NL8500507A - Paper-making using cationic starch as strengthening agent - with neutralisation of anionic materials in pulp using amt. of neutralising agent determined by zeta potential determn. - Google Patents

Abstract

Process for making paper from a pulp contg. anionic trash materials (e.g. hemicelluloses and lignins derived from the wood pulp), comprises neutralising the pulp with the necessary amt. of a neutralising agent as determined by periodical or continuous measurement of the zeta-potential, then adding cationic starch as paper strength improver and processing the pulp mass into paper.

Description

————— · t VO 7075 Uitvinders :-Pieter Hubert Brouwer -Gerardus Jan van Aggelen______________————— · t VO 7075 Inventors: -Pieter Hubert Brouwer -Gerardus Jan van Aggelen______________

Titel: Werkwijze voor het Vervaardigen van papier en het _ _aldus vervaardigde papier. . _;_Title: Process for the Manufacture of paper and the paper manufactured accordingly. . _; _

Het is bekend verschillende stoffen (o.a. katio- . nogeen zetmeel) aan de papierpulp toe te voegen alvorens hieruit een papiervel te vormen. Het doel van de toevoeging van het kationogeen zetmeel is de verhoging van de retentie 5 van ónder andere fijne vezels en pigmenten en de verbetering van de sterkte van het vervaardigde papier.It is known to add various substances (including cotton, starch, starch) to the paper pulp before forming a paper sheet therefrom. The purpose of the addition of the cationic starch is to increase the retention of, among others, fine fibers and pigments, and to improve the strength of the paper produced.

Kationogeen zetmeel werkt in sommige gevallen niet effectief. Het betreft hier met name pulp waarin een relatief grote hoeveelheid anionogene polymeren 10 (zogenaamde "anionic trash"; 'Störstoffe") aanwezig zijn.Cationic starch does not work effectively in some cases. This particularly concerns pulp in which a relatively large amount of anionic polymers (so-called "anionic trash"; "Störstoffe") are present.

Deze hierna als " stoorstoffen" aangeduide verbindingen bestaan onder andere uit hemicellulosen en ligninen afkomstig uit houtslijp. Een en ander is uitvoerig beschreven door W. Auhorn, Wochenblatt für Papierfabrikation, 15 1984, Nr. 2, pagina’s 37-48. De hoeveelheid st/oorstof f en in de pulp is in de afgelopen jaren voortdurend omhoog •gegaan tengevolge van het steeds verdèr sluiten van witwatersystemen. De hoeveelheid stoorstoffen in de pulpmassa is wisselend. Indien men kationogeen zetmeel 20 toevoegt aan anionogene stoorstoffen bevattende pulp, vormt het kationogene zetmeel met de anionogene polymeren complexen. Aldus wordt het kationogene zetmeel gehéél of ten dele onwerkzaam gemaakt.These compounds, hereafter referred to as "interfering agents", include hemicelluloses and lignins from wood pulp. All this has been described in detail by W. Auhorn, Wochenblatt für Papierfabrikation, 15 1984, Nr. 2, pages 37-48. The amount of dust f and in the pulp has continuously increased in recent years owing to the ever-increasing closure of white water systems. The amount of interfering substances in the pulp mass varies. When cationic starch is added to pulp containing anionic interfering substances, the cationic starch forms complexes with the anionic polymers. Thus, the cationic starch is rendered ineffective in whole or in part.

Het is uit de literatuur bekend om de stoorstoffen 25 bevattende pulp eerst te neutraliseren alvorens het kationogeen zetmeel toe te voegen. Daartoe moet eerst vastgesteld worden hoeveel stoorstoffen in de pulp aanwezig zijn. Bekende methoden hiertoe zijn de polyelectro-liet-titratie met toluidine-blauw als indicator en 30 de bepaling van de stoorstoffen met behulp vah een zogenaamde 'Streaming Current Detector"(stromingspotentiaal-It is known from the literature to neutralize the pulp-containing pulp before adding the cationic starch. To this end, it must first be determined how many interfering substances are present in the pulp. Known methods for this purpose are the polyelectrolyte titration with toluidine blue as indicator and the determination of the interfering substances by means of a so-called "Streaming Current Detector" (flow potential).

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

8500507 -2- meter). De eerste methode werkt vaak niet goed en de tweede methode is erg stoorgevoelig* De neutralisering van de stoorstoffen moet vrij nauwkeurig gebeuren.8500507 -2-meter). The first method often does not work well and the second method is very sensitive to interference. * The neutralization of the interference substances must be done fairly accurately.

Bij een niet nauwkeurige neutralisering worden de 5 ontwateringstijd en het droge-stof-gehalte van de papierbaan na het persen negatief beïnvloed. Bij een afgemeten neutralisering van de stoorstoffen worden genoemde eigenschappen gunstig beïnvloed.If the neutralization is not accurate, the dewatering time and the dry matter content of the paper web after pressing are adversely affected. With a measured neutralization of the interfering substances, said properties are favorably influenced.

Onderhavige uitvinding heeft betrekking op 10 het afgemeten neutraliseren van de in de pulp aanwezige stoorstoffen, waarbij de daartoe benodigde hoeveelheid neutraliseermiddel bepaald wordt door middel van periodieke of continu meting van een signaal dat veroorzaakt wordt door de zêta-potentiaal. Na een optimale neutralisering 15 dragen de vezels nog een negatieve lading.The present invention relates to the measured neutralization of the interfering substances present in the pulp, the amount of neutralizing agent required for this being determined by periodically or continuously measuring a signal caused by the beta potential. After an optimal neutralization, the fibers still carry a negative charge.

Als neutraliseermiddel komen meerwaardige kationen . in al of nietpolymere vorm in aanmerking zoals aluminium-bevattende stoffen bijvoorbeeld aluin, aluminiumchloride en polymere aluminiumverbindingen. Ook organisch^ laagmole-20 culaire kationogene polymeren kunnen als neutraliseermiddel toegepast worden.Polyvalent cations are used as neutralizing agents. in polymeric or non-polymeric form, such as aluminum-containing substances, for example, alum, aluminum chloride and polymeric aluminum compounds. Organic low molecular weight cationic polymers can also be used as neutralizing agents.

Na het afgemeten neutraliseren van de stoorstoffen in de pulpmassa kan kationogeen zetmeel worden toegevoegd dat nu niet meer weggenomen wordt door stoorstoffen, 25 maar goed kan absorberen aan de vezels. Het toegepaste kationogeen zetmeel geeft aldus de gewenste sterkteverbe-tering van het vervaardigde papier. Bovendien komt door de verbeterde retentie van het zetmeel minder zetmeel in het afvalwater terecht. Hierdoor ontstaan 30 minder zuiveripgskosten van het afvalwater.After the measured neutralization of the interfering substances in the pulp mass, cationic starch can be added, which is now no longer removed by interfering substances, but can absorb well to the fibers. The cationic starch used thus provides the desired strength improvement of the manufactured paper. Moreover, due to the improved retention of the starch, less starch ends up in the wastewater. This results in 30 less waste water purification costs.

Na de toevoeging van het kationogene zetmeel wordt aan de pulp bij voorkeur tevens no-g een synthetisch retentiemiddel toegevoegd om de retentie van de fijne vezels en de vulstoffen zo hoog mogelijk te doen zijn.After the addition of the cationic starch, a synthetic retention agent is preferably also added to the pulp in order to maximize the retention of the fine fibers and fillers.

ΒΑτ&φψψξ o 7 « · -3-ΒΑτ & φψψξ o 7 «· -3-

Als synthetisch retentiemiddel konen relatief laaggeladen, kationogene of anionogene, hoogmoleculaire bij voorkeur lineaire polymeren in aanmerking zoals polyacrylamide en polymethacrylamide. Bij keuze van een geschikt retentie— 5 middel is het mogelijk een deel van de gecomplexeerde stoorstoffen in het papier te retentiëren. Een gevolg hiervan is dat de zuiveringskosten van het afvalwater verder dalen.Relatively low-charged, cationic or anionic, high molecular weight, preferably linear polymers such as polyacrylamide and polymethacrylamide may be used as a synthetic retention agent. When a suitable retention agent is selected, it is possible to retain some of the complexed interfering substances in the paper. As a result, the wastewater treatment costs continue to fall.

VOORBEELDEXAMPLE

10 üitgegaan wordt van een pulpmassa die een onbekende hoeveelheid stoorstoffen bevat. De pulpmassa bevat 0,83 % droge stof waarvan 0,3 % vezels groter dan 75 micrometer, 0,3 % vezels kleiner dan 75 micrometer en 0,1 % kaolien. In een deel van de pulp wordt via 15 een bepaling van de zêta-potentiaal vastgesteld dat in de pulpmassa 305 micromol. anionische lading per kg. pulp aanwezig is. Als neutraliseermiddel wordt 800 mg, polymeer aluminiumchlor ide per kg. pulp toegevoegd zodanig dat de lading van de stoorstoffen volledig 20 of nagenoeg volledig geneutraliseerd wordt. Vervolgens wordt 100 mg. kationogeen verstijfseld aardappelzetmeel (substitutiegraad 0,035 ) per kg. pulp.toegevoegd (als 1 %-ige oplossing). De contacttijd tussen vezels en zetmeel bedraagt circa 2 minuten. Daarna wordt per 25 kg. pulp toegevoegd (als een. 0,1 %-ige oplossing in water). Vervolgens wordt de pulp ontwaterd (op een zogenaamde Dynamic Drainage Jar). Vastgesteld wordt dat het zetmeelgehalte in het filtraat 5 mg/liter bedraagt. In het overeenkomstige filtraat dat verkregen 30 wordt zonder toepassing van het neutraliseermiddel wordt een veel hoger zetmeelgehalte van 50 mg/liter gevonden.10 It is assumed that a pulp mass contains an unknown amount of interfering substances. The pulp mass contains 0.83% dry matter of which 0.3% fibers greater than 75 microns, 0.3% fibers less than 75 microns and 0.1% kaolin. In a part of the pulp, a determination of the zeta potential is determined via 305 that in the pulp mass 305 micromoles. anionic charge per kg. pulp is present. As a neutralizing agent, 800 mg of polymer aluminum chloride is used per kg. pulp is added such that the charge of the interfering substances is completely or almost completely neutralized. Then 100 mg. cationically gelatinized potato starch (degree of substitution 0.035) per kg. pulp added (as 1% solution). The contact time between fiber and starch is approximately 2 minutes. Thereafter, per 25 kg. pulp added (as a 0.1% aqueous solution). The pulp is then dewatered (on a so-called Dynamic Drainage Jar). The starch content in the filtrate is determined to be 5 mg / liter. In the corresponding filtrate obtained without using the neutralizing agent, a much higher starch content of 50 mg / liter is found.

„„„«Μ»?'5 o i"" "« Μ »?" 5 o i

Claims (2)

1. Werkwijze voor de vervaardiging van papier, met. het kenmerk, dat men anionogene stoor-stoffen bevattende pulp afgemeten neutraliseert met kationogene materialen waarbij, de daartoe benodigde 5 hoeveelheid neutraliseermiddel wordt bepaald door middel van periodieke of continu zêta-potentiaalmeting waarna men als papiersterkteverbeteraar kationogeen zetmeel toevoegt en de pulpmassa verder verwerkt tot papier.1. Process for the manufacture of paper, with. characterized in that anionic interfering pulp containing pulp is measured neutralized with cationic materials, the amount of neutralizing agent required for this being determined by means of periodic or continuous salt potential measurement, after which cationic starch is added as paper strength improver and the pulp mass is further processed into paper. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het 10. e n m e r k, dat men na de toevoeging van het kationogeen zetmeel tevens nog een synthetisch retentiemiddel toevoegt alvorens de papierbaan gevormd wordt. / 8500507 BAD ORIGINAL2. Process according to claim 1, characterized in that after the addition of the cationic starch, a synthetic retention agent is also added before the paper web is formed. / 8500507 BAD ORIGINAL