NL8500899A - Buisverbinding. - Google Patents

Description

* « · C. ' 853008/vdV/kd

Korte aanduiding: Buisverbinding.

De uitvinding heeft betrekking op een buisverbinding omvattende een mofbuis voorzien van een door een hiermee verbonden vasthoudring vastgehouden afdichtlichaan en een in de mofbuis gestoken met het afdichtlichaam samenwerkend 5 indringend buisdeel.

Een dergelijke buisverbinding is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7117153. Bij deze bekende buisverbinding is het kopdeel van het hulsvormige afdichtlichaam gedrukt in het inwendige van het bodemgedeelte van een J-10 vormige vasthoudring en de vasthoudring met het hulsvormige afdichtlichaam op de buitenzijde van de mofbuis bevestigd door een snapverbinding tussen de vasthoudring en de mofbuis door de aanwezigheid van aangepaste uitsparingen en uitsteeksels op genoemde vasthoudring en mofbuis.

15 Tengevolge van de betrekkelijk onregelmatige vorm van gevormde afdichtlichamen en de onregelmatige buigzaamheid van de verschillende delen van het afdichtlichaam is het niet alleen moeilijk om de vasthoudring met afdichtlichaam op een eenvoudige en betrouwbare wij ze op de mofbuis te 20 drukken maar bovendien is het bij bepaalde soorten elastomeren die voor deze afdichtlichamen toegepast worden moeilijk om een indringend buisdeel in de mofbuis te drukken en een goede betrouwbare afdichting te waarborgen.

De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffen.

25 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de kop van het afdichtlichaam fysisch en/of chemisch verbonden is met de binnenzijde van de vasthoudring.

Gebleken is dat bij het toepassen van een dergelijke mofbuis het altijd mogelijk is om een indringend buisdeel 30 nauwkeurig in de mofbuis te drukken. Zelfs bij toepassing van betrekkelijk stijve elastomeren en bovendien te allen tijde een goede afdichting gew^u^borgd is.

Opgemerkt wordt dat^het Franse octrooischrift 2.299.143 bekend is om een afdichtlichaam te vormen op het 35 binnenoppervlak van een mofbuis uit een vloeibare samenstelling van een in vaste toestand buigzaam materiaal.

85 C5 : 9 9 ____Λ * 4 · -2-

Deze werkwijze vereist echter het gebruik van zeer ingewikkelde en grote matrijzen voor het vormen van het afdichtlichaam in voorgevormde mofbuizen van aanzienlijke afmetingen. Bovendien worden daarbij geheel andere krachten op een afdicht-5 lichaam uitgeoefend dan op het afdichtlichaam dat bij de uitvinding toegepast wordt.

Bovendien is bekend om een buisvormig afdichtlichaam te bevestigen aan het vrije einde van een thermoplastisch buisdeel door middel van een kleefmiddel volgens 10 Brits octrooischrift 1.190.773. Ook hierbij treden in de aanvang genoemde bezwaren op.

Voorts is in Frans octrooischrift 2.220.036 een innige verbinding beschreven van een afdichtlichaam aan een vasthoudring uit thermoplastisch materiaal die echter 15 geen koppelingsmiddelen bezit voor het koppelen van deze ring met een mofbuis, doch dit afdichtlichaam wordt verkregen door het vormen van de vasthoudring uit een vloeibare thermoplastische samenstelling cm een voorgevormd afdichtlichaam. Tengevolge van de hoge temperaturen die optreden 20 bij het vormen van de vasthoudring uit een vloeibare thermoplastische samenstelling dient men zorgvuldig te zijn in de keuze van het buigzame materiaal voor bet afdichtlichaam daar dit verdraagzaam moet zijn met de hoge temperaturen, wat een beperking vormt voor het gebruik van verschillende 25 rubbers. .

Met bijzonder voordeel wordt het afdichtlichaam met de vasthoudring fysisch/of chemisch verbonden door gieten of spuitgieten.

Onder gieten wordt hier verstaan het vormen van 30 een afdichtlichaam uit een vloeibare massa die in een matrijs gebracht wordt onder een overdruk van ten hocgste 5 tot 6 atmosfeer, het gieten en vormen van dit type dient niet verward te worden met spuitgieten waarbij zeer hoge drukken van bijvoorbeeld 150 kg/m2 gebruikt worden.

35 De vasthoudring bestaat uit kunststof of een verknoopte elastomeer om de vasthoudring de gewenste stijfheid te geven.

Het afdichtlichaam en de vasthoudring kunnen 8500399 * * -3- met voordeel gevormd worden uit elastomeren, de vasthoud-ring kan dan bestaan uit een verknoopt elastomeer.

De vasthoudring kan met voordeel bestaan uit een kunststofvasthoudring verkregen door spuitgieten, waarbij 5 de kunststof een thermoplastische kunststof een thermohardende kunststof of een verknoopte thermoplastische kunststof kan zijn.

De uitvinding zal nu worden toegelicht met behulp van een uitvoeringsvorm aan de hand van de bijgaande tekening, 10 waarin:

Fig. 1 een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding toont van een afdichtlichaam met hiermee vast verbonden kunststofvasthoudring op een mofbuis en een indringend buisdeel; 15 - Fig. 2 een doorsnede door een vasthoudring zonder af di cht1ichaam;

Fig. 3 een doorsnede van een vasthoudring en een voor het met de vasthoudring vast te verbinden afdichtlichaam toegepaste matrijs; 20 - Fig. 4 een mofbuis met een andere variant van een afdichtlichaam met een vast hiermee verbonden vasthoudring en een hierin te steken indringend buisdeel voor het vormen van een buisverbinding volgens de uitvinding; fig. 5 een nog andere variant van een afdicht-25 lichaam met vasthoudring dat de vasthoudring met afdichtlichaam in fig. 1 kan vervangen;

Fig. 6 tot 8 nog andere uitvoeringsvormen van een afdichtlichaam met vasthoudring die de vasthoudring met afdichtlichaam in fig. 1 kunnen vervangen; en 30 - Fig. 9 een andere buisverbinding volgens de uitvin ding toont.

In fig. 1 is een spuitgegoten vasthoudring 1 uit polypropeen weergegeven, die bij zijn vervaardiging aan zijn binnenzijde voorzien is van golfvormige uitsparingen 35 9, 10 en 11 en golftoppen 12, 13, 17.

Het uiteinde 14 van de vasthoudring 1 is dunner uitgevoerd dan het resterende gedeelte.

8500399 ___Λ I » ·- % -4-

Bij het spuitgieten van de vasthoudring kunnen tegelijkertijd uitsparingen 2 in de vasthoudring^gevormd worden, die begrensd worden door een kops gedeelte 15 van de vasthoudring en een naar binnen gelegen kameruitsparings-5 begrenzingswand 16 bevinden zich al dan niet rondlopende wanddoorboringen 3 (zie fig. 2).

Deze vasthoudring wordt vast verbonden met een afdichtlichaam van bijvoorbeeld polyurethanrubber. Vanzelfsprekend kan men natuurlijk ook andere elastomere materialen 10 gebruiken, mits het afdichtlichaam zijn afdichtende werking kan uitoefenen.

Voor het vast verbinden door fysisch en/of chemische binding van het afdichtlichaam 6 met de vasthoudring 1 wordt de vasthoudring 1 aan zijn binnenzijde cmgevendoor 15 twee matrijsdelen 18 en 19, die een matrijsruirote 20 begrenzen voor het vormen van een hulsvormig afdichtingsmanchet-deel 6, dat aan zijn buitenzijde voorzien is van de afdichting verbeterende, uitstekende ribben 7.

De ruimte 20 wordt volgegoten met een polyurethan-20 samenstelling onder bijvoorbeeld een overdruk van 1 atmosfeer. Tijdens het vormen van de hulsvormige afdichtingsmanchet 6 wordt tegelijkertijd door de uitsparing 3 in de kamerbegren-zingswand 16 elastomeer materiaal in de vorm van verbindingsstuk (ken) 5 gevormd, welke verbindingsstuk(ken) 5 verenigd 25 kunnen worden met een kopdeel 4 van het afdichtlichaam 6. Na het vullen van de uitsparingen 2 en het vullen van de wanddoorboringen 3 in de kamerbegrenzingswand 16, waardoor de verbinding(en) 5 ontstaan, en het volledig vullen van de matrijsruimte 20, wordt na een voldoende verstijving 30 van het polyurethanmateriaal matrijsdeel 18 en matrijsdeel 19 van elkaar af bewogen, waardoor een vast met een vasthoudring verbonden afdichtlichaam volgens de uitvinding verkregen wordt.

Om er voer te zorgen dat de vasthoudring stevig 35 op de matrijsdelen 18 en 19 gedrukt blijft, verdient het aanbeveling om op meerdere plaatsen het fixatiedeel 1 te omgeven door klemorganen 21.

Het zal duidelijk zijn dat in geval meerdere 8500899 -5- • « wanddcorboringen aanwezig zijn, ook meerdere verbindings-stroken gevormd worden, terwijl bij één wanddoorboring 3 ook slechts één verbindingsstrook aanwezig is. Door een indringend buisdeel S3 in de mofbuis te drukken, wordt 5 een buisverbinding volgens de uitvinding verkregen.

In fig. 4 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij de vasthoudring 1 gevormd is uit een verknoopt elastomeer, bijvoorbeeld een verknoopt polyurethan, waaraan 10 direkt vastgegoten is de uit niet-verknoopt polyurethan-materiaal bestaande hulsvormig afdichtingsmanchet 6. De vasthoudring is hier bevestigd cp een mof 29 van buisdeel 30. De mof omvat een buitenste verwijding 29b en een binnenste verwijding 29a voor het opnemen van huls 6.

15 Onder toepassing van op zichzelf bekende maatregelen kunnen dergelijke uit materialen van verschillende hardheid bestaande vasthcudringen en afdichtingsmanchetten in één trap vervaardigd worden.

Een andere voordelige uitvoeringsvorm is weergegeven 20 in fig. 5 waarbij een ringvormig rondlopende kamer 22 aanwezig is, met een ronde dwarsdoorsnede. In vasthoudring 1 is een rondlopende wanddoorboring 23 aanwezig, waardoor het kopdeel 4 van het afdichtlichaam via een rondlopend verbindingsdeel 24 verbonden wordt met een hulsvormigsafdichtings-25 manchet 6.

In fig. 6 is een nog andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij naast het kopdeel 4 van het afdichtlichaam enal dan niet rondlopend verbindingsdeel 24, het fixatiedeel 1 aan zijn binnenzijde ook nog een rondlopende elastomeer 30 lichaam 25 draagt, welk elastomeer lichaam 25 dan verbonden ismet de reeds genoemde hulssvormige afdichtingsmanchet 6. Het fixatiedeel 1 is hierbij voorzien van een uitsparing die snappend kan samenwerken met een schouder 28 van de mof 29. De mofbuis 29 omvat een buitenste verwijding 29b 35 en een binnenste verwijding 29a voor het opnemen van de afdichtingshuls 6.

In fig. 7 is een nog andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij het kopdeel 4 van het afdichtlichaam zich 8500839 __Λ -6- uitstrekt tot de buitenzijde van de kopse zijde 15 van de vasthoudring. Dit kopdeel 4 is door verbinding van radiale verbindingsstukken 5 verbonden met een hulsvormige afdich-tingsmanchet.

5 In fig. 8 is een nog andere uitvoeringsvorms weergegeven, waarbij het afdichtlichaam zich uitstrekt tot op de buitenzijde van het kopse deel 15 van de vasthoudring 1 en bovendien de binnenzijde 26 van de vasthoudring 1 bedekt is met een laag van elastomeer materiaal, welke 10 laag 27 op zijn beurt dan weer verbonden is met de hulsvormige afdichtingsmanchet.

Zoals men ziet, neemt bij een vasthoudring volgens fig. 4 de kromtestraal van de golfvormige verhogingen 12, 13, 17 toe in de richting van het vrije einde of dunste 15 gedeelte 14 van het fixatiedeel.

De golfvormige verdiepingen en verhogingen maken het dan mogelijk dat de aangebrachte vasthoudring over de buitenzijde van de mof 29 kan bewegen bij slagbelastingen.

Een kopdeel 25 van het afdichtlichaam kan ook 20 alleen opgenomen zijn in de ruimte tussen de kopse wand 31 van de mof 29 en de daartegenoverliggende wand 32 van de vasthoudring 1 (zie fig. 9). In dit laatste geval is de afdichthuls 6 uitgevoerd als een rondlopende ring met een afgeronde doorsnede en het kopdeel 25 fysisch en/of 25 chemisch gehecht zijn aan de binnenwanden van de inwendige uitsparing van de J-vormige vasthoudring,zoals aan wand 32.

30 35 8500899

Claims (4)

1. Buisverbinding omvattende een mofbuis voorzien van een door een hiermee verbonden vasthoudring vastgehouden afdichtlichaam en een in de mofbuis gestoken met het afdichtlichaam samenwerkend indringend buisdeel, met 5 het kenmerk, dat de kop (4) van het afdichtlichaam (4, 6) fysisch en/of chemisch verbonden is met de binnenzijde van de vasthoudring (1).

2. Buisverbinding volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het afdichtlichaam (4, 6) met 10 de vasthoudring fysisch en/of chemisch verbonden wordt door gieten of spuitgieten.

3. Buisverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vasthoudring (1) gevormd is door verknopen van een elastomeer voor het vormen van het 15 afdichtlichaam toegepaste elastomeer.

4. Buisverbinding volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de vasthoudring (1) bestaat uit een thermoplastische kunststof, verknoopte thermoplastische kunststof of thermohardende kunststof. 20 5o Vasthoudring geschikt voor toepassing bij een buisverbinding volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat het kopdeel (4) van een afdichtlichaam (4, 6. fysisch en/of chemisch verbonden is met de vasthoudring door vormen van het elastisch afdichtlichaam uit een vloei-25 bare samenstelling op de binnenzijde van de vasthoudring. __* 8500899