NL8500758A - TRACTOR. - Google Patents

TRACTOR. Download PDF

Info

Publication number
NL8500758A
NL8500758A NL8500758A NL8500758A NL8500758A NL 8500758 A NL8500758 A NL 8500758A NL 8500758 A NL8500758 A NL 8500758A NL 8500758 A NL8500758 A NL 8500758A NL 8500758 A NL8500758 A NL 8500758A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tractor
wheel
tractor according
wheels
frame
Prior art date
Application number
NL8500758A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Texas Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Texas Industries Inc filed Critical Texas Industries Inc
Priority to NL8500758A priority Critical patent/NL8500758A/en
Priority to DE19863608527 priority patent/DE3608527A1/en
Publication of NL8500758A publication Critical patent/NL8500758A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/02Tractors modified to take lifting devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B51/00Undercarriages specially adapted for mounting-on various kinds of agricultural tools or apparatus
    • A01B51/02Undercarriages specially adapted for mounting-on various kinds of agricultural tools or apparatus propelled by a motor
    • A01B51/026Undercarriages specially adapted for mounting-on various kinds of agricultural tools or apparatus propelled by a motor of the automotive vehicle type, e.g. including driver accommodation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0621Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices
    • B62D49/0635Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices using additional ground engaging means, e.g. endless tracks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0678Tractors of variable track width or wheel base
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D7/00Steering linkage; Stub axles or their mountings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)

Description

ft -<ftNft - <ftN

Texas Industries Inc., Willemstad, Curasao TrekkerTexas Industries Inc., Willemstad, Curasao Trekker

De uitvinding heeft betrekking op een trekker, in het bijzonder een landbouwtrekker, met een gestel dat door ten minste één bestuurbaar wiel wordt ondersteund, met ten minste één brandstofmotor, die ten minste één 5 loopwiel aandrijft en met ten minste één hefinrichting waarmee een werktuig aan de trekker koppelbaar is.The invention relates to a tractor, in particular an agricultural tractor, with a frame supported by at least one steerable wheel, with at least one fuel engine, driving at least one running wheel and with at least one lifting device with which a implement the tractor can be coupled.

Dergelijke bekende trekkers zijn niet geschikt voor het bereiden van een zaaibed en het inzaaien van de bewerkte grond, omdat de voor- en achterwielen van 10 dergelijke trekkers in het zelfde spoor lopen, zodat in dit wielspoor de grond achtereenvolgens twee maal wordt aangedrukt, waardoor een zodanig structuur-bederf van de grond ontstaat dat ontwikkeling van de gewassen ernstig wordt belemmerd. Bovendien bezitten dergelijke 15 trekkers een zeer hoog gewicht, daar veelal trekkers worden gebruikt die tevens voor ploegwerkzaamheden geschikt moeten zijn en derhalve een groot motorvermogen en een daarmee corresponderend hoog gewicht van de versnellingsbak, het differentieel en aandrijfassen bezitten.Such known tractors are not suitable for preparing a seed bed and sowing the cultivated soil, because the front and rear wheels of such tractors run in the same track, so that in this wheel track the soil is successively pressed twice, so that a Structural decay of the soil occurs that development of the crops is seriously impeded. Moreover, such tractors have a very high weight, since tractors are often used which must also be suitable for plowing work and therefore have a large engine power and a correspondingly high weight of the gearbox, the differential and drive shafts.

20 Anderzijds is het onder andere werkomstandigheden gewenst dat de voor- en achterwielen van de trekker wel in het zelfde wielspoor lopen, zoals bij bewerkingen in het geval van rijencultures of tijdens ploegwerkzaamheden.On the other hand, it is desirable under other working conditions that the front and rear wheels of the tractor do run in the same wheel track, such as for operations in the case of row cultures or during shift work.

25 De uitvinding beoogt in de bovengenoemde nadelen te voorzien doordat tenminste het bestuurbare wiel aan een arm verzwenkbaar aan het gestel is aangebracht om een, gezien in bovenaanzicht, vóór de wielas van dat wiel gelegen scharnieras.The object of the invention is to provide for the above-mentioned drawbacks in that at least the steerable wheel is mounted pivotally on the frame about an articulation shaft, seen in plan view, located in front of the wheel axis of that wheel.

30 Op deze wijze kan worden bereikt dat tijdens een zaaibedbereiding één of meer bestuurbare wielen door middel van verzwenking van de arm, gezien in vooraanzicht, tussen de wielen van de andere as kunnen worden verzwenkt, zodat de wielsporen van de verzwenkte wielen 35 binnen de wielsporen van de andere wielen zijn gelegen.In this way it can be achieved that during a seedbed preparation one or more steerable wheels can be pivoted between the wheels of the other axle by means of pivoting of the arm, seen in front view, so that the wheel tracks of the pivoted wheels 35 within the wheel tracks of the other wheels.

8500758 v 4> - 2 -8500758 v 4> - 2 -

Hierdoor wordt bereikt dat de grond in elk wielspoor slechts éénmaal wordt aangedrukt, terwijl bij het toepassen van relatief brede wielen, eventueel voorzien van lagedruk-banden, een groot aanrakingsoppervlak met de grond kan 5 worden verkregen waardoor de gronddruk relatief zeer laag is.This ensures that the soil is pressed only once in each wheel track, while when using relatively wide wheels, possibly provided with low-pressure tires, a large contact surface with the soil can be obtained, so that the ground pressure is relatively very low.

Het kan onder omstandigheden van belang zijn dat de wieldruk in alle wielsporen ongeveer gelijk is teneinde een ongelijkmatige gronddruk over de breedte 10 van de trekker te vermijden resp. een relatief grote samendrukking in een der wielsporen te voorkomen.Under certain circumstances it may be important that the wheel pressure in all wheel tracks is approximately equal in order to avoid or avoid uneven ground pressure across the width of the tractor. prevent a relatively large compression in one of the wheel tracks.

Doordat de arm verzwenkbaar is aangebracht om één, gerekend ten opzichte van de voorwaartse rijrichting, vóór de wielas van het verzwenkbare wiel gelegen as, wordt het 15 gewicht van het verzwenkmechanisme van dat^wiel geheel door dat wiel op de grond gebracht en komt niet ten laste van de andere wielsporen. Deze andere wielsporen zijn namelijk veelal belast door het gewicht van een aandrijfmotor, versnellingsbak, differentieel, aandrijfassen 20 en bestuurderscabine, zodat het van voordeel is de bestuur-bare', om de as verzwenkbare wielen het gehele overige gewicht van de trekker te laten dragen teneinde een uniforme wieldruk in de wielsporen te bereiken.Because the arm is pivotally mounted about one axle, which is located in front of the wheel axis of the pivotable wheel, relative to the forward driving direction, the weight of the pivoting mechanism of that wheel is completely brought to the ground by that wheel and does not fall charged from the other wheel tracks. These other wheel tracks are in fact usually loaded by the weight of a drive motor, gearbox, differential, drive shafts 20 and driver's cab, so that it is advantageous for the steerable wheels to be able to bear the axle pivoting wheels for the entire remaining weight of the tractor in order to achieve uniform wheel pressure in the wheel tracks.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kan 25 de trekker zijn voorzien van een tweede brandstofmotor, die evenals de aandrijfmotor, een betrekkelijk gering vermogen levert, bijvoorbeeld elk 60 - 70 kW. Deze tweede brandstofmotor kan met voordeel zodanig worden geplaatst dat tevens zijn gewicht, althans grotendeels, gedragen 30 wordt door de bestuurbare verzwenkbare wielen waardoor (afhankelijk van de gekozen opstelling van de tweede brandstofmotor in de langsrichting van de trekker), kan worden bereikt dat het wielspoor van de verzwenkbare wielen door ongeveer dezelfde wieldruk wordt belast 35 als die van de andere wielen.According to another aspect of the invention, the tractor can be provided with a second fuel motor, which, like the drive motor, supplies a relatively low power, for instance each 60-70 kW. This second fuel engine can advantageously be placed in such a way that its weight, at least for the most part, is also carried by the steerable pivoting wheels, so that (depending on the chosen arrangement of the second fuel engine in the longitudinal direction of the tractor), it can be achieved that the wheel track of the pivotable wheels is loaded by approximately the same wheel pressure as that of the other wheels.

Volgens een ander aspect van de uitvinding drijft de tweede brandstofmotor een aan een hefinrichting gekoppelde landbouwmachine aan, in het bijzonder een roterende eg voor de zaaibedbereiding.According to another aspect of the invention, the second fuel engine drives an agricultural machine coupled to a lifting device, in particular a rotary harrow for seedbed preparation.

85 0 0 7 5 8 t k · - 3 -85 0 0 7 5 8 t k - - 3 -

Volgens een ander aspect van de uitvinding kan de tweede aandrijfmotor een aan de hefinrichting gekoppelde, zich dwars op de rijrichting uitstrekkende rol aandrijven en wel op zodanige wijze dat de omtrekssnelheid van 5 de aandrijfbare rol ongeveer gelijk of, bij voorkeur, iets groter is dan de ingestelde rijsnelheid van de trekker. Deze aandrijfbare rol bezit aan zijn omtrek organen die in de grond grijpen zodat de in dezelfde draairichting als die van de trekkerwielen aangedreven 10 rol ,een voortstuwende kracht uitoefent op de trekker, waarbij het vermogen van de tweede aandrijfmotor van 60 - 70 kW tevens kan worden gebruikt voor de voortstuwing van de trekker. Deze voortstuwingskracht voegt zich dan bij de voortstuwingskracht die door de andere aandrijf-15 motor via aandrijfbare wielen van de trekker op de grond worden uitgeoefend, zodat, bijvoorbeeld voor ploegwerkzaam-heden, toch een totaal vermogen van bijvoorbeeld 120 - 140 kW ter beschikking staat.According to another aspect of the invention, the second drive motor can drive a roller coupled to the lifting device, extending transversely of the direction of travel, such that the peripheral speed of the drivable roller is approximately equal or, preferably, slightly greater than the set driving speed of the tractor. This drivable roller has peripheral members which engage in the ground so that the roller driven in the same direction of rotation as that of the tractor wheels exerts a propulsive force on the tractor, whereby the power of the second drive motor of 60 - 70 kW can also be used for tractor propulsion. This propulsion force then adds to the propulsion force exerted on the ground by the other driving motor via the tractor's drivable wheels, so that, for example for plowing work, a total power of, for instance, 120-140 kW is still available.

Volgens een verder aspect van de uitvinding ontstaat 20 een goedkope, relatief lichte constructie doordat motoren met een relatief laag vermogen in grotere series worden gebouwd dan motoren met het dubbele vermogen, zodat twee motoren met een relatief laag vermogen goedkoper zijn dan één motor met het vermogen van de beide genoemde 25 motoren samen. Door toepassing van twee motoren met relatief laag vermogen kan bovendien een belangrijke gewichtsbesparing worden verkregen doordat aandrijvings-inrichtingen aanmerkelijk lichter kunnen worden uitgevoerd.According to a further aspect of the invention, a cheap, relatively light construction is created in that relatively low-power motors are built in larger series than double-power motors, so that two relatively low-power motors are cheaper than one motor with the power of the two mentioned 25 engines together. Moreover, by using two motors with relatively low power, an important weight saving can be obtained because drive devices can be made considerably lighter.

Bij een aandrijfwielen aandrijvende motor met een relatief 30 gering vermogen kan bij gelijkblijvende voortstuwingskracht van het wiel een geringere wieldiameter worden toegepast, hetgeen tot een aanzienlijke gewichtsvermindering van de trekker als geheel leidt.With a drive wheel driving motor with a relatively low power, a smaller wheel diameter can be used with the same propulsion force of the wheel, which leads to a considerable reduction in weight of the tractor as a whole.

De aspecten van de uitvinding zullen nader worden 35 uiteengezet aan de hand van de volgende figuren.The aspects of the invention will be further elucidated with reference to the following figures.

Fig. 1 is een zijaanzicht van de trekker volgens de uitvinding met zowel aan de voor- als aan de achterzijde aangekoppelde machines voor zaaibedbereiding, 85 0 0 7 58 - 4-- 4 +Fig. 1 is a side view of the tractor according to the invention with seed bed preparation machines coupled to both the front and rear, 85 0 0 7 58 - 4-- 4 +

Fig. 2 is een bovenaanzicht van de trekker volgens fig. 1 ,Fig. 2 is a top view of the tractor of FIG. 1,

Fig. 3 is een vooraanzicht van de trekker volgens de figuren 1 en 2, 5 Fig. 4 is een bovenaanzicht van de trekker volgens de voorgaande figuren, waarbij op schematische wijze alleen de wielverstelling van de bestuurbare wielen is getoond en waarbij ter verduidelijking andere delen zijn weggelaten, 10 Fig. 5 is een schematische tekening van een aandrijf- bare rol, gezien in achteraanzicht, en geschikt voor aankoppeling aan een hefinrichting van de trekker.Fig. 3 is a front view of the tractor of FIGS. 1 and 2.5. FIG. 4 is a plan view of the tractor according to the preceding figures, schematically showing only the wheel adjustment of the steerable wheels and with other parts omitted for clarification, FIG. 5 is a schematic drawing of a drivable roller, seen in rear view, and suitable for coupling to a lifting device of the tractor.

Het gestel van de in de figuren weergegeven trekker bestaat uit twee delen 1 en 2, waarbij, gerekend ten 15 opzichte van de rijrichting A, het gestel 1 het achterste gesteldeel en het gesteldeel 2 het voorste gesteldeel vormt. Het gestel wordt ondersteund door aandrijfbare achterwielen 3, die symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van een verticaal in de rijrichting A gericht langssymmetrie-20 vlak 5 van de trekker. De achterwielen 3 steunen het gesteldeel 1 op directe wijze af. Het voorste gesteldeel 2 wordt ondersteund door bestuurbare voorwielen 4, die, indien opgesteld in een stand geschikt voor rechtuit-rijden, eveneens symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte 25 van het symmetrievlak 5. Het gestel 1 en de achterwielen 3 dragen tevens een eerste aandrijfmotor 6, die tezamen met een aan de motor gekoppelde versnellingsbak en het differentieel, is ondergebracht in één huis, welk huis in wezen het gesteldeel 1 vormt. Tegen de achterzijde 30 van het huis 1 is op bekende wijze een driepuntshefinrich-ting 7 bevestigd, die bedienbaar is vanuit een bestuurders-cabine 8, waarin een bestuurderszitplaats is opgesteld.The frame of the tractor shown in the figures consists of two parts 1 and 2, wherein, calculated relative to the direction of travel A, the frame 1 forms the rear frame part and the frame part 2 the front frame part. The frame is supported by drivable rear wheels 3, which are arranged symmetrically with respect to a longitudinal symmetry plane 5 of the tractor oriented vertically in the direction of travel. The rear wheels 3 directly support the frame part 1. The front frame part 2 is supported by steerable front wheels 4, which, if arranged in a position suitable for straight-ahead driving, are also arranged symmetrically with respect to the plane of symmetry 5. The frame 1 and the rear wheels 3 also carry a first drive motor 6, which, together with a gearbox and differential coupled to the engine, is housed in one housing, the housing being essentially frame 1. A three-point lifting device 7, which is operable from a driver's cabin 8, in which a driver's seat is arranged, is mounted in a known manner against the rear side of the housing 1.

De cabine 8 wordt door het gesteldeel 1 en de achterwielen 3 gedragen.The cabin 8 is carried by the frame part 1 and the rear wheels 3.

35 De aandrijfmotor 6 is bij voorkeur uitgevoerd als een luchtgekoelde Dieselmotor met een vermogen van ongeveer 60 - 70 kW en strekt zich, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, uit vóór de wielas 9 van de achterwie- 85 0 0 7 58 «. . · - 5 - len 3. De brandstofmotor 6 is in verband met het verkrijgen van een zo laag mogelijke zwaartepuntsligging bijna liggend opgesteld, dat wil zeggen de hartlijnen van de cylinders sluiten een kleine scherpe hoek met het 5 horizontale vlak in. De motor 6 is in bovenaanzicht ongeveer symmetrisch ten opzichte van het symmetrievlak 5 gelegen. De achterwielen 3 bezitten een diameter van ongeveer 160 cm en een breedte van ongeveer 60 cm en zijn bij voorkeur voorzien van lagedrukbanden teneinde 10 een zo groot mogelijk aanlegvlak met de grond te bezitten.The drive motor 6 is preferably designed as an air-cooled diesel engine with a power of about 60-70 kW and, calculated in relation to the direction of travel A, extends in front of the wheel axle 9 of the rear wheel. . In order to obtain the lowest possible center of gravity position, the fuel engine 6 is arranged almost horizontally, that is to say the axes of the cylinders enclose a small acute angle with the horizontal plane. The top view of the motor 6 is approximately symmetrical with respect to the symmetry plane 5. The rear wheels 3 have a diameter of about 160 cm and a width of about 60 cm and are preferably provided with low-pressure tires in order to have the largest possible contact surface with the ground.

De hiervoor beschreven trekkerdelen 1-9 vormen tezamen een in de handel verkrijgbaar deel van een in grote series vervaardigde standaardtrekker zodat dit achterste gedeelte van de trekker volgens de uitvinding 15 relatief goedkoop verkrijgbaar is. De cabine 8 strekt zich, gezien in zijaanzicht, hoofdzakelijk boven de voorste helft van de achterwielen 3 en boven de motor 6 uit.The above-described tractor parts 1-9 together form a commercially available part of a large-series standard tractor, so that this rear part of the tractor according to the invention is relatively cheaply available. The cabin 8, seen in side view, extends mainly above the front half of the rear wheels 3 and above the motor 6.

Tegen de voorzijde van het huis van de motor 6, welk huis in hoofdzaak het gesteldeel 1 vormt, zijn 20 de steunen 10 aangebracht, die een zwenkas 11 afsteunen, waarvan de hartlijn ongeveer horizontaal is gericht en in het symmetrievlak^is gelegen. De as 11 wordt omgeven door het huis van een leger 12 waartegen aan weerszijden horizontaal opgestelde draagbalken 13 zijn 25 vastgelast. De draagbalken 13 zijn uitgevoerd als holle kokerprofielen evenals de overige nog te beschrijven gestelbalken van het gesteldeel 2 waartoe de balken 13 behoren. De balken 13 strekken zich in zijdelingse richting ongeveer uit tot het verticale binnenvlak 30 van de achterwielen 3. Aan hun buitenste uiteinden zijn schuin buitenwaarts, opwaarts en voorwaarts gerichte gestelbalken 14 vastgelast, die aan hun bovenste uiteinde overgaan in star aan de balken 14 bevestigde draagbalken 15, die horizontaal zijn opgesteld. Gezien in bovenaanzicht 35 zijn de draagbalken 15 ongeveer in het midden van hun lengte zodanig geknikt, dat elke draagbalk 15 twee delen bezit die een stompe hoek met elkaar insluiten.Against the front of the housing of the motor 6, which housing substantially constitutes the frame part 1, the supports 10 are arranged, which support a pivot axis 11, the center line of which is oriented approximately horizontally and lies in the plane of symmetry. The shaft 11 is surrounded by the housing of an bearing 12 against which horizontally arranged supporting beams 13 are welded on either side. The supporting beams 13 are designed as hollow box profiles, as well as the other frame beams of the frame part 2, to which the beams 13 belong, to be described. The beams 13 extend laterally approximately to the vertical inner surface 30 of the rear wheels 3. At their outer ends are welded obliquely outward, upwardly and forwardly directed frame beams 14, which at their upper end merge into beams rigidly fixed to the beams 14 15, which are arranged horizontally. Seen in top view 35, the beams 15 are bent about in the middle of their length such that each beam 15 has two parts which enclose an obtuse angle with each other.

Door deze vormgeving kan de vorm van het gesteldeel 2, gezien in bovenaanzicht, als tonvormig worden aangeduid.Because of this design, the shape of the frame part 2, seen in top view, can be indicated as barrel-shaped.

85 0 0 7 58 4 * - 6 -85 0 0 7 58 4 * - 6 -

De hoogte van de onderzijden van de beide draagbalken 15 boven de grond is in geringe mate groter dan de diameter van de beide voorwielen 4. De diameter van de voorwielen 4 bedraagt ongeveer 125 cm en elk voorwiel 5 heeft een breedte van ongeveer 50 cm. De gestelbalken 13 en 14 en de draagbalken 15 zijn in zijaanzicht zodanig gevormd dat zij toogvormig over de voorwielen 4 heenreiken teneinde een grote wieluitslag van de voorwielen 4 mogelijk te maken en te vermijden dat 10 het gesteldeel 2 daardoor een uitzonderlijke breedte zou verkrijgen. De grootste breedte van het gesteldeel 2 komt - gezien in bovenaanzicht - ongeveer overeen met de afstand tussen de symmetrievlakken van de beide achterwielen 3. Op een plaats die op korte afstand achter het 15 knikpunt van de beide delen van elke draagbalk 15 is gelegen zijn deze draagbalken onderling verbonden door een dwars op de rijrichting A gelegen dwarsbalk 16, waarvan het ondervlak samenvalt met die van de draagbalken 15.The height of the bottom sides of the two supporting beams 15 above the ground is slightly greater than the diameter of the two front wheels 4. The diameter of the front wheels 4 is approximately 125 cm and each front wheel 5 has a width of approximately 50 cm. The frame beams 13 and 14 and the support beams 15 are formed in side view such that they extend arched over the front wheels 4 in order to allow a large wheel deflection of the front wheels 4 and thereby to prevent the frame part 2 from obtaining an exceptional width. Seen in plan view, the greatest width of the frame part 2 approximately corresponds to the distance between the symmetry planes of the two rear wheels 3. In a place which is located a short distance behind the pivot point of the two parts of each supporting beam 15, these supporting beams mutually connected by a transverse beam 16 located transversely of the direction of travel A, the bottom surface of which coincides with that of the supporting beams 15.

De voorste einden van de beide draagbalken 15 20 zijn onderling verbonden door middel van een horizontale dwarsbalk 17. Tegen de onderzijde van de dwarsbalk 17 zijn op symmetrische wijze ten opzichte van het symmetrievlak 5 twee neerwaarts uitstekende verticale steunbalken 18 bevestigd, die op afstand van het symmetrievlak zijn 25 opgesteld en tegen de nabijgelegen draagbalk 15 zijn afgeschoord. Deze onderling evenwijdige steunbalken 18 zijn ongeveer halverwege hun lengte resp. ter plaatse van hun onder einden onderling verbonden door kokervormige dragers 19 resp. 20 (zie ook fig. 3). De drager 19 steunt 30 een nabij het symmetrievlak 5 gelegen stel bevestigingspunten 21, die het aankoppelpunt van een bovenste hefarm 22 van een voorste driepuntshefinrichting 23 vormt. Aan de ondereinden van de beide steunbalken 18 zijn bevestigingspunten aangebracht, die de zwenkassen voor onderste 35 hefarmen 24 van de hefinrichting 23 vormen.The front ends of the two beams 15 are mutually connected by means of a horizontal cross beam 17. Two downwardly protruding vertical support beams 18 are fixed symmetrically to the plane of symmetry with respect to the plane of symmetry 5, which are spaced from the plane of symmetry are arranged and braced against the nearby supporting beam 15. These mutually parallel support beams 18 are approximately halfway along their length, respectively. interconnected at the location of their lower ends by tubular carriers 19 and 10 respectively. 20 (see also fig. 3). The carrier 19 supports a set of attachment points 21 located close to the symmetry plane 5, which forms the coupling point of an upper lifting arm 22 of a front three-point lifting device 23. At the lower ends of the two support beams 18, mounting points are provided, which form the pivot axes for the lower lifting arms 24 of the lifting device 23.

Het gesteldeel 2 draagt een tweede aandrijfmotor 25, die identiek aan de eerste aandrijfmotor 6 kan zijn uitgevoerd, hetzelfde vermogen (ongeveer 60 - 70 kW) bezit en ter wille van de zwaartepuntshoogte een zelfde gekantelde 8500758 • I* ' - 7 - opstelling bezit als de eerste aandrijfmotor 6. Gerekend in de langsrichting van de trekker bezit de tweede aandrijf-motor 25 een zodanige opstelling ten opzichte van het gesteldeel 2 dat zijn gewicht in een zodanige mate door 5 de voorwielen 4 wordt gedragen, dat, met inbegrip van de overige trekkerdelen, de gronddruk van elk voorwiel 4 op de grond zoveel mogelijk overeenkomt met de gronddruk van elk achterwiel 3 teneinde een uniforme verdeling van de gronddruk over de breedte van de trekker te 10 verkrijgen (zoals nader zal worden toegelicht) en te vermijden dat of de achterwielen 3 of de voorwielen 4 een aanzienlijk hogere gronddruk bezitten dan de andere wielen, hetgeen tot structuurbederf van de grond zou leiden. In het getekende uitvoeringsvoorbeeld is de aan-15 drijfmotor 25 gerekend in langsrichting en gezien in bovenaanzicht ongeveer tussen de voorzijde van de eerste aandrijfmotor 6 en de wielas 26 van de voorwielen 4 gelegen. Met nadruk wordt echter gesteld dat de motor 25 ook een meer naar voren gelegen stand kan innemen 20 op grond van het genoemde criterium. De motor 25 wordt afgesteund door een horizontale dwarsbalk 27, die de opstaande gestelbalken 14 met elkaar verbindt en door de gestelbalk 16 nabij de voorzijde van de motor.The frame part 2 carries a second drive motor 25, which can be designed identical to the first drive motor 6, has the same power (approximately 60 - 70 kW) and, for the purpose of the center of gravity, has the same tilted 8500758 arrangement as the first drive motor 6. Calculated in the longitudinal direction of the tractor, the second drive motor 25 has an arrangement relative to the frame part 2 that its weight is carried by the front wheels 4 to such an extent that, including the other tractor parts, the ground pressure of each front wheel 4 on the ground corresponds as much as possible to the ground pressure of each rear wheel 3 in order to obtain a uniform distribution of the ground pressure over the width of the tractor (as will be explained in more detail) and to avoid that either rear wheels 3 or the front wheels 4 have a considerably higher ground pressure than the other wheels, which would lead to structure decay of the ground. In the illustrated exemplary embodiment, the driving motor 25 is calculated in the longitudinal direction and seen in top view approximately between the front of the first driving motor 6 and the wheel axle 26 of the front wheels 4. However, it is emphatically stated that the motor 25 can also assume a more forward position 20 on the basis of the said criterion. The motor 25 is supported by a horizontal cross beam 27 connecting the upright frame beams 14 and by the frame beam 16 near the front of the motor.

De krukas van de motor 25 is, evenals die van 25 de motor 6, evenwijdig aan het symmetrievlak 5 gericht, treedt aan de voorzijde van de motor 25 uit en vormt een ingaande as van een vanuit de bestuurderszitplaats bedienbare koppeling 28, die tegen de voorzijde van de motor 25 is bevestigd. De uitgaande as van de koppeling 30 28 steekt in voorwaartse richting uit en is door middel van een van universele koppelingen voorziene tussenas 29 gekoppeld met een ingaande as 30 van een vertragingsbak 31, die tussen de verticale steunbalken 18 is opgesteld en door deze balken wordt begrensd. De vertragingsbak 31 35 omvat een aantal, bijvoorbeeld drie, tandwielen die in een huis van de bak 31 zijn gelegerd en waarvan de draai-ingsassen in het symmetrievlak 5 zijn opgesteld. De draaiingsas van het onderste tandwiel treedt op korte afstand boven de onderste drager 20 in voorwaartse richting 8500758 - 8 - uit en vormt een aftakas 32 die door middel van een van universele koppelingen voorziene tussenas 33 gekoppeld kan worden met een ingaande as van een aan de hefinrichting 23 bevestigde landbouwmachine 34, bijvoorbeeld een op 5 zichzelf bekende roterende eg met om opwaartse assen roterende tandenparen, welke machine zich over de gehele breedte van de trekker uitstrekt. De overbrengingsverhou-ding in de vertragingsbak 31 is zodanig dat bij een uitgaand toerental van de aandrijfmotor 25 van 2000 omw/min. 10 een toerental van de aftakas 32 van ongeveer 1000 omw/min. wordt bewerkstelligd.The crankshaft of the engine 25, like that of the engine 6, is oriented parallel to the plane of symmetry 5, exits at the front of the engine 25 and forms an input shaft of a clutch 28 operable from the driver's seat, which is against the front of the motor 25 is attached. The output shaft of the coupling 30 28 protrudes in the forward direction and is coupled by means of an intermediate shaft 29 provided with universal couplings to an input shaft 30 of a gearbox 31, which is arranged between the vertical support beams 18 and is bounded by these beams . The reduction gearbox 31 comprises a number, for example three, gears which are mounted in a housing of the gearbox 31 and of which the rotary axes are arranged in the plane of symmetry 5. The axis of rotation of the lower gear wheel protrudes a short distance above the lower carrier 20 in the forward direction 8500758-8 and forms a PTO shaft 32 which can be coupled by means of an intermediate shaft 33 provided with universal couplings to an input shaft of the agricultural machine 34, for example a rotary harrow known per se, with pairs of teeth rotating about upward axes, which machine extends over the entire width of the tractor. The gear ratio in the gearbox 31 is such that at an output speed of the drive motor 25 of 2000 rpm. 10 a speed of the PTO shaft 32 of approximately 1000 rpm. is accomplished.

Aan de achterste hefinrichting 7 is in het getekende uitvoeringsvoorbeeld eveneens een roterende eg 35 gekoppeld, van het zelfde type als de machine 34.In the illustrated exemplary embodiment, a rotary harrow 35 is also coupled to the rear lifting device 7, of the same type as the machine 34.

15 De onderste aankoppelpunten van de onderste hefarmen van de hefinrichtingen 7 resp. 23 bevinden zich tijdens bedrijf op een afstand van ongeveer 40 cm boven de grond en derhalve lager dan een horizontaal vlak door de wielas van de trekkerwielen met de kleinste diameter, in dit 20 geval de voorwielen 4. Gezien in zijaanzicht (fig. 1) omsluit het voorste gesteldeel 2 (gestelbalken 13, 14, 15, 18) de omtrek van de voorwielen 4 aan de bovenzijde en grotendeels aan voor- en achterzijden. Met het oog op een zo groot mogelijke gewichtsbesparing zijn alle 25 gestelbalken 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 als holle kokerprofielen uitgevoerd. Het is mogelijk om in plaats van stalen gestelbalken, lichtmetalen gestelbalken toe te passen.15 The lower coupling points of the lower lifting arms of the lifting devices 7 and 10. 23 are located at a distance of about 40 cm above the ground during operation and therefore lower than a horizontal plane through the wheel axis of the tractor wheels with the smallest diameter, in this case the front wheels 4. Enclosed in side view (fig. 1) the front frame part 2 (frame beams 13, 14, 15, 18) the circumference of the front wheels 4 at the top and largely on the front and rear sides. In order to achieve the greatest possible weight saving, all 25 frame beams 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 are designed as hollow box sections. It is possible to use alloy frame beams instead of steel frame beams.

Elk der beide voorwielen 4 bezit een om de wielas 30 26 gelegen horizontale as waarom het loopwiel is gelegerd; deze as is star bevestigd aan een opwaarts gerichte, in dit uitvoeringsvoorbeeld verticaal opgestelde wieldrager 36, die om een ongeveer verticale zwenkas verzwenkbaar is gelegerd aan het uiteinde van een balkvormige arm 35 of wielsteun 37 (fig. 2) die zich vanaf de wieldrager 36, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, in voorwaartse richting uitstrekt tot aan een scharnieras of legering 38, die eveneens ongeveer verticaal is gericht en nabij het hoekpunt tussen de gestelbalken 15 en 17 85 0 0 7 58 - 9 - ί .Λ is gelegen en ten opzichte van deze gesteldelen is gefixeerd.Each of the two front wheels 4 has a horizontal axis around the wheel axle 26, around which the running wheel is mounted; this axle is rigidly attached to an upwardly directed wheel carrier 36, which is arranged vertically in this embodiment, which is pivotally mounted about an approximately vertical pivot axis on the end of a beam-shaped arm 35 or wheel support 37 (fig. 2) which extends from the wheel carrier 36, with respect to the direction of travel A, it extends in a forward direction to a pivot axis or alloy 38, which is also directed approximately vertically and is located near the corner point between the frame beams 15 and 17 85 0 0 7 58 - 9 - ί .Λ and is fixed with respect to these frame parts.

In de in fig. 2 getekende stand van de voorwielen 4 bevindt de verticale schamieras 38 zich ongeveer in het symmetrie-vlak van het nabijgelegen voorwiel 4.In the position of the front wheels 4 shown in Fig. 2, the vertical pivot axis 38 is approximately in the plane of symmetry of the adjacent front wheel 4.

5 Op een afstand die ongeveer 10% bedraagt van de totale lengte van elke horizontale arm 37 zijn tegen de naar elkaar toegekeerde zijden van deze armen zwenkassen 39 aangebracht, waarom het huis resp. het einde van de zuigerstang van een hydraulische cylinder 40 verzwenkbaar 10 zijn. De verticale wieldragers 36 zijn in de bijbehorende arm 37 door middel van een leger 41 verzwenkbaar aangebracht ten opzichte van de bijbehorende arm 37 en steken met hun bovenzijden door het bijbehorende leger 41 heen.At a distance which is approximately 10% of the total length of each horizontal arm 37, pivot shafts 39 are arranged against the facing sides of these arms, around which the housing resp. the end of the piston rod of a hydraulic cylinder 40 can be pivoted. The vertical wheel carriers 36 are pivotally mounted in the associated arm 37 with respect to the associated arm 37 by means of an bearing 41 and project with their upper sides through the associated bearing 41.

Aan dit boven het leger 41 en boven de bijbehorende arm 15 37 uitstekend deel van elke wieldrager 36 is een horizon taal buitenwaarts gerichte horizontale arm 42 star ten opzichte van de bijbehorende wieldrager 36 bevestigd. De lengte van elke arm 42 bedraagt ongeveer de helft van de totale lengte van een wielsteun 37. Aan het vrije einde 20 van elke arm 42 is een zwenkas 43 aangebracht, waarom een stuurstang 44 verzwenkbaar is. Elk der beide stuurstangen 44 strekt zich vanaf de bijbehorende zwenkas 43 voorwaarts en, althans in de getekende stand van de voorwielen 4, schuin buitenwaarts uit en bezit een lengte die ongeveer 25 1½ maal zo groot is als die van een wielsteun 37,- zodat het voorste einde van elke stuurstang 44, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, vóór het nabijgelegen leger 38 is gelegen. Gezien in bovenaanzicht sluiten de hartlijnen van elke wielsteun 37 en die van de naburige stuur-30 stang 44 een in achterwaartse richting geopende kleine scherpe hoek in waarbij de stuurstang 44 geheel buiten de nabijgelegen arm 37 is gelegen. In het voorste uiteinde van elke stuurstang 44 is een zwenkas 45 aangebracht, om welke zwenkas tevens het buitenste vrije einde van een 35 stuurelement of hefboom 46 verzwenkbaar is. Elke hefboom 46 is aan zijn nabij het symmetrievlak 5 gelegen einde om een zwenkas 47 gelegerd, waarbij de zwenkas 47 in de bovenzijde van de dwarsbalk 17 is bevestigd. Gerekend in de rijrichting A, bevindt zich op korte afstand vóór de 8500758 - 10 - zwenkas 47 van elke hefboom 46 een zwenkas 48 die de hefboom 46 verzwenkbaar verbindt met een koppelstang 49. De koppelstang 49 koppelt de beweging van de beide aan weerszijden van het symmetrievlak 5 gelegen hefbomen 46 om hun 5 zwenkassen 47. Een der beide zwenkassen 48 is tevens gelegerd in het einde van een zuigerstang van een hydraulische cylinder 50 die met zijn andere uiteinde verzwenkbaar bevestigd is in een aan de andere zijde van het symmetrievlak 5 gelegen zwenkas 51 die vast is opgesteld ten opzichte 10 van de dwarsbalk 17.To this part of each wheel carrier 36 projecting above the bearing 41 and above the associated arm 15, a horizontal outwardly directed horizontal arm 42 is fixed rigidly to the associated wheel carrier 36. The length of each arm 42 is approximately half of the total length of a wheel support 37. At the free end 20 of each arm 42 a pivot shaft 43 is provided, around which a steering rod 44 can be pivoted. Each of the two steering rods 44 extends forwardly from the associated pivot shaft 43 and, at least in the drawn position of the front wheels 4, obliquely outwardly and has a length approximately 25 1½ times that of a wheel support 37, so that it the front end of each steering rod 44, relative to the direction of travel A, before the nearby army 38 is located. Seen in plan view, the centerlines of each wheel support 37 and that of the adjacent steering rod 44 include a rearwardly opened small acute angle with the steering rod 44 located entirely outside the adjacent arm 37. A pivot shaft 45 is arranged in the front end of each control rod 44, around which pivot shaft the outer free end of a control element or lever 46 can also be pivoted. Each lever 46 is mounted on a pivot axis 47 at its end located near the plane of symmetry 5, the pivot axis 47 being mounted in the top of the cross beam 17. Calculated in the direction of travel A, a swivel shaft 48 which pivotally connects the lever 46 to a coupling rod 49 is located in front of the 8500758 - 10 - pivot shaft 47 of each lever 46. The coupling rod 49 couples the movement of the two on either side of the lever. levers 46 located about symmetry plane 5 about their 5 pivot axes 47. One of the two pivot axes 48 is also mounted in the end of a piston rod of a hydraulic cylinder 50 which is pivotally mounted with its other end in a pivot axis located on the other side of the symmetry plane 5 51 which is fixed in relation to 10 of the cross beam 17.

De zwenkassen of legers 38, 39, 41, 43, 45, 47, 48 en 51 zijn alle evenwijdig aan elkaar gericht en ongeveer verticaal opgesteld. De beschreven verstellings- en besturingsconstructie van de voorwielen 4 is althans in 15 hoofdzaak, gezien in bovenaanzicht, vóór de wielas 26 van de voorwielen gelegen zodat het gewicht van deze constructie op de voorwielen 4 rust. Deze verstelling^-en besturingsconstructie is indien de voorwielen in de voor rechtuit-rijden geschikte stand staan symmetrisch opgebouwd ten 20 opzichte van het symmetrievlak 5. De tweede aandrijfmotor 25 is, althans in het getekende uitvoeringsvoorbeeld, in bovenaanzicht aan de van de verstellings- en besturingsconstructie afgekeerde zijde van de wielas 26 gelegen, maar kan, zoals vermeld, meer naar voren zijn opgesteld.The pivot axes or bearings 38, 39, 41, 43, 45, 47, 48 and 51 are all oriented parallel to each other and arranged approximately vertically. The described adjustment and control construction of the front wheels 4 is located at least substantially, seen in top view, in front of the wheel axle 26 of the front wheels, so that the weight of this construction rests on the front wheels 4. When the front wheels are in the straight-ahead position, this adjustment and steering construction is symmetrically built up relative to the symmetry plane 5. The second drive motor 25 is, at least in the illustrated exemplary embodiment, in plan view of the adjustment and control structure facing away from the wheel axle 26, but may, as mentioned, be more forwardly disposed.

25 In de in fig. 2 getekende, ten opzichte van het symmetrievlak 5 symmetrisch opgestelde stand van de voorwielen 4 bezitten deze voorwielen de kleinste onderlinge afstand. De opstelling van de voorwielen is dan zodanig dat de wielsporen van de voorwielen 4, gezien in vooraan-30 zicht, geheel binnen de wielsporen van de achterwielen 3 zijn gelegen, zodat gronddelen die in elk van de vier wielsporen zijn gelegen slechts eenmaal door een wiel worden samengedrukt. Dit is in tegenstelling met bekende trekkers waarbij voor- en achterwielen recht achter elkaar zijn 35 opgesteld, zodat gronddelen in elk wielspoor twee maal worden samengedrukt. Bij de wielopstelling volgens de uitvinding wordt derhalve vermeden dat een ontoelaatbaar struc-tuurbederf, dat de plantengroei belemmert, optreedt. De 85 0 0 7 58 - 11 - hier bedoelde opstelling wordt daardoor vastgelegd, zodat aan de achterzijden van de legérs 41 aan de armen 37 bevestigde aanslagplaten 52 tegen de beide zijkanten van een aanslagstrip 53 aanliggen (zie ook fig. 1), welke aanslag-5 strip 53 tegen de onderzijde van de dwarsbalk 16 is gelast . en in het symmetrievlak 5 is opgesteld. De in fig. 2 getekende wielstand wordt gehandhaafd door in die stand de hydraulische cylinder 40 op hydraulische wijze te blokkeren.In the position of the front wheels 4, which is symmetrically arranged with respect to the symmetry plane 5, shown in Fig. 2, these front wheels have the smallest mutual distance. The arrangement of the front wheels is then such that the wheel tracks of the front wheels 4, viewed in front view, are located entirely within the wheel tracks of the rear wheels 3, so that ground parts located in each of the four wheel tracks are driven only once by one wheel. are compressed. This is in contrast to known tractors in which front and rear wheels are arranged directly behind each other, so that ground parts in each wheel track are compressed twice. In the wheel arrangement according to the invention it is therefore avoided that an impermissible structure decay, which hinders plant growth, occurs. The arrangement referred to here is thus fixed, so that stop plates 52 attached to the arms 37 on the backs of the racks 41 abut against both sides of a stop strip 53 (see also fig. 1). -5 strip 53 is welded to the bottom side of the cross beam 16. and is arranged in the symmetry plane 5. The wheel position shown in fig. 2 is maintained by hydraulic blocking the hydraulic cylinder 40 in that position.

Indien de hydraulische cylinder 40 zodanig wordt 10 bekrachtigd dat de zuigerstang uittreedt worden de beide armen 37 om de vertikale legers 38 buitenwaarts verzwenkt zodat de in de achterste uiteinden van de wielsteunen 37 gelegerde wieldragers 36 tezamen met de voorwielen 4 eveneens buitenwaarts zwenken tot in een buitenste stand waarin 15 het wielspoor van elk der voorwielen 4 samenvalt met het wielspoor van een achterwiel 3. Terwijl de eerstbeschreven stand geschikt is voor het bereiden van een zaadbed waarbij de bodemstructuur zoveel mogelijk behouden dient te blijven, is de laatstbeschreven stand van toepassing voor werkzaam-20 heden bij rijencultures, ploegen en dergelijke.When the hydraulic cylinder 40 is energized such that the piston rod exits, the two arms 37 are pivoted outwardly about the vertical bearings 38 so that the wheel carriers 36 mounted in the rear ends of the wheel supports 37, together with the front wheels 4, also pivot outward into an outer one. position in which the wheel track of each of the front wheels 4 coincides with the wheel track of a rear wheel 3. While the first described position is suitable for preparing a seed bed in which the soil structure must be preserved as much as possible, the last described position applies for working 20 today in row cultures, teams and the like.

Het buitenwaarts verzwenken van de wielsteunen 37 is mogelijk tijdens voortrijden van de trekker. De hydraulische cylinder 50 kan hierbij op hydraulische wijze zijn geblokkeerd zodat spoorbreedte-verstelling plaats-25 vindt door vervorming van de vierhoek 38, 41, 43, 45. Deze vierhoek kan eventueel als parallellogram zijn gevormd.Pivoting the wheel supports 37 outwardly is possible while driving the tractor. The hydraulic cylinder 50 can herein be blocked in a hydraulic manner, so that track width adjustment takes place by deformation of the quadrilateral 38, 41, 43, 45. This quadrilateral can optionally be formed as a parallelogram.

Indien deze vierhoek in geringe mate van de parallellogram-vorm moet afwijken, bijvoorbeeld op grond van de wielbestu-ringsdimensionering, kan een tijdens spoorbreedteverstelling 30 optredende geringe wielverstelling door bediening van de hydraulische cylinder 50 worden gecorrigeerd.If this quadrilateral has to deviate slightly from the parallelogram shape, for instance on account of the wheel steering dimensioning, a small wheel adjustment occurring during track width adjustment 30 can be corrected by operating the hydraulic cylinder 50.

In de meest buitenwaartse stand van de voorwielen 4 vindt elke wielsteun 37 tegen de binnenzijde van de naastliggende draagbalk 15 een aanslag; deze stand kan eveneens 35 door hydraulische blokkering van de cylinder 40 worden vastgelegd.In the most outward position of the front wheels 4, each wheel support 37 finds a stop against the inside of the adjacent supporting beam 15; this position can also be fixed by hydraulic blocking of the cylinder 40.

Indien de bestuurder een bocht wenst te rijden (of bij het smalste, of bij het breedste wielspoor van de voorwielen) blijft de hydraulische cylinder 40 hydraulisch 85 0 0 7 58 - 12 - geblokkeerd en wordt, eveneens vanaf de bestuurdersplaats, de hydraulische cylinder 50 bediend. De lengteverandering van de cylinder 50 doet een der stuurelementen 46 om de. bijbehorende zwenkas 47 in hoofdzaak in bijvoorbeeld 'achter-5 waartse richting verzwenken waardoor met behulp van de stuurstang 44 de arm 42 en daarmee de wieldrager 36 wordt verzwenkt om de hartlijn van het leger 41. Tevens wordt door middel van de koppelstang 49 het andere stuurelement 46 om zijn zwenkas 47 verzwenkt en wel in tegengestelde 10 richting. Tengevolge van de richting van de verbindingslijn tussen de zwenkassen 47 en 45 beschrijft het uiteinde van de laatstbedoelde hefboom een cirkelboog die gerekend vanaf de beginstand voorwaarts en binnenwaarts is gericht.If the driver wishes to make a turn (or at the narrowest, or at the widest wheel track of the front wheels), the hydraulic cylinder 40 remains hydraulic 85 0 0 7 58 - 12 - blocked and, also from the driver's seat, the hydraulic cylinder 50 operated. The change in length of the cylinder 50 causes one of the control elements 46 to change. pivotal pivot axis 47 substantially pivots in the rearward direction, for example, whereby the arm 42 and thus the wheel carrier 36 is pivoted about the center line of the bearing 41 with the aid of the steering rod 44. Also, by means of the coupling rod 49, the other steering element is 46 pivoted about its pivot axis 47 in the opposite direction. As a result of the direction of the connecting line between the pivot axes 47 and 45, the end of the latter lever describes a circular arc that is directed forward and inward from the initial position.

Deze verbindingslijn tussen de zwenkassen 45 en 47 sluit 15 namelijk met de door de zwenkas 47 gaande, loodrecht op het symmetrievlak 5 gerichte lijn een hoek van ongeveer 30° in. Op deze wijze wordt bereikt dat de wielverzwenking aan beide zijden van het symmetrievlak 5 niet alleen asymmetrisch verloopt maar tevens in verschillende mate. De 20 besturingsconstructie maakt een maximale verzwenking van de voorwielen van ongeveer 130° mogelijk, zowel in de meest * binnenste als in de meest buitenste stand van de voorwielen. Een voorbeeld hiervan is getekend in fig. 4 waarin de beide verzwenkte voorwielen 4 met gestippelde lijnen zijn aangege-25 ven. Zoals uit deze figuur blijkt zijn de beide wielver-zwenkingen om de hartlijnen van de bijbehorende legers 41 verschillend, en wel zodanig dat de met de verwijzings-cijfers 54 en 55 aangeduide hartlijnen van de draaiingsassen van de beide voorwielen 4 elkaar snijden in een punt 56 30 dat op de draaiingsas 9 van de beide achterwielen 3 is gelegen en wel nabij de buitenzijde van een der achterwielen 3 resp. de omtrek van de trekker. De hier beschreven wiel-besturing bewerkstelligt derhalve de mogelijkheid dat de trekker bij stilstand van een der achterwielen als geheel 35 kan draaien om een vertikale as door het punt 56 zodat na een boeit van 180° de nieuw te bewerken strook grond zonder verdere manoeuvres aansluit bij de voorgaande reeds bewerkte grondstrook.Namely, this connecting line between the pivot axes 45 and 47 encloses an angle of approximately 30 ° with the line passing through the pivot axis 47, directed perpendicular to the plane of symmetry 5. In this way it is achieved that the wheel pivot on both sides of the symmetry plane 5 is not only asymmetrical but also to different degrees. The control structure allows maximum front wheel pivot of about 130 °, both in the innermost * and outermost position of the front wheels. An example of this is shown in fig. 4 in which the two pivoted front wheels 4 are indicated with dotted lines. As can be seen from this figure, the two wheel pivots about the axes of the associated bearings 41 are different, such that the axes of the axes of rotation of the two front wheels 4, indicated by reference numerals 54 and 55, intersect at a point 56 30, which is located on the axis of rotation 9 of the two rear wheels 3, and this is located near the outside of one of the rear wheels 3 and 4, respectively. the outline of the tractor. The wheel steering described here therefore achieves the possibility that the tractor can rotate about a vertical axis through the point 56 when one of the rear wheels as a whole is stationary, so that after a 180 ° intrusion the new strip of soil to be worked joins without further maneuvers. the previously worked ground strip.

8500758 - 13 -8500758 - 13 -

Het is uiteraard ook mogelijk om de voorwielen zodanig te sturen dat een grotere kromtestraal van de bocht wordt bereikt. In elke stand van de voorwielen worden deze desgewenst gefixeerd, respectievelijk tijdelijk gefixeerd, 5 door middel van hydraulische blokkering van de hydraulische cylinder 50.It is of course also possible to steer the front wheels in such a way that a greater radius of curvature of the bend is achieved. In each position of the front wheels, these are, if desired, fixed or temporarily fixed, by means of hydraulic blocking of the hydraulic cylinder 50.

De beide hydraulische cylinders 40 en 50 zijn beide vanuit de bestuurderszitplaats in de cabine 8 be-dienbaar.Both hydraulic cylinders 40 and 50 are both operable from the driver's seat in the cabin 8.

10 Opgemerkt wordt dat de beide aanslagplaten 52, die star zijn bevestigd aan de bijbehorende wielsteun 37, zich tot onder de dwarsbalk 16 uitstrekken en wel in elke stand van de wielen 4. De bovenzijden van deze aanslagplaten 52 liggen steeds tegen de onderzijde van de dwarsbalk 16 15 aan. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat de opwaartse wieldruk van elk der wielen 4 vrijwel geheel wordt overgedragen op de dwarsbalk 16, zodat de legers 38 worden ontlast.It is noted that the two stop plates 52, which are rigidly attached to the associated wheel support 37, extend below the cross beam 16, in each position of the wheels 4. The top sides of these stop plates 52 always lie against the underside of the cross beam 16 15 on. This gives the advantage that the upward wheel pressure of each of the wheels 4 is transferred almost entirely to the cross beam 16, so that the bearings 38 are relieved.

Tijdens bedrijf wordt de trekker in een stand die geschikt is voor zaaibedbereiding voortbewogen door de 20 eerste aandrijfmotor 6 die via de bijbehorende versnellingsbak en differentieel zijn draaimoment overbrengt op de achterwielen 3. Bij het rijden over oneffen terrein kan het voorste deel van de trekker, waartoe het gesteldeel 2 behoort, door middel van de zwenkas 11 en het legerhuis 25 12 ten opzichte van het achterste deel van de trekker vrij verzwenken om een horizontale in de rijrichting gelegen as. Hierdoor wordt bereikt dat op elk tijdstip alle wielen met de grond in aanraking zijn en in elk wielspoor een gelijkmatige gronddruk optreedt en wordt voorkomen dat 30 een wiel zijn grondcontact verliest en daardoor een ander wiel tijdelijk een ongewenst grote gronddruk zou uitoefenen. De tweede brandstofmotor 25 drijft via de tussenas 29, de vertragingsbak 31 en de aftakas 32 een aan de voorste driepuntshefinrichting 23 bevestigde machine aan, in dit 35 geval een roterende eg 34, die tijdens zaaibedbereiding een voorverkruimeling uitvoert, terwijl de aan de achterste hefinrichting 7 bevestigde roterende eg 35 de zaaibedbereiding ten einde voert. Tijdens deze werkzaamheden zijn de 85 0 0 7 58 · - 14 - voorwielen 4 op de hiervoor beschreven wijze door middel van bediening van de hydraulische cylinder 40 in de in fig. 2 getekende stand geborgd, waarbij de wielsporen van de voorwielen 4 geheel binnen de wielsporen van de achter-5 wielen 3 zijn gelegen, zodat gronddelen in elk wielspoor slechts eenmaal worden samengedrukt. De grootte van deze samendrukking wordt bij de trekker volgens de uitvinding minimaal gehouden doordat, afgezien van de vier afzonderlijke wielsporen, de grootte van de gronddruk in elk wiel-10 spoor zoveel mogelijk gelijk wordt gehouden aan die in de overige wielsporen en tevens doordat het gewicht van de trekker relatief gering is.During operation, the tractor is moved into a position suitable for seedbed preparation by the first drive motor 6, which transmits its torque to the rear wheels 3 via the associated gearbox and differential. When driving over uneven terrain, the front part of the tractor, for which the frame part 2 should pivot freely with respect to the rear part of the tractor by means of the pivot shaft 11 and the bearing housing 12 about a horizontal axis located in the direction of travel. This ensures that all wheels are in contact with the ground at all times and that an even ground pressure occurs in each wheel track and that one wheel is prevented from losing its ground contact and thereby another wheel would temporarily exert an undesirably large ground pressure. The second fuel engine 25 drives via the intermediate shaft 29, the gearbox 31 and the power take-off shaft 32 a machine attached to the front three-point hitch 23, in this case a rotary harrow 34, which performs pre-crumbling during seedbed preparation, while the rear hitch 7 attached rotary harrow 35 ends the seedbed preparation. During this work, the front wheels 4 are secured in the manner described above by operating the hydraulic cylinder 40 in the position shown in fig. 2, the wheel tracks of the front wheels 4 being entirely within the wheel tracks of the rear wheels 3 are located, so that ground parts in each wheel track are compressed only once. The magnitude of this compression is kept minimal in the tractor according to the invention because, apart from the four separate wheel tracks, the magnitude of the ground pressure in each wheel track is kept as equal as possible to that in the other wheel tracks and also because the weight of the tractor is relatively small.

De grootte van de gronddruk in elk wielspoor kan met behulp van de dimensionering van de trekker ongeveer 15 gelijk zijn aan die in elk der andere wielsporen doordat het door de achterwielen 3 gedragen gewicht ongeveer gelijk is aan het door de voorwielen 4 gedragen gewicht. Hierbij is de plaatsing van de tweede aandrijfmotor 25 in langsrich-ting van de trekker van belang. De motor 25, opgesteld 20 op de hiervoor aangeduide plaats ten opzichte van het ge-steldeel 2, tezamen met het gewicht van een ter hoogte van de motor 25 en zijdelings van deze motor opgestelde brandstoftank 57 kan op alternatieve wijze ook meer naar voren worden opgesteld teneinde de gronddruk van de voor-25 wielen ongeveer gelijk te maken aan die van de achterwielen. In het uitvoeringsvoorbeeld is tevens het gewicht van de wielverstellings- en besturingsorganen van belang die mede uit oogpunt van gelijkmatige wieldruk, gezien in bovenaanzicht, vóór de wielas 26 is opgesteld. De wieldruk van 30 de achterwielen 3 wordt vrijwel uitsluitend bepaald door het gewicht van de eerste aandrijfmotor 6, de bijbehorende versnellingsbak en differentieel alsmede het gewicht van de cabine 8.The magnitude of the ground pressure in each wheel track can, using the dimensioning of the tractor, be approximately equal to that in any of the other wheel tracks in that the weight carried by the rear wheels 3 is approximately equal to the weight carried by the front wheels 4. The placement of the second drive motor 25 in the longitudinal direction of the tractor is important here. The engine 25, arranged in the position indicated above with respect to the frame part 2, together with the weight of a fuel tank 57 arranged at the height of the engine 25 and laterally of this engine, can alternatively also be arranged more forward in order to make the ground pressure of the front wheels approximately equal to that of the rear wheels. In the exemplary embodiment, the weight of the wheel adjustment and control members is also important, which is positioned in front of the wheel axle 26, partly from the point of view of uniform wheel pressure, seen in top view. The wheel pressure of the rear wheels 3 is almost exclusively determined by the weight of the first drive motor 6, the associated gearbox and differential and the weight of the cabin 8.

Het totale gewicht van de trekker is relatief 35 laag doordat voor het gesteldeel 2 uitsluitend holle koker-profielen zijn gebruikt en door toepassing van twee, bij voorkeur identieke, motoren 6, 25 met een relatief laag vermogen van bijvoorbeeld ongeveer 60 - 70 kW in plaats van één Jcrachtige zware brandstofmotor met het dubbele 3500758 - 15 - vermogen. Niet alleen is deze maatregel van belang met het oog op de kostprijs van de trekker (twee in grote series vervaardigde, relatief lichte motoren zijn goedkoper dan één in een betrekkelijk kleine serie vervaardigde motor 5 met het dubbele vermogen) maar tevens wordt gewichtsveiminderipg verkregen doordat de bijbehorende aandrijvingen zoals versnellingsbak, differentieel en aandrijfassen en legeringen behorende tot een enkele lichte motor een aanzienlijk geringer gewicht bezitten dan deze aandrijfdelen die geschikt 10 moeten zijn voor een motor met het dubbele vermogen. Door toepassing van één of meerdere van deze maatregelen kan worden bereikt dat de gronddruk in alle wielsporen ongeveer « dezelfde en tevens relatief zeer laag is.The total weight of the tractor is relatively low because only hollow box profiles are used for the frame part 2 and by using two, preferably identical, motors 6, 25 with a relatively low power of, for example, approximately 60 - 70 kW instead of of one powerful heavy fuel engine with double 3500758 - 15 power. Not only is this measure important in terms of the cost of the tractor (two large series, relatively light engines are cheaper than one in a relatively small series engine 5 with double power), but weight reduction is also obtained because the associated drives such as gearbox, differential and drive shafts and alloys belonging to a single light engine have a considerably lower weight than these drive parts which must be suitable for a dual power engine. By applying one or more of these measures, it can be achieved that the ground pressure in all wheel tracks is approximately the same and also relatively very low.

Toch staat een trekker met een relatief groot 15 vermogen, in dit geval ongeveer 140 kW, voor het uitoefenen van grote trekkrachten zoals bij het ploegen, ter beschikking. Tijdens de laatstgenoemde werkzaamheden worden de voorwielen 4 in hun buitenste stand geplaatst waarbij de wielsporen van elk voorwiel en het erachter gelegen achterwiel 20 samenvallen. Zoals uit het voorgaande blijkt, wordt de laatstbedoelde stand van de voorwielen eveneens bereikt door bediening van de hydraulische cylinder 40 waardoor de voorwielen 4 zich van het symmetrievlak 5 af bewegen, hetgeen zonder bezwaar kan geschieden tijdens vooruitrijden 25 van de trekker. In deze voor ploegen en rijencultures geschikte stand kan de trekkracht die via de achterwielen 3 door de eerste aandrijfmotor wordt uitgeoefend (deze maximale aandrijfkracht is beperkt door de relatief geringe wieldruk van de achterwielen 3) worden vergroot door een 30 aandrijfbare rol 58 aan de voorste hefinrichting 23 te koppelen.Nevertheless, a tractor with a relatively large power, in this case about 140 kW, is available for exerting great pulling forces, such as during plowing. During the latter work, the front wheels 4 are placed in their outer position with the wheel tracks of each front wheel and the rear wheel 20 located behind them coinciding. As can be seen from the foregoing, the latter position of the front wheels is also achieved by operating the hydraulic cylinder 40, whereby the front wheels 4 move away from the plane of symmetry 5, which can be done without any problem during forward travel of the tractor. In this position suitable for plowing and row cultures, the pulling force exerted via the rear wheels 3 by the first drive motor (this maximum driving force is limited by the relatively low wheel pressure of the rear wheels 3) can be increased by a drivable roller 58 on the front lifting device 23.

Een dergelijke aandrijfbare rol (fig. 5) omvat een zich over de gehele breedte van de trekker uitstrekkend gestel 59 voorzien van drie aankoppelpunten ter bevestiging 35 aan de onderste hefarmen 24 en de bovenste hefarm 22 van de voorste driepuntshefinrichting 23 van de trekker. Het gestel 59 omsluit de twee naast elkaar en in eikaars verlengde opgestelde cylindervormige rollen 50 die aan hun buitenste uiteinden zijn gelegerd in het gestel 59 en nabij 8500758 - 16 - het midden van het gestel gelegerd zijn in de uitgaande assen van een hydraulische motor 63, die symmetrisch is opgesteld ten opzichte van het langssymmetrievlak 5. De hydraulische motor 63 is zelf bevestigd aan een ongeveer 5 vertikaal opgestelde steun 62 die aan zijn bovenzijde star aan het gestel 59 is bevestigd nabij een aan dit gestel aangebrachte hydraulische pomp 61 met variabele opbrengst.Such a drivable roller (Fig. 5) comprises a frame 59 extending over the entire width of the tractor, provided with three coupling points for attachment 35 to the lower lifting arms 24 and the upper lifting arm 22 of the front three-point lifting device 23 of the tractor. The frame 59 encloses the two cylindrical rollers 50 arranged side by side and in line with each other, which are alloyed at their outer ends in the frame 59 and are mounted near the center of the frame in the output shafts of a hydraulic motor 63, near 8500758-16. which is arranged symmetrically with respect to the longitudinal symmetry plane 5. The hydraulic motor 63 itself is attached to an approximately vertically arranged support 62 which is rigidly mounted on its top side to the frame 59 near a variable displacement hydraulic pump 61 mounted on this frame.

De hydraulische leidingen tussen de pomp 61 en de motor 63 zijn in de steun 62 ondergebracht. De motor 63 omvat 10 twee uitgaande assen 65 die in eikaars verlengde zijn opgesteld en aan weerszijden uit de motor 63 treden. Elk der beide assen is bevestigd aan een schot 66 binnen het betreffende roldeel 60, zodat de motor 63 in de roldelen kan steken. De roldelen 60 omvatten aan hun buitenste einden 15 een schot dat direct gelegerd is in het nabijgelegen neerwaarts gerichte deel van een gestel 59. Elk der roldelen 60 is aan zijn in hoofdzaak cylindrische omtrek voorzien van grijporganen 64 die schoepvormig kunnen zijn uitgevoerd en tijdens bedrijf in de onderliggende grond dringen. De 20 aandrijfrichting van de rol 60 stemt overeen met die van de achterwielen 3 en voorwielen 4. Indien de aandrijfbare rol 58 aan de voorste hefinrichting 23 is gekoppeld wordt de tussenas 33 aangesloten op een ingaande as 69 van de pomp- 61 zodat de aandrijving van de pomp uitsluitend wordt 25 verzorgd door de tweede aandrijfmotor 25. De regeling van de pompopbrengst geschiedt vanuit de cabine 8 door middel van bijvoorbeeld een Bowdenkabel.The hydraulic lines between the pump 61 and the motor 63 are housed in the support 62. The motor 63 comprises two output shafts 65 which are arranged in line and extend from the motor 63 on either side. Each of the two shafts is attached to a partition 66 within the respective roller part 60, so that the motor 63 can protrude into the roller parts. The roller parts 60 comprise at their outer ends 15 a bulkhead which is directly mounted in the nearby downwardly-directed part of a frame 59. Each of the roller parts 60 is provided on its substantially cylindrical circumference with gripping members 64 which can be of blade shape and are in operation during operation. penetrate the underlying ground. The driving direction of the roller 60 corresponds to that of the rear wheels 3 and front wheels 4. When the drivable roller 58 is coupled to the front lifting device 23, the intermediate shaft 33 is connected to an input shaft 69 of the pump 61 so that the drive of the pump is exclusively provided by the second drive motor 25. The pump delivery is regulated from the cabin 8 by means of, for example, a Bowden cable.

Tijdens bedrijf (bijvoorbeeld ploegen) worden de achterwielen 3 door de eerste aandrijfmotor 6 aangedreven 30 en de aandrijfbare rol 58 door de tweede aandrijfmotor 25. Door middel van de hydraulische motor 63 worden beide roldelen 60 aangedreven waarbij de aandrijfbare rol 58 als geheel met kracht op de grond kan worden gedrukt door middel van de vanuit de cabine 8 bedienbare dubbelwerkende 35 hydraulische cylinders 67 van de hefinrichting 23 welke cylinders de onderste hefarmen 24, behalve in opwaartse richting tevens neerwaarts kunnen drukken.During operation (for instance plowing), the rear wheels 3 are driven by the first drive motor 6 and the drivable roller 58 by the second drive motor 25. By means of the hydraulic motor 63, both roller parts 60 are driven, the drivable roller 58 as a whole being driven by force the ground can be pressed by means of the double-acting hydraulic cylinders 67 of the lifting device 23, which can be operated from the cabin 8, which cylinders can also press down the lower lifting arms 24, except in the upward direction.

De bestuurder kan door regeling van de opbrengst 85 0 0 7 58 - 17 - van de pomp 61 de motor 63 nu zodanig regelen, dat de omtreks-snelheid van de roldelen 60 ongeveer overeenstemt met de omtrekssnelheid van de trekkerwielen 3 en 4, resp. een in geringe mate grotere omtrekssnelheid van de roldelen 5 60 instellen. Hierbij grijpen de gri jporganen 64 in de grond en oefenen daardoor een trekkracht op de trekker uit die, door de toepassing van de grijporganen 64, vrijwel onafhankelijk is van het gewicht van de trekker. Hierdoor kan het volle draaimoment van de tweede motor 25 worden gebruikt 10 voor het uitoefenen van een trekkracht op de trekker, naast de aandrijving van de achterwielen 3 door de eerste aan-drijfmotor 6. Op deze wijze is het mogelijk om met een lichte trekker met een gewicht van ongeveer 4500 kg. toch een trekkracht uit te oefenen die overeenstemt met die 15 welke van een zware motor van ongeveer 140 kW afkomstig zou zijn indien grote trekkrachten moeten worden uitgeoefend en met behoud van het voordeel van een lichte trekker voor zaadbedbereiding met vier verschillende wielsporen en lage gronddruk.By controlling the output 85 0 0 7 58-17 of the pump 61, the driver can now control the motor 63 such that the peripheral speed of the roller parts 60 approximately corresponds to the peripheral speed of the tractor wheels 3 and 4, respectively. set a slightly higher peripheral speed of the roller parts 5 60. Here, the gripping members 64 engage in the ground and thereby exert a tensile force on the tractor which, through the use of the gripping members 64, is virtually independent of the weight of the tractor. As a result, the full torque of the second motor 25 can be used for exerting a pulling force on the tractor, in addition to the drive of the rear wheels 3 by the first driving motor 6. In this way it is possible to use a light tractor with a weight of about 4500 kg. nevertheless exert a pulling force equivalent to that which would come from a heavy engine of about 140 kW if large pulling forces were to be applied and retaining the advantage of a light seed bed preparation tractor with four different wheel tracks and low ground pressure.

20 In de stand waarin de voorwielen 4 in het wiel spoor van de achterwielen 3 lopen (fig. 4) is het vermogen van de tweede aandrijfmotor 25 voldoende voor het aandrijven van bijvoorbeeld een maaimachine 68 met vier naast elkaar opgestelde, om opwaartse assen aandrijfbare maaitrommels 25 of maaischijven en met een werkbreedte die ongeveer gelijk is aan de totale breedte van de trekker.In the position in which the front wheels 4 run in the wheel track of the rear wheels 3 (fig. 4), the power of the second drive motor 25 is sufficient to drive, for example, a mower 68 with four mowing drums drivable side-by-side. 25 or cutting discs and with a working width approximately equal to the total width of the tractor.

-Conclusies- 8 P> n o 7 58-Conclusions- 8 P> n o 7 58

Claims (50)

1. Trekker, in het bijzonder een landbouwtrekker, met een gestel dat door ten minste één bestuurbaar wiel wordt ondersteund, ten minste één brandstofmotor die ten minste één loopwiel aandrijft en met ten minste één hefin-5 richting waarmee een werktuig aan de trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat het bestuurbare wiel aan een arm ver-zwenkbaar aan het gestel is aangebracht om een, gezien in bovenaanzicht, vóór de wielas van dat wiel gelegen schar-nieras.Tractor, in particular an agricultural tractor, with a frame supported by at least one steerable wheel, at least one fuel engine driving at least one running wheel and with at least one lifting device with which a tool can be coupled to the tractor characterized in that the steerable wheel is mounted pivotally on an arm about a pivot axis, seen in plan view, in front of the wheel axle of that wheel. 2. Trekker volgens conclusie 1, met twee naast elkaar opgestelde bestuurbare wielen, met het kenmerk, dat de spoorbreedte van de bestuurbare wielen hydraulisch verstelbaar is.Tractor according to claim 1, with two steerable wheels arranged side by side, characterized in that the track width of the steerable wheels is hydraulically adjustable. 3. Trekker volgens conclusie 1 of 2, met het ken-15 merk, dat de arm aan het van de opwaarts gerichte scharnier- as afgekeerde einde in alle standen van de arm door het gestel afsteunbaar is.3. A tractor according to claim 1 or 2, characterized in that the arm can be supported by the frame in all positions of the arm at the end remote from the upwardly pivot axis. 4. Trekker volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de bestuurbare wielen gelijktijdig zijdelings ver- 20 stelbaar zijn vanuit een binnenste naar een buitenste stand en omgekeerd.Tractor according to claim 2 or 3, characterized in that the steerable wheels are simultaneously laterally adjustable from an inner to an outer position and vice versa. 5. Trekker volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de stand van de bestuurbare wielen door een aanslag wordt bepaald.Tractor according to claim 4, characterized in that the position of the steerable wheels is determined by a stop. 6. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spoorbreedte van de bestuurbare wielen ongeveer 230 cm. resp. ongeveer 90 cm. bedraagt.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the track width of the steerable wheels is approximately 230 cm. resp. about 90 cm. amounts. 7. Trekker volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de bestuurbare wielen zowel in hun stand 30 met de grootste spoorbreedte als in hun stand met de kleinste spoorbreedte over een hoek van ongeveer 130° om een opwaartse as verzwenkbaar zijn.Tractor according to any one of claims 4-6, characterized in that the steerable wheels are pivotable about an upward axis in their position with the largest track width as well as in their position with the smallest track width. 8. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk^ dat de wielassen van de bestuurbare wielen 35 bij de grootste wielverzwenking elkaar snijden in een nabij een zijkant van de trekker gelegen punt ter verdraaiing van de trekker als geheel om 180°. 85 0 0 7 58 - 19 -8. A tractor as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the wheel axles of the steerable wheels 35 intersect at the greatest wheel pivot at a point located near a side of the tractor to rotate the tractor as a whole by 180 °. 85 0 0 7 58 - 19 - 9. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een stuurmechanisme voor ten minste één bestuurbaar wiel omvat dat, gezien in bovenaanzicht, in hoofdzaak aan één zijde van de wielas van dat 5 wiel en een brandstofmotor aan de andere zijde van de wielas is opgesteld.9. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises a steering mechanism for at least one steerable wheel which, viewed in top view, is substantially on one side of the wheel axle of said wheel and a fuel engine on the other side of the wheel axle. 10. Trekker met een gestel, ten minste één brandstofmotor en ten minste één hefinrichting waarmee een werktuig aan de trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat de trekker 10 een stuurmechanisme voor ten minste één bestuurbaar wiel omvat dat, gezien in bovenaanzicht, in hoofdzaak aan één zijde van de wielas van dat wiel en een brandstofmotor aan de andere zijde van de wielas is opgesteld.Tractor with a frame, at least one fuel engine and at least one lifting device with which a tool can be coupled to the tractor, characterized in that the tractor 10 comprises a steering mechanism for at least one steerable wheel which, viewed in top view, is substantially on one side of the wheel axle of that wheel and a fuel engine is arranged on the other side of the wheel axle. 11. Trekker volgens een der conclusies 2-10, met -15 het kenmerk, dat elk der bestuurbare wielen door een stuurstang verzwenkbaar is, waarvan de'lengte verschilt van die van de arm.11. A tractor according to any one of claims 2-10, characterized in that each of the steerable wheels is pivotable by a steering rod, the length of which differs from that of the arm. 12. Trekker met een gestel, ten minste één brandstofmotor en ten minste één hefinrichting waarmee een werk- 20 tuig aan de trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat de trekker twee bestuurbare wielen bezit die ter verandering van hun spoorbreedte zijdelings verzwenkbaar zijn aangebracht en elk wiel door een stuurstang bestuurbaar is, die een andere lengte heeft dan de arm waaraan het wiel zijde-25 lings verzwenkbaar is aangebracht.12. Tractor with a frame, at least one fuel engine and at least one lifting device with which a implement can be coupled to the tractor, characterized in that the tractor has two steerable wheels which can be pivoted sideways to change their track width and each wheel is steerable by a steering rod which has a different length than the arm to which the wheel is arranged pivotable sideways. 13. Trekker volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de lengte van de stuurstang groter is dan die van de arm.Tractor according to claim 11 or 12, characterized in that the length of the handle bar is greater than that of the arm. 14. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat elk der wielen door middel van een tot een besturingsmechanisme behorend vierhoek-stangenstelsel bestuurbaar is, welk stelsel een scharnierbaar aan het gestel bevestigd stuurelement omvat.14. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that each of the wheels is controllable by means of a quadrilateral rod system belonging to a control mechanism, which system comprises a control element hingedly mounted on the frame. 15. Trekker met een gestel, ten minste één brandstof-35 motor en ten minste één hefinrichting waarmee een werktuig aan de trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat de trekker ten minste twee bestuurbare wielen omvat, die elk door een stuurstang, die door middel van een afzonderlijk scharnierbaar aan het gestel bevestigd stuurelement is aangebracht, 85 0 0 7 58 - 20 - verstelbaar zijn.Tractor with a frame, at least one fuel-35 engine and at least one lifting device with which a tool can be coupled to the tractor, characterized in that the tractor comprises at least two steerable wheels, each by a steering rod, which is 85 0 0 7 58 - 20 - are adjustable by means of a control element that is separately hinged on the frame. 16. Trekker volgens conclusie 14 of 15, met het ken merk, dat het vierhoek-stangenstelsel in beide uiterste standen ongeveer met een parallellogram-stelsel overeenstemt.A tractor according to claim 14 or 15, characterized in that the quadrilateral linkage in both extreme positions corresponds approximately to a parallelogram arrangement. 17. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een tweede brandstofmotor met in ongeveer horizontale richting beweegbare zuigers omvat.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises a second fuel engine with pistons movable in approximately horizontal direction. 18. Trekker met een gestel, ten minste één brandstofmotor en ten minste één hefinrichting waarmee een werktuig 10 aan de trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat de trekker een tweede brandstofmotor met in ongeveer horizontale richting beweegbare zuigers omvat.18. Tractor with a frame, at least one fuel engine and at least one lifting device with which a tool 10 can be coupled to the tractor, characterized in that the tractor comprises a second fuel engine with pistons movable in approximately horizontal direction. 19. Trekker volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de tweede motor aan het voorste deel van de trekker 15 is bevestigd.Tractor according to claim 17 or 18, characterized in that the second motor is attached to the front part of the tractor 15. 20. Trekker volgens een der conclusies 17 - 19, met het kenmerk, dat de tweede motor in zijaanzicht althans gedeeltelijk boven een deel van een voorwiel van de trekker is aangebracht.Tractor according to any one of claims 17-19, characterized in that the second motor is mounted at least partly in side view above a part of a front wheel of the tractor. 21. Trekker met een gestel, ten minste één brandstof motor en ten minste één hefinrichting waarmee een werktuig aan de trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat de tweede motor in zijaanzicht althans gedeeltelijk boven een deel van een voorwiel van de trekker is aangebracht.Tractor with a frame, at least one fuel engine and at least one lifting device with which a tool can be coupled to the tractor, characterized in that the second engine is mounted at least partly in side view above a part of a front wheel of the tractor. 22. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een tweede aandrijfmotor omvat die zich aan weerszijden van het verticale langssymme-trievlak van de trekker uitstrekt.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises a second drive motor which extends on either side of the vertical longitudinal symmetry plane of the tractor. 23. Trekker volgens een der conclusies 17 - 22, met 30 het kenmerk, dat de krukas van de tweede motor zich in de rijrichting en nabij het verticale langssymmetrievlak van de trekker uitstrekt. *23. Tractor according to any one of claims 17-22, characterized in that the crankshaft of the second engine extends in the direction of travel and near the vertical longitudinal symmetry plane of the tractor. * 24. Trekker volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat de tweede motor in bovenaanzicht en gerekend ten 35 opzichte van de rijrichting achter de vooras van de trekker is gelegen.24. Tractor according to claim 22 or 23, characterized in that the second engine is located behind the front axle of the tractor in top view and calculated relative to the direction of travel. 25. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede aandrijfmotor uitsluitend bestemd is voor het aandrijven van een aan de hefinrichting 85 0 0 7 58 - 21 - gekoppelde machine of werktuig.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the second drive motor is exclusively intended for driving a machine or implement coupled to the lifting device 85 0 0 7 58 - 21. 26. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een eerste aandrijfmotor omvat die wielen aandrijft.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises a first drive motor which drives wheels. 27. Trekker volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de eerste aandrijfmotor een aftakas aandrijft.Tractor according to claim 26, characterized in that the first drive motor drives a PTO. 28. Trekker volgens een der conclusies 17 - 27, met - het kenmerk, dat de tweede aandrijfmotor een aftakas van de trekker aandrijft.The tractor according to any one of claims 17 to 27, characterized in that the second drive motor drives a PTO shaft of the tractor. 29. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede motor via een koppeling een vertragingsbak aandrijft.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the second motor drives a gearbox via a coupling. 30. Trekker volgens conclusie 28 of 29, met het kenmerk, dat de aftakas met ongeveer-1000 omw./min. aandrijfbaar 15 is.Tractor according to claim 28 or 29, characterized in that the power take-off shaft is about 1000 rpm. is drivable 15. 31. Trekker volgens een der conclusies 28 - 30, met het kenmerk, dat de aftakas in zijaanzicht tussen een bovenste en onderste hefarm van de hefinrichting en vóór de voorwielen van de trekker is opgesteld.Tractor according to any one of claims 28-30, characterized in that the PTO is arranged in side view between an upper and lower lifting arm of the lifting device and in front of the front wheels of the tractor. 32. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker aan zijn voorzijde en aan zijn achterzijde een hefinrichting en een aftakas bezit.A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has a lifting device and a PTO on its front and rear. 33. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat achterwielen van de trekker mechanisch 25 aandrijfbaar zijn door middel van een voor trekkers gebruikelijke versnellingsbak.33. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that rear wheels of the tractor can be driven mechanically by means of a gearbox customary for tractors. 34. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker achterwielen met een diameter van ongeveer 160 cm. en een breedte van ongeveer 60 30 cm. bezit.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has rear wheels with a diameter of approximately 160 cm. and a width of about 60 cm. possession. 35. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker voorwielen met een diameter van ongeveer 125 cm. en een breedte van ongeveer 50 cm. bezit.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has front wheels with a diameter of approximately 125 cm. and a width of about 50 cm. possession. 36. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de tweede motor een vermogen van ongeveer 60 - 70 kW bezit.36. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the second motor has a power of approximately 60 - 70 kW. 37. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste motor een vermogen van ongeveer 60 - 70 kW bezit. 85 0 0 7 58 ---------- rfl - 22 -Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the first motor has a power of about 60 - 70 kW. 85 0 0 7 58 ---------- rfl - 22 - 38. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste en tweede aandrijfmotor lucht-gekoeld zijn.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the first and second drive motors are air-cooled. 39. Trekker volgens een der conclusies 17 - 38, met 5 het kenmerk, dat zijdelings naast de tweede motor een brandstoftank is opgesteld.39. Tractor according to any one of claims 17-38, characterized in that a fuel tank is arranged laterally next to the second engine. 40. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een gesteldeel dat de eerste motor en een cabine draagt ten opzichte van een gesteldeel dat de 10 tweede motor draagt verzwenkbaar is om een in de rijrichting gerichte zwenkas.40. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that a frame part carrying the first motor and a cabin is pivotable relative to a frame part carrying the second motor about a pivot axis directed in the direction of travel. 41. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel in bovenaanzicht althans ten dele tonvormig is.41. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame is at least partly barrel-shaped in top view. 42. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een achterste deel bezit dat uit een in de handel verkrijgbaar trekkerdeel bestaat.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has a rear part which consists of a commercially available tractor part. 43. Trekker volgens conclusie 42, met het kenmerk, dat het achterste deel een cabine omvat die althans ten dele 20 boven een nagenoeg liggend opgestelde aandrijfmotor is opgesteld.43. A tractor as claimed in claim 42, characterized in that the rear part comprises a cabin which is arranged at least partly above a drive motor disposed substantially lying down. 44. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede motor op afstand vóór een trekkercabine is opgesteld.44. A tractor as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the second engine is arranged remotely in front of a tractor cabin. 45. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker aandrijfbaar is door middel van een door de tweede motor aangedreven, aan een hefinrichting gekoppelde, in de grond grijpende rol.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor is drivable by means of a ground-engaging roller driven by a second motor, coupled to a lifting device. 46. Combinatie van een trekker volgens een der voor-30 gaande conclusies met een grondbewerkingsmachine.46. Combination of a tractor according to any one of the preceding claims with a tillage machine. 47. Combinatie volgens conclusie 46, met het kenmerk, dat de grondbewerkingsmachine een cirkeleg is.47. Combination according to claim 46, characterized in that the soil tillage implement is a circular harrow. 48. Combinatie volgens conclusie 46 of 47, met het kenmerk, dat de combinatie twee cirkeleggen omvat.48. Combination according to claim 46 or 47, characterized in that the combination comprises two circular harrows. 49. Combinatie volgens conclusie 46 of 47, met het kenmerk, dat de combinatie een aandrijfbare rol omvat.49. Combination according to claim 46 or 47, characterized in that the combination comprises a drivable roller. 50. Combinatie van een trekker volgens een der conclu sies 1-45, met het kenmerk, dat de combinatie een maaimachi-ne omvat die door de tweede aandrijfmotor aandrijfbaar is. 85 0 0 7 58 -o-o-o-o-o-50. A tractor combination according to any one of claims 1-45, characterized in that the combination comprises a mowing machine which can be driven by the second drive motor. 85 0 0 7 58 -o-o-o-o-o-
NL8500758A 1985-03-15 1985-03-15 TRACTOR. NL8500758A (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500758A NL8500758A (en) 1985-03-15 1985-03-15 TRACTOR.
DE19863608527 DE3608527A1 (en) 1985-03-15 1986-03-14 Tractor vehicle, in particular for agricultural use

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500758 1985-03-15
NL8500758A NL8500758A (en) 1985-03-15 1985-03-15 TRACTOR.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500758A true NL8500758A (en) 1986-10-01

Family

ID=19845690

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500758A NL8500758A (en) 1985-03-15 1985-03-15 TRACTOR.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3608527A1 (en)
NL (1) NL8500758A (en)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1287147C (en) * 1985-10-24 1991-07-30 Hiromu Fujimoto Tractor equipped with working implements
DE4137282C2 (en) * 1991-11-13 1999-04-08 Same Deutz Fahr Spa Tractor with the bonnet sloping forward
DE4211110A1 (en) * 1992-04-03 1993-10-07 Man Nutzfahrzeuge Ag Central swivel for optimal ground adaptation of front implements on agricultural tractors
DE4314234C2 (en) * 1993-04-30 1997-08-21 Forst Pein Pein S Gmbh & Co Kg Process for tillage of areas to be planted and tillage machine for carrying out the process
NL1001994C2 (en) * 1995-12-27 1997-06-30 Vredo Beheer B V Self-driving vehicle.
NL1002535C2 (en) * 1996-03-05 1997-09-08 Schuitemaker Mach Bv Farm tractor combined with trailer
NL1017208C1 (en) * 2001-01-29 2002-07-30 Frans Vervaet B V Harvester.
DE102006053683A1 (en) * 2006-11-13 2008-05-15 Horsch Maschinen Gmbh Chassis with wheels or caterpillar drive
ITRE20110057A1 (en) * 2011-07-26 2013-01-27 Francesco Marte RETROTRENO DOOR TOOLS MOTORIZED FOR AGRICULTURAL WORKS OR GARDENING TRANSPORTABLE BY SELF-PROPERTY MACHINES AT AT LEAST TWO WHEELS

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2483619A (en) * 1946-03-07 1949-10-04 Deere & Co Adjustable mounting for steerable wheels
DE1104362B (en) * 1958-06-23 1961-04-06 Otto Wedel Steering device for tractors, self-propelled machines or the like for agricultural purposes
JPS5467914A (en) * 1977-11-10 1979-05-31 Kubota Ltd A symmetric tractor

Also Published As

Publication number Publication date
DE3608527A1 (en) 1986-09-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3690395A (en) Motor vehicle with two driving units especially for agricultural purposes
US6109012A (en) Hay-making machine
NL8300453A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
CA1257886A (en) All terrain vehicle for multiple uses
US4662162A (en) Tomato harvester
US4535849A (en) Implement with horizontal linkage depth control
US4585084A (en) Agricultural tractor
NL8500758A (en) TRACTOR.
US3810513A (en) Motor vehicle with two driving units, especially for agricultural purposes
CA1277863C (en) Wing packer
US4173260A (en) Soil cultivating implements
US3466860A (en) Implements for the lateral displacement of crop lying on the ground
US4791996A (en) Agricultural tractor with lightweight frame and front and rear wheels forming substantially continuous wheel path
NL8300732A (en) TRACTOR, IN PARTICULAR A TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
US4444270A (en) Soil cultivating implements
NL9001873A (en) SOIL TILLER.
US4415039A (en) Soil cultivating implements
DE4314250C1 (en) Rotor head mower attachment with wide swathe
NL8403484A (en) TRACTOR.
NL7907081A (en) SOIL TILLER.
NL8204564A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
NL8203655A (en) TRACTOR, IN PARTICULAR A TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
NL8303181A (en) TRACTOR FITTED WITH A LIFTING DEVICE.
NL8300454A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
NL8203381A (en) TRACTOR.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed