NL8501389A - Rek met instelbare dragers. - Google Patents

Description

* & C , 4

W 6297-1 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Rek met instelbare dragers.

De uitvinding heeft betrekking op een rek met instelbare dragers, bestaande uit tenminste twee evenwijdige, vertikaal gerichte kolommen, die elk 5 een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede hebben, met een aantal op periodieke afstanden over de lengte van een ribbe van tenminste een hoekpunt van de rechthoekige dwarsdoorsnede verdeelde verdiepingen, uit vasthoudorganen met een bus met tenminste twee tapse zijwanden, waardoor dit vasthoudorgaan een uitwendig profiel heeft, dat tenminste gedeeltelijk 10 afgeknot piramidevormig is, welk vasthoudorgaan een inwendig kanaal heeft met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede, waardoor het vasthoudorgaan in de langsrichting over de kolom kan worden verschoven, uit palorganen gevormd aan een binnenribbe van het kanaal, waarbij de uitsparingen en de palorganen complementaire profielen hebben, waardoor het 15 vasthoudorgaan op zijn plaats wordt gehouden doordat het palorgaan past in een bepaalde gekozen uitsparing, en uit een bus, gevormd aan elke drager, op punten waar de drager wordt gesteund door de kolommen, waarbij elke bus een inwendige opening heeft met een in hoofdzaak afgeknotte piramidevorm, die complementair is met het uitwendige profiel van het vasthoud-20 orgaan, waardoor de bus rust op en wordt gestetrad door het vasthoudorgaan.

Instelbare dragersystemen zijn bekend. Dergelijke systemen hebben veel voordelen doordat zij o.a. een maximaal gebruik toelaten van kostbare opslagruimte. Dergelijke dragers kunnen ook gemakkelijk worden 25 aangepast voor het opnemen en steunen van verschillende produktafmetingen, zodat zij een grote flexibiliteit hebben wanneer het ontwerp en de opslag-eisen van het produkt worden gewijzigd.

Een instelbaar dragersysteem is beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3,424.111 en 3,523.508. Dit systeem maakt gebruik van 30 dragers, cirkelvormige dragerhoeksteunen, cirkelvormige hoekkolommen met verdeelde uitsparingen en uit twee delen bestaande, halfcirkelvormige kolomsteunen voor het op hun plaats houden van de dragerhoeksteunen en de hoekkolommen. In het bijzonder bestaan de dragersteunen bij voorkeur uit metaal en uit twee afzonderlijke delen, die worden geslagen om de 35 hoekkolom en op hun plaats gesnapt. Voor het verstellen vein de hoogte van de drager moeten dus de dragersteunen worden losgemaakt van de drager en worden verschoven. Wanneer een deel van de dragersteun verloren gaat of breekt, is het dragersysteem onbruikbaar totdat een andere dragersteun is gevonden.

40 Volgens een aspekt van de uitvinding bestaat een rek met instel- L ·"' - · ' -¾ * • · -Si? $ « - 2 - bare dragers uit tenminste een drager, bevestigd aan tenminste een verti-kale kolom door het plaatsen van de kolommen door hoekbussen van de drager. Tussen de dragerbus en de kolom houdt een vasthoudorgaan van metaal of kunststof en bij voorkeur van nylon de drager in een gewenste 5 hoogtestand aan de kolom. De kolommen hebben een regelmatig verdeeld aantal inkepingen over de lengte van de kolom. Het vasthoudorgaan heeft een afgeknotte piramidevorm en tenminste eén inwendige pal, die past in een inkeping van de dragerkolom, op een gewenste hoogte voor het op zijn plaats houden van de drager. Het vasthoudorgaan kan gemakkelijk 10 op en neer worden verschoven langs de kolom tot elke gewenste drager-hoogte.

Het bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding worden hieronder nader beschreven aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van het systeem volgens de uitvinding zijn weerge-15 geven.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een rek met instelbare dragers, dat een eerste uitvoeringsvorm is van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. IA is een aanzicht in perspectief dat meer in detail een 20 hoekdeel toont van het rek met instelbare dragers volgens fig. 1.

Fig. 2 is een aanzicht in perspectief van een dragerkolom met op regelmatige afstanden aangebrachte inkepingen, bijvoorbeeld op een afstand van. 25 - 37 mm.

Fig. 3 is een aanzicht in perspectief van een eerste uit-25 voeringsvorm van het vasthoudorgaan, dat ook in fig. IA is weergegeven.

Fig. 4 is een aanzicht van de dragerbus in uiteengenomen toestand, die op zijn plaats wordt aangebracht over het vasthoudorgaan heen.

Fig. 5 is een aanzicht in perspectief van een tweede uitvoerings-30 vorm van de uitvinding met vertikale, enigszins ruitvormige inkepingen in de dragerkolommen.

Fig. 6 is een aanzicht in perspectief van het vasthoudorgaan voor de tweede uitvoeringsvorm.

Fig. 7 is een aanzicht in perspectief van de dragerhoekbus 35 voor de tweede uitvoeringsvorm.

Fig. 8 is een aanzicht in perspectief van een hoekdetail in de tweede uitvoeringsvorm.

Een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding maakt gebruik van het vasthoudorgaan volgens fig. 6 op de kolom van fig. 2.

40 Zoals is weergegeven in fig. 1 bestaat een rek met dragers 20, -'i' w

A A

- 3 - vervaardigd volgens de uitvinding, uit tenminste een platte drager 22, met vier hoekbussen 24, hoekkolommen 26, met een verdeeld aantal telkens terugkerende indrukkingen, uitsparingen, of inkepingen 28 en vasthoudorganen 30 voor het vasthouden vein de drager op zijn plaats 5 op elke kolom 26. Voor het versnellen van de montage kan een piramide-vormige kap 27 (fig. IA) worden gebruikt aan het boveneinde vein de kolom 26. Deze kap dicht het boveneinde af en zorgt voor gemakkelijke geleiding van de onderdelen die passen om de kolom, bij het op hun plaats brengen, zonder dat zij blijven hangen. Aan de onderzijde van elke 10 kolom is een niet weergegeven metalen of kunststof inzetstuk met schroefdraad aangebracht, dat het ondereinde afdicht en schroefdraad verschaft voor de hoogte-instelling ter aanpassing aan niet horizontale vloeren.

De drager 22 kan zijn vervaardigd van een draadgaas van metaaldraden of staven 32, die aan elkaar zijn gelast of op een andere willekeurige 15 geschikte wijze aan elkaar zijn bevestigd tot een dragerframe 34.

Zoals meer in detail in fig. IA is weergegeven, zijn de hoekbussen 24 gelast aan het frame 34 voor het opnemen van de vertikale kolommen. Elk van deze bussen heeft een inwendige opening met een ongeveer afgeknotte piramidevorm. Het ondereinde van de bus verloopt taps 20 naar buiten ten opzichte van het boveneinde voor het geleiden van de kolom 26 naar zijn plaats en het vormen van een doelmatige wigwerking tezamen met het vasthoudorgaan 30.

Zoals is weergegeven in fig. 2 heeft de kolom, die een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede heeft, een aantal inkepingen 28, die 25 met regelmatige afstanden van ongeveer 25 tot 37 mm zijn verdeeld over de lengte van tenminste één ribbe van de kolommen 26. Deze inkepingen nemen uitsteeksels 40 op die zijn aangebracht aan het inwendige profiel van het vasthoudorgaan.

De constructiedetails van een voorbeeld van een vasthoudorgaan 30 blijken uit fig. 3. Dit weergegeven vasthoudorgaan is een bus uit een stuk, in hoofdzaak afgeknot piramidevormig, welke kan worden geplaatst over de dragerkolom 26. De bovenrand van het vasthoudorgaan 30 heeft vertikale sleuven 36 in elke zijwand 38, zodat de zijwanden van het vasthoudorgaan gemakkelijker kunnen worden aangeklemd, waardoor een uitsteeksel 40, 35 gelegen in tenminste een inwendige hoek nabij de bovenrand van het vasthoudorgaan, steviger kan worden vastgedrukt in de indrukkingen of inkepingen 28 van de dragerkolom 26. De vertikaal verlopende sleuven maken het ook mogelijk dat de dwarsdoorsnede aan het boveneinde van het vasthoudorgaan-kanaal iets kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de 40 kolom. Daardoor kan het vasthoudorgaan dichter om de kolom liggen. Een 8501389 - 4 - naar buiten uitstekende basis 42 vormt de onderrand van het vasthoud-orgaan 30 voor het steunen van de dragerbus. De onderrand kan bij voorkeur worden gebruikt wanneer een perfecte passing meer of minder verzekerd is. De onderrand wordt bij voorkeur weggelaten wanneer er ernstig gevaar 5 bestaat dat de hoekbus laag genoeg om het vasthoudorgaan past om de rand van het vasthoudorgaan af te breken. Het vasthoudorgaan is vervaardigd van materialen, die duurzaam genoeg zijn voor het verschaffen van een sterk en betrouwbaar grendelmechanisme en toch voldoende meegeven zodat het uitsteeksel stevig in ingrijping kan worden gebracht in een 10 uitsparing van de kolom. Een geschikt materiaal voor het vasthoudorgaan is nylon.

Zoals in fig. 4 is weergegeven worden, wanneer de dragerbus 24 over het vasthoudorgaan 30 wordt geplaatst, de zijwanden 38 van het vasthoudorgaan 30 naar elkaar toegeknepen, waardoor een doelmatig wig- en 15 grendelmechanisme wordt gevormd voor het dragen van de drager door de kolom. De uitstekende basis 42 van het vasthoudorgaan 30 past onder en helt het steunen van de drager teneinde deze stevig op zijn plaats te houden op de kolom.

Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is weergegeven in 20 fig. 5. Daarbij bestaan de indrukkingen, uitsparingen of inkepingen 50 uit een diepere ruitvormige inkeping, gesneden in de kolomwand en deze doorborende. Ook hier zijn de uitsparingen op regelmatige afstanden verdeeld aan één buitenste hoekribbe 52 van de dragerkolom 54 aangebracht, welke afstanden 25 - 37 mm kunnen zijn. Deze inkepingen nemen een uit-25 steeksel 62 op van het vasthoudorgaan, dat in het algemeen in fig. 6 is weergegeven, voor het verschaffen van een middel voor het bevestigen van de drager aan de kolom, zodat de drager door de kolom wordt gesteund.

De constructiedetails van deze andere uitvoeringsvorm van het vasthoudorgaan zijn in fig. 6 weergegeven. Het vasthoudorgaan 56 is 30 een onderdeel uit een stuk met twee loodrecht op elkaar staande en taps verlopende wanden 57, 58, elk met een daaraan bevestigde vasthoud-flens 60. De flenzen liggen gedeeltelijk om de kolom en kunnen dus gemakkelijker aan de kolom 54 worden aangebracht, terwijl het dragersysteem wordt gemonteerd. De beide loodrechte wanden 57, 58 zijn dikker aan de 35 onderrand van het vasthoudorgaan 56 voor het verschaffen van een taps, enigszins afgeknot piramidevormig effekt, zodat het vasthoudorgaan stevig past binnen de dragerbus wanneer deze over het vasthoudorgaan wordt geplaatst. Een uitsteeksel 62 is aangebracht in de binnenhoek op het verbindingspunt tussen twee loodrechte tapse wanden 57, 58. Het 40 uitsteeksel past in een inkeping 50 aan de kolom 54. Wanneer de wanden 8501383 - 5 - van het vasthoudorgaan worden samengedrukt door de wanden van de dragerbus ten gevolge van het gewicht van de drager wordt de pal stevig op zijn plaats vergrendeld. Het vasthoudorgaan is vervaardigd van materiaal wat zowel sterk genoeg is voor het steunen van het gewicht van de drager als 5 ook voldoende meegevend om de wanden van het vasthoudorgaan te kunnen samenknijpen, waardoor zij stevig in ingrijping komen met de drager-kolom en met de dragerbus. Ook hier is nylon een dergelijk materiaal.

Big. 7 toont een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een dragerbus 70 die wordt gebruikt met de kolom 54 en het vasthoudorgaan volgens fig. 6.

10 De dragerkolom 54 met het daaraan bevestigde vasthoudorgaan 56 worden geplaatst in de dragerbus 70 zoals is weergegeven in fig.8.

Het gewicht van de drager knijpt het vasthoudorgaan 56 samen tegen de kolom 54, waarbij het uitsteeksel 62 stevig grijpt in een bepaalde gekozen inkeping 50, waardoor de drager stevig op zijn plaats wordt gehouden. De 15 tapse vorm van het vasthoudorgaan 56 maakt het mogelijk dit stevig vast te wiggen in de dragerbus.

Een voorkeurs-uitvoeringsvorm kan gebruik maken van een kolom volgens fig. 2 met indrukkingen 28, die de kolom niet doorboren, tezamen met het vasthoudorgaan 56 volgens fig. 6.

20 De uitvinding maakt het ook mogelijk economisch een willekeu rig aantal extra eenheden met slechts twee kolommen toe te voegen (hetgeen een besparing is van twee kolommen per dragereenheid). Dit wordt verkregen door het gebruiken van twee goedkope klemmen per drager. Dit kan worden gedaan met de dragers in een lijn met of lood-25 recht op de laatste eenheid.

Het rek met dragers volgens de uitvinding is niet beperkt tot gebruik in een stationaire installatie. Het heeft de flexibiliteit can te worden gemaakt tot een beweegbare eenheid door zwenkwielen met ronde of vierkante pennentin te steken in de ondereinden van de kolommen in plaats 30 van de organen met schroefdraad voor de hoogte-instelling.

De constructie van de drager is niet beperkt wat lengte, breedte of hoogte betreft. De dragers omvatten panelen van metaal of kunststof, draadgaas, massieve of geperforeerde platen.

De dragereenheden kunnen op elkaar worden gestapeld en naar 35 omhoog worden uitgebreid met metalen of kunststof verbindingsorganen die worden gestoken in de ondereinden en boveneinden van de kolommen.

Deze verbindingsorganen moeten de zelfde uitwendige uitwendige afmetingen hébben als de inwendige afmetingen vein de kolommen en moeten een scheidingskraag hebben tussen de op elkaar geplaatste kolommen teneinde 40 te verzekeren dat het verbindingsorgaan in gelijke mate grijpt in de 8501389 .7 ή» - 6 - beide buisvormige kolommen.

De vele voordelen van dit instelbare rek met dragers zijn nu duidelijk. In de eerste plaats worden de delen gemakkelijk en goedkoop vervaardigd op bewerkingsmachines voor algemeen gebruik, o.a. een 5 buizenmachine,extrusie- of gietinrichting. In de tweede plaats bestaan de vasthoudorganen uit een stuk en kunnen zij snel en gemakkelijk worden vervaardigd. Onderdelen raken niet zoek, zij zijn sterk, duurzaam en betrouwbaar voor het weerstaan van het gewicht van een geladen drager en voor herhaald gebruik. Natuurlijk zijn er nog andere voordelen die 10 voor een deskundige duidelijk zullen zijn.

Wijzigingen kunnen worden aangebracht binnen het kader van de uitvinding.

15 -------- O 5 ft 4 ~ O n Q -j D i 0 -j -v

Claims (9)

1. Rek met instelbare dragers, gekenmerkt door tenminste twee op onderlinge afstand verlopende, evenwijdige, vertikale kolommen (26), die elk een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede hebben, met een aantal uitsparingen (28), welke op periodieke afstanden zijn verdeeld 5 over de lengte Vein een ribbe aan tenminste een hoek van de dwarsdoorsnede, door vasthoudorganen (30) met een bus met tenminste twee tapse zijwanden (38), waardoor het vasthoudorgaan een uitwendig profiel heeft, dat tenminste gedeeltelijk afgeknot piramidevormig is, welk vasthoudorgaan een inwendig kanaal heeft met een in hoofdzaak rechthoekige 10 dwarsdoorsnede, waardoor het vasthoudorgaan (30) in langsrichting kan verschuiven Icings de kolom (26) , waarbij palorganen (40) zijn gevormd aan een binnenribbe van het kanaal, waarbij de uitsparingen (28) en de pallen (40) complementaire profielen hebben, waardoor het vasthoudorgaan (30) op zijn plaats wordt gehouden doordat de pal (40) past in een 15 bepaalde uitsparing (28), en door bussen (24), gevormd aan elke drager (22) op punten waar de drager wordt gesteund door de kolommen (26), waarbij elke bus (24) een inwendige opening heeft met een in hoofdzaak afgeknotte piramidevorm, die complementair is met het uitwendige profiel van het vasthoudorgaan (30), waardoor de bus (24) kam. rusten op en 20 worden gedragen door het vasthoudorgaam (30).

2. Rek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwanden (38) vam de bus omhoog verlopen van een naar buiten stekende basis (42), welke basis uitsteekt van de onderzijde van de zijwanden (38), voor het helpen steunen vam deze onderzijde van de bus (24).

3. Rek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bus (36) vier zijden (38) heeft die een volledige afgeknotte piramide vormen, waarbij de tapse zijwanden (38) vertikaal naar omlaag zijn gespleten (36) vam de bovenrand af, terwijl het kanaal een iets kleinere dwarsdoorsnede heeft dan de kolom (26), waardoor de gespleten zijwamden 30 (38) iets naar buiten worden gebogen wanneer de kolom wordt gestoken door het kamaal en waairdoor het vasthoudorgaam (30) wordt samengeknepen door het gewicht vam de drager wanneer de dragerbus (24) over het vasthoudorgaan wordt geplaatst.

4. Rek volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bus twee 35 aangrenzende tapse zijden (57, 58) heeft, die de helft van de genoemde afgeknotte piramidevorm vertegenwoordigen, waarbij de pal (40) is aangebracht binnen de bus op het punt van samenkomst van de beide tapse 8501389 r "v - 8 - en aangrenzende zijden.

5. Rek volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat vasthoudflenzen (60) zijn aangebracht, die uitsteken vein de niet aan elkaar grenzende randen van de tapse zijden (57, 58), zodanig dat zij tenminste ge- 5 deeltelijk de kolom (26) ver genoeg omgeven om de bus aan de kolom vast te houden.

6. Rek volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de uitsparingen (28, 50) aan de kolom een inkeping is.

7. Rek volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat 10 elk van de uitsparingen (28, 50) van de kolom een indrukking is.

8. Rek volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de uitsparingen (28, 50) zijn aangébracht langs een paar ribben in diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken van de dwarsdoorsnede.

9. Rek volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 15 dat een aantal dragers (22) aanwezig zijn, die elk een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede hebben, met een van de bussen (24) aan elke hoek, terwijl er vier kolommen (26) zijn, die zijn gestoken door de bussen (24) aan de hoeken van de dragers (22). 20 \ 8501389