NL8502185A - Bladafvoerinrichting. - Google Patents

Bladafvoerinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8502185A
NL8502185A NL8502185A NL8502185A NL8502185A NL 8502185 A NL8502185 A NL 8502185A NL 8502185 A NL8502185 A NL 8502185A NL 8502185 A NL8502185 A NL 8502185A NL 8502185 A NL8502185 A NL 8502185A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ruler
air
stack
sheet
discharge member
Prior art date
Application number
NL8502185A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Oce Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Nederland Bv filed Critical Oce Nederland Bv
Priority to NL8502185A priority Critical patent/NL8502185A/nl
Priority to DE8686201314T priority patent/DE3667208D1/de
Priority to EP86201314A priority patent/EP0212722B1/en
Priority to AT86201314T priority patent/ATE48323T1/de
Priority to CA000514905A priority patent/CA1264775A/en
Priority to AU60703/86A priority patent/AU580180B2/en
Priority to US06/892,343 priority patent/US4728091A/en
Priority to JP61183272A priority patent/JPH072537B2/ja
Publication of NL8502185A publication Critical patent/NL8502185A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G15/00Apparatus for electrographic processes using a charge pattern
    • G03G15/65Apparatus which relate to the handling of copy material
    • G03G15/6502Supplying of sheet copy material; Cassettes therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H3/00Separating articles from piles
    • B65H3/08Separating articles from piles using pneumatic force
    • B65H3/12Suction bands, belts, or tables moving relatively to the pile
    • B65H3/122Suction tables
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H83/00Combinations of piling and depiling operations, e.g. performed simultaneously, of interest apart from the single operation of piling or depiling as such
    • B65H83/02Combinations of piling and depiling operations, e.g. performed simultaneously, of interest apart from the single operation of piling or depiling as such performed on the same pile or stack

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Sheets, Magazines, And Separation Thereof (AREA)
  • Control And Other Processes For Unpacking Of Materials (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)
  • Conveyance By Endless Belt Conveyors (AREA)
  • Medicines Containing Plant Substances (AREA)
  • Peptides Or Proteins (AREA)
  • Compounds Of Unknown Constitution (AREA)
  • Pile Receivers (AREA)

Description

* -r -1-
Uitvinderi F.A.C.M. Couwenberg Qcé-fïederland B.7., te Venlo Bladafvoerinriohting
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afvoeren van een blad van een stapel bladen, omvattende een afvoerorgaan waarvan een naar de stapel bladen toegekeerd oppervlak is voorzien van ten minste een eerste uitholling, middelen waarmee lucht 5 via een blaasopening door deze uitholling kan worden geblazen waardoor een statische onderdruk ontstaat en het af te voeren blad tegen genoemd oppervlak van het afvoerorgaan wordt gezogen, en aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van het afvoerorgaan om het daarop vastgehouden blad van de stapel af te voeren.
10 Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooiaan- vrage-A-0032765. De daarin beschreven inrichting bevat een afvoerorgaan, met meerdere uithollingen, dat kan worden gebruikt om bladen een voor een van een stapel naar een druk- of kopieerapparaat te voeren. Een nadeel daarbij is dat in de genoemde uithollingen een rela-15 tief grote onderdruk nodig is om bladen van uiteenlopende soorten steeds met zekerheid van de stapel te kunnen separeren. Om deze onderdruk te bereiken moeten grote hoeveelheden lucht met hoge snelheden door de uithollingen geblazen worden. De daarvoor benodigde luchtpomp of compressor zal van een groot vermogen moeten zijn en dus relatief 20 duur zijn. Bovendien zal de uitgeblazen lucht veel geruis veroorzaken, hetgeen als hinderlijk ondervonden kan worden.
De uitvinding stelt zich tot doel de bekende inrichting zodanig te verbeteren dat met een aanzienlijk kleinere luchtverplaatsing een zeer betrouwbare werking gerealiseerd wordt.
25 Dit doel wordt bereikt door een inrichting als in de aanhef bedoeld zodanig uit te breiden dat in het genoemde oppervlak ten minste een tweede uitholling aanwezig is die nabij de blaasopening, maar buiten de luchtstroom, met de eerste uitholling in verbinding staat.
In een aldus uitgevoerde inrichting zal, wanneer een blad door de onder-30 druk in de eerste uitholling naar het oppervlak wordt getrokken en daarbij de tweede uitholling geheel of gedeeltelijk bedekt, ten gevolge van C £ ~éL 1 8 5 -2- . * « de straalpompwerking van de uit de blaasopening komende lucht, lucht uit de tweede uitholling worden gezogen via de verbinding. In de tweede uitholling ontstaat daardoor nagenoeg dezelfde onderdruk als in de eerste uitholling. Vandaar dat het te separeren blad niet alleen vast 5 tegen de oppervlakte delen getrokken wordt waarin de eerste uitholling is gevormd maar ook tegen de oppervlaktedelen waarin de tweede uitholling is gevormd. In vergelijking met de bekende inrichting wordt aldus een veel groter Oppervlak verkregen waar het te separeren blad tegenaan getrokken wordt. Het zal duidelijk zijn dat om daarbij eenzelfde 10 separatiekracht te realiseren, de onderdruk en dus de uitgeblazen hoeveelheid lucht, respectievelijk de snelheid daarvan, aanzienlijk kleiner (bijvoorbeeld de helft of een derde) kan zijn dan in de bekende inrichting.
Dit effect treedt alleen op als de tweede uitholling zodanig met de 15 eerste uitholling verbonden is dat de lucht niet in de tweede uitholling geblazen wordt.
Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende beschrijving van een aantal uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij verwezen wordt 20 naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Fig. 1 een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft,
Fig. 2 een aanzicht van het afvoerorgaan volgens lijn II-II in Fig.1 weergeeft, 25 Fig. 3 een doorsnede van het afvoerorgaan volgens lijn III-III in Fig.
2 weergeeft,
Fig. 4 een doorsnede als in Fig. 3» van een andere uitvoeringsvorm van het afvoerorgaan volgens de uitvinding weergeeft,
Fig. 5 een doorsnede volgens lijn IV-IV van het afvoerorgaan weergege-30 ven in Fig. 4 weergeeft,
Fig. 6 grafisch de statische onderdruk als functie van de druk van de toegevoerde blaaslucht weergeeft, gemeten aan het afvoerorgaan weergegeven in de Figuren 4 en 5, en Fig. 7 een aanzicht als in Fig. 2 van nog een andere uitvoeringsvorm 35 van een afvoerorgaan volgens de uitvinding weergeeft.
De in Fig. 1 weergegeven inrichting omvat een vlakke bodemplaat 1, die onder een hoek van 60° met de horizontaal is opgesteld. Aan de 3502 1 8 5 «* Λ · ' -3- onderste rand van de bodemplaat is een wandplaat 2 bevestigd die zich in een richting loodrecht op de bodemplaat 1 uitstrekt. Boven de bovenste rand van de bodemplaat 1 is een liniaalvormig afvoerorgaan 3 in het verlengde van de bodemplaat opgesteld. In de aldus gevormde bak 5 4 kan een stapel bladen 5 gelegd worden, waarbij het onderste blad van de stapel 5 deels op de bodemplaat 1 en deels op het bovenoppervlak van de liniaal 3 rust. De liniaal 3 strekt zich dwars onder de gehele stapel 5 uit en heeft nabij de uiteinden speciaal gevormde delen 6 en 7, die later aan de hand van Fig. 2 en 3 zullen worden beschreven.
10 Aan de onderkant van de liniaal 3 is een driehoekige plaat 8 opgesteld die zich uitstrekt in een vlak loodrecht op de liniaal 3· De plaat 8 is in een hoekgedeelte scharnierbaar verbonden met de liniaal 3 door middel van een pen 9 die zich evenwijdig aan het bodemvlak van de bak 4 uitstrekt. In de andere hoekgedeelten van de plaat 8 zijn respec-15 tievelijk een arm 10 en een arm 11 met een uiteinde scharnierend met de plaat 8 verbonden door middel van pen 12, respectievelijk pen 13· De andere uiteinden van de armen 10 en 11 kunnen scharnieren om respectievelijk pen 14 en pen 15, die vast met een niet afgebeeld gestel van de inrichting zijn verbonden. Arm 10 kan met behulp van niet weergege-20 ven aandrijfmiddelen om pen 14 heen en weer gedraaid worden tussen een met getrokken lijnen weergegeven uitgangsstand en een met onderbroken lijnen weergegeven stand. Het door armen 10 en 11 en plaat 8 gevormde bewegingsmechanisme zet een draaiing van arm 10 om in een beweging van de liniaal 3 in zijn eigen vlak tussen de met getrokken lijnen weerge-25 geven uitgangsstand van de liniaal en de met onderbroken lijnen weergegeven bovenste stand.
Boven de bak 4 zijn naast elkaar twee transportrollenparen 20 (in Fig.
1 achter elkaar) opgesteld die elk een kneep vormen welke ligt in het verlengde van het bodemvlak van de bak 4, zo dicht bij de liniaal 3 dat 30 deze zich, in de bovenste stand, kan uitstrekken tot voorbij de kneep.
De liniaal 3 is daartoe voorzien van uitsparingen 21 (zie Fig. 2), waarin de onderste rollen 20 passen. De transportrollenparen 20 voeren een door liniaal 3 meegenomen blad via transportbaan 22 naar een niet verder weergegeven bladverwerkingsinrichting 23, bijvoorbeeld de 35 belichtingsruit van een kopieerapparaat. Een verwerkt blad kan vandaar via transportbaan 24 door transportrollenparen 25 terug gevoerd worden naar de bak 4, alwaar het door het uiteinde van een verende strip 26 8302 1 8 5 9 -4- licht tegen de bodemplaat 1, respectievelijk tegen de daarop liggende bladen van de stapel 5 wordt gedrukt.
De in Fig. 2 en 3 in detail weergegeven liniaal 3 heeft een lengte die ongeveer overeenkomt met de afmeting van een blad dwars op de 5 doorvoerriohting. De liniaal 3 is in elk van de delen 6 en 7 voorzien van zes op korte afstand naast elkaar gelegen eerste uithollingen in de vorm van groeven 30 welke zijn gevormd in de vlakke bovenzijde van de liniaal, en zich evenwijdig aan de korte zijde van de liniaal vanaf het midden van de liniaal tot aan een rand 3a uitstrekken. Elke 10 groef 30 heeft een lengte van 20 mm, een breedte van 5 mm en een diepte van 2 mm. Het uiteinde van elke groef 30, in het midden van de liniaal, is voorzien van een ronde opening 32 van 0,4 mm doorsnede, welke opening 32 grenst aan de bodem van de betreffende groef 30 en in verbinding staat met een, voor de zes groeven gemeenschappelijke kamer 33 15 gevormd in de liniaal. Kamer 33 is via een flexibele slang 34 aangesloten op een niet weergegeven luchtpomp die via de openingen 32 lucht door elke groef 30 blaast. Deze lucht wordt via de rand 3a van de liniaal weer afgevoerd. In het verlengde van elke groef 30 is, aan de zijde waar de opening 32 zich bevindt, in het bovenvlak van de liniaal 20 3 een uitholling in de vorm van een groef 36 aangebracht die even breed is als groef 30, maar slechts 1 mm diep. Telkens twee naast elkaar gelegen groeven 36 monden uit in een ongeveer vierkante uitholling 37 ter grootte van ongeveer 400 mm^ die, evenals groeven 36, 1 mm diep is. Twee naast elkaar gelegen groeven 36 vormen samen met de bijbehorende 25 uitholling 37 een tweede uitholling. In elk van de uithollingen 37 zijn naast elkaar twee stroken 38 van wrijvingsmateriaal, zoals bijvoorbeeld siliconen rubber, elk ter grootte van ongeveer 160 mm^, aangebracht.
Het oppervlak van deze stroken ligt 0,1 mm onder het bovenoppervlak van de liniaal. Op het bovenoppervlak van de liniaal 3 zijn tussen de 30 groeven 30 stroken wrijvingsmateriaal 39 aangebracht. Het buitenoppervlak van de stroken 39 ligt 0,1 mm boven het bovenoppervlak van de liniaal 3»
De werking van de in Fig. 2 en 3 weergegeven liniaal 3 toegepast in de in Fig. 1 weergegeven inrichting, is als volgt.
35 Voor het separeren van het onderste blad van een in bak 4 gelegde stapel bladen 5 wordt in kamer 33 van liniaal 3 lucht met een overdruk van 0,5 Bar toegevoerd. De toegevoerde lucht stroomt via openingen 32 met 850 2 1 8 5 * ' ‘Jt - -5- grote snelheid door de langgerekte uithollingen 30 uit naar de omgeving. Het verbruik bij continue werking van de liniaal is ongeveer 27 liter lucht van 1 Bar en 20°C. Ten gevolge van deze luchtstroming ontstaat een onderdruk in de uithollingen 30 waardoor het op liniaal 3 5 liggende onderste blad van de stapel 5 met kracht tegen het bovenoppervlak van de liniaal wordt getrokken, eeret in het bijzonder tegen de stroken 39 vanwege het snelheidseffect van de luchtstralen. Tengevolge van de luchtstroming in de langgerekte uithollingen 30 wordt tevens lucht uit de uithollingen 36 en 37 gezogen waardoor daarin dezelfde 10 onderdruk als in de uithollingen 30 ontstaat en het blad ook met kracht tegen de stroken 38 wordt gezogen (straalpompeffect van de luchtstralen).
Nadat het onderste blad van de stapel tegen de liniaal 3 is gezogen wordt de arm 10 een keer heen en weer gedraaid. De liniaal beweegt 15 daardoor nagenoeg langs een rechte lijn van de in Fig. 1 met getrokken lijn weergegeven uitgangsstand naar de met onderbroken lijn weergegeven werkzame stand en terug. Bij deze beweging van de liniaal wordt het op de liniaal vastgehouden onderste blad van de stapel 5 weggetrokken en komt de voorrand van dit blad in de kneep tussen de rollen 20. Wanneer 20 het blad door de rollen 20 is gegrepen wordt de toevoer van lucht aan de liniaal onderbroken en wordt het blad door de rollen 20 geheel onder de stapel 5 weggetrokken. Tijdens dit wegtrekken beweegt de liniaal 3 terug naar de uitgangsstand. Door de verzonken aangebrachte wrijfstroken 38 wordt daarbij een geringe weerstand ondervonden. Uit 25 proefnemingen met deze inrichting is gebleken dat voor het separeren van een blad van een stapel die ongeveer 70 bladen van het formaat A4, elk met een gewicht van 80 g/m^ omvat, volstaan kan worden met een overdruk van de toegevoerde lucht van 0,2 Bar. Hebben deze bladen een gewicht van 170 g/m^ dan is lucht met een overdruk van 0,5 Bar nodig.
30 Daarbij konden A4-bladen met een snelheid van 0,5 m/s gesepareerd worden.
In Fig. 4 en 5 is een proefexemplaar van een afvoerorgaan volgens de uitvinding weergegeven. Het orgaan bestaat uit een blok 41 waarin een kamer 42 is gevormd die kan worden aangesloten op een niet weerge-35 geven luchtpomp. Via een ronde uitstroomopening 43 staat deze kamer in verbinding met een langgerekte uitholling 44 in het bovenvlak van het blok 41, welke uitholling zich tot aan de rand van het blok uitstrekt.
8502 1 8 5 -6-
Een tweede uitholling 45 in het bovenvlak van het blok 41 ligt in het verlengde van de uitholling 44 zoals in Fig. 4 en 5 is weergegeven. Met behulp van een luchtdrukopnemer is bij proefblokken van de hiervoor beschreven vorm, maar met uiteenlopende afmetingen, de bereikte 5 onderdruk in de uithollingen 44 en 45 als functie van deze afmetingen gemeten. Het blijkt dat bij een breedte van de uithollingen 44 en 45 van 5 mm en een uitstroomopening 43 van 0,4 mm, een lengte van de uitholling 44 van 20 mm ruim voldoende is. Tevens blijkt dat de onderdruk in de uitholling 45 een waarde bereikt die nagenoeg gelijk is 10 aan de onderdruk die in uitholling 44 wordt bereikt. Bij een proefblok waarbij de diepte van uitholling 44 4 mm en die van uitholling 45 1 mm bedraagt, is de onderdruk die op verschillende plaatsen in de uithollingen wordt bereikt in Fig. 6 weergegeven. Daarin is met lijn 46 dit verloop bij een overdruk van 6 Bar in de kamer 42 weergegeven en 15 met lijn 47 dit verloop bij een overdruk van 1 Bar. Met lijn 48 is het verloop van de onderdruk in de uithollingen bij een overdruk van 0,5 Bar in de kamer 42 weergegeven; lijn 48 is door extrapolatie van lijnen 46 en 47 verkregen.
In Fig. 7 is een bak 51 voor het opnemen van een stapel vellen 20 weergegeven die twee evenwijdige zijplaten 52 en 53 omvat die respectievelijk zijn verbonden met een bodemplaat 54 en een bodemplaat 55. De bodemplaten 54 en 55 vormen te zamen met een afvoerorgaan 56, de bodem van de bak 51. De zijplaten 52 en 53 zijn ten opzichte van elkaar verstelbaar om de stapel daartussen op te sluiten met een speling van 1 25 a 1,5 mm. Het afvoerorgaan 56 heeft een bovenvlak 60 dat glad is om het inleggen van bladen te vergemakkelijken. In het bovenvlak 60 zijn elf op regelmatige afstanden van elkaar gelegen langgerekte uithollingen 61 aangebracht, waardoorheen vanuit openingen 62 lucht wordt geblazen die, vanuit een centraal toevoerkanaal 63 via een niet weergegeven kana-30 lenstelsel in het afvoerorgaan 56 is toegevoerd. In doodlopende uithollingen 64, die met de langgerekte uithollingen 61 in verbinding staan, zijn als eilanden stroken siliconenrubber 65 aangebracht die 0,15 mm onder het bovenvlak 60 van het afvoerorgaan 56 liggen.
In de zijplaten 52 en 53 zijn vlak bij de aansluiting met de bodemplaat 35 op regelmatige afstanden twintig doorboringen 57 gevormd, elk met een diameter van 0,4 mm. Als door deze openingen 57 lucht met een overdruk van 1 Bar in de bak 51 wordt geblazen, dan is voor toevoer aan het 35 ö2 1 8 5 -7- afvoerorgaan 56 een overdruk van 0,1 Bar voldoende om een stapel van 50 bladen A4 van 65 - 120 g/m^ storingsvrij te separeren. Bak 51 is in het bijzonder geschikt voor het separeren van bladen van 170 g/m^ wanneer, via tenminste de achterste vijftien openingen 57 lucht onder een hoek 5 van 45° tegen de afvoerrichting in tussen de bladen wordt geblazen. Daartoe zijn de desbetreffende openingen gevormd door schuin in de zijplaten 52 en 53 geboorde gaten.
De in de afvoerrichting breed uitlopende vorm van het afvoerorgaan 56 is gunstig, omdat ze ruimte biedt aan een relatief groot aantal lang-10 gerekte uithollingen 61 waar lucht doorheen geblazen kan worden (vraagt een breed afvoerorgaan), aan een groot oppervlak met doodlopende uithollingen waaruit lucht kan worden weggezogen (vraagt een afvoerorgaan met een groot oppervlak) en aan een bodemplaat waarlangs voldoende lucht vanaf de zijplaten in de bak kan worden geblazen (vraagt een smal 15 afvoerorgaan).
In de besproken uitvoeringsvormen hoeft de door de eerste uithollingen gevoerde lucht niet te worden afgevoerd omdat de uithollingen zich uitstrekken tot aan de rand van het afvoerorgaan. Uiteraard is het niet noodzakelijk dat deze uithollingen zich uitstrekken tot aan de rand. In 20 alternatieve uitvoeringsvormen Is het ook mogelijk uithollingen aan te brengen die niet tot aan een rand doorlopen. In dat geval moeten tevens afvoerwegen, bijvoorbeeld kanalen door het materiaal van het afvoerorgaan, aangebracht worden om de lucht af te voeren.
8*· ^ 4 λ s 3 \i i. i 8 o

Claims (4)

1. Inrichting voor het afvoeren van een blad van een stapel bladen (5), omvattende een afvoerorgaan (3}41}56) waarvan een naar de stapel bladen toegekeerd oppervlak is voorzien van ten minste een eerste uitholling (30 544;61), middelen waarmee lucht via een blaasopening door 5 deze uitholling (30;44;61) kan worden geblazen waardoor een statische onderdruk ontstaat en het af te voeren blad tegen genoemd oppervlak van het afvoerorgaan (3541556) wordt gezogen, en aandrijfmiddelen (9-15) voor het verplaatsen van het afvoerorgaan om het daarop vastgehouden blad van de stapel af te voeren, met het kenmerk, dat in het genoemde 10 oppervlak ten minste een tweede uitholling (36,3T;45 y 64) aanwezig is die nabij de blaasopening, maar buiten de luchtstroom, met de eerste uitholling (30}44}61) in verbinding staat.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede uitholling (36»37;45}64) ten minste een oppervlaktedeel (38}65) omvat 15 dat stroef is en ten minste een oppervlaktedeel (36,37}64) omvat dat ten opzichte van het stroeve deel (38;65) verzonken is.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het verzonken oppervlaktedeel (37;64) het stroeve oppervlaktedeel (38;65) omringt. 20
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afvoerorgaan (56), gezien in de afvoerrichting, v-vormig uitloopt en dat zijwanden (52,53) aanwezig zijn die zijn voorzien van openingen (57) waardoorheen lucht in een richting tegengesteld aan de bladafvoerrichting tegen de zijkanten van de stapel (5) kan worden 25 geblazen. 8502185
NL8502185A 1985-08-05 1985-08-05 Bladafvoerinrichting. NL8502185A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502185A NL8502185A (nl) 1985-08-05 1985-08-05 Bladafvoerinrichting.
DE8686201314T DE3667208D1 (de) 1985-08-05 1986-07-24 Vorrichtung zur abnahme von blaettern.
EP86201314A EP0212722B1 (en) 1985-08-05 1986-07-24 Sheet removal device
AT86201314T ATE48323T1 (de) 1985-08-05 1986-07-24 Vorrichtung zur abnahme von blaettern.
CA000514905A CA1264775A (en) 1985-08-05 1986-07-29 Sheet removal device
AU60703/86A AU580180B2 (en) 1985-08-05 1986-07-30 Sheet removal device
US06/892,343 US4728091A (en) 1985-08-05 1986-08-01 Sheet removal device
JP61183272A JPH072537B2 (ja) 1985-08-05 1986-08-04 除紙装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502185A NL8502185A (nl) 1985-08-05 1985-08-05 Bladafvoerinrichting.
NL8502185 1985-08-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502185A true NL8502185A (nl) 1987-03-02

Family

ID=19846389

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502185A NL8502185A (nl) 1985-08-05 1985-08-05 Bladafvoerinrichting.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4728091A (nl)
EP (1) EP0212722B1 (nl)
JP (1) JPH072537B2 (nl)
AT (1) ATE48323T1 (nl)
AU (1) AU580180B2 (nl)
CA (1) CA1264775A (nl)
DE (1) DE3667208D1 (nl)
NL (1) NL8502185A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8900754A (nl) * 1989-03-28 1990-10-16 Oce Nederland Bv Inrichting voor het afvoeren van vellen vanaf de onderzijde van een stapel.
JP2786664B2 (ja) * 1989-04-07 1998-08-13 株式会社リコー 再給紙装置

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3158367A (en) * 1959-10-23 1964-11-24 Burroughs Corp Pneumatic sheet separator
US3385593A (en) * 1965-08-27 1968-05-28 Norfin Apparatus for feeding individual sheets of paper or the like from the bottom of a stack
CH435327A (fr) * 1966-03-22 1967-05-15 Bobst Fils Sa J Dispositif permettant de prélever des feuilles une à une du dessous d'une pile
IT959750B (it) * 1972-05-19 1973-11-10 Gandossi E F Lli Fossati Spa Impianto per l alimentazione e l introduzione di materiale fogli forme per esempio cartone in una macchina da stampa o simile
US4324394A (en) * 1977-07-01 1982-04-13 G A O Gesellschaft fur Automation and Organisation mbH Device for separating record carrying items
JPS5561544A (en) * 1978-10-27 1980-05-09 Toyobo Co Ltd Sheet-shaped article attracting and transferring method and apparatus
NL8000296A (nl) * 1980-01-17 1981-08-17 Oce Nederland Bv Werkwijze en inrichting voor het transporteren van originelen naar en van het afbeeldingsstation van een kopieerapparaat.
DE3220237C2 (de) * 1982-05-28 1984-06-28 Agfa-Gevaert Ag, 5090 Leverkusen Vereinzelungseinrichtung für blattförmige Kopieträger
US4627606A (en) * 1984-12-13 1986-12-09 Xerox Corporation Bottom sheet feeding apparatus employing a combination slide plate and vacuum valve

Also Published As

Publication number Publication date
JPS6246830A (ja) 1987-02-28
DE3667208D1 (de) 1990-01-04
ATE48323T1 (de) 1989-12-15
EP0212722B1 (en) 1989-11-29
JPH072537B2 (ja) 1995-01-18
AU580180B2 (en) 1989-01-05
AU6070386A (en) 1987-02-12
US4728091A (en) 1988-03-01
EP0212722A1 (en) 1987-03-04
CA1264775A (en) 1990-01-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6494452B1 (en) Method and apparatus to decelerate printed product in a stacking process
EP0310161B1 (en) Method and apparatus for extracting dust that is released when creping off a paper web
KR100453213B1 (ko) 제지기계나 등가물 또는 이들의 피니싱장치에서 먼지를 제거하는 방법 및 장치
US3779545A (en) Delivery arrangement
US4060236A (en) Automatic sheet decurler
SE454449B (sv) Forfarande och anordning vid press- eller torkpartier i en pappersmaskin
JP6173434B2 (ja) 複数のシートを鱗状にずれ重ねて送りかつパイルに積み上げるための装置
JPH04226358A (ja) 枚葉紙輪転印刷機の排紙部に用いられる枚葉紙案内装置
JP2004299294A (ja) 画像形成装置及びそれに使用する吸引式用紙受け台
EP1021618B1 (en) Device for conveying and guiding a lead-in strip of a web in a paper machine
FI95611B (fi) Menetelmä ja laite paperikoneella tai sen jälkikäsittelylaitteella rainasta irtoavan pölyn keräämiseksi ja poistamiseksi
GB2255078A (en) Paper discharging and stacking apparatus
JP4174498B2 (ja) 紙粉除去装置
NL8502185A (nl) Bladafvoerinrichting.
JP2004291544A (ja) 画像形成装置及びそれに使用する吸引式用紙受け台
JPH0940260A (ja) 枚葉輪転印刷機の排紙装置における紙葉制動方法および装置
NL1013218C2 (nl) Inrichting voor het ÚÚn voor ÚÚn afvoeren van vellen vanaf de bovenkant van een stapel vellen.
JP3703803B2 (ja) 加工機械内でウェブ材料または枚葉紙材料を浮遊させながらガイドするための装置
SE461045B (sv) Foerfarande och anordning foer att leda en pappersbana fraan presspartiet i en pappersmaskin till torkpartiet
JP2015524781A (ja) 複数のシートを鱗状にずれ重ねて送りかつパイルに積み上げるための装置
NL8900754A (nl) Inrichting voor het afvoeren van vellen vanaf de onderzijde van een stapel.
JP2008308339A (ja) チョッパ折り装置のためのテーブル及び対応するチョッパ折り装置
US6751930B1 (en) High speed machine for inserting sheets into envelopes
JP2017522250A (ja) 吸引ボックス、平面媒体搬送システム、及びこれらを備えた印刷機
US6912942B2 (en) Method and device for removing particles from webs of material

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed