk, dat de ring (117) met een drukluchtaansluiting (119) voor het beluchten met oog op het ondersteunen van de zaadkorrel afgifte op de afgifteplaats is uitgerust.
14. Inrichting volgens conclusie 12, met het ken-15 merk,dat de ring (117) met een drukluchtaansluiting (122) voor blaaslucht voor het reinigen van de zuigluchtkanalen (114) en de zaadkorrelopnemers (6) is uitgerust.
15. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 voor het overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar plant- 20 vlakken die uit met plantstompen gevulde rekken zijn gevormd, met een inbrenginrichting voor het inbrengen van de geïsoleerde zaadkorrels in de plantstompen, met het kenmerk, dat de inbrenginrichting (61) uit een aantal steekhulsen (81) en daarin relatief tot deze beweegbare stoters (84) bestaat, waar-25 bij de stoters (84) zowel als schuif voor het besturen van de zaadkorreltoevoer aan de steekhulsen (81) als ook als te-rughoudelementen voor het plantstompen vulmateriaal bij het naar buiten trekken van de steekhulsen (81) uit de plantstompen (63) na het toevoeren van de zaadkorrel dienen.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het ken merk, dat de steekhulsen (81) aan hun in de plantstompen (63) dringende einde (82) afgeschuind zijn. - ·> -7
NL8600237A 1985-02-01 1986-01-31 Inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een vat of naar plantvlakken. NL8600237A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3503333 1985-02-01
DE3503333 1985-02-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600237A true NL8600237A (nl) 1986-09-01

Family

ID=6261342

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600237A NL8600237A (nl) 1985-02-01 1986-01-31 Inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een vat of naar plantvlakken.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4703704A (nl)
JP (1) JPS61177902A (nl)
FR (1) FR2576742B1 (nl)
GB (1) GB2170686B (nl)
IT (1) IT1204754B (nl)
NL (1) NL8600237A (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2203021B (en) * 1987-04-11 1990-03-07 Hamilton Design Ltd T W Seeding machines
GB2229616A (en) * 1989-03-10 1990-10-03 Specialised Harvesting Service Improvements in or relating to seed dispensing apparatus
US5215550A (en) * 1991-07-10 1993-06-01 Sylvester M. Tesch, Jr. Seedling array transplanter
US5414955A (en) * 1994-08-03 1995-05-16 Morin; Thomas M. Hand held seeder
NO300611B1 (no) * 1996-01-17 1997-06-30 Vefi As Såmaskin
AT406740B (de) * 1996-07-02 2000-08-25 Wintersteiger Gmbh & Co Vorrichtung zum befüllen von saatgutmagazinen mit samenkörnern ausgewählter zuchtpflanzen
US6634305B1 (en) * 2002-04-12 2003-10-21 John E. Braun Seed planting system
US7174839B2 (en) * 2004-08-17 2007-02-13 Ben Tun Hsin Tseng Seed planting system for multiple types of crops
US7661225B2 (en) * 2004-12-14 2010-02-16 James Lilly Method for attaching seeds in an automated seeding system
EP2105045A1 (en) * 2008-03-28 2009-09-30 ADP International B.V. A device for encapsulating seeds and a method
DE202012010987U1 (de) 2012-11-15 2012-12-04 Harry Schneckenburger Vakuumstift für Sämereien
CN102918967B (zh) * 2012-12-03 2015-04-08 江苏大学 一种滑动永磁组合磁系结构精密排种单元
CN103999610B (zh) * 2014-05-08 2016-04-06 河南科技大学 滚筒型孔式穴盘育苗排种器及育苗排种机构
BE1023221B1 (nl) * 2015-06-30 2017-01-03 Green Production Systems Bvba Teelsysteem
CN107996080B (zh) * 2017-12-01 2020-11-27 泗县微腾知识产权运营有限公司 一种播种机器人
BR112022010276A2 (pt) * 2019-12-30 2022-08-09 Monsanto Technology Llc Plantador de sementes automatizado
EP4101279A1 (en) * 2021-06-07 2022-12-14 Click & Grow OÜ A method for placing seeds inside a growth substrate, a seed insertion device and a growth substrate
DK202200861A1 (en) * 2022-09-23 2024-04-19 Ellepot As A process for producing a seed and/or fertilizer filled plant growth medium pot, rod, or band, and an apparatus therefor

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US17258A (en) * 1857-05-12 Improvement in corn-planters
DE681295C (de) * 1938-01-23 1939-09-20 Paul Bruedern Einzelkornsaemaschine
US2505758A (en) * 1944-12-29 1950-05-02 Emil C Enebeck Suction pickup rotor for seed dispensing machines
FR950108A (fr) * 1947-07-25 1949-09-19 Canne-semoir pour graines de pin et autres
US3156201A (en) * 1962-11-07 1964-11-10 Massey Ferguson Inc Vacuum-type seed planter
US3387746A (en) * 1966-11-28 1968-06-11 Robert F Ashley Selective seed planter
US3542242A (en) * 1969-03-03 1970-11-24 Avco Corp Precision seed-metering device
FR2085447A1 (nl) * 1970-04-22 1971-12-24 Darquin Marcel
FR2208272A5 (nl) * 1972-11-27 1974-06-21 Uzina De Masini Agricole
SE394847B (sv) * 1975-06-05 1977-07-18 Wendt K L Sett och anordning for astadkommande av enkelradiga floden av fron
SU784823A1 (ru) * 1976-04-26 1980-12-07 Латвийский Научно-Исследовательский Институт Земледелия И Экономики Сельского Хозяйства Высевающий диск точного высева сем н
SU576984A1 (ru) * 1976-07-05 1977-10-25 Serbulov Aleksandr F Пневматический высевающий аппарат
US4106414A (en) * 1976-09-20 1978-08-15 Carl Vastag Seed planter and planting valve therefor
US4145980A (en) * 1976-12-06 1979-03-27 A. Duda And Sons Inc. Seeder for planting seeds at precise intervals
EP0010383A1 (en) * 1978-10-19 1980-04-30 Thomas William Hamilton Machine for picking up and depositing seeds
US4306509A (en) * 1979-03-08 1981-12-22 North Carolina State University At Raleigh Vacuum drum planter
SU808026A1 (ru) * 1979-04-05 1981-02-28 Головное Специализированное Конструк-Topckoe Бюро По Посевным И Комбиниро-Ванным Машинам Пневматический высевающий аппаратгРуппОВОгО пОСЕВА
SU917752A1 (ru) * 1980-02-01 1982-04-07 Всесоюзный научно-исследовательский институт торфяной промышленности Устройство дл посева сем н в торфоблоки
FR2478596A1 (fr) * 1980-03-19 1981-09-25 Germaine Michel Appareil pour saisir un a un des elements de tres faible taille
SU880295A1 (ru) * 1980-04-22 1981-11-15 Молдавский Ордена Трудового Красного Знамени Научно-Исследовательский Институт Орошаемого Земледелия И Овощеводства Пневматическа се лка
SU913971A1 (ru) * 1980-11-11 1982-03-23 Ivan E Tatarov Пневматический высевающий аппарат /1
US4411206A (en) * 1981-07-20 1983-10-25 Development Finance Corp Of New Zealand Precision sower
US4466554A (en) * 1982-04-01 1984-08-21 Bud Antle, Inc. Singulating seeder for high density plug trays

Also Published As

Publication number Publication date
IT1204754B (it) 1989-03-10
IT8619037A0 (it) 1986-01-09
FR2576742A1 (fr) 1986-08-08
GB8602401D0 (en) 1986-03-05
JPS61177902A (ja) 1986-08-09
GB2170686A (en) 1986-08-13
FR2576742B1 (fr) 1990-07-06
GB2170686B (en) 1989-05-10
US4703704A (en) 1987-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8600237A (nl) Inrichting voor het automatisch overbrengen van zaadkorrels uit een zaadvoorraad naar een vat of naar plantvlakken.
US8172739B2 (en) Device for combining groups of filter segments for producing multi-segment filters of the tobacco industry, and trough drum
US4238025A (en) Device for replacing defective articles
US4296660A (en) Device for feeding rod-like articles
GB2031263A (en) Method and apparatus for pinpointing the causes of malfunction of machines for the manufacture and/or processing of cigarettes or the like
DE2702418A1 (de) Vorrichtung zum abgeben von saatgut
US2605023A (en) Rotary seed disk with peripheral pockets protected by a flexible cover engaging said pockets
DE2324055A1 (de) Vorrichtung zum pruefen von stabfoermigen artikeln der tabakverarbeitenden industrie
NL8302809A (nl) Plantboor.
US20060037520A1 (en) Seed planting system for multiple types of crops
AU2016249451B2 (en) Multiple singling device
DE2646754A1 (de) Vorrichtung zum foerdern von tabak
DE60320228T2 (de) Einheit und verfahren zur nachbestellung von süsswaren, wie zum beispiel süssigkeiten und dergleichen
CN106385883A (zh) 排种器
DE1586110A1 (de) Verfahren und Maschine zum Verpacken von Zigarettenbloecken oder anderen blockfoermigen Gegenstaenden
DE2317295A1 (de) Verfahren und vorrichtung zum pruefen von queraxial gefoerderten stabfoermigen artikeln
KR101564891B1 (ko) 파종기용 레일고정장치
ES2145669A1 (es) Maquina para limpieza integral de aceitunas recolectadas.
DE4419500A1 (de) Zuführvorrichtung für längliche Produkte
EP0705532B1 (en) Pneumatic seeder with continiously rotating cylinder
EP3212013B1 (en) A rod article distribution apparatus
DE1582037A1 (de) Vorrichtung zum Vereinzeln und Verteilen von Saatgutkoernern od.dgl.insbesondere an Saemaschinen
DE2530026A1 (de) Vorrichtung zum zufuehren stabartiger gegenstaende zu einem pneumatischen foerderer
JPH01171404A (ja) シードペーパーの製造装置
CN220140146U (zh) 一种自动上秧补秧的水稻插秧机

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: KOERBER GMBH

CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: KOERBER AG

BV The patent application has lapsed