NL8500538A - Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal. - Google Patents

Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal. Download PDF

Info

Publication number
NL8500538A
NL8500538A NL8500538A NL8500538A NL8500538A NL 8500538 A NL8500538 A NL 8500538A NL 8500538 A NL8500538 A NL 8500538A NL 8500538 A NL8500538 A NL 8500538A NL 8500538 A NL8500538 A NL 8500538A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heart valve
valve prosthesis
frame
membranes
fiber
Prior art date
Application number
NL8500538A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stichting Tech Wetenschapp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stichting Tech Wetenschapp filed Critical Stichting Tech Wetenschapp
Priority to NL8500538A priority Critical patent/NL8500538A/nl
Priority to EP86200273A priority patent/EP0193987A1/en
Priority to US06/832,914 priority patent/US4731074A/en
Priority to JP61039348A priority patent/JPS61247447A/ja
Publication of NL8500538A publication Critical patent/NL8500538A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/02Prostheses implantable into the body
    • A61F2/24Heart valves ; Vascular valves, e.g. venous valves; Heart implants, e.g. passive devices for improving the function of the native valve or the heart muscle; Transmyocardial revascularisation [TMR] devices; Valves implantable in the body
    • A61F2/2412Heart valves ; Vascular valves, e.g. venous valves; Heart implants, e.g. passive devices for improving the function of the native valve or the heart muscle; Transmyocardial revascularisation [TMR] devices; Valves implantable in the body with soft flexible valve members, e.g. tissue valves shaped like natural valves

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Cardiology (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Transplantation (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Prostheses (AREA)

Description

t ^— 'i -1- 24537/Vk/tv ♦
Korte aanduiding: Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal.
Uitvinders: Ir. E.P.M. Rousseau te Maastricht, ing. L.H.G. Wouters te
Weert, Dr. Ir. A.A. van Steenhoven te Nuenen en Prof. Dr. Ir.
5 j.D. Janssen te Nuenen.
De uitvinding heeft betrekking op een hartklepprothese bestaande uit een nagenoeg stijf frame met hierin aangebracht meerdere kunststof vliezen waarbij het vlies een met vezels versterkt matrixmateriaal is.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en op de hierbij toegepaste mal voor het vervaardigen van een hartklepprothese bestemd voor implantatie in de aorta— positie, en pulmonaal positie bestaande uit een frame met hierin aangebracht drie vliezen.
Hartklepprothesen zijn te verdelen in drie groepen te weten de mechanische kunstkleppen, bioprothesen waarbij men geprepareerde hartkleppen van dieren gebruikt en kunstmatige vliesklepprothesen. Een mechanische hartklep is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7906506 en in 20 het Amerikaanse octrooischrift 3.824.629. Een nadeel van mechanische hartkleppen is dat de patiënt antistollingsmiddelen moet gebruiken, die op de lange duur nadelige gevolgen kunnen hebben. De mechanische klep is van nature namelijk trombogeen omdat het materiaal van de klep een aanhechtingsplaats is voor bloedplaatjes. Daardoor ontstaan bloedstolsels 25 die het functioneren van de klep kunnen belemmeren en die kunnen loskomen en elders in het lichaam een nadelige werking kunnen hebben. Daarom moeten patiënten met een mechanische hartklep regelmatig antistollingsmiddelen gebruiken.
Bij bioprothesen maakt men vaak gebruik van de hartklep 30 van een varken doch dergelijke bioprothesen hebben het nadeel dat relatief vrij snel verkalking optreedt, waardoor na een aantal jaren een dergelijke bioklep weer moet worden vervangen. Dergelijke biokleppen zijn opgehangen in een frame en worden dan geïmplanteerd.
De onderhavige octrooiaanvrage heeft betrekking op een kunstmatige 35 vliesklepprothese, hetgeen een benadering probeert te zijn van de bioprothese wat betreft de werking, zonder dat de nadelen optreden van de tot nu toe toegepaste bioprothesen zoals het verkalken van de vliezen en de beperkte levensduur. Daartoe heeft men gebruik gemaakt van vliezen vervaardigd uit kunststof opgehangen in een frame.
• .* 8500538 4 Μ -2-
Ten aanzien van vliesklepprothesen is reeds veel onderzoek verricht en resultaten gepubliceerd. Zo is in Trans. Amer. Soc. Artif.
Int. Organs, 1974, band, 21, blz. 703-707 volgens E.L. Gerring e.a. een vlies vervaardigd uit siliconenrubber versterkt met polyester. Deze 5 polyester is geweven en daarna ter versterking in de siliconenrubber aangebracht. De aldus verkregen klep, bekend als Oxford-klep, bleek echter niet voldoende bestand te zijn tegen de optredende spanningen.
Door G. Haussinger en H. Reul zijn vliesklepprothesen vervaardigd zoals vermeld in Biomedizinische Technik, 26 (1981) blz. 40-43, 10 waarbijpolyurethaan, siliconenrubber versterkt met een polyesterweefsel en een specifiekepolyurethaan (Avcothane-51), hetgeen een samenstelsel is van 95% polyurethaan en 5% polydimethylsiloxaan, zijn vergeleken.
(Op blz. 41 van deze literatuurplaats zijn de verwijzingen naar de specifieke materialen onjuist). Uit de gedane experimenten volgens 15 G. Hëussinger bleek dat de kleppen vervaardigd uit Avcothane-51 de langste levensduur hadden. Het is nu mogelijk gebleken de mechanische eigenschappen van dergelijke vliesklepprothesen verder te verbeteren.
Uit de gedane experimenten is thans een vliesconstructie gevonden door uit te gaan van met vezels versterkt materiaal volgens de 20 uitvinding en deze wordt hierdoor gekenmerkt dat de vezels nagenoeg evenwijdig zijn gerangschikt in het matrixmateriaal en dat het vezelmateriaal en het matrixmateriaal chemisch gelijk zijn. Bij voorkeur wordt het vezelmateriaal en het matrixmateriaal bereid uit polyetherurethaan.
Omdat het vezelmateriaal stijver moet zijn dat het matrix-25 materiaal is men voor het bereiden van het vezelmateriaal uitgegaan van een polyether met een lager molecuulgewicht dan voor de polyether van het matrixmateriaal en daarbij is met name polyoxytetramethyleen-glycol (POTM) gebruikt, waarbij voor het bereiden van het matrixmateriaal de polyether eerst nog eens kan worden onderworpen aan een koppelings-30 reactie om het molecuulgewicht verder te verhogen. De polyetherurethanen worden in twee stappen bereid. Eerst wordt een prepolymeer bereid uit een disiocyanaat en een polyetherglycol in een molaire verbinding van 2:1 en daarna worden de prepolymeerketens gekoppeld met een ketenverlengend middel zoals een diamine of diol.
35 De werkwijze voor het vervaardigen van de vliezen heeft plaats in een mal, die de vorm heeft van de te vormen vliezen, in welke 8500538 < ' · J* -3- mal het frame en de vezels worden geplaatst en door onderddmpelen en drogen wordt het matrixmateriaal rond de vezels gevormd zodat deze worden ingebed in het matrixmateriaal. Bij voorkeur wordt daartoe eerst een film van het matrixmateriaal aangebracht in de mal, waarna de vezels en het frame ς in de mal worden geplaatst waarbij de vezels onderling nagenoeg evenwijdig worden geplaatst en loodrecht op de richting waarin de vliezen in de praktijk bewegen. Vervolgens wordt zo vaak een DMF(dimethylformaraide)-oplossing van het matrixmateriaal opgebracht en de oplossing gedroogd dat de vezels zijn ingebed en opgenomen in het matrixmateriaal zodat een vlies wordt verkregen bestaande uit met vezels versterkt matrixmateriaal gehecht aan het frame. Een dergelijke mal is bekend en beschreven in Artifical Organs,
Band 5 (Suppl), 1981 blz. 323-326 door R.J. Kiraly e.a. De thans toegepaste mal is gemodificeerd wat betreft de specifieke afmetingen en parameters.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende 15 beschrijving met verwijzing naar de bijgevoegde tekening waarin:
Figuur 1 een schematisch aanzicht van een symmetrische hart-klepprothese met drie kunststoffen vezelversterkte vliezen in gesloten toestand toont;
Figuur 2 in een driedimensionaal orthogonaal coördinaten- 20 stelsel een zesde deel van de hartklepprothese van figuur 1 laat zien, waarbij dit een framepoot en een half vlies omvat en zal worden gebruikt als rekenmodel; en
Figuur 3 de projectie van een elementenverdeling van het halve
Vlies van figuur 2 in het vlak van het coaptatiegebied toont.
25
Aan de basis van de onderhavige uitvinding ligt een ontwerpstudie voor het bereiken van een optimaal ontwerp van een vliesklep-prothese. Met het oog op een goedkope produktie worden eenvoudigste klepgeoraetrie en materiaaleigenschappen van het frame en de kunstvliezen nagestreefd en worden de vliezen direkt met het frame verbonden, dat als 30 uitgangspunt bij de ontwerpstudie buigzaam werd gekozen, ten einde de hoedanigheden van de natuurlijke klep zoveel mogelijk te benaderen en aangezien uit de literatuur op dit gebied van de techniek blijkt dat een stijf frame een nadelige invloed op de werking van en de levensduur van een bioprothese, ruwweg gezegd kunststoffen frame en natuurlijke vliezen, 35 heeft.
De vliezen zijn vezelversterkt, omdat dit in de natuurlijke situatie ook zo is. Volgens de uitvinding worden echter nagenoeg parallel op afstand lopende vezels in de vliezen toegepast.
8500538 -4-
„ V
i Verder zijn de framepoten (verwijzingsgetal 11 in figuur 1) zeer smal gekozen, opdat deze het mechanisme van het geleidelijk sluiten van de klep niet zullen verstoren.
In de ontwerpstudie is met het oog op het bovenstaande de invloed 5 ' van geometrie- en materiaaleigenschappen van de vliesklepprothese op de spanningsverdeling in de vliezen in een gesloten klep bepaald.
In figuur 1 is de symmetrische vliesklepprothese volgens de uitvinding schematisch in gesloten toestand weergegeven. De vlies -klepprothese bezit drie kunststoffen vliezen 2, die elk zijn voorzien van in 10 hoofdzaak parallel aan elkaar verlopende vezels 23. Elk vlies 2 bevat daarbij een vrij vliesdeel 21, dat met de basis van het frame 1 is verbonden en een coaptatiegebied 22, dat aan de uiteinden ervan met een respectieve framepoot 11 is verbonden. In gesloten toestand ligt de ene helft van het coaptatiegebied 22 van een vlies 2 aan tegen een overeenkomstige helft van het 15 coaptatiegebied van een naburig vlies, terwijl de andere helft aanligt tegen een respectieve helft van het andere naburige vlies. De in gesloten toestand van de vliesklepprothese door de coaptatiegebieden 22 van de vliezen 2 gevormde hoeken bedragen elk 120°. Volgens de uitvinding bestaat bij voorkeur een hartklepprothese uit een frame en drie in het frame 20 opgehangen, vezelversterkte vliezen, welk frame in hoofdzaak een rechtopstaande, cirkelvormig gesloten band met drie op gelijke afstand langs de band geplaatste, gelijkgerichte framepoten is, waarbij de hoogte van de band bij de framepoten het grootst is en telkens vanaf twee framepoten symmetrisch volgens een bepaalde kromme langs de band naar het 25 midden van het banddeel tussen de framepoten afneemt en waarbij telkens van een vlies het coaptatiedeel met twee naburige framepoten en het vrije vliesdeel met het door de framepoten ingesloten banddeel van het frame is verbonden, waarbij in gesloten toestand van de hartkleoDrothese de coapatiedelen van de vliezen tegen elkaar liggen en de niet met de 30 framepoten verbonden einden van de coapatiedelen in hoofdzaak een rechte lijn bepalen.
In figuur 2 is een schematisch aanzicht van het basismodel van de vliesklepprothese getoond. ABE vertegenwoordigt hierbij het vrije vliesgebied 21, terwijl BCDE het coaptatievlak 22 vertegenwoordigt; 3c natuurlijk van een half vlies. Het numerieke model van figuur 2 is analoog aan dat van de zogenaamde Hancockklep (zie hoofdstuk 5 in "Tissue Heart Valves", uitgegeven door M. Ionescu, 1979; blz. 178-179)· 85 0 0 5 38 « < ^ -5-
Voor de beschrijving van de geometrie van het basismodel worden de hoek a, de hoek β, de z-coördinaat van punt A (z(A)) en de lengte van de lijnen 3C en DE genomen van de eerder genoemde Hancockklep van 23 mm en bedragen respectievelijk 20°, 15°, 0,5 mm, 5,1 mm en 1,9 mm. Met de aannemingen dat 5 AE, BE, BC, CD en DE rechte lijnen zijn en AB kan worden vertegenwoordigd door? z(AB) = z(A) + C1 (r Θ)2 x2 + y2 = F2 met C. = —~ Z(p} ; (r . tt/3j 70 z(B) = ^»9 mm; r = 10,82 mm en z(A) = 0,5 mm is
de vliesgeometrie volledig beschreven. Deze beschrijving voor de lijn AB
is gekozen, omdat met deze betrekking de geometrie van AB volledig is beschreven met een parameter (C^), die eveneens eenduidig aan de hoek α is gerelateerd. Daarnaast is deze representatie toepasbaar op hogere waarden van a, dan met de sferische beschrijving.
15
Voor het basismodel werd analoog aan de Hancockklep voor de matrix- of membraandikte d een waarde van 0,4 mm en voor de elasti- m 2 citeitsmodulus van het membraan En een waarde van 1,8 N/mm gekozen.
In tabel·A zijn in de kolom met de kop'basiswaarde* de numerieke waarden van de in, deze tabel aangegeven parameters weergegeven. Met 20 deze waarden van de geometrische en materiaalparameters werd het basismodel onderworpen aan een in 10 ms bewerkstelligde drukbelasting van 12 kPa.
Daarna werden de volgende vier spanningsparameters geanalyseerd: i) de von Misesintensiteit in de membraandelen tussen vezels om het gedrag van het kapotgaan van het membraan te kenmerken; ii) de met het breken van vezels overeenkomende trekspanning in de vezels; iii) de negatieve waarden van de minimale hoofdspanning in het coaptatie-gebied, die het rimpelen of plooien van het membraan vertegenwoordigen; en iv) de grootte van de schuifkracht per lengteeenheid tussen vezel en mem- braan of matrix als een maat van het van het membraan scheuren van de vezels.
De resultaten van deze analyse zullen nu worden besproken onder verwijzing naar figuur 3. De grootste waarden voor de von Misesintensiteit worden gevonden in de buurt van punt B, langs de lijn BC en in het midden van het vlies (van B naar lijn AE), namelijk waarden van 0,12 tot meer 2 dan 0,16 (N/mm ). Bij een verdere bestudering van de invloed van de geometrie 35 en materiaalparameters zullen de punten 1-4 in figuur 3 in beschouwing worden genomen met betrekking tot de invloed van deze parameters op de spanningsverdeling in het vlies.
8500538 -6-
Voor de vezels in het coaptatiegebied wordt de maximale waarde voor de trekspanning in de vezels gevonden bij de bevestiging ervan aan· het frame, waarbij deze waarde afneemt in de richting van het midden van de klep. In de vezels in het vrije vliesgebied is de trekspanning nagenoeg 5 constant over de gehele lengte van de vezels. Voor een verdere beschouwing zullen de vliespunten a en b van figuur 3 in beschouwing worden genomen.
De grootste negatieve hoofdspanning wordt gevonden langs de bevestiging van het vlies aan het frame in het coaptatiegebied. Als representatieve punten voor een verdere analyse zullen de punten 3 en 5 in 10 figuur 3 worden genomen. De schuifkracht per lengteeenheid tussen vezel en membraan is berekend voor de arbritraire knooppunten 26 in het vrije vliesgebied en 41 in het coaptatiegebied en bedragen respectievelijk 0,0006' en 0,021 N/mm.
2
De maximale trekspanning in de vezels was kleiner dan 0,5 N/mm , 2 15 terwijl de minimale hoofdspanning in het vlies kleiner dan -0,07 N/mm was.
Vervolgens werden, ten einde een globaal inzicht te verkrijgen, de in tabel A opgesomde parameters gevarieerd tussen dé in de betreffende kolommen weergegeven minimale en maximale waarden, waarbij de meeste .van deze waarden tamelijk arbitrair werden gekozen, maar wel zodanig dat 20 verschillen in spanningen werden verwacht.
De parameters werden één voor één zonder verandering van de resterende genoemde parameters tussen de genoemde minimale en maximale waarde gevarieerd en voor het verkrijgen van een kwantitatieve vergelijking van de spanningssituaties voor de verschillende instellingen van de para-25 meters, punten in de klepgeometrie gekozen, waar- in het basismodel de slechtste spanningsverdeling bestond. Derhalve werden onder verwijzing naar figuur 3 de von Misesintensiteit bepaald voor de punten 1, 2, 3 en 4, de vezeltrekspanning gegeven voor de vezelpunten a en b ,de minimale hoofdspanning gegeven voor de punten 3 en 5 en de schuifspanning berekend 30 voor de knooppunten 26 en 41.
Niet gevarieerd werden de genoemde membraandikte en elastici- teitsmodulus van de membranen. Deze zijn gekozen om lagere buigspanningen in de membranen te verzekeren, hetgeen als van groot belang wordt beschouwd met betrekking tot het open- en sluitgedrag van de vliezen. Anderzijds is 35 een lage waarde van de membraandikte slecht vanwege de gewenste sterkte in de gesloten toestand, terwijl de elasticiteitsmodulus van de membranen vanwege praktische fabricageredenen,wanneer bijvoorbeeld polyurethanen worden gebruikt, niet veel kan worden verlaagd. Als toepasbare waarden voor deze parameters 2 zullen derhalve de intervallen 0,2, < dm < 0,6 mm en 1 < Ef < 5 N/mm worden genomen. Tabel B geeft de resultaten van deze berekeningen.
8500538 -7- '1 minimale maximale symbool parameter basiswaarde waarde waarde elasticiteitsmodulus van 1582 1000 ; 200.000 het frame (N/mm ; d_D framedikte (mm) 1 0,5 2,5
FR
α hoek in het vr^je 20 0 60 vliesgebied ( ) A grootte van het _ 38,2 19»1 76,4 coap coaptatiegebied (mnr) d^, vezeldikte (mm) 0,4 0,1 0,7 E_ elasticiteitsmoduli^ 23 2,3 230 van de vezels (N/mm ) mfd gemiddelde vezelafstand (mm) 1,4 1,4 oo (geen vezels
Tabel_A
8500538 -8- 0 a. m 4 = s3MKiaa>>ö3a.a*c«icqa· « -Η· J73 η·0)<|-|5|-Ϊμ3|-Ϊ,^ ΟΟ >TJ -ïJ rq 1¾ 0) „22 cn η η· a oo n " a 33· sa, ra « 11 * 33 o S3 Cfl II It II II 03 0> 'I Η· „ „ co ω o ii ·σ ό . σ> o .11 11 11 11 ω £ " " cctcd no rv ο ο 0.0- 3 2 m CflH'C U » * * II II ¢1 M O M -* o
<0 8 _ -Ί -- UI UI q O CD
H. i S £ ^ ? 2 2 1 ! OI O 33?°- 3 α 2 2h3 11 11 3 3 I z 3" S 2 “ P O IM IV IV ® 3 CD i-N r-· m -· m3 ^ S' S' Cfl 5 w «s η· 1 T Cf 3
Η· Μ IV
O. 3-------- 00 <i
Q. O
£ £ 00000000000000000 3 £ 9 ινινινΓν--ιν--ινινινιν--ινινινινιν-*· 3 o ω --00^-40()01--1--4--00(0(7(------^^0 f-1 2· j>—]J>U1(jJ—J-^OIVOOIV—-VOO^IV cn
US << (C
CD Q3 ............... cn cr 3 h* H· 3 o 3· 3-
2. OOOOOOOOOOOOOOOOO CD
Cr sjlsy+'+y*'***·*·*·*'*'·*'**'* 3 t L V _»i —i —V —A —i —A —k —k —Λ —Λ —Λ —i f\} 03 £·α\ί·^ωοΐΜ(»ί··ι>θ3>ί·-*ί·υι^ η· 3 --(7(00--101-0--(7((71(0--^)--00-----0 Cf 5 cd g --—-- —...... ... H· CD ς^·
I H
I > —
lts OOOOOOOOOOOOOOOOO Z
Ifq — \ 1 f _-_*_»(ν)οιν-*ιν-»-»-»----ο-»-*-*ω 3 I U10'yi-‘(OOMOUOOU1-3U'OD<J'UIUI 3 icd οονοοο4>-<ι^>ωοο4>----ο--οο---οιοο iv B Q. >
OOOOOOOOOOOOOOOOO
11 11 ,2 _-_*_»rvo—-οίνο------»—-o—-—-—-£-
_ . 73 _»_-_-_-.t>coaiOUiaiOnOJ(VIVr\jOOJ
™ 5 „ _--ηουΐΌυΐΌΐνυι--α3Λ-Οο--3θοσ>υ CU N . -------------------.--- co cd ira cf M 3 « <
H· Q. O CD
2. £9- 000 --000000000000 — ST ST ST -O .C- WOUOl^VJlC^^^bJji·*·^03 ξ μ. ?
CD CDCD (7((0-0 -O-lOOlUlOOlOOlOOCTlOO-J 33T
ct* ^ ..... . .- . - - ...........- - --- -- .......—- — ......—1. I·....—. 3 GQ CD
c/3 cu ro ?r 3 3 ’ * §_ -3. 000 0000000000000 £ 2- -C- J> J> O'OIVOlMUlOUlUlOUIi'i·0, P ^ J> (J1 U) (7( CO cr- —Ο IV 00 00 -0- —- C71 —-—-.&__ CO 0 ———^ . O 3* < 3
•0 03 O 3 CD
2 Ή. 00000000000000000 0 3 tra W *· SB***'*·*'*'*'*'*'*'*'*'*'*'*'*'*. **) Q> o_ 2. 0--0000000----- οοοοαω 9·§ΣΤ
m M. (OOlOvO-OvOCDvO-OOCriOvOOMOiOvO 23 - C
(u 0, --^1^^0)(0-3(0(0--^0(100^-10( 3 13 3 CD
ύ· m t <
<i 0<3 ................ . ........... .......... ———. .....— Θ 3 '3 (D
CD CD 1 3 ω N σ ivp. 1-. £ CD H· — 3 CD 03 a a ooooooooooooooooo 0¾ o> OOOOOOOOOOOOOOOOO'31 0.
4Ϊ- Ijl CJl 03 ΟΊ OJ VJ7 07 IV <7- —- -C- JÏ- —* V71 -&· (D
—4J>OIVIVOlOJ.i>00—40 —)(7((7(010(3 3 3 -, cn α ' 1 i S'
,, OOO OOO OOOOOOOOOO 3C
Q.OQ opo I 0000000000000¾3 Cït'-D
2,¾ O OO 000--.^ 000400--00007 2 CD
r? 2 00 'o O (000v0000000->00000 2.2 3 (O en 4>UIVUlCOJ>(OÏ“--4>(OU)Cr' 3 W a
Cr r1* 3 r-t- *Z
D wl· ' CD 5.
Q. CD (O ^ 2* 3 “ OOO OOOOOOOOOOOOO 3* . OOO I OOOOOOOOOOOOaf' H· S -» rv iv ινοινοοινο-·-*ο--ινιν o.
2 Ό IV O O-JJ>IV00vOcjIC0vO-«lvO->O
g OOOU1 -JUIVCOCOU100UlU)(ju)fV--(7( 8500538 1 ______________________________________________ --- 2 Ί * ^ 1*' -9-
Uit tabel Β blijkt dat de parameters, die de grootste verandering in de spanningsverdeling veroorzaken de parameters dpR, a, df,
Sj. en mfd zijn.
Uit tabel B kan verder worden gelezen dat de hoogste waarde 5 van de von Misesintensiteit in de membranen altijd aanwezig is in punt 1 en iets minder in punt 3. De maximale trekspanning in de vezel is niet gerelateerd aan een bepaald vezeldeel. De grootte van de negatieve minimale hoofdspanning is meestal veel lager dan de von Misesintensiteiten.
De grootste negatieve waarde wordt meestal in punt 3 gevonden.
10 De spanningsparameters worden nauwelijks beïnvloed door de elasticiteitsmodulus van het framemateriaal, de grootte van het coaptatiegebied en de variatie van de visceuze eigenschappen van het vlies- en framemateriaal in de beschouwde trajecten. De vezelspanning verandert slechts in het coaptatiegebied.
15 Ten slotte is het gedrag van de hiervoor genoemde vijf geometrie- en materiaalparameters op de spanningsverdeling nader bestudeerd, waarbij met wederzijdse beïnvloeding rekening is gehouden.
De resterende vijf parameters werden daartoe in kleinere stapjes gevarieerd.
2 20 Gebleken is dat bij E„n = 1582 N/mm ,d__ alleen van belang is, wanneer deze ligt tussen 0,6 en 1,4 mm. Bij een framedikte van meer dan 1,4 mm worden geen veranderingen in de spanningen waargenomen. Bij een framedikte tussen 0,6 en 1,4 mm nemen de spanningen in het coaptatiegebied (punten 3, 4 en b) toe bij toenemende framedikte. De trekspanning 25 van de vezels- in het vrije vliesgebied (punt a) blijft dan constant, terwijl de membraanspanningen in het vrije vliesgebied (punt 1 en 2) afnemen.
Een toeneming van α leidt tot een afneming van de spanningen in het membraan en de vezels in het coaptatiegebied, terwijl de veranderingen in het vrije vliesgebied slechts marginaal zijn, met uitzondering van de 30 von Misesintensiteit in punt 1, die met toenemende α toeneemt.
Wanneer de vezeldikte toeneemt, worden de spanningen in het membraan en de vezels kleiner over het gehele vlies.
Verstijving van de vezels leidt tot een toeneming van de trekspanning in de vezels en tot een afneming van de von Misesintensiteit in 35 de membranen. Ten slotte vertoont bij een toeneming van de gemiddelde vezelafstand de membraanspanningen in het algemeen een lichte toeneming.
Alleen voor de von Misesintensiteit in punt 2 (figuur 3) wordt een tamelijk 8500538 -10- discrete lijn gevonden, wanneer de kleinste afstand van punt 2 naar de dichtstbijzijnde vezel tamelijk discreet verandert.
Er is slechts een kleine invloed van de ontwerpparameters op de negatieve hoofdspanningen. De hoek α en de framedikte dpR hebben 5 geen invloed op de schuifkrachten in de knooppunten 46 en 41, terwijl variatie van de vezelstijfheid en vezeldikte' leidt tot een opmerkelijke verandering van de schuifkrachten.
De invloed van de gemiddelde vezelafstand op trekspanningen in de vezels en op schuifkracht wordt niet gegeven. Variatie van deze 10 ontwerpparameter geeft geen vergelijkbare informatie over veranderingen in trekspanning in de vezels en op veranderingen in schuifkrachten, aangezien voor de verschillende berekende gevallen de vezelstructuur verschillend is. Daarnaast kan de gemiddelde vezelafstand slechts een paar discrete waarden hebben.
15 De parametervariatiestudie werd voortgezet met de vier parameters dRR, ot, d^. en Ef. Voor deze parameters werd een statistische procedure gebruikt voor het verkrijgen van een lineair model, waarin lineaire wisselwerkingstermen waren opgenomen.
Hieruit bleek ten slotte dat voor de parameter α alle spannings-20 grootheden kleiner worden voor afnemende waarden van a, met uitzondering van de von Misesintensiteit in de punten 3 en 4 en de trekspanning in vezelpunt b. De laatstgenoemde grootheden zijn echter aanzienlijk kleiner dan vergelijkbare spanningsgrootheden in andere punten van de klep. Derhalve wordt voor punt 3 de waarde van de minimale hoofdspanning als 25 een relevanter ontwerpcriterium beschouwd dan de von Misesintensiteit daar. Als toepasbaar traject voor α blijkt derhalve het interval 0°<a<20° geschikt. Met betrekking tot het feitelijke klepontwerp, dient een zeer kleine waarde van α te worden vermeden om te voorkomen dat het vlies in de gesloten stand doorklapt.
30 Voor de grootheid 1/d __ zijn lineaire betrekkingen gevonden,
Γ A
aangezien de tweede ordeterm van 1/d1^ niet beduidend bijdroeg tot het FR 2 lineaire model. De meeste spanningen vertonen een minimum voor (1/d* )-► 0, hetgeen overeenkomt met een stijf frame. Hier vertonen opnieuw de von Misesintensiteit in de punten 3 en 4 en de trekspanning in vezelpunt 35 b een tegengesteld gedrag. Voor een stijf frame echter zijn de waarden van die spanningsgrootheden beduidend lager dan de vergelijkbare spanningsgrootheden in de andere punten van de klep.
85005^8 -π-
Verrassend is nu dat in overeenstemming met de uitvinding is gevonden dat een stijf frame gunstige invloed op de spanningsverdeling in de klep heeft, waardoor een vooroordeel in de stand van de techniek als zou een stijf frame een nadelige invloed hebben en de natuurlijke c toestand, namelijk een buigzaam frame de voorkeur verdienen, wordt overwonnen.
Voor de elasticiteitsmodulus van het vezelmateriaal werden eveneens lineaire betrekkingen gevonden, aangezien de tweede ordeterm niet beduidend bijdroeg tot het lineaire model. De keuze van een optimum wordt zeer moeilijk gemaakt omdat een volledig anders gedrag van de 10 ^ spanningsgrootheden werd gevonden (dat wil zeggen de von Misesintensiteiten in punt 1-4, de trekspanning in de vezelpunten a en b, de minimale hoofdspanning in punten 3 en 5 en de schuifkracht per lengteeenheid in knooppunten 26 en 41).
Voorts werden uitgaande van α = 10° en een stijf frame df 15 1 en gelijktijdig gevarieerd om de vezelontwerpspecificaties gedetailleerder te specificeren.
2
Ef en df werden gevarieerd van respectievelijk 10-50 N/mm 11 2 en 0-1 mm. (In het voorgaande werden α en 1/d gevarieerd tussen o 2 ^ ** respectievelijk 0-50° en 0-25 mm j.
20
Gebleken is dat de von Misesintensiteit in de membranen kan worden verminderd door een hogere vezelstijfheid te gebruiken. In dat geval vertoont de vezeltrekspanning een aanzienlijke toeneming. De grootste waarden van de minimale hoofdspanning werden gevonden in punt 3. Een toeneming van de vezelstijfheid leidt tot een afneming van die spannings-25 grootheid, ofschoon de verandering betrekkelijk klein is.
De schuifkracht in knooppunt 26 is tamelijk hoog in vergelijking met knooppunt 41 en nagenoeg onafhankelijk van de vezelstijfheid.
De schuifkracnt in knooppunt 41 blijft klein, wanneer E^, ligt tussen 2 10 en 50 N/mm .
30
Daardoor dient de waarde van E^, voor het ontwerp primair op grond van de invloed ervan op de von Misesintensiteit in membranen en vezeltrekspanning te worden gekozen. Aangezien het aannemelijk is dat lagere membraanspanningen belangrijker zijn met betrekking tot het voorkomen van het onwerkzaam worden van de klep dan lagere vezeltrekspannings-35 waarden, wordt de voorkeur aan hogere waarden van Ef gegeven. Derhalve 1 2 wordt als toepasbaar traject voor E^ het interval 10 < E^ < 50 N/mm gekozen.
8500538 -12- ♦ *
Met betrekking tot de keuze van de vezeldikte zijn toepasbare waarden beperkt tot waarden lager dan de matrixdikte. De reden hiervoor is dat een dikker vlies in het vezelgebied dan tussen die vezels nadelig is met betrekking tot het verkalkingsproces. Daarnaast is het niet aan te 5 raden de waarde van de membraandikte te vergroten, vanwege de buigspanningen, die optreden gedurende het openen en sluiten van de klep. Anderzijds leiden zeer kleine waarden van de membraandikte tot hogere waarden van nagenoeg alle spanningsgrootheden. Daardoor wordt bij een membraandikte van 0,4 mm als toepasbaar bereik voor de vezeldikte het interval 0,2 < d^ < 0,3 mm gekozen.
10 Ten slotte werd voor de specifieke ontwerpsituatie een stijf o 2 frame gekozen, α = 10 , dm = 0,4 mm, d^, = 0,25 mm en B^, ï 50 N/mnr gekozen, terwijl de invloed van de vezelstructuur op de spanningsverdeling voor verschillende waarden van de gemiddelde vezelafstand mfd werd geanalyseerd.
Het verschil tussen de vezelversterkte basissituatie en de 15 situatie zonder vezels (mfd = 00) ligt voor alle membraanspanningen in het traject van 20-75%. Het verlagen van de gemiddelde vezelafstand in het geval van vezelversterking leidt echter tot veel lagere waarden van veranderingen in alle spanningsgrootheden (kleiner dan 15%). Derhalve is de gemiddelde vezelafstand op zichzelf niet erg kritisch. Als toepasbaar 20 bereik wordt het traject 0,8 < mfd < 2,7 mm gekozen.
In tabel C zijn de toepasbare bereiken van de belangrijkste parameterwaarden en de gekozen waarde voor het ontwerp aangegeven, respectievelijk samengevat.
toepasbaar gekozen waarde bereik___ _ — stijf frame E_,B stijf frame °
FR
d„D 0,5-1,5 mm 1 mm rn cl 0-20 10 30 p p
° A 19-76 min 38 mnT
coap d 0,2-0,3 mm -0,25 mm .
* 2 p
Ef 10-50 N/mm 50 N/ram mfd · 0,8-2,7 mm 1,5 mm d 0,2-0,6 mm 0,4 mm 35 m 2 p E 1-5 N/mm 18 N/mm m __________________1_
TABEL C
8500538 ψ -13-
De in tabel C gegeven parameterwaarden leiden tot een klep-ontwerp dat verschillende grote voordelen vertoont. Ten eerste is door de lage α-waarde de klep relatief laag. Dit heeft het grote voordeel dat de in de aortapositie geïmpleteerde klep past op de sinussen, hetgeen belang-5 rijk is voor het sluitgedrag. Verder kan de klep eveneens worden gebruikt in de mitralispositie, waarbij soms een laag profiel nodig is, vanwege het gebrek aan ruimte in een kleine linkerventrikel. In het laatste geval kan de vlieshartklepprothese twee in plaats van drie vliezen bezitten.
Een groot voordeel van een stijf frame is dat staal als 10 framemateriaal kan worden gebruikt, waardoor problemen van het krimpen van het .polymeer van een buigzaam frame kunnen worden opgeheven. Wanneer het frame van staal is bedekt met hetzelfde materiaal als wordt gebruikt voor de vliezen, in het bijzonder polyurethaan, kunnen de vliezen aan het frame worden gelijmd, hetgeen een hechte verbinding geeft. De gekozen 15 verhouding van vezelstijfheid en membraanstijfheid ligt rond 25 bij een 2 elasticiteitsmodulus van de vezels van 50 N/mra . De waarden liggen binnen het traject van de materiaalparameterwaarden van polyurethanen, die met standaardsynthesetechnieken kunnen worden geproduceerd. Vanwege het gebruik van hetzelfde materiaal voor vezels en membranen, zal het lijmen van beide 20 componenten een sterke vezel-matrixverbinding verzekeren. De vezels met een diameter van 0,25 mm kunnen door spintechnieken worden gefabriceerd. Samenvattend heeft de voorgestelde klep een betrekkelijk eenvoudig ontwerp, kan deze eenvoudig worden geproduceerd en kan deze vanwege de geringe hoogte ervan toepasbaar zijn op de aorta- en de mitralispositie.
8500538

Claims (18)

1. Hartklepprothese bestaande uit een nagenoeg stijf frame met hierin aangebracht meerdere kunststof vliezen waarbij het vlies een met 5 vezels versterkt matrixmateriaal is, met het kenmerk, dat de vezels evenwijdig zijn gerangschikt in het matrixmateriaal en dat het vezelmateriaal en het matrixmateriaal chemisch gelijk zijn.
2. Hartklepprothese volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het matrixmateriaal en het vezelmateriaal bestaat uit polyetherurethaan. 10
: 3. Hartklepprothese volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat bij het vervaardigen van het vezelmateriaal wordt uitgegaan van een polyether met een lager molecuulgewicht dan voor het bereiden van het matrixmateriaal .
4. Hartklepprothese volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 15 voor het bereiden van het vezelmateriaal wordt uitgegaan van polyoxytetra-methyleenglycol met een relatief laag molecuulgewicht t.o.v. het polymeer voor het matrixmateriaal.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in een mal met de vorm van het 20 samenstelsel van vliezen een oplossing van het matrixmateriaal wordt gebracht en gedroogd ter vorming van een film matrixmateriaal, op de film de vezels evenwijdig worden gerangschikt en het frame wordt geplaatst en ten slotte in een of meer bewerkingen een matrixfilm wordt gevormd zodat de vezels zijn ingebed en het vlies hechtend is aan het frame. 25.
6. Hartklepprothese volgens conclusie 1, waarbij de hartklep een aortaklep is bestaande uit drie vliezen aan een frame, met het kenmerk, dat de vliezen zijn vervaardigd volgens een werkwijze zoals beschreven in conclusie 5-
7. Hartklepprothese met een frame en drie in het frame 30 opgehangen, vezelversterkte vliezen, welk frame in hoofdzaak een rechtopstaande, cirkelvormig gesloten band met drie op gelijke afstand langs de band geplaatste, gelijkgerichte framepoten' is, waarbij de hoogte van de band bij de framepoten het grootst is en telkens vanaf twee framepoten symmetrisch volgens een bepaalde kromme langs de band naar het 35 midden van het banddeel tussen de framepoten afneemt en waarbij telkens van een vlies het coaptatièdeel met twee naburige framepoten en het vrije vliesdeel met het door de framepoten ingesloten banddeel van het frame is verbonden, waarbij in gesloten toestand van de hartklepprothese de 8500538 -15- •9 9 \ coapatiedelen van de vliezen tegen elkaar liggen en de niet met de framepoten verbonden einden van de coapatiedelen in hoofdzaak een rechte lijn bepalen, met het kenmerk, dat het frame in hoofdzaak stijf is, dat de vezels in het vlies in hoofdzaak parallel op afstand van elkaar 5 zijn aangebracht en in het coaptatiedeel in gesloten toestand van de hartklep-prothese in hoofdzaak loodrecht op de genoemde lijn staan en dat de vliezen direct met het frame zijn verbonden.
8. Hartklepprothese volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het frame van staal is.
9. Hartklepprothese volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de de dikte van het frame en de diameter van de framepoten ongeveer 1 mm is.
10. Hartklepprothese volgens een van de conclusies 7 tot en met 9, met het kenmerk, dat de hoek α die het vrije vliesdeel met de genoemde lijn maakt ligt tussen 0 en 20°.
11. Hartklepprothese volgens een van de conclusies 7 tot en met 10, met het kenmerk, dat de elasticiteitsmodulus van de vezels in 2 de vliezen ligt in het trajekt van 10 tot en met 50 N/mm .
12. Hartklepprothese volgens een van de conclusies 7 tot en met 11, met het kenmerk, dat de matrixdikte van de vliezen ligt in het 20 trajekt van 0,2 tot en met 0,6 mm.
13. Hartklepprothese volgens een van de conclusies 7 tot en met 72, met het kenmerk, dat de vezeldikte van de vliezen ligt in het trajekt van 0,2 tot en met 0,3 mm.
14. Hartklepprothese volgens een van de conclusies 7 tot en 25 met 13, met het kenmerk, dat de gemiddelde vezelafstand in de vliezen ligt in het trajekt van 0,8 tot en met 2,7 mm.
15. Hartklepprothese volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de hoek ct ongeveer gelijk is aan 10°, dat de elasticiteitsmodulus van de vezels onge-2 30 veer 50 N/mm is, dat de matrixdikte van de vliezen ongeveer 0,4 ram is, dat de vezeldikte van de vliezen ongeveer 0,25 mm is en dat de gemiddelde vezelafstand in de vliezen ongeveer 1,5 mm is.
16. Hartklepprothese volgens een van de conclusies 7 tot en met 15, met het kenmerk, dat het oppervlak van het coaptatiedeel 2 35 van de vliezen ligt in het trajekt van 38 tot en met 152 mm en bij 2 voorkeur 76 mm bedraagt. 85 0 0 5 38 -16-
17. Hartklepprothese volgens een van de conclusies 7 tot en met 16, met het kenmerk, dat de elasticiteitsmodulus van het matrix- 2 materiaal van de vliezen ligt in het trajekt van 1-5 N/mm en bij voorkeur 2 ongeveer 1,8 N/mm bedraagt.
18. Mal voor het hierin vervaardigen van een hartklep prothese, met het kenmerk, dat de mal een vorm heeft zodat een hartklepprothese kan worden vervaardigd zoals aangegeven in conclusies 7-17· Eindhoven, februari 1985 8500538
NL8500538A 1985-02-26 1985-02-26 Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal. NL8500538A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500538A NL8500538A (nl) 1985-02-26 1985-02-26 Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal.
EP86200273A EP0193987A1 (en) 1985-02-26 1986-02-21 Heart valve prosthesis, method for producing a heart valve prosthesis and mould applied thereby
US06/832,914 US4731074A (en) 1985-02-26 1986-02-24 Heart valve prosthesis, method for producing a heart valve prosthesis and mould applied thereby
JP61039348A JPS61247447A (ja) 1985-02-26 1986-02-26 人工心臓弁、人工心臓弁を製造するための方法およびそれに用いられる鋳型

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500538 1985-02-26
NL8500538A NL8500538A (nl) 1985-02-26 1985-02-26 Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500538A true NL8500538A (nl) 1986-09-16

Family

ID=19845592

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500538A NL8500538A (nl) 1985-02-26 1985-02-26 Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4731074A (nl)
EP (1) EP0193987A1 (nl)
JP (1) JPS61247447A (nl)
NL (1) NL8500538A (nl)

Families Citing this family (96)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3541478A1 (de) * 1985-11-23 1987-05-27 Beiersdorf Ag Herzklappenprothese und verfahren zu deren herstellung
FI84137C (fi) * 1988-07-05 1991-10-25 Biocon Oy Biodegraderbar och/eller loeslig polymermembran.
DE3834545A1 (de) * 1988-10-11 1990-04-12 Rau Guenter Flexibles schliessorgan, insbesondere herzklappe, und verfahren zur herstellung desselben
DK124690D0 (da) * 1990-05-18 1990-05-18 Henning Rud Andersen Klapprotes til implantering i kroppen for erstatning af naturlig klap samt kateter til brug ved implantering af en saadan klapprotese
GB9206449D0 (en) * 1992-03-25 1992-05-06 Univ Leeds Artificial heart valve
US5562723A (en) * 1994-10-06 1996-10-08 Medtronic, Inc. Medical electrical lead having a reinforced tine assembly
US5562729A (en) * 1994-11-01 1996-10-08 Biocontrol Technology, Inc. Heart valve
US5782931A (en) * 1996-07-30 1998-07-21 Baxter International Inc. Methods for mitigating calcification and improving durability in glutaraldehyde-fixed bioprostheses and articles manufactured by such methods
GB9701479D0 (en) 1997-01-24 1997-03-12 Aortech Europ Ltd Heart valve
US5928281A (en) * 1997-03-27 1999-07-27 Baxter International Inc. Tissue heart valves
NL1008349C2 (nl) * 1998-02-19 1999-08-20 Univ Eindhoven Tech Mal en werkwijze voor het vervaardigen van een synthetische hartklep.
US8366769B2 (en) 2000-06-01 2013-02-05 Edwards Lifesciences Corporation Low-profile, pivotable heart valve sewing ring
US6409758B2 (en) * 2000-07-27 2002-06-25 Edwards Lifesciences Corporation Heart valve holder for constricting the valve commissures and methods of use
WO2002024119A1 (en) * 2000-09-21 2002-03-28 St. Jude Medical, Inc. Valved prostheses with reinforced polymer leaflets
DE10050092A1 (de) * 2000-10-09 2002-04-11 Adiam Life Science Ag Herzklappenprothese, bestehend aus einem Stützgehäuse mit mindestens zwei Segeln, insbesondere Mitral-Herzklappe und Verfahren zu deren Herstellung
US6953332B1 (en) 2000-11-28 2005-10-11 St. Jude Medical, Inc. Mandrel for use in forming valved prostheses having polymer leaflets by dip coating
NL1017275C2 (nl) * 2001-02-02 2002-08-05 Univ Eindhoven Tech Hartklep.
US6916338B2 (en) * 2001-03-16 2005-07-12 Mayo Foundation For Medical Education And Research Synthetic leaflets for heart valve repair or replacement
US6562069B2 (en) * 2001-09-19 2003-05-13 St. Jude Medical, Inc. Polymer leaflet designs for medical devices
US6726715B2 (en) * 2001-10-23 2004-04-27 Childrens Medical Center Corporation Fiber-reinforced heart valve prosthesis
US7201771B2 (en) 2001-12-27 2007-04-10 Arbor Surgical Technologies, Inc. Bioprosthetic heart valve
FR2838631B1 (fr) * 2002-04-23 2004-12-24 Engeneering And Technological Procede de realisation d'une prothese de valve cardiaque aortique ou mitrale et prothese de valve cardiaque aortique ou mitrale ainsi obtenue
US7959674B2 (en) 2002-07-16 2011-06-14 Medtronic, Inc. Suture locking assembly and method of use
DE10237787A1 (de) * 2002-08-17 2004-03-04 Robert Bosch Gmbh Schichtsystem mit einer Siliziumschicht und einer Passivierschicht, Verfahren zur Erzeugung einer Passivierschicht auf einer Siliziumschicht und deren Verwendung
US8551162B2 (en) 2002-12-20 2013-10-08 Medtronic, Inc. Biologically implantable prosthesis
DE602004015261D1 (de) 2003-03-20 2008-09-04 Aortech Internat Plc Bellshill Ventil
US8021421B2 (en) 2003-08-22 2011-09-20 Medtronic, Inc. Prosthesis heart valve fixturing device
US7556647B2 (en) * 2003-10-08 2009-07-07 Arbor Surgical Technologies, Inc. Attachment device and methods of using the same
US7871435B2 (en) 2004-01-23 2011-01-18 Edwards Lifesciences Corporation Anatomically approximate prosthetic mitral heart valve
US8337545B2 (en) 2004-02-09 2012-12-25 Cook Medical Technologies Llc Woven implantable device
US20050228494A1 (en) * 2004-03-29 2005-10-13 Salvador Marquez Controlled separation heart valve frame
US8216299B2 (en) * 2004-04-01 2012-07-10 Cook Medical Technologies Llc Method to retract a body vessel wall with remodelable material
WO2005099623A1 (en) * 2004-04-08 2005-10-27 Cook Incorporated Implantable medical device with optimized shape
US8574257B2 (en) * 2005-02-10 2013-11-05 Edwards Lifesciences Corporation System, device, and method for providing access in a cardiovascular environment
US8197534B2 (en) * 2005-03-31 2012-06-12 Cook Medical Technologies Llc Valve device with inflatable chamber
US7513909B2 (en) * 2005-04-08 2009-04-07 Arbor Surgical Technologies, Inc. Two-piece prosthetic valves with snap-in connection and methods for use
US20070083677A1 (en) * 2005-05-18 2007-04-12 Nektar Therapeutics Valves, devices, and methods for endobronchial therapy
EP1883375B1 (en) 2005-05-24 2016-12-07 Edwards Lifesciences Corporation Rapid deployment prosthetic heart valve
EP1895942B1 (en) 2005-05-27 2020-05-13 Medtronic, Inc. Gasket with collar for prosthetic heart valves
US7776084B2 (en) * 2005-07-13 2010-08-17 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic mitral heart valve having a contoured sewing ring
EP1948088A2 (en) * 2005-11-18 2008-07-30 Innovia LLC Trileaflet heart valve
US7967857B2 (en) 2006-01-27 2011-06-28 Medtronic, Inc. Gasket with spring collar for prosthetic heart valves and methods for making and using them
US8219229B2 (en) * 2006-03-02 2012-07-10 Edwards Lifesciences Corporation Virtual heart valve
JP5102279B2 (ja) * 2006-03-10 2012-12-19 メドトロニック,インコーポレイテッド 人工弁イントロデューサ並びにその製造方法及びその使用方法
JP2009535128A (ja) * 2006-04-29 2009-10-01 アーバー・サージカル・テクノロジーズ・インコーポレイテッド 複数部品の人工心臓弁アセンブリと、それを届けるための装置及び方法
US8021161B2 (en) * 2006-05-01 2011-09-20 Edwards Lifesciences Corporation Simulated heart valve root for training and testing
US8784481B2 (en) * 2007-09-28 2014-07-22 St. Jude Medical, Inc. Collapsible/expandable prosthetic heart valves with native calcified leaflet retention features
US7846199B2 (en) * 2007-11-19 2010-12-07 Cook Incorporated Remodelable prosthetic valve
CN101301229B (zh) * 2008-07-09 2010-10-13 天津大学 应用于心室辅助装置的聚氨酯人工心脏瓣膜
US8449625B2 (en) 2009-10-27 2013-05-28 Edwards Lifesciences Corporation Methods of measuring heart valve annuluses for valve replacement
WO2010065265A2 (en) 2008-11-25 2010-06-10 Edwards Lifesciences Corporation Apparatus and method for in situ expansion of prosthetic device
US8308798B2 (en) 2008-12-19 2012-11-13 Edwards Lifesciences Corporation Quick-connect prosthetic heart valve and methods
US9980818B2 (en) 2009-03-31 2018-05-29 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic heart valve system with positioning markers
US8348998B2 (en) * 2009-06-26 2013-01-08 Edwards Lifesciences Corporation Unitary quick connect prosthetic heart valve and deployment system and methods
US8986374B2 (en) 2010-05-10 2015-03-24 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic heart valve
US9554901B2 (en) 2010-05-12 2017-01-31 Edwards Lifesciences Corporation Low gradient prosthetic heart valve
US9125741B2 (en) 2010-09-10 2015-09-08 Edwards Lifesciences Corporation Systems and methods for ensuring safe and rapid deployment of prosthetic heart valves
US8641757B2 (en) 2010-09-10 2014-02-04 Edwards Lifesciences Corporation Systems for rapidly deploying surgical heart valves
US9370418B2 (en) 2010-09-10 2016-06-21 Edwards Lifesciences Corporation Rapidly deployable surgical heart valves
US8845720B2 (en) 2010-09-27 2014-09-30 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic heart valve frame with flexible commissures
US9744033B2 (en) 2011-04-01 2017-08-29 W.L. Gore & Associates, Inc. Elastomeric leaflet for prosthetic heart valves
US8945209B2 (en) 2011-05-20 2015-02-03 Edwards Lifesciences Corporation Encapsulated heart valve
US9554806B2 (en) 2011-09-16 2017-01-31 W. L. Gore & Associates, Inc. Occlusive devices
US9078747B2 (en) 2011-12-21 2015-07-14 Edwards Lifesciences Corporation Anchoring device for replacing or repairing a heart valve
EP2842517A1 (en) * 2011-12-29 2015-03-04 Sorin Group Italia S.r.l. A kit for implanting prosthetic vascular conduits
US10940167B2 (en) 2012-02-10 2021-03-09 Cvdevices, Llc Methods and uses of biological tissues for various stent and other medical applications
US20140005776A1 (en) 2012-06-29 2014-01-02 St. Jude Medical, Cardiology Division, Inc. Leaflet attachment for function in various shapes and sizes
CA2900862C (en) 2013-02-11 2017-10-03 Cook Medical Technologies Llc Expandable support frame and medical device
US9468527B2 (en) 2013-06-12 2016-10-18 Edwards Lifesciences Corporation Cardiac implant with integrated suture fasteners
US11911258B2 (en) 2013-06-26 2024-02-27 W. L. Gore & Associates, Inc. Space filling devices
US9919137B2 (en) 2013-08-28 2018-03-20 Edwards Lifesciences Corporation Integrated balloon catheter inflation system
WO2015042135A1 (en) 2013-09-20 2015-03-26 Edwards Lifesciences Corporation Heart valves with increased effective orifice area
US20150122687A1 (en) 2013-11-06 2015-05-07 Edwards Lifesciences Corporation Bioprosthetic heart valves having adaptive seals to minimize paravalvular leakage
US9549816B2 (en) 2014-04-03 2017-01-24 Edwards Lifesciences Corporation Method for manufacturing high durability heart valve
US9585752B2 (en) 2014-04-30 2017-03-07 Edwards Lifesciences Corporation Holder and deployment system for surgical heart valves
JP6690834B2 (ja) 2014-05-06 2020-04-28 ディーエスエム アイピー アセッツ ビー.ブイ.Dsm Ip Assets B.V. 人工弁および人工弁の製造方法
WO2015171743A2 (en) 2014-05-07 2015-11-12 Baylor College Of Medicine Artificial, flexible valves and methods of fabricating and serially expanding the same
USD867594S1 (en) 2015-06-19 2019-11-19 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic heart valve
CA2914094C (en) 2014-06-20 2021-01-05 Edwards Lifesciences Corporation Surgical heart valves identifiable post-implant
US10314696B2 (en) * 2015-04-09 2019-06-11 Boston Scientific Scimed, Inc. Prosthetic heart valves having fiber reinforced leaflets
CN107847232B (zh) 2015-05-14 2022-05-10 W.L.戈尔及同仁股份有限公司 用于闭塞心耳的装置
CA2989437C (en) 2015-07-02 2023-08-08 Edwards Lifesciences Corporation Hybrid heart valves adapted for post-implant expansion
US10456246B2 (en) 2015-07-02 2019-10-29 Edwards Lifesciences Corporation Integrated hybrid heart valves
CA2995855C (en) 2015-09-02 2024-01-30 Edwards Lifesciences Corporation Spacer for securing a transcatheter valve to a bioprosthetic cardiac structure
US10080653B2 (en) 2015-09-10 2018-09-25 Edwards Lifesciences Corporation Limited expansion heart valve
US10667904B2 (en) 2016-03-08 2020-06-02 Edwards Lifesciences Corporation Valve implant with integrated sensor and transmitter
US10456245B2 (en) 2016-05-16 2019-10-29 Edwards Lifesciences Corporation System and method for applying material to a stent
US10368982B2 (en) 2016-05-19 2019-08-06 Boston Scientific Scimed, Inc. Prosthetic valves, valve leaflets and related methods
USD846122S1 (en) 2016-12-16 2019-04-16 Edwards Lifesciences Corporation Heart valve sizer
US10463485B2 (en) 2017-04-06 2019-11-05 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic valve holders with automatic deploying mechanisms
EP3614969B1 (en) 2017-04-28 2023-05-03 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic heart valve with collapsible holder
EP3641700A4 (en) 2017-06-21 2020-08-05 Edwards Lifesciences Corporation DOUBLE WIRE SHAPED HEART VALVES WITH LIMITED EXPANSION
US11173023B2 (en) 2017-10-16 2021-11-16 W. L. Gore & Associates, Inc. Medical devices and anchors therefor
EP3743016A1 (en) 2018-01-23 2020-12-02 Edwards Lifesciences Corporation Prosthetic valve holders, systems, and methods
USD908874S1 (en) 2018-07-11 2021-01-26 Edwards Lifesciences Corporation Collapsible heart valve sizer
EP4076284A1 (en) 2019-12-16 2022-10-26 Edwards Lifesciences Corporation Valve holder assembly with suture looping protection

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3824629A (en) * 1969-03-24 1974-07-23 D Shiley Pivoted discoid heart valve having a changing pivot axis
JPS535917B2 (nl) * 1973-12-29 1978-03-02
US4340091A (en) * 1975-05-07 1982-07-20 Albany International Corp. Elastomeric sheet materials for heart valve and other prosthetic implants
US4222126A (en) * 1978-12-14 1980-09-16 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Department Of Health, Education & Welfare Unitized three leaflet heart valve
US4265694A (en) * 1978-12-14 1981-05-05 The United States Of America As Represented By The Department Of Health, Education And Welfare Method of making unitized three leaflet heart valve
NL7906506A (nl) * 1979-08-30 1981-03-03 Steenhoven Antonius A Van Kunstmatige hartklep.
US4345340A (en) * 1981-05-07 1982-08-24 Vascor, Inc. Stent for mitral/tricuspid heart valve
US4376312A (en) * 1981-05-19 1983-03-15 Foxcroft Associates Hydraulically actuated cardiac prosthesis

Also Published As

Publication number Publication date
JPS61247447A (ja) 1986-11-04
EP0193987A1 (en) 1986-09-10
US4731074A (en) 1988-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500538A (nl) Hartklepprothese, werkwijze voor het vervaardigen van een hartklepprothese en daarbij toegepaste mal.
US6916338B2 (en) Synthetic leaflets for heart valve repair or replacement
US10772722B2 (en) Polymeric heart valve
AU2011239562B2 (en) Polymeric trileaflet heart valve prosthesis
US9339381B2 (en) Four-leaflet stented mitral heart valve
DE60124930T2 (de) Ventilprothesen mit blattelementen aus verstärktem kunststoff
EP1427356B1 (en) Polymer leaflet designs for medical devices
US4364127A (en) Trileaflet type prosthetic heart valve
US20080154358A1 (en) Heart valve prosthesis
EP2856972A1 (en) Artificial heart valve
JP2000513248A (ja) プロテーゼの僧帽・心臓弁
Bezuidenhout et al. Flexible leaflet polymeric heart valves
KR20210153661A (ko) 자연적으로 설계된 승모판 보철물
US20030135270A1 (en) Polyurethane sufrace buttressed cardiac valve suture ring
KR960003508B1 (ko) 수채형 양엽 고분자심장판막
Au et al. Mitral prosthetic valve regurgitation due to stent fracture of a porcine bioprosthesis.
CN118000967A (zh) 替代心脏二尖瓣的组件

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed