NL8500440A - Beveiligingslabeldetectiestelsel. - Google Patents

Beveiligingslabeldetectiestelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8500440A
NL8500440A NL8500440A NL8500440A NL8500440A NL 8500440 A NL8500440 A NL 8500440A NL 8500440 A NL8500440 A NL 8500440A NL 8500440 A NL8500440 A NL 8500440A NL 8500440 A NL8500440 A NL 8500440A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
signature
received
signals
detection system
Prior art date
Application number
NL8500440A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sigma Security Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sigma Security Inc filed Critical Sigma Security Inc
Publication of NL8500440A publication Critical patent/NL8500440A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B13/00Burglar, theft or intruder alarms
    • G08B13/22Electrical actuation
    • G08B13/24Electrical actuation by interference with electromagnetic field distribution
    • G08B13/2402Electronic Article Surveillance [EAS], i.e. systems using tags for detecting removal of a tagged item from a secure area, e.g. tags for detecting shoplifting
    • G08B13/2405Electronic Article Surveillance [EAS], i.e. systems using tags for detecting removal of a tagged item from a secure area, e.g. tags for detecting shoplifting characterised by the tag technology used
    • G08B13/2408Electronic Article Surveillance [EAS], i.e. systems using tags for detecting removal of a tagged item from a secure area, e.g. tags for detecting shoplifting characterised by the tag technology used using ferromagnetic tags
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01VGEOPHYSICS; GRAVITATIONAL MEASUREMENTS; DETECTING MASSES OR OBJECTS; TAGS
    • G01V3/00Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation
    • G01V3/08Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation operating with magnetic or electric fields produced or modified by objects or geological structures or by detecting devices
    • G01V3/10Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation operating with magnetic or electric fields produced or modified by objects or geological structures or by detecting devices using induction coils
    • G01V3/104Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation operating with magnetic or electric fields produced or modified by objects or geological structures or by detecting devices using induction coils using several coupled or uncoupled coils
    • G01V3/105Electric or magnetic prospecting or detecting; Measuring magnetic field characteristics of the earth, e.g. declination, deviation operating with magnetic or electric fields produced or modified by objects or geological structures or by detecting devices using induction coils using several coupled or uncoupled coils forming directly coupled primary and secondary coils or loops
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B13/00Burglar, theft or intruder alarms
    • G08B13/22Electrical actuation
    • G08B13/24Electrical actuation by interference with electromagnetic field distribution
    • G08B13/2402Electronic Article Surveillance [EAS], i.e. systems using tags for detecting removal of a tagged item from a secure area, e.g. tags for detecting shoplifting
    • G08B13/2428Tag details
    • G08B13/2437Tag layered structure, processes for making layered tags
    • G08B13/2445Tag integrated into item to be protected, e.g. source tagging

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Computer Security & Cryptography (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Geophysics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Burglar Alarm Systems (AREA)

Description

85.3021/AA/cd
Korte aanduiding: Beveiligingslabeldetectiestelsel.
De uitvinding heeft betrekking op een beveiligingsinrich-ting en in het bijzonder op een diefstaldetectie-inrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van een verzadigbaar magnetisch label dat gewoonlijk verborgen in een te beschermen 5 artikel verborgen is.
In de afgelopen jaren is een klasse diefstaldetectie-in- . richtingen populair geworden waarbij een in een te beschermen artikel verborgen label of strip gedetecteerd wordt. Hoewel er verschillende variaties op het te detecteren soort label i .
10 bestaan (waarvan er sommige voorzien zijn van resonantieketens etc.)zijn er veel uitvoeringsvormen, en verbeteringen op de uitvoeringsvormen geweest gebaseerd op de detectie van specifieke harmonischen of groepen harmonischen van signalen die door de label opgewekt geacht worden. Deze detectorklasse is 15 afgeleid van een uitvinding door Pierre Arthur Picard, welke beschreven is in het Franse octrooischrift 763,681 van 10 november 1933. ' ,
Bij de- in dat octrooischrift beschreven uitvinding worden dunne stroken van een materiaal met een hoge magnetische per-20 meabiliteit herhaaldelijk in de aanwezigheid v4n een wisselend magnetisch veld in en uit verzadiging gebracht. Een ontvangstantenne ontvangt magnetische velden,, die geacht worden opgewekt te zijn door de materiaalstrook en die wisselen met frequenties die harmonischen van de oorspronkelijke zendfrequentie 25 zijn. Een met de ontvangstantenne verbonden ontvanger is af-: gestemd voor het detecteren van signalen op één of meer van de door de doeJstrip geleverde harmonische frequenties en er wordt een alarm geaktiveerd bij het optreden van een dergelijke detectie. De specifieke frequenties van de harmonischen . 30 geven de aanwezigheid van het specifieke labelmateriaal aan.
Verbeteringen op dit stelsel zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften ÜS 4,123,749, welke betrekking heeft op de continue rotatie van het uitgezonden magnetische veld, US 3,983,552, welke betrekking heeft op het ontmagneti-35 seren van een met de strook geassocieerd besturingselement en BADoftfêll5S£rafbepaal<ie harmonischen detecteert, US 3,665^,449 'a Si Λ Λ I # Λ -2- waarbij signalen met bepaalde frequenties gedetecteerd worden en met een aangelegd veld met een bepaalde sterkte, US 3,631,442 welke betrekking heeft op het opwekken van tenminste twee oscillerende elektromagnetische velden met verschillende 5 frequenties, US 3,790,745 welke een analyse uitvoert van de harmonische componenten van de ontvangen frequenties, US 3,754,226, welke betrekking heeft op een vorm van een zendan-tenne, US 3.820,103 welke een bepaald harmonisch signaal detecteert dat opgewekt is door de label of merker, US 4,215,342 10waarbij een subresonantielabel toegepast wordt, US 4,158,434 welke betrekking: heeft op de richting van de lijnen van magnetische verzadiging van de labels, en US 4,298,862 welke betrekking heeft op het gebruik van amorfe ferromagnetische met materialen, die magnetische velden opwekken "tonen" die vast-15gehouden worden nadat de label gebogen wordt. '
Bij de uit de genoemde octrooischriften bekende stelsels worden de aan de goederen te hechten merken of labels specifiek gebruikt voor het opwekken van signalen die harmonischen zijn van de frequentie van het aan een detectiegebied of de-20 tectiezone aangelegde magnetische veld. Veel van de bekende stelsels zijn gericht op verfijningen voor het maximaliseren van de mogelijkheid van de detectie van bepaalde.harmonischen die geacht woeden de unieke aanwezigheid van de strook of van de.label specifiek te identificeren of om daarbij foutieve 25 identificatie .van andere metalen voorwerpen zoals riemgespen, juwelen, of andere door een persoon gedragen artikelen van verschillende samenstelling etc. te verwerpen.
Niettemin is gebleken, dat dergelijke inrichtingen toch vaak valse alarmeringen kunnen geven, die vaak veroorzaakt 30 worden door materialen met gelijke magnetische samenstelling als van de werkelijk te detecteren label. Zoals door Picard is aangegeven, veranderen de afmetingen of de vorm van. de label louter de amplitude ervan; de samenstelling van de materialen identificeert de harmonische inhoud van het opge-35 wekte signaal. De detectie van uit gelijk materiaal bestaande voorwerpen zoals de strook, merk of bevelligingslabel is daarom blijkbaar onvermijdelijk gebleken.
De uitvinding past een geheel andere benadering voor de BADdQBK5tt*M. van dergelijke labels toe. Inplaats van de detec- ; .. -3- tie van harmonischen van een signaal dat zoals vroeger in of door de label werd opgewekt, wordt de label volgens de uitvinding gebruikt voor het verstoren van het magnetivsche veld binnen het detectiegebied. Een ontvangstantenne detecteert 5 het gestoorde veld, elimineert de dragerfrequentie en levert het vervormingssignaal als een te detecteren signaal aan een inrichting die de golfvorm van het vervormingssignaal vergelijkt met een opgeslagen golfvorm. In een voorkeursuitvoerings— vorm wordt het ontvangen signaal gecorreleerd met het opgesla-10 gen signaal en na een gebleken voorafbepaalde mate van correlatie wordt een alarmvrijgeefsignaal opgewekt. Hierdoor is ' dus geen afzondering en detectie van harmonischen nodig.
Bovendien is gebleken dat bij de bekende stelsels voor het afzonderen van de harmonischen van het oorspronkelijke 15 magnetische signaal véél gefilterd moest worden voor het identificeren van. slechts êên harmonische of van enkele geselek-teerde harmonischen. Bij, de. vervaardiging is, het moeilijk om· . filters te verschaffen die precies gelijk zijn, wat leidt tot verschillende eenheden met verschillende gevoeligheden als ; 20 gevolg van variaties in componentwaarden> wat leidt tot tolerant ievariaties. Bovendien zullen de eigenschappen van de *. detector ha verloop van tijd en door veranderingen van omgevingsomstandigheden veranderen, waardoor dure instellingspro-cedures uitgevoerd moeten worden voor het verlagen van de 25 optreedfrequentie van vals alarm of verlaging van gevoeligheid en dus van betrouwbaarheid.
Volgens de uitvinding "leertw elke eenheid de golfvorm-eigenschappen die geïdentificeerd moeten worden, waarbij de geleerde signalen voor elke specifieke eenheid verschillend 30 zijn op grond van de variatie in de eigenschappen van elke specifieke eenheid. Elke eenheid wordt in de bedrijfslokatie ervan ingesteld en er wordt een eenvoudige procedure uitgevoerd waarmee het de golfvormeigenschappen van het door de aanwezigheid van een label veroorzaakt vervormingssignaal ' * · / 35 "leert". Er vindt dus niet alleen compensatie plaats voor de eigenschappen van elk specifiek detectiestelsel maar tegelijk worden variaties in de omgevingsomstandigheden van het detectiestelsel verwerkt. Wanneer om de een of andere reden de ^e!£geMchappen van het detectiestelsel veranderen (bijv. door ,-4- veroudering) kan het bovendien weer aan hetzelfde leerproces onderworpen worden om de golf vormeigenschappen van de te detecteren labels opnieuw op te slaan, waarbij deze keer de opgeslagen eigenschappen gewijzigd worden door de veranderde of 5 verouderde eigenschappen van het detectiestelsel. Er hoevèn dus geen precisiefilters nauwkeurig ingesteld te worden voor het verkrijgen van zo gelijk mogelijke eenheden, terwijl automatisch voor omgevingseffekten gecompenseerd wordt.
Er is rekening mee gehouden dat bij de hier toegelichte 10 concepten en struktuur dat verschillende labels met verschil-- lende eigeneschappen gebruikt kunnen worden en geïdentificeerd kunnen worden door middel van de "geleerde" opgeslagen initiële signaalvoorstellingenrzodat identificatie van een of verschillende labelklassen vereenvoudigd wordt.
15 Er is ook rekening gehouden met het feit dat de vorm van het signaal dat opgeslagen wordt niet perse de golfvorm van een vervormingssignaal moet hebben; het kan elke signatuur-signaalvorm vanaf de te detecteren label hebben, bijvoorbeeld signalen van labelsoorten die verschillen van de hier beschre-20, ven veldvervormingslabel. Het te detecteren signaal waarnaar hier verwezen'wordt als labelsignatuursignaal is- daarom niet .. tot een golfvorm beperkt, hoewel dat de bij voorkeur gewenste . vorm van het te identificeren signaal is. Een belangrijk as-pekt van de uitvinding is echter dat het signatuursignaal 25 vergeleken moet worden met een opgeslagen voorstelling ervan dat gedetecteerd moet worden.
In het algemeen bestaat een uitvoeringsvorm van de uitvinding uit een inrichting voor het detecteren van een be-veiligingslabel in een beveiligingslabeldetectiestelsel geken-30 merkt door een inrichting voor het opslaan van een eerste be-veiligingslabelsignatuursignaal, een inrichting voor de ontvangst van een signatuursignaal van een beveiligingslabel, een inrichting voor het vergelijken van het ontvangen signaal met het opgeslagen signatuursignaal, en een inrichting voor het 35 leveren van een uitgangs-alarmvrijgeefsignaal in het geval dat het opgeslagen signaal in een voorafbepaalde mate gelijk is aan het vergeleken ontvangen signatuursignaal. .
Bij'voorkeur worden achtereenvolgens van dezelfde label BADjytl&l^ signatuursignalen herhaaldelijk vergeleken met het -5- . opgeslagen beveiligingslabelsignatuursignaal en wordt het alarmsignaal vrijgegeven in het geval dat het opgeslagen sig-natuursignaal in een bepaalde mate voor een bepaald minimaal opeenvolgend aantal keren öf een bepaald minimaal aantal 5 keren gedurende een bepaalde tijdsperiode gelijk is aan het ontvangen signatuursignaal.
Tijdens de "leerM-fase van de inrichting wordt een oscil- ✓ lerend magnetisch veld aan het detectiegebied gelegd. Er wordt een beveiligingslabelsignatuursignaal gedetecteerd uit 10 het ontvangen magnetische veld van het detectiegebied door de vervorming van het veld door hèt label en een geheugen slaat een van het ontvangen signaal afgeleid signatuursignaal op.
Het verdient de voorkeur dat het signatuursignaal bestaat uit tenminste twee pieken en een doorgang tussen de pieken.
15 Het verdient ook de voorkeur dat dit initieel signatuursignaal opgeslagen moet worden wanneer de piek/dalamplitudeverhouding tenminste een voorafbepaalde waarde heeft en ook dat de pieken geen grotere amplitude hebben dan de eerste drempel en dat het dal niet lager is dan een tweede drempel.
20 Volgens een andere uitvoeringsvorm moeten de pieken in bijvoorbeeld drie amplitudeniveaugebieden geklassificeerd worden» Aan elk van de drempels worden amplitudeklassificaties . toegekend. De amplitude van de pieken worden vastgesteld voor pieken met amplituden beneden voorafbepaalde drempels en bo-25 ven voorafbepaalde drempels, d.w.z. tussen drie amplitudege- bieden. De piek/dalverhouding of verhoudingen worden vastgesteld in het geval dat de amplitude van de pieken niet groter of lager dan de voorafbepaalde drempels zijn en de digitale voorstelling van het signatuursignaal wordt in overeenstemming met 30 de klassificaties in geheugenlokaties opgeslagen.
Wanneer de inrichting- gebruikt wordt vóór het detecteren van de label wordt daardoor de piekamplitude van het signatuursignaal verkregen en wordt de signatuursignaalfolgvorm vergeleken met de corresponderende opgeslagen voorstelling die 35 overeenkomt met het maximale drempel gebied welke de ontvangen signatuur niet overschreed. Zoals hiervoor aangegeven, is het wenselijk gebleken om te voorzien in drie drempels waarmee ontvangen -signatuursignalen met een lager, middelmatige en hoge BAD OfiH$tNAbde vergeleken worden met corresponderende opgeslagen λ p Λ Λ > / Λ -.-6- lage, middelmatige en hoge amplituden die signatuursignalen voorstellen.
Volgens de uitvinding wordt volgens het bovenstaande een labeldetectiestelsel verkregen" dat een zeer lage optreedfre-5 quentie van vals alarm heeft, welke frequentie belangrijk lager geacht wordt dan die van de stelsels waarbij harmonischen gedetecteerd worden en een alarm vrijgeven bij detectie van die harmonischen.
Er wordt opgemerkt, dat de term "alarmvrijgeefsignaal" 10 bedoeld is om een signaal aan te geven dat de aanwezigheid van het label aangeeft en niet slechts geïnterpreteerd moet worden als een signaal voor het veroorzaken van een aktuele alarmering of het inschakelen van een geluidsbron.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de teke-15 ning. In de tekening toont: figuur 1 een. algemeen blokschema van het stelsel volgens de uitvinding; figuren 2A en 2B representatieve golfvormen ter toelichting van de werking van het stelsel volgens de uitvinding; 20 figuur 3 een overdreven golfvorm van een ontvangen sig naal ; figuur 4 een geïdealiseerd en representatief labelsigna- · tuursignaal; figuur 5 een blokschema van de voorkeursuitvoeringsvorm 25 van de uitvinding; figuur 6 een gedetailleerd blokschema van het stelsel volgens de uitvinding; en figuren 7A, 7B en 7C golfvormen in verschillende punten van het stelsel volgens de uitvinding.
30 Figuur 1 toont in blokvorm het principe van de voorkeurs uitvoeringsvorm van de uitvinding. Een zendahtenne 1, die ty- . pisch de vorm van een grote spoel heeft, voert een Wisselstroom, meestal resonerend en wekt een wisselend magnetisch veld op in een gebied door welke een te detecteren label 2 35 passeert. De inrichting voor het verschaffen van het magnetische veld hoeft hier voor het begrijpen van de uitvinding niet toegelicht te worden en kan gelijk zijn aan die als beschreven in het hiervoor qenoemde Franse octrooischrift op naam van Picard. ®^*^n**on^zvanqstantenne 3, die een grote spoel in een 8-vorm kan • .......' -7- · ziin.als ook beschreven in het octrooischrift van Picard (of de antennes zijn verwisseld) detecteert het magnetische veld door welke de label 2 passeert.
Bij voorkeur bestaat de label 2 uit een laminaat van een 5 paar dunne stroken van zacht magnetische materialen met verschillende coercitdekrachten maar met gelijke magnetische ver-zadigingsdrempels. Korte stroken van, een derde magnetiseerbaar materiaal met hoge coercitiekracht ten opzichte van de coerci-tiekrachten van de zachte magnetische materialen zijn op vaste 10 afstanden van elkaar naast en langs tenminste een kant van de zacht magnetische materialen aangebracht om de zachte magne-vtisöhe materialen in verzadiging in te stellen wanneer het derde magnetiseerbare zachte materiaal remanent gemagnetiseerd is om detectie van de label te verhinderen. Geschikt gebleken ma-15 terialen voor de zacht magnetische materialen zijn amorfe . metaallegeringen zoals C0ggFe4 (Mor Si, Bj waarbij elke ~ strook van het paar een verschillende warmtebehandeling ondergaan heeft voor1 het verkrijgen van verschillende coercitie-krachten maar gelijke magnetische verzadigingsdrempels. Er kun-20 nen echter andere materialen, gebruikt worden met de genoemde •eigenschappen en andere materialen met andere coercitiekrach-,\ ten en andere magnetische verzadigingsdrempels. Voor de duide lijkheid van deze toelichtïng^voor het mogelijk maken van de detectie de stroken verondersteld niet in magnetische 25 verzadiging ingesteld te zijn door het derde magnetiseerbare ;J ‘: materiaal. De belangrijke eigenschap van hetssniet ingestelde materiaal is echter dat wanneer de label 2 in het door de zendantenne 1 opgewekte magnetische veld geplaatst wordt dit ; veld· vervormd wordt. Dit treedt op wanneer de veldsterkte vol-30 :doende is om de magnetisch zachte, materialen herhaaldelijk in en uit verzadiging te. brengen met tegengestelde polariteits-.richtingen bij het toenemen van het wisselend magnetisch veld ; · en dan omgekeerd.
Het vervormde magnetische veld dat door de ontvangstan-35 tenne 3 gaat wekt-een signaalspanning op dat, naar de ontvanger -' 4 gevoerd wordt.
Er is rekening mee gehouden dat wanneer dpor de beveili-gingslajoel 2 een signatuursignaal opgewekt zou worden door een BAP CHtèMAf&an het door de spoel 1 geleverde magnetische veld dit -8- aan de uitvindingsgedachte zou voldoen.
Bij de voorkeursuitvoeringsvorm onderscheidt de ontvanger 4 het vervormde gedeelte van het signaal en verwerkt het als labelsignatuursignaal. Dit' signaal wordt naar een verge-5 lijker 5 gevoerd.
Een geheugen 6 bevat een opgeslagen signaal dat overeenkomt met het te detecteren labelsignatuursignaal. Dit signaal wordt ook naar de vergelijker 5 gevoerd.
Wanneer de vergelijker 5 overeenstemming waarneemt tussen 10 de vorm van het ontvangen' signatuursignaal en het opgeslagen signaal levert het een alarmvrijgeefsignaal op de uitgangslijn
Voor het initieel opslaan van het te herkennen signaal wordt de inrichting in de initialisatietosstand ervan gebracht, waar-15bij het een acceptatiefunktieketen 8 aktiveért. Zoals hiervoor wordt een veld in een detectiezone opgewekt en wordt een label in het veld gebracht- Het signaal wordt in de ontvanger -v. 4 ontvangen en het resulterende vervormingssignaal, diw. z.
hét labelsignatuursignaal wordt naar de acceptatieketen 8 ge-20voerd. Hierin wordt van de amplitude van het labelsignatuursignaal vastgesteld of het tussen een bovenste en onderste drempel ligt. Zo niet, dan stopt de aceeptatiebewerking. Wanneer het tussen de drempels valt, voor de gelamineerde label van twee materialen, is op het moment dat de stroken verzadi-25gen gebleken dat ér twee analoge pieken gescheiden door een dip of dal daartussen aanwezig zijn. De verhouding of verhoudingen tussen de piek/dalamplitude wordt vastgesteld en wanneer deze binnen een bepaald gebied ligt voert de acceptatieketen de labelsignatuurgolfvorm voor opslag naar het ge-30heugen 6.
Het verdient de voorkeur, dat het labelsignatuursignaal voorafgaand aan toevoer naar de vergelijkihgsketen 5 of de acceptatieketen 8 gedigitaliseerd wordt. De opslag van het signaal geschiedt bij voorkeur in digitale vorm in een wille-35keurig toegankelijk geheugen, bij voorkeur van het niet vluchtige type. Het zal ook duidelijk worden dat de vergelijkings-keten, de acceptatieketen en een gedeelte van de ontvanger gevormd kurihen worden door een centrale verwerkingseenheid en heugen 6 een daafmee samenwerkend hulpgeheugen kan -9- zijn.
Sommige van de geobserveerde signalen zijn in overdreven vorm in de figuren 2, 3 en 4 getoond. In figuur 2B zijn blok-golven 9 met een korte duur, getoond die naar de zendantenne 1 5 gevoerd worden. De pulsen 9, die hierna aangeduid zullen worden met pomppulsen, hébben typisch een lengte van ongeveer 12yUS. Ongeveer 15 pomppulsen worden naar de zendantenne 1 gevoerd, wat een daarover toenemende spanningsgolworm 10 geeft. Met elke pomppuls neemt de amplitude van de golfvorm 10 toe.
10 Bij voorkeur is parallel aan de zendantenne 1 een condensator verbonden voor het vormen van een resonantieketen met de frequentie van de pomppulsen. De verkregen piekamplitude bedraagt ongeveer 200 V.
De pomppulsen worden dan gestopt en de stroom in de zend-15 antenne 1 gaat met de oscillatie doof , maar zoals getoond met afnemende spanningsamplitude tot tenslotte het nivèau nul.
Deze cyclus wordt voortdurend herhaald, waarbij het oscillatie-of dragersignaal gekozen is met een frequentie van 6,1 kHz met voor elke 64 ms opgewekte pieken. Wanneer twee zendspoe-2Q len gebruikt worden met een ontvangstspoel zal de ohtvangst-spoel elke 32 ms een stoot van een 6,1 kHz signaal ontvangen.
Zoals reeds gezegd zal het door de ontvangstantenne 3 ontvangen signaal een vervormde voorstelling van het verzonden signaal zijn. De vervorming wordt veroorzaakt door de aanwe-25 zigheid van de label 2, waardoor verstoring optreedt van de fluxlijnen van het veld in het detectiegebied. Wanneer een of elke van de zacht magnetische materialen verzadigt treedt een piek in het ontvangen signaal op. Dit is in figuur 3 getoond met het representatieve ontvangen signaal 11. Het zal voor 30 blijken dat voor zowel dé positieve-als negatieve delen van het ontvangen signaal dubbele piekvervormingen 12 in de ontvangen golfvorm worden gevonden. Er kan opgemerkt worden, dat wanneer de verzonden golfvorm afneemt tot een zodanige lage amplitude dat de labels, niet verzadigd kunnen worden er geen vervormingen 35 optreden.
De ontvanger 4 detecteert en isoleért dan het vervormings-gedeelte van het signaal, dat het in figuur 4 in geïdealiseerde vorm als golfvorm 13 getoonde ontvangen labelsignatuursignaal badcMiginal ^ pi Λ Λ f t Λ -10-
Bij voorkeur wordt het signaal naar een vier bit analoog/ digitaalomzetter gevoerd dat als getoond in figuur 4 de niveaux 0-15 heeft. De omzetter bemonstert de. golfvorm 13, wat digitale signalen levert die overéénkomen met de amplitude van 5 de vertikale lijnen langs het deel SI van de X—(tijd)-as. Het gedigitaliseerde signaal wordt zoals eerder gezegd naar de vergelijker 5 of naar de acceptatieketen 8 gevoerd.
Het is echter gebleken dat het geïdealiseerde labelsigna-tuursignaal meestal niet gerealiseerd wordt en dat het zelf 10 door achtergrondruis, vervorming door de netspanningsfrequentie, hoog energetische signalen, inschakelverschijnselen etc. vervormd is. Dit niet-geidealiseerde en meer normaal ontvangen labelsignatuursignaal is met de representatieve golfvorm 14 aangegeven.
15 Eén van de redenen waarom bekende stelsels vaak gehinderd werden door valse alarmeringen zal nu duidelijk worden. Wanneer het stelsel moet reageren met een geïdealiseerd ontvangen signaal met specifieke harmonische frequenties, aannemend dat de ontvangstketens niet verouderen of andere componentwaaaiden 20 krijgen, en dat alle componentwaarden nauwkeurig bekend waren zouden dergelijke bekende stelsels bevredigend kunnen werken.· Het is echter gebleken, dat het ontvangen labelsignaal in be- · langrijke mate beïnvloed wordt door omgevingsfaktoren en andere faktoren. Als voorbeeld lijkt de signatuurgolfvorm 14 zeer ver-25 schillend van het geïdealiseerde labelsignaal 13. Bovendien is gebleken dat verschillende installaties met dezelfde detectie-inrichting op verschillende lokaties onderling verschillende labelsignatuursignalen leverden en die zoveel verschilden van de theoretische ideale vorm dat het duidelijk zal zijn dat 30 valse alarmeringen verre van ongewoon waren.
Bij het stelsel volgens de uitvinding wordt de vorm van het aktuele labelsignatuursignaal echter geleverd door de com-bjnatie van het detectiestelsel, waarbij het label en de ora-gevingsfaktoren terplaatse vastgesteld worden en in het geheu-35 gen 6 van de inrichting opgeslagen worden. Zoals hiervoor toegelicht, zullen latere labelsignatuursignalen, die passen bij het niet-geidealiseerde, maar wergelijke labelsignatuur-signaal, ë'en op te wekken alarmvrijgeefsignaal veroorzaken.
BAD ORI(|l^j^lr 5 toont een basisblokschema van de voorkeursuitvoe- -11- ringsvorm van de uitvinding. Een ontvangstantenne 3 voedt een ontvanger met een voorver sterker 15, waarvan de uitgang verbonden is met de ingang van een versterker 16. De uitgang van de versterker 16 is verbonden met de ingang van een analoog/ 5 digitaal (A/D) omzetter 17. De datauitgang van de A/D omzetter 17 is verbonden met de da tabus van een centrale verwerkings-eenheid (CPU) 18. Besturingslijnen van de CPU 18 zijn verbonden met de A/D omzetter 17 voor het leveren van tempórisatie-signalen voor het besturen van de werking ervan.
10 De CPU 18 is ook verbonden met een bufferkoppelketen 19, waarvan uitgangen verbonden zijn met een of meer zendantenne-stuureenheden 20. De uitgang van elke stuureenheid 20 is verbonden met een parallelle resonantieketen met een zendantenne als induktief element.
15 Een weergeeforgaan 21 en een toetsenbord 22 zijn op be kende wijze verbonden met de CPU. Andere ingangs-uitgangs I/O lijnen zijn ook op bekende wijze met de CPU 18 verbonden.
Tijdens bedrijf levert de CPU, zoals toegelicht aan de hand van figuur 2 voor golfvorm B, pulssignalen aan de stuur -20 buffer 19. De stuureenheid 20 levert versterkte voorstellingen daarvan aan de corresponderende zendantennespoel, die, zoals hiervoor aan de hand van figuur 2 voor golvorm .A toegelicht,, haar stroom en spanningsamplitude opbouwt.
Er kunnen bijvoorbeeld vier zendantennes gebruikt worden 25 voor een kleinhandelbedrijf, waarbij twee zendantennes langs tegenover liggende kanten van de dubbele uitgangsweg voor een klant aangebracht kunnen worden en twee andere zendantennes tussen de uitgangswegen, en die gestuurd kunnen worden door groepen pulsen gedurende afwisselende perioden. Dit-levert mag-30 netische veldrichtingen die sequentieel veranderen binnen de twee wegdetectiegebieden, terwijl minimale interferentie tussen de twee uitgangswegen veroorzaakt wordt.
De representatieve ontvangstantenne 3 ontvangt het magnetische veld dat gestoord is door de aanwezigheid van een label 35 dat voorafga^ niet in verzadiging gebracht is door een gemag- 0» netiseerd hard magnetisch materiaal in de omgeving ervan. Voor het geval met de vier zendantennes kunnen er twee ontvangstantennes -zijn, een voor elk wegdetectiegebied, maar voor de een-BAD QRIGINAJfrn de toelichting voor een makkelijker begrip van de uit- -12- vinding zal gerefereerd worden aan een ontvangstinrichting met een enkel kanaal.
Het ontvangen signaal wordt versterkt in een versterker 15 en het dragersignaal wordt''in de versterker 16 verwijderd.
5 Het resulterende vervormingssignaal, d.w.z. het ontvangen la-belsignatuursignaal zoals getoond met golfvorm 13 (geïdealiseerd) of 14 (meer representatief voor de werkelijkheid) wordt gedigitaliseerd in de A/D omzetter 17 en wordt naar de CPU 18 gevoerd. De CPU 18 ontvangt tegelijk een opgeslagen 10 digitaal labelsignatuursignaal van een willekeurig toegankelijk geheugen RAM 23, vergelijkt het met het ontvangen signaal en wanneer zij in een bepaalde mate overeenstemmen wekt het een alarmvrijgeefsignaal op en levert het aan de I/O lijn.
Bij de initiële installatie wordt het toetsenbord 22 15 gebruikt om de CPU in de initialisatietoestand te brengen met de toepasselijke indicatie aangegeven op het weergeeforgaan 21. Natuurlijk kunnen andere faktoren zoals het tijdstip van de dag etc. ook weergegeven worden.
Wanneer de CPU in de initialisatietoestand ervan is wekt 20 het zoals hiervoor het magnetische veld in het detectiegebied op en wanneer het een label in het detectiegebied wordt geplaatst verschijnt het resulterende labelsignatui^rsignaal, zoals eerder gezegd op de datalijnen van de CPU 18. In dit geval controleert de CPU echter de amplitude van het signaal ten op-25 zichte van een voorafbepaalde bovenste en onderste drempel, die opgeslagen ligt in haar oorspronkelijke werkingsprogrammasig-nalen, d.w.z. in vaste programmatuur, aangegeven met ROM 24. Wanneer de amplitude tussen de bovenste en onderste drempels ligt, zal de CPU door een in de ROM 24 opgeslagen programma-30 signaal de maximumamplitude ten opzichte van de naast liggende dalverhouding controleren. Wanneer gewenst kan de volgende aangrenzende piek tot voorafgaande dalverhouding als extra zekerheidsfaktor vastgesteld worden. Wanneer de verhouding binnen een voorafbepaald gebied ligt (het gebiedsignaal is ook 35 in de ROM 24 opgeslagen) zal de CPU het gedigitaliseerde sig-naai in de RAM 23 opslaan.
Het verdient de voorkeur dat de volgorde die de CPU moet volgen het op het weergeeforgaan 21 afbeelden van de commando's inbrengen van de label naar de ontvangstantenne 3 -13- in drie graden van intensiteit of nabijheid van drempelgebie-den weergeeft. De eerste of minimum graad zou het eerst ingevoerd worden, d.w.z. met de laagste initiële maximum en mini- * mumdrempels waartussen het"signatuursignaal gedetecteerd, ge-5 controleerd met betrekking tot verhoudingsgebied en opgeslagen moet worden. Het drempelgebied moet dan in opeenvolgende proeven verhoogd worden en de resulterende digitale signatuursignalen worden op dezelfde wijze als hiervoor in de RAM 23 opgeslagen.
10 Steeds wanneer een succesvol labelsignatuursignaal in de RAM 23 opgeslagen is moet het weergeeforgaan 21 een instruk-tie aan de gebruiker geven om door te gaan en om een label verder in het magnetische veld te brengen, waarbij het weergeeforgaan 21 een indicatie geeft wanneer een succesvolle 15 signatuuropslag heeft plaatsgevonden.
Daarna kunnen signalen vanaf het toetsenbord 22 de CPU in de bedrijfstoestand brengen. Tijdens bedrijf, wanneer een label in de buurt van de ontvangstantenne 3 gebracht wordt, moet de gedetecteerde amplitude van het labelsignatuursignaal 20 voor gradatie geklassificeerd worden binnen drempelgebieden en moet het toepasselijke corresponderende labelsignatuursignaal met de volgende hoogste drempel gébruikt worden dm ermee vergeleken te worden. Het zal opgemerkt worden, dat daar de her-halingssnelheid van het zendantennesignaal relatief hoog is 25 er een herhaaldelijke ontvangst zal zijn van het labelsignatuursignaal voor vergelijking met het opgeslagen signatuur-signaal door de CPU 18 wanneer een persoon die de label draagt de detectiezone passeert. Omdat/de persoon echter continu verplaatst en de label bij het passeren van de antenne waarschijn-30 lijk draait, kan de label voortdurend ten opzichte van de ontvangstantenne verplaatsen en zal de vorm van het signatuursignaal meestal qua amplitude met de tijd variëren.
Het verdient daarom de voorkeur dat tenminste drie correlaties uitgeVoerd worden met het in de RAM 23 opgeslagen sig-35 naai binnen een periode van bijvoorbeeld 1/4 sec. voordat de dPU een alarmvrijgeefsignaal opwekt. Inplaats hiervan kan echter een voorafbepaald aantal opeenvolgende -positieve correlaties -gebruikt worden.
BADORIGIN&t verdient de voorkeur dat een correlatietechniek ge-
Vwt 4 1.J> ny, nnn —1—L_ J — 1 ι J J. — —3---1* j— -14- funkties \ ~ h- t± Sitk 1=0 30 ^ 5 «T * ‘2i ‘2> 1=0 waarin tj_ het ontvangen labelsignatuursignaal is, S het opgeslagen labelsignatuursignaal, i de sommatieindex, K een correlatieparameter met betrekking tot een signaal- 10 monstergetal (bijv. 0....10) en waarin een uitgangs-alarmvrijgeefsignaal wordt opgewekt in het geval dat de correlatieverhouding R/R_ gelijk is aan of gro- K * ter dan een voorafbepaalde waarde.
In een succesvol prototype bedroeg de verhouding RK/R<r 15 0,75, wat opgevat wordt als een typische benaderingscorrela-tiewaarde ter indicatie van een succesvolle correlatie.
Er is rekening gehouden met het feit dat naast het weergeef orgaan 21 een kunstmatige stemopwekker gebruikt kan worden, die bestuurd wordt door de CPU 18 en waarvan de stem een waar-20 schuwing levert aan een persoon die'de detectiezone passeert en die een alarmvrijgeefsignaal heeft opgewekt, bijvoorbeeld * "gaat u astublieft terug naar de kassa ter betaling van blijk-' baar niet betaalde goederen".
In figuur 6 is een gedetailleerd blokschema van de voor-25 keursuitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. Zoals toegelicht aan de hand van figuur 5 verdient het de voorkeur dat er een aantal zendantennes en een aantal ontvangstantennes zijn . die in paren zend-ontvangstantennes geielekteerd kunnen. %torden. Er kan echter ook een andere opstelling gebruikt worden. In 30 figuur 6 .is een zend-óntvangstantennepaar 30 getoond die bijvoorbeeld gelijk is aan de antenne die beschreven is in het genoemde Franse octrooischrift 763.681 van Picard.
De ontvangstantenne van hèt paar is verbonden met een keten die het laag frequent dragersignaal van 6,1 kHz verwijdert. 35 Het signaal wordt direkt gekoppeld met een ingang van een op-teller 31 en met een andere ingang van de optelIer via een laag doorlaatfilter 32 met weinig of geen faseverschu'iving. Bij het filter een af snij frequentie van ongeveer 12 kHz en heeft geen of zeer weinig faseverschuiving bij on- -15- geveer 6,1 kHz. De opteller geeft bij voorkeur versterking, zodat de keten als versterker opgevat kan worden.
Het van de opteller afkomstig uitgangssignaal is het labelsignaal als getoond in.de figuren 7A en 7B. In figuur 7A 5 is een representatief dragersignaal getoond van ongeveer 6,1 kHz,;dat in de vorm van de golfvorm 33 door de zendantenne verzonden wordt en dat zoals eerder toegelicht een oscillerend induktief veld opwekt. Een ontvangen golfvorm 34 als getoond in figuur 7B zal vervormingen 35 blijken te hebben bij de 10 temporisatieposities waarbij de label in het veld verzadigt. Deze zijn eerder toegelicht aan de hand van figuur 3 die vervormingen 12 in de golfvorm 11 toont. Deze vervormingen vormen signatuursignalen 36, als getoond in figuur 7C, die aan de uitgang van de opteller 31 optreden (samen met een resterend 15 draaggolfdeel met zeer lage amplitude). '
Doordat de ontvangen golfvorm 33 naar de opteller 31 en naar de laag doorlaatfilter 32 gevoerd wordt worden het dragersignaal en de begeleidende ruis binnen de doorlaatband van het filter onderdrukt en heeft het resulterende uitgangssig-20 naai van de opteller de vorm van het signatuursignaal 36 van figuur 7C.
Het verdient ook de voorkeur dat de drager op deze wijze / geëlimineerd wordt inplaats van door hoogdoorlaatfiltering, daar de hier toegelichte wijze van dragereliminatie aangetoond 25 heeft minimale veranderingen in de signatuursignalen te veroorzaken. Het is gebleken, dat een aktief hoog doorlaatfilter in veel gevallen niet-lineair is en dus de eigenschappen van het signatuursignaal verandert.
Hoewel in dit blokschema niet getoond verdient,het de 30 voorkeur dat het uitgangssignaal van de opteller 31 gebufferd wordt. -
Het labelsignatuur-uitgangssignaal van de opteller 31 wordt naar een andere opteller 37 gevoerd via een schakelaar 38 en een ingangsweerstand 39. Signatuursignalen van andere 35 ontvangstantennes gaan over transmissiewegen 4ΌΑ en 40B via schakelaars 38A en 38B en ingangsweerstanden 39A en 39B naar de ingang van de opteller 37. Het sluiten van een van de schakelaars. 38, 38A, 38B levert dus een ingangssignaal aan de op-BAD OtttCfNAL 37. Wanneer gewenst maken sommige antenne-opstellingen -16- de combinaties van de ontvangen signalen wenselijk, die aan de ingang van de opteller 37 bij elkaar geteld kunnen worden.
Het gekozen signatuursignaal van de vorm van signaal 36 (figuur 7C)of 14 (figuur 4) wordt dan door een hoog doorlaat-5 filter 41 gevoerd om enig dragersignaal verder te verzwakken en wordt dan naar de ingang, van een automatische versterkings-besturingsketen 42 gevoerd. Het resulterend uitgangssignaal wordt door een hoog doorlaatfilter 43 gevoerd, wordt begrensd in een begrenzer 44 en wordt naar de ingang van een analoog/ 10 digitaalomzetter 45 gevoerd. De uitgang van de begrenzer 44 wordt ook naar de ingang van een banddoorlaatfilter 46 gevoerd, die bij een succesvol prototype een middenfrequentie van 100 kHz had, en het resulterend uitgangssignaal wordt door een zeer snelle gelijkrichter 47 gevoerd waarvan het uitgangssig-15 naai de vorm heeft van de omhullende van het signatuursignaal. Dit omhullende signaal wordt naar de besturingsingang C van de automatische versterkingsbesturingsketen 42 teruggevoerd, bij voorkeur via een buffer (niet getoond). Hierdoor reageert de automatische versterkingsbesturing op de labelsignatuur-20 signalen en niet op de amplitude van het dragersignaal.
Schakelaars 48 zijn in serie tussen de uitgang van de opsteller 37 en de ingang van het filter 41, tussen.de uitgang van het filter 41 en de ingang van de automatische versterkingsbesturing 42, en tussen de uitgang van de gelijkrichter 47 25 en de besturingsingang van de automatische versterkingsbesturing 42 verbonden. Schakelaars 49 zijn respektievelijk als shunt tussen de respektievelijke ingangen van het filter 41, van de automatische versterkingsbesturing 42 en van de bestu-ringsingang van de automatische versterkingsbesturing A2 en 30 massa verbonden. Wanneer de schakelaars 48 open zijn zijn de schakelaars 49 gesloten en omgekeerd. Deze funktie verbreekt de serieketen zodat ontvangen signalen niet door het filter 41 en de automatische versterkingsbesturing (AGC)42 gaan en verbindt tegelijk de signaal- en besturingsingang van het 35 filter 41 en van de AGC met massa. Deze handeling wordt toegepast gedurende de tijd dat de zendantenne opgepompt wordt met het pulssignaal 9, dat een toenemend magnetisch veld opwekt. Wanheer het "pompen" gestopt wordt en het zendsignaal als toegelicht aan de hand van figuur 2, worden _ * Λ -17- de schakelaars 48 gesloten en de schakelaars 49 geopend om de keten te laten werken als hiervoor toegelicht voor het doorlaten van de signatuursiqnalen.
De labelsiqnat.uursiqn3.len worden in de analooq/diqitaal-5 omzetter 45 van analoge vorm in digitale vorm omgezet. De resulterende digitale parallelle woorden worden in een FIFO-register 50 gevoerd. Het uitgangssignaal van de FIFO 50 wordt naar een CPÜ-bus 51 gevoerd welke een bekende bus is die communiceert met de centrale verwerkingseenheid 52. Een data-op-10 slag-vrijgeefbesturingslijn 52 en een terugstelsignaal-be— sturingslijn 54 vanaf de bus, gestuurd door de GPU maken het het FIFO-register mogelijk data uit de analoog/digitaalomzetter 55 te lezen en om het FIFO-register terug te stellen wanneer de erin opgeslagen data naar de bus wordt gevoerd en door 15 d^ CPU gelezen wordt.
Een ROM-geheugen 55, dat bij voorkeur het werkingsprogram-ma voor de GPU voor het uitvoeren van de hier toegelichte stappen als harde programmateur bevat, is verbonden met de bus 51, wat ook het geval is met het willekeurig toeg-ankelijk 20 geheugen RAM. 56, die op bekende wijze als tussenresultaatge-heugen gebruikt wordt. Een ander willekeurig geheugen RAM 56A is ook met de bus 51 verbonden en bevat de geleerde signatuur-signalen waarmee de tijdens normaal bedrijf ontvangen signa-tuursignalen vergeleken worden.
25 De uitgangspoorten P zijn verbonden met afzonderlijke stuurketens 57 (duidelijkheidshalve is et slechts êën getoond). De uitgang van elke stuurketen 57 is verbonden met een zendan-tenne van de zend-ontvangstantennès 30. De uitgang van een stuurketen kan verbonden zijn met de middenaftakking van een 30 zendantennespoel, waarvan de andere aansluitingen op geschikte tijdstippen door de CPU gekozen worden, waarbij andere stuurketens of schakelaars daarmee verbonden kunnen worden. Een zend-antenne kan daarbij verbonden worden met een bepaalde ontvangstantenne die gekozen wordt door het sluiten van een van de 35 schakelaars 38, 38A, 38B, etc.
Op deze wijze voert een zendantenire stroom uit de stuurketen 57 en wekt een oscillerend magnetisch veld op in een gebied door welke klanten van een winkel of een persoon of een BADoMöllfüC aftastlabel voorzien artikel passeren, welk magnetisch AC Λ A /. Art -18- veld ontvangen wordt door een ontvangstantenne en welk veld vervormd is door een label dat zich in het veld kan bevinden resulterend in het hiervoor toegelichte signatuursignaal. Er kunnen paren of groepen zendaritennes tegelijk gevoed worden 5 voor het bepalen van de veldrichting binnen het detectiege-bied van het magnetisch veld.
Een begrenzer 58 is tussen de uitgang van elke stuur-keten en massa verbonden om overgangsverschijnselen te verzwakken of te elimineren.
10 Het uitgangssignaal van elk van de stuurketens 57 wordt naar afzonderlijke ingangen van een multiplexer 59 gevoerd, waarvan de ingangslijnen aangegeven zijn met 60, 60A, 60B en 60C. De afzonderlijke ingangslijnen naar de multiplexer 59 worden gekozen door middel van adreslijnen 61 die verbonden 15 zijn met de centrale verwerkingseenheid 52, waarbij het signaal vanaf de ingangslijnen via de datalijnen 62 naar de CPU doorgelaten wordt. Na adressering van een van de ingangslijnen 60, 60C detecteert de CPU nuldoorgangen in het signaal over de zendantenne en verkrijgt daarbij een indicatie van de 20 exakte temporisatie van het signaal gaande door de zendantenne.
Door gebruik van de nuldoorgangsignalen kan de CPU de temporisatie van de schakelaars 48 en 49 en van <jle schakelaars 38, 38A en 38B besturen, waarbij de temporisatie van het pomp-signaal het naar de stuurketens 57 gevoerde signaal vrijgeeft 25 om de pompsignalen (pulsen 9 van-figuur 2) te genereren om te verzekeren dat geen signalen door het filter 41^AGC 42, een analoog/digitaalomzetter 45 en de FIFO 50 verwerkt worden gedurende het interval waarin het magnetische veld toeneemt, overeenkomend met het pompinterval, en om de hiervoor toege-30 lichte labelsignatuursignalen te detecteren die via de FIFO 50 naar de bus 51 gevoerd worden.
Een klok 63 is op bekende wijze met dé CPU 52 verbonden. Een schakelaargroep 64 is ook op bekende wijze met de CPU 52 verbonden; de keuze van één van de schakelaars van de groep 35 64 selekteert het bepaalde in de ROM 55 opgeslagen programma voor het laten werken van de CPU 52 en bepaalt dus de bedrijfs-mode van de gehele keten.
Een"‘weergeeforgaan 65 en een toetsenbord 61 zijn ook op BADSS§tëtLwi;j ze met de CPU 52 verbonden. Het toetsenbord 66 λ e> λ Λ / / Λ -19- wordt gebruikt voor het invoeren van verschillende parameters zoals het tijdstip van de dag, bedienaartnummers, etc. die in de RAM 66 opgeslagen zijn. Het weergeeforgaan 65 wordt gebruikt voor het weergeven van de met het toetsenbord 66 in-5 gevoerde informatie en voor het leveren van een dag en datum-indicatie en een indicatie van in de ROM 55 opgeslagen instruk-ties aan de bedienaar, zoals de stappen die de bedienaar moet ondernemen om door te gaan met de sequentie waarmee de keten het labelsignatuursignaal na installatie leert en opslaat.
10 Bij het inschakelen van de voeding, bij installatie-ini- tialisatie, verdient het de voorkeur dat de in de ROM 55 opgeslagen vaste programmatuur veroorzaakt dat de CPU een signaal naar het weergeeforgaan 65 met de boodschap "klein signaal" voert. Tegelijk verzorgt de CPU zoals hiervoor toege-15 licht een magnetisch veld. De bedienaar brengt een niet opgeheven label in het veld, waarbij het signatuursignaal dan door de inrichting gelezen wordt. Dè waarde van de amplitude moet op het weergeeforgaan 65 getoond worden en de bedienaar brengt de label verder in het magnetisch veld. De waarde op het weer-20 geeforgaan 65 neemt toe. Wanneer de waarde tussen de eerste minimum en maximum drempels voor een laag niveau is, verzorgt de CPU de opslag van de karakteristieke vorm vpn het van de· FIFO 50 ontvangen signatuursignaal in digitale vorm in de RAM 57.
25 De CPU laat dan de woorden "middelmatig signaal" op het weergeeforgaan 65 verschijnen. De bedienaar brengt de label nog verder in het magnetisch veld en dezelfde sequentie gaat door als hiervoor, maar de minimum en maximum drempels worden groter. Wanneer de amplitude van het signatuursignaal tussen 30 de tweede drempels is wordt de karakteristieke vorm van het signatuursignaal in de RAM 57 opgeslagen.
De CPU laat op het weergeeforgaan 65 dan de boodschap "sterk signaal" verschijnen. De minimum en maximum drempels worden weer verhoogd en dezelfde procedure wordt herhaald.
35 Wanneer het sterke signaal in de RAM 57 opgeslagen is, plaatst de CPU een instruktie op het weergeeforgaan 65 met het verzoek dat de bedienaar de datum, het tijdstip en een toe-gangscodenummer moet invoeren. Bij voorkeur is het aantal toe-BADgroter dan êên om de veiligheid te garanderen.
rt C Λ Λ /. /. Λ -20-
Deze toegangscoden worden opgeslagen in de RAM 57, die de enige toegangscoden zullen zijn waarvoor de bedienaar toegang tot het stelsel heeft.
De bedienaar drukt dan eeh "invoer" toets op het toetsen-5 bord 66 in, waarbij het tijdstip en de datum op het weergeef-orgaan 65 afgeheeld worden en het stelsel in bedrijf is.
Een slechts uit te lezen geheugen 67 is verbonden met de bus 51 en heeft daarin data opgeslagen voor het sturen van een kunstmatige stemopwekketen 68, die een luidspreker 69 stuurt.
10 Na detectie van een het magnetisch veld passerend label, zoals eerder toegelicht, veroorzaakt de centrale verwerkingseenheid 52 dat een alarmindicatiesignaal naar de bus. 51 gevoerd wordt, wat de ROM 67 vrijgeeft voor het uitvoeren van signalen naar de kunstmatige stemopwekker 68, resulterend in een door de 15 luidspreker 69 gesproken waarschuwing aan de persoon die de niet opgeheven label draagt. Tegelijk kan een alarmsignaal via de bus 51 en de buffer 70 naar een alarmlijn 71 gevoerd worden, die naar de bedrijfsleider van de winkel of een ander . gemachtigd persoon gaat.
20 Er moet opgemerkt worden, dat meer dan één geheugen 67 (of verschillende insteekbare geheugens) gebruikt kunnen wor-.. den wanneer het gewenst is om te voldoen aan het ^uitvoeren van spraak in verschillende talen. Er kan dus een geheugen 61 gebruikt worden voor Engels, een ander voor Frans, een der-25 de voor Duits,- een ander voor Spaans, een ander voor Italiaans etc.
.Er moet ook opgemerkt worden, dat de bus 51 uitgebreid kan worden naar een expansiemoduul (niet getoond) die verbonden kan zijn met een centrale besturingseenheid met weergeef-30 organen, toetsenborden en besturingslijnen voor een aantal ketens van de hiervoor toegelichte soort.
Het is gebleken, dat de hierboven toegelichte uitvinding . in hoge mate ongevoelig voor vals alarm is, wat een belangrijke stap voorwaarts op het onderhavige gebied geacht wordt.
35 Daar het stelsel zelf de signaaleigenschappen van het signa-tuursignaal van de te detecteren label leert, kan het aan een grote variëteit van omgevingsomstandigheden aangepast worden en kan het gemakkelijk opnieuw geinitialiseerd of opnieuw ge-worden door ongeschoold personeel. Daar een aantal -21- verschillende signatuursignalen geleerd kunnen worden en ware vergelijkingsindicaties aan de bedienaar gegeven kunnen worden, is de uitvinding niet beperkt tot de detectie van diefstal van koopwaar maar kan ook gebruikt worden voor andere doel-5 einden zoals de detectie van verschillende klassen, van labels voorziene handelsartikelen die gedefinieerd worden door verschillende verzadigingseigenschappen (signaturen) van verschillende labels. Personeel dat labels draagt met verschillende signaturen, zoals dokters of verpleegsters, kunnen ge-10 volgd worden tijdens het passeren door verschillende detectie-poorten die op strategische lokaties, zoals in zièkenhuizen, aangebracht zijn. Daar de uitvinding een centrale verwerkings-eenheid omvat, kunnen bewerkingen op de numerieke waarde van het aantal detecties uitgevoerd worden, zoals het optellen 15 van het aantal gedetecteerde goederen binnen verschillende klassen die overheen transportband etc. passeren.
/ - — Conclusies -
BAD ORIGINAL
o r η n l l n

Claims (23)

1. Detectiestelsel voor een beveiligingslabel, gekenmerkt door (a) middelen voor het opslaan van een eerste signatuur-5 signaal, (b) middelen voor het ontvangen van een operationeel signatuursignaal van een beveiligingslabel, (c) middelen voor het vergelijken van het ontvangen signatuursignaal met het opgeslagen signatuursignaal, en 10 (d) middelen voor het leveren van een uitgangsalarmsignaal dat de aanwezigheid van de label aangeeft in het geval dat het opgeslagen signatuursignaal in een bepaalde mate gelijk is aan het vergeleken ontvangen signatuursignaal.
2. Detectie: stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door 15 middelen voor het herhaaldelijk vergelijken van achtereenvolgens van de label ontvangen signatuursignalen en voor het leveren van het alarmvrijgeefsignaal in het geval dat het opgeslagen signatuursignaal in een bepaalde mate een bepaald mini- . mum opeenvolgend aantal keren gelijk is aan het ontvangen sig-20 natuursignaal. /
3. Detectiestelsel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door middelen voor het opslaan van een aantal verschillende amplituden van van een beveiligingslabel ontvangen signatuursignalen, waarbij de middelen voor het vergelijken uitgevoerd 25 zijn met middelen voor het vaststellen van een amplitudegebied van het ontvangen signatuursignaal voor het kiezen van·· het signatuursignaal met het aan\ het het ontvangen signatuursignaal dichtbij zijnde amplitudegebied uit het aantal opgesla- . gen signatuursignalen en voor het daarmee vergelijken van het 30 Ontvangen signatuursignaal voor het vaststellen van de gelijkheid daarmee.
4. Detectie stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vergelijkingsmiddelen uitgevoerd zijn met een correlator en middelen voor het opwekken van een'uitgangs-alarm- in overeensteiranin9 met overdrachtsfunkties «K = It *i Sitk . 1=0 Rτ - 'IL t2i (2) i=o 5 waarin het ontvangen signatuursignaal is, S het opgeslagen signatuursignaal is, i de sommatieindex is, K een correlatieparameter is met betrekking tot een sig-naalmonsterge^tal (bijv. 0....10) 10en dat een uitgangs-alarmvrijgeefsignaal wordt opgewekt in geval dat de correlatieverhouding 1^/%^— gelijk is aan of groter dan een voorafbepaalde waarde.
5. Detectiestelsel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door middelen voor het in digitale vorm opslaan 15van het eerste signatuursignaal en middelen voor het in digitale vorm omzetten van het ontvangen signatuursignaal voorafgaand aan de vergelijking ervan met het opgeslagen signatuursignaal.
6. Detectie stelsel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door middelen voor het in digitale vorm opslaan van het eerste 20signatuursignaal, middelen voor het in digitale vorm omzetten van het ontvangen signatuursignaal voorafgaand aan de vergelijking ervan met het opgeslagen signatuursignaal, waarbij de vergelijkingsmiddelen bestaan uit een correlator, en middelen voor het opwekken van een uitgangs-alarmvrijgeefsignaal, in overeenstemming imet de overdrachtsfunkties 25 *K= IL sitk (1) 1=0 L (2) waarin t^ hèt°ontvangen signatuursignaal is, S het opgeslagen signatuursignaal is, 3Q i de sommatieihdex is, K een correlatieparameter is met betrekking tot een sig-naalmonstergetal (bijv. 0....10) en dat een uitgangs-alarmvrijgeefsignaal wordt opgewekt in geval dat de correlatieverhouding 35 gelijk is aan of groter dan een voorafbepaalde waarde.
7. Detectiestelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen voor het herhaaldelijk vergelijken van opeenvolgend BAD ontvangen signatuursignalen en voor het leveren a >· η n i r n -24- van het alarmvrijgeefsignaal in het geval dat het opgeslagen signatuursignaal in een voorafbepaalde mate een voorafbepaald minimum aantal keren binnen een voorafbepaald tijdsinterval gelijk is aan het ontvangen signatuursignaal.
8. Detectieistelsel volgens eoimlusie 7, gekenmerkt door het in digitale vorm opslaan van het eerste signatuursignaal, . middelen voor het in digitale vorm omzetten van het ontvangen signatuursignaal voorafgaand aan de vergelijking ervan met het opgeslagen signatuursignaal, waarbij de vergelijkingsmiddelen lQbestaan uit een correlator en middelen voor het opwekken van een uitgangs-alarmvrijgeefsignaal in overeenstemming met de overdrachtsfunkties. *K = % Sitk i=o Ώ _ 30. .2 15. sZ- t . (2) 1 i=o 1 waarin ti het ontvangen signatuursignaal is, S het opgeslagen signatuursignaal is, i de sommatieindex is, K een correlatieparameter is met betrekking tot een sig-20 naalmonstergetal (bijv. 0....10) en dat een uitgangs-alarmvrijgeefsignaal wordt opgewekt in ge- · val dat de correlatieverhouding R^/R^. gelijk is aan of groter dan een voorafbepaalde waarde.
91 Detectie- stelsel- volgens conclusie 1, met het kenmerk 25 dat de opslagmiddelen bestaan uit (i) middelen voor het opwekken van een oscillerend magnetisch veld in een detectiegebied, (ii) middelen voor het detecteren van een signatuursignaal van een beveiligingslabel uit een uit het detectiegebied ont- 30 vangen signaal, (iii) geheugenjniddelen en middelen voor het in de geheugen-middelen opslaan van het signatuursignaal.
10. Detectieistelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het signatuursignaal bestaat uit tenminste twee pieken en 35 een dal daartussen, en dat de opslagmiddelen middelen omvatten voor het opslaan van het signatuursignaal in het geval dat BAQ^Ïpi^^^aaiajnpiitudeverhouding tenminste een voorafbepaalde -25- waarde heeft en ook dat de pieken geen grotere amplitude hebben dan een eerste drempel en het dal niet lager is dan een tweede drempel.
11. Detectie stelsel Volgens conclusie 9, met het kenmerk, 5 dat het signatuursignaal bestaat uit twee pieken en een dal daartussen dat de opslagmiddelen middelen omvatten voor het vaststellen van de amplitude van de pieken en voor het klas-sificeren van de graad van de pieken voor het lezen van.de verhouding of de.verhoudingen van <fe pieken tot het dal in het 10 geval dat de amplitude van de pieken niet groter of lager is dan voorafbepaalde drempels en voor het opslaan van een digitale voorstelling van de signatuur in geheugenlokaties in overeenstemming met de klassificatie.
12. Detectie*stelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, 15 dat het signatuursignaal bestaat uit tenminste twee pieken en een dal daartussen en dat de opslagmiddelen middelen omvatten voor het leveren van een maximumdrempel en het toekennen van een amplitudeclassificatie aan de drempel voor het vaststellen van de amplitude van de pieken wanneer de pieken amplituden 20 beneden deze drempel hebben voor het lezen van de verhouding of verhoudingen van de pieken tot het dal in het geval dat de amplitude van de pieken niet kleiner is dan een /voor af bepaalde mimimumdrempel en voor het opslaan van een digitale voorstelling van het signatuursignaal in geheugenlokaties in overeen-25 stemming met' deze klassificatie.
13. Detectie stelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen bestaan uit een opteller, middelen voor het voeren van het ontvangen signaal naar een ingang, van een opteller en naar de andere ingang van de opteller via een fil- 30 ter met, een doorlaatband die geschikt is voor het doorlaten van een signaal met een frequentie van het oscillerende magnetische veld, waarbij de signalen van de laatste frequentie in de opteller w.eggenomen worden resulterend in een verbeterd la-belsignatuuruitgangssignaal daarvan. «·
14. Detectie stelsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de geheugenmiddelen bestaan uit een digitaal geheugen dat tevens voorzien is in een analoog/digitaalomzetter voor het om-BAD QISCmiALvan het verbeterde labelsignaal in digitale vorm, en re- -26- gistermiddelen voor het tijdelijk opslaan van het omgezette la-belsignaal voorafgaand aan de1: opslag in de geheugenmiddelen.
15. Detectie: stelsel volgens conclusie 14, met het kende 'v merk, dat middelen voor het opslaan bestaan uit een digitale 5 verwerkingseenheid en dat tevens voorzien is in ·. kunstmatige stemopwèkmiddelen die bediend worden onder besturing van de verwerkingseenheid voor het opwekken van een kunstmatig opgewekte stemwaarschuwing en het naar een luidspreker voeren ervan na het optreden van het uitgangsalarmsignaal voor acoustische lOuitzending naar een de veiligheidslabel dragende gebruiker.
16. Detectie’stelsel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de kunstmatige stemopwekker voorzien is van middelen voor het opwekken van een stemwaarschuwing in meer dan één taal.
17. Detectie volgens conclusie 1, 9 of 14, ge- 15kenmerkt door middelen voor het opslaan van een aantal verschillende beveiligingslabel-signatuursignalen, middelen voor het vergelijken van de ontvangen signatuursignalen met de opgeslagen signatuur signalen en middelen voor het leveren van verschillende uitgangssignalen die een aanduiding vormen voor de dè- 20tectie van een of meer van de ontvangen signatuursignalen.
18. Detectie: stelsel volgens conclusie 1, 9 pf 14, met het kenmerk, dat het alarmsiqnaal een vrijgeefsignaal voor een detectie-aanduidingseenheid is.
19. Detectie stelsel volgens conclusie 1, 9 of 14, 25met het kenmerk, dat de middelen voor het leveren van het alarmsignaal bestaan uit een digitale verwerkingseenheid, die geschikt .is voor het opslaan van een telwaarde van de aantallen gedetecteerde labels waarvoor het alarmsignaal wordt geleverd.
20. Detectie: stelsel volgens conclusie 1, 9 of 14, geken-30merkt door middelen voor het opslaan van een aantal verschillende beveiligingslabel-signatuursignalen, een digitale verwerkingseenheid· voor het vergelijken van de ontvangen signatuursignalen met de opgeslagen signatuursignalen, waarbij de verwerkingseenheid geschikt is voor het opslaan van een tel- 35 waarde van de aantallen gedetecteerde labels van .elk van het aantal verschillende beveiligingslabel-signatuursignalen. BAD ORiq^etectle stelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, -27- dat de middelen voor het leveren van het alarmsignaal bestaan uit een verwerkingseenheid, die geschikt is voor het cyclisch en sequentieel vrijgeven van de werking van paren van de gene-ratormiddelen en middelen vpor het ontvangen van een signaal 5 uit het detectiegebied. : 22, Detectie-stelsel volgens conclusie 21, gekenmerkt door middelen voor het herhaaldelijk verzorgen van een progressieve toename van het oscillerende magnetische veld.gedurende eerste tijdsperioden en voor het ontvangen van het 10 signaal uit het detectiegebied gedurende tweede tijdsperioden onmiddellijk volgend op de eerste tijdsperioden.
23. Detectie stelsel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen bestaan uit een opteller, middelen voor het voeren van het ontvangen signaal naar een in- 15 gang van een opteller en naar de andere ingang van de opteller via een filter met een doorlaatband die geschikt is voor het doorlaten van een signaal met een frequentie van het oscillerende magnetische veld, waarbij de signalen van de laatste frequentie in de opteller weggenomen worden, resulterend in 20 een verbeterd labelsignatuuruitgangssignaal daarvan.
24. Detectiastelsel volgens conclusie 22, gekenmerkt / door middelen voor het opslaan van een aantal verschillende beveiligingslabel-signatuursignalen, middelen voor het vergelijken van de ontvangen signatuursignalen met de opgeslagen 25 signatuursignalen en middelen voor het leveren van verschillende uitgangssignalen die een aanduiding vormen voor de detectie van ëên of meer van de ontvangen signatuursignalen.
25. Detectiestelsel volgens conclusie 22, 23 Of 24, met het kenmerk, dat de middelen voor het leveren van het alarm- 30 signaal' bestaan uit een digitale verwerkingseenheid, die geschikt is voor het opslaan van een telwaarde van de aantallen van gedetecteerde labels die de opwekking van het alarmsignaal verzorgen. «· · BAD ORIGINAL Λ r n A / /.a
NL8500440A 1984-02-16 1985-02-15 Beveiligingslabeldetectiestelsel. NL8500440A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CA000447593A CA1234892A (en) 1984-02-16 1984-02-16 Security tag detection system
CA447593 1984-02-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500440A true NL8500440A (nl) 1985-09-16

Family

ID=4127217

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500440A NL8500440A (nl) 1984-02-16 1985-02-15 Beveiligingslabeldetectiestelsel.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4663612A (nl)
JP (1) JPS60193098A (nl)
CA (1) CA1234892A (nl)
CH (1) CH668845A5 (nl)
DE (1) DE3505052A1 (nl)
DK (1) DK66885A (nl)
ES (1) ES540470A0 (nl)
FR (1) FR2559914B1 (nl)
GB (1) GB2154396B (nl)
IT (1) IT1214485B (nl)
NL (1) NL8500440A (nl)
NO (1) NO165167C (nl)
SE (1) SE8500652L (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2873033A (en) * 1956-08-08 1959-02-10 Crosman Seed Corp Display rack
US4823113A (en) * 1986-02-27 1989-04-18 Allied-Signal Inc. Glassy alloy identification marker
GB2247381B (en) * 1987-08-28 1992-08-05 Sensormatic Electronics Corp An electronic article surveillance system
US4859991A (en) * 1987-08-28 1989-08-22 Sensormatic Electronics Corporation Electronic article surveillance system employing time domain and/or frequency domain analysis and computerized operation
US4888579A (en) * 1988-09-16 1989-12-19 Minnesota Mining And Manufacturing Company False alarm minimization and direction determination methods
US5103209A (en) * 1989-01-09 1992-04-07 Checkpoint Systems, Inc. Electronic article surveillance system with improved differentiation
US5300922A (en) * 1990-05-29 1994-04-05 Sensormatic Electronics Corporation Swept frequency electronic article surveillance system having enhanced facility for tag signal detection
US5099224A (en) * 1991-01-08 1992-03-24 Santiago Jesus C P Method for identifying magnetic characteristics of magnetic elements
DE4200082A1 (de) * 1992-01-03 1993-07-08 Minnesota Mining & Mfg Vorrichtung und verfahren zum erkennen eines magnetisierbaren markierungselementes
EP0561062A1 (en) * 1992-03-17 1993-09-22 Moisei Samuel Granovsky Method and electromagnetic security system for detection of protected objects in a surveillance zone
US5349339A (en) * 1992-04-07 1994-09-20 Actron Entwicklungs Ag Apparatus for the detection of labels employing subtraction of background signals
US5495229A (en) * 1994-09-28 1996-02-27 Sensormatic Electronics Corporation Pulsed electronic article surveillance device employing expert system techniques for dynamic optimization
US5627516A (en) * 1994-09-28 1997-05-06 Sensormatic Electronics Corporation Electronic article surveillance input configuration control system employing expert system techniques for dynamic optimization
US5537094A (en) * 1995-01-27 1996-07-16 Sensormatic Electronics Corporation Method and apparatus for detecting an EAS marker using a neural network processing device
GB9506909D0 (en) * 1995-04-04 1995-05-24 Scient Generics Ltd Spatial magnetic interrogation system
AU738801B2 (en) * 1995-04-04 2001-09-27 Flying Null Limited Magnetic coding of articles
GB2322769B (en) * 1995-04-04 1999-11-10 Flying Null Ltd Magnetic coding of articles
US5781723A (en) * 1996-06-03 1998-07-14 Microsoft Corporation System and method for self-identifying a portable information device to a computing unit
DE19642985A1 (de) * 1996-10-18 1998-04-23 Esselte Meto Int Gmbh Vorrichtung zur Überwachung eines elektronischen Sicherungselementes in einer Abfragezone
DE19647905A1 (de) * 1996-11-20 1998-05-28 Meto International Gmbh Vorrichtung zur Überwachung eines elektronischen Sicherungselementes in einer Abfragezone
DE19729299A1 (de) * 1997-07-09 1999-01-14 Michael Flor Sicherungsvorrichtung
ITTO980146A1 (it) * 1998-02-25 1999-08-25 Alessandro Manneschi Sistema rivelatore per controllo di accesso e relativo gruppo rivela- tore.
US6479993B1 (en) * 1999-06-30 2002-11-12 Ishida Co., Ltd. Method of detecting foreign matter and apparatus therefor
FR2806483B1 (fr) * 2000-03-14 2004-01-09 Electronique Angelidis Et Sarr Procede de detection et d'identification d'un objet parmi une pluralite d'objets, et dispositif pour sa mise en oeuvre
US7305704B2 (en) * 2002-03-16 2007-12-04 Trustedflow Systems, Inc. Management of trusted flow system
GB2410590B (en) * 2004-01-30 2007-02-14 Hewlett Packard Development Co Physical object with memory tag and apparatus for use with such objects
GB0402025D0 (en) * 2004-01-30 2004-03-03 Hewlett Packard Development Co Physical object with memory tag and apparatus for use with such objects
CN101065169A (zh) * 2004-11-23 2007-10-31 皇家飞利浦电子股份有限公司 包括物体的***和用于识别该物体的感测单元
US8983287B2 (en) * 2010-02-18 2015-03-17 US Seismic Systems, Inc. Fiber optic personnel safety systems and methods of using the same

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR763681A (fr) * 1933-11-10 1934-05-04 Procédé de repérage des objets par modification d'un champ magnétique
US3631442A (en) * 1968-03-22 1971-12-28 Robert E Fearon Anti-shoplifting system
US3665449A (en) * 1969-07-11 1972-05-23 Minnesota Mining & Mfg Method and apparatus for detecting at a distance the status and identity of objects
US4158434A (en) * 1969-11-07 1979-06-19 Glen Peterson Electronic status determining system for goods
US3745226A (en) * 1971-04-05 1973-07-10 Lectro Magnetics Inc Shielded enclosure
US3790745A (en) * 1972-10-13 1974-02-05 Sierracin Corp Temperature control for electrically heatable window
US3820103A (en) * 1972-12-15 1974-06-25 Stop Loss Inc System for detecting an object within a magnetic field
US3983552A (en) * 1975-01-14 1976-09-28 American District Telegraph Company Pilferage detection systems
GB1573183A (en) * 1975-08-12 1980-08-20 Kilo Corp Object identification system
NL7702946A (nl) * 1976-04-03 1977-10-05 Bizerba Werke Kraut Kg Wilh Werkwijze en inrichting voor het vaststellen van de aanwezigheid van objecten in een bepaald controle- gebied, in het bijzonder voor het verhinderen van winkeldiefstallen.
US4168496A (en) * 1977-10-05 1979-09-18 Lichtblau G J Quasi-stationary noise cancellation system
US4215342A (en) * 1978-03-31 1980-07-29 Intex Inc. Merchandise tagging technique
JPS551640A (en) * 1978-06-20 1980-01-08 Hitachi Maxell Ltd Magnetic recording medium
US4298862A (en) * 1979-04-23 1981-11-03 Allied Chemical Corporation Amorphous antipilferage marker
DE3009179A1 (de) * 1980-03-11 1981-09-24 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Verfahren und vorrichtung zur erzeugung des antwortsignals einer einrichtung zur automatischen indentifizierung von objekten und/oder lebewesen
US4309697A (en) * 1980-10-02 1982-01-05 Sensormatic Electronics Corporation Magnetic surveillance system with odd-even harmonic and phase discrimination
US4382291A (en) * 1980-10-17 1983-05-03 Secom Co., Ltd. Surveillance system in which a reflected signal pattern is compared to a reference pattern
US4384281A (en) * 1980-10-31 1983-05-17 Knogo Corporation Theft detection apparatus using saturable magnetic targets
US4475481A (en) * 1981-07-06 1984-10-09 B.I. Incorporated Identification system
US4413254A (en) * 1981-09-04 1983-11-01 Sensormatic Electronics Corporation Combined radio and magnetic energy responsive surveillance marker and system
US4476459A (en) * 1981-10-23 1984-10-09 Knogo Corporation Theft detection method and apparatus in which the decay of a resonant circuit is detected
US4539558A (en) * 1981-11-24 1985-09-03 Shin International, Inc. Antitheft system
DE3200147A1 (de) * 1982-01-05 1983-07-14 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Verfahren zur auswertung von bewegungssignalen eines bewegungsmelders
US4471345A (en) * 1982-03-05 1984-09-11 Sensormatic Electronics Corporation Randomized tag to portal communication system
US4510489A (en) * 1982-04-29 1985-04-09 Allied Corporation Surveillance system having magnetomechanical marker

Also Published As

Publication number Publication date
DE3505052C2 (nl) 1990-11-08
DK66885A (da) 1985-08-17
NO165167C (no) 1991-01-09
US4663612A (en) 1987-05-05
GB2154396B (en) 1988-04-20
CA1234892A (en) 1988-04-05
GB2154396A (en) 1985-09-04
SE8500652L (sv) 1985-08-17
DK66885D0 (da) 1985-02-13
FR2559914A1 (fr) 1985-08-23
SE8500652D0 (sv) 1985-02-13
IT8519534A0 (it) 1985-02-15
ES8603100A1 (es) 1985-12-01
IT1214485B (it) 1990-01-18
NO850571L (no) 1985-08-19
JPS60193098A (ja) 1985-10-01
NO165167B (no) 1990-09-24
GB8503768D0 (en) 1985-03-20
ES540470A0 (es) 1985-12-01
DE3505052A1 (de) 1985-08-22
FR2559914B1 (fr) 1989-03-24
CH668845A5 (de) 1989-01-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500440A (nl) Beveiligingslabeldetectiestelsel.
US4859991A (en) Electronic article surveillance system employing time domain and/or frequency domain analysis and computerized operation
EP0130286B1 (en) Method and apparatus for detection of targets in an interrogation zone
EP0704830B1 (en) Pulsed electronic article surveillance device employing expert system techniques for dynamic optimization
US4476459A (en) Theft detection method and apparatus in which the decay of a resonant circuit is detected
EP0090853B1 (en) Electronic security system with noise rejection
US5469142A (en) Electronic article surveillance system having enhanced tag deactivation capacity
SE451906B (sv) Larmanordning innefattande en av tva delar bestaende larmbricka vilken i ett aktivt lege avger en akustisk signal da delarna fjermar sig fran varandra
NO163257B (no) Sikkerhets-etikett og fremgangsmaate til aa detektere dens naervaer.
EP0819292B1 (en) Electronic article surveillance system with adaptative filtering and digital detection
EP0907155B1 (en) Method and apparatus for theft detection using digital signal processing
US4975686A (en) Process and apparatus for detecting pulses due to electrostatic discharges from furniture or human beings
US6921990B1 (en) Electronic status monitoring system for security containers
US5877706A (en) Ferromagnetic object detector
US4524350A (en) Detection logic and signal processing method and apparatus for theft detection systems
EP0898769B1 (en) Electronic article surveillance system with comb filtering by polyphase decomposition and nonlinear filtering of subsequences
AU716217B2 (en) Pulsed electronic article surveillance device employing expert system techniques for dynamic optimization
WO2005052877A1 (en) Article surveillance system

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed