NL8501786A - Werkwijze voor het vervaardigen van microchirurgische hechtnaalden, alsmede aldus verkregen microchirurgische hechtnaalden. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van microchirurgische hecht naalden, alsmede aldus verkregen microchirurgische hecht- naalden.

NL 32959-dV/kvn

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van microchirurgische hechtnaalden, alsmede op een microchirurgische hechtnaald, verkregen door toepassing van deze werkwijze.

5 De gebruikelijke microchirurgische hechtnaalden zijn geheel uit metaal vervaardigd. In het bijzonder bij de oogchirurgie is het hechten van wonden met een dergelijke hechtnaald een handeling, die met uiterste zorgvuldigheid moet worden verricht, aangezien ongecontroleerde bewegingen 10 ernstige gevolgen kunnen hebben.

De uitvinding beoogt een werkwijze voor het vervaardigen van microchirurgische hechtnaalden te verschaffen, waarmede hechtnaalden worden verkregen, die door de chirurg gemakkelijker hanteerbaar zijn.

15 Volgens de uitvinding heeft de werkwijze hiertoe het kenmerk, dat een edelsteenplaatje wordt gevormd met ten opzichte van de lengteribbe schuin verlopende hoofdvlakken, terwijl aan het ene uiteinde van een metalen schacht een ten opzichte van de langsas overeenkomstig schuin verlopend 20 eindvlak wordt geslepen, waarbij het edelsteenplaatje met een hoofdvlak op het schuine eindvlak van de metalen schacht wordt bevestigd, waarna het andere hoofdvlak van het edelsteenplaat je wordt geslepen en van een scherpe punt en snij-ribben wordt voorzien.

25 Hierdoor kan een hechtnaald worden verkregen, die ten opzichte van de bekende, geheel metalen naalden een aanzienlijk scherpere punt bezit en met snijribben is uitgerust, waardoor de penetratiecapaciteit van de hechtnaald in het weefsel aanmerkelijk is verbeterd. De druk, die op de 30 hechtnaald moet worden uitgeoefend om in het weefsel te penetreren, is hierdoor aanzienlijk minder, zodat ongecontroleerde bewegingen van de chirurg worden gereduceerd en de randen van de oogwond tijdens het hechten minder deformeren.

De kans op verlies van oogvocht neemt hierdoor af. Bovendien 35 veroorzaakt de hechtnaald volgens de uitvinding minder bescha-

Anti 6 ^ U' - - W * I v - 2 - digingen, waardoor het genezingsproces gunstig wordt beïnvloed en de vervorming van de oogbol minder zal zijn.

Bij voorkeur wordt uit het met de metalen schacht te verbinden hoofdvlak van het edelsteenplaatje een uitsparing 5 uitgesneden. Met een aldus vervaardigde hechtnaald kan een speciale hechtmethode worden toegepast, waardoor het mogelijk is dat de hechtnaald in de pincet wordt vastgehouden zonder dat de hechtnaald tijdens het maken van een hechting meerdere malen behoeft te worden overgepakt, zoals 10 bij de gebruikelijke hechtmethoden noodzakelijk is. Bovendien is het in dit geval ook mogeijk de hechtnaald meerdere malen te gebruiken. De hechtnaald kan hierbij na enige tijd worden herslepen.

De microchirurgische hechtnaald volgens de uit-15 vinding wordt gekenmerkt door een metalen schacht met gebogen einddeel en een op het ten opzichte van de langsas schuin verlopende eindvlak daarvan bevestigd edelsteenplaat-je met ten opzichte van de lengteribbe overeenkomstig schuin verlopende hoofdvlakken, welk edelsteenplaatje van een gesle-20 pen punt en snijribben is voorzien.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvormen van de hechtnaald volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een 25 uitvoeringsvorm van de hechtnaald volgens de uitvinding, die met een hechtdraad is verbonden.

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van het einddeel van een hechtnaald volgens de uitvinding, die zeer geschikt is voor herhaald gebruik.

30 Fig. 3 is een zijaanzicht van de hechtnaald vol gens fig. 2.

Fig. 4 is een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de hechtnaald volgens de uitvinding, die eveneens met een hechtdraad is verbonden.

35 In fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een hechtnaald 1 weergegeven, die bestaat uit een metalen schacht 2 en een op het ene uiteinde daarvan bevestigd dia-mantplaatje 3. Het andere uiteinde 4 van de schacht 2 is permanent verbonden met een hechtdraad 5. Na gebruik kan 0 ü 7 8 o - 3 - OF' een nieuwe hechtdraad met het uiteinde 4 worden verbonden, zodat de hechtnaald 1 opnieuw kan worden gebruikt.

De dwarsdoorsnede van de metalen schacht 2 verloopt bij het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor- 5 beeld vanaf het uiteinde 4 van ongeveer cirkelvormig naar het diamantplaatje 3 tot ongeveer rechthoekig. De dwarsdoorsnede van de schacht kan echter ook continu cirkelvormig of rechthoekig zijn, terwijl ook andere dwarsdoorsnedevormen mogelijk zijn.

10 Het diamantplaatje 3 bezit een scherpe punt 6 en snijribben 7. Doordat de hechtdraad 5 permanent met de hechtnaald 1 is verbonden, is de in fig. 1 weergegeven hechtnaald slechts voor éénmalig gebruik geschikt.

In de fig. 2 en 3 is een hechtnaald 8 weergegeven, 15 die zeer geschikt is voor meermalig gebruik. De hechtnaald 8 is evenals de hechtnaald 1 voorzien van een metalen schacht 2 en een op het ene uiteinde daarvan bevestigd diamantplaatje 3. Dit diamantplaatje 3 is in dit geval voorzien van een uitsparing 9, waarin een hechtdraad 10 kan worden opgenomen.

20 Hierdoor kan de hechtdraad 10 met de hechtnaald 8 door het weefsel worden getrokken voor het sluiten van een wond. De hechtnaald 8 kan hierbij constant in de pincet worden vastgehouden, zonder dat gedurende het maken van de hechting de hechtnaald meerdere malen behoeft te worden overgepakt.

25 De beschreven hechtnaalden 1 en 8 worden als volgt vervaardigd. Uit een op gebruikelijke wijze verkregen diamantplaat worden paaltjes vervaardigd met een dwarsdoorsnede van bijvoorbeeld 0,2 x 0,2 mm. Uit dergelijke paaltjes worden de diamantplaatjes 3 gesneden met hoofdvlakken, die 30 onder een hoek van 60° schuin verlopen ten opzichte van de lengteribbe van het paaltje. De dikte van de diamantplaatjes 3 bedraagt bijvoorbeeld jt 0,22 mm. Voor het vormen van de uitsparing 9 wordt parallel aan een hoofdvlak een hoekje uitgesneden van bijvoorbeeld 50 x 50 micron. Dit hoofdvlak 35 van het verkregen diamantplaatje 3 wordt gemetalliseerd met een titaan-koper-zilver- of een goud-tantaal-legering.

Vervolgens wordt een metalen schacht met een diameter van bijvoorbeeld 0,2 mm op de gewenste lengte uit een draad gesneden. Aan het ene uiteinde van de verkregen meta- 355173 δ * v - 4 - len schacht 2 wordt een eindvlak 11 geslepen, dat eveneens onder een hoek van 60° schuin verloopt ten opzichte van de langsas van de schacht. Dit schuine eindvlak 11 wordt eveneens gemetalliseerd met een titaan-koper-zilver- of een 5 goud-tantaal-legering.

Hierna worden de beide gemetalliseerde vlakken van de schacht 2 en het diamantplaatje 3 met elkaar verbonden door deze gemetalliseerde vlakken bij verhoogde temperatuur tegen elkaar te plaatsen, waardoor de gemetalliseerde 10 lagen in elkaar diffunderen en een stevige verbinding wordt gevormd. Het overtollige materiaal van de titaan-koper-zilver- of goud-tantaal-legering wordt verwijderd. Vervolgens wordt de verkregen hechtnaald 1 resp. 8 in een slijptang gespannen, zodat het vrije hoofdvlak 12 geslepen kan wor-15 den, ten einde het diamantplaatje van een scherpe punt en snijribben te voorzien. Tenslotte wordt de gewenste bocht 13 in de metalen schacht 2 aangebracht.

Uiteraard kan de sterkte van de verkregen verbinding worden gecontroleerd.

20 In fig. 4 is een hechtnaald 14 weergegeven, die in hoofdzaak overeenkomt met de in fig. 1 afgebeelde hechtnaald 1. De vervaardiging van de hechtnaald 14 vindt in hoofdzaak op de hierboven beschreven wijze plaats, waarbij echter van een gebruikelijke hechtnaald zonder diamantplaat-25 je wordt uitgegaan.

De hechtnaald 14 is voorzien van een driehoekig diamantplaatje 15, dat is verkregen door een op de beschreven wijze vervaardigd diamantplaatje 3 over de korte diagonaal parallel aan de lengteribbe door te snijden. Bij de 30 afgebeelde hechtnaald 14 is een van de hoofdvlakken van het driehoekige diamantplaatje 15 nog afgeschuind, doch dit is niet noodzakelijk. De punt 16 van het diamantplaatje 15 kan worden herslepen door een klein facet op de punt aan te brengen.

35 Met de beschreven werkwijze worden microchirurgi- sche hechtnaalden verkregen, die van een bijzonder scherpe punt en snijranden zijn voorzien, waardoor de penetratieca-paciteit van de hechtnaald in weefsel zeer goed is. De druk, die bij het hechten van een wond op de naald moet worden 8501786 -5“ v — uitgeoefend om in het weefsel te penetreren, is hierdoor laag, waardoor ongecontroleerde bewegingen worden vermeden.

De beschreven hechtnaalden zijn hierdoor in het bijzonder geschikt voor oogchirurgie, waarbij bij het hechten van een 5 oogwond de randen minder zullen deformeren en de kans op verlies van oogvocht aanzienlijk afneemt. Bovendien veroorzaken de beschreven hechtnaalden minder beschadigingen, waardoor het genezingsproces gunstig wordt beïnvloed en de vervorming van de oogbol minder zal zijn.

10 De beschreven hechtnaalden zijn geschikt voor herhaald gebruik en kunnen zonodig worden herslepen.

Opgemerkt wordt dat de genoemde schuine vlakken van het diamantplaatje en de schacht ook onder een andere hoek dan 60° schuin kunnen verlopen.

15 Hoewel in de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden diamantplaatjes worden gebruikt, is het ook mogelijk andere soorten edelsteen te gebruiken, zoals robijn. Diamant verdient echter de voorkeur.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor-20 gaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

3 2 0 1 7 8 'c

Claims (6)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van microchi-rurgische hechtnaalden, met het kenmerk, dat een edelsteenplaatje wordt gevormd met ten opzichte van de lengte-ribbe schuin verlopende hoofdvlakken, terwijl aan het ene 5 uiteinde van een metalen schacht een ten opzichte van de langsas overeenkomstig schuin verlopend eindvlak wordt geslepen, waarbij het edelsteenplaatje met een hoofdvlak op het schuine eindvlak van de metalen schacht wordt bevestigd, waarna het andere hoofdvlak van het edelsteenplaatje wordt 10 geslepen en van een scherpe punt en snijvlakken wordt voorzien.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat uit het met de metalen schacht te verbinden hoofdvlak van het edelsteenplaatje een uitsparing wordt 15 uitgesneden.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat op het schuine eindvlak van de metalen schacht en het hierop te bevestigen hoofdvlak van het edelsteenplaatje een titaan-koper-zilver- of goud-tantaal-lege- 20 ring wordt aangebracht, waarna de beide gemetalliseerde vlakken bij verhoogde temperatuur met elkaar worden verbonden.

4. Microchirurgische hechtnaald, verkregen door toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3,g e-kenmerkt door een metalen schacht met gebogen eind- 25 deel en een op het ten opzichte van de langsas schuin verlopende eindvlak daarvan bevestigd edelsteenplaatje met ten opzichte van de lengteribbe overeenkomstig schuin verlopende hoofdvlakken, welk edelsteenplaatje van een geslepen punt en snijribben is voorzien.

5. Microchirurgische hechtnaald volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat in het edelsteenplaatje aan de zijde van de metalen schacht een uitsparing is aangebracht.

6. Microchirurgische hechtnaald volgens conclusie 35. of 5, m e t het kenmerk, dat het edelsteenplaatje uit diamant bestaat. 8501788