NL8403900A - Werkwijze voor het voorkomen van het binnendringen van koude lucht door openingen zoals grote ingangen van industriele gebouwen in het bijzonder. - Google Patents

Description

* VO 6701

Titelï Werkwijze voor het voorkomen van het binnendringen van koude lucht door openingen zoals grote ingangen van industriële gebouwen in het bijzonder.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het voorkomen van het 5 binnendringen van koude buitenlucht door openingen, zoals grote ingangen of dergelijke, in industriële gebouwen.

Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een werkwijze voor het voorkomen van warmte-verlies als gevolg van het binnentreden van te grote hoeveelheden buitenlucht door een barrière welke voorkomt dat koude lucht 10 door een grote open ingang van een gebouw kan treden en daarbinnen kan circuleren.

Het probleem van het verminderen van het verbruik aan energie en het verhogen van het comfort binnen woonhuizen is van groot belang, ook met betrekking tot de kostenfactor van brandstof welke steeds weer groter 15 wordt.

Dit probleem wordt in het bijzonder gevoeld bij industriële gebouwen waar de aanwezigheid van een grote ingang voor voertuigen een groot warmteverlies betekent als gevolg van het verhogen van een natuurlijke toevoer van buitenlucht? er zijn ook twee klimatologische problemen als 20 gevolg van het binnendringen van buitenlucht in de leefruimte.

Het komt vaak voor dat bij industriële gebouwen dienovereenkomstig grote ingangen aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld zeer grote deuren, doorgangen voor lorries en dergelijke, ingangen welke steeds open blijven teneinde de doorgang mogelijk te maken voor voertuigen voor het laden 25 en lossen van goederen op en van die voertuigen.

Het is duidelijk dat in zulke gevallen enorme hoeveelheden warmte worden gebruikt als gevolg van koude luchtstromen welke de neiging via de grote doorgangen in het gebouw te treden.

Om al deze problemen op te lossen zijn reeds verschillende oplos-30 singen voorgesteld. In bepaalde gevallen wordt warme lucht door venti-latiemiddelen toegevoerd binnen de ruimtes zelf,in het bovengedeelte van de deuren.

Dit systeem dat bijvoorbeeld wordt toegepast bij magazijnen voor warenhuizen, houdt echter een groot verbruik van energie in omdat de 35 binnentredende lucht verwarmd moet worden doch dergelijke systemen zijn 8403900 -2- niet in staat warmteverlies te voorkomen.

Een tweede meer recente oplossing voorziet in inrichtingen voor het door aanzuigen samentrekken van hete lucht in de bovenzone van een gebouw en vervolgens door middel van één of meer ventilatoren, welke achter el-5 kaar zijn geschakeld, deze lucht met hoge snelheid via een opening in de vloer van het gebouw uit te stoten, evenwijdig aan de ingang waarbij een luchtstroom wordt gevormd in de vorm van een omgekeerde conus met een hoek van ongeveer 15°.

Dit systeem bestaat uit het aanzuigen van warme lucht in het boven 10 gedeelte van het gebouw en deze met hoge snelheid naar de ingang te voeren, waarbij dus de warmte welke in het bovengedeelte van de ruimtes wordt geaccumuleerd, in de ruimtes wordt gebruikt om de luchtstroom te verwarmen.

Dit heeft echter eveneens grote nadelen.

Een groot gedeelte van de lucht welke door de openingen wordt uitgestoten, 15 betekent een betrekkelijk groot verlies aan warmte.

Voorts komt het voor dat een bepaalde hoeveelheid koude lucht door andere openingen, aanwezig in het gebouw wordt aangezogen ter compensatie van de warme lucht welke daarvoor was aangezogen en naar buiten toe verdwijnt. In het geval van wind of van zeer grote deuren, wordt de luchtstroom in 20 het bovenste gedeelte steeds trager hetgeen een toevoer van koude lucht en een uitstoot van warme lucht tot gevolg heeft.

Teneinde de genoemde nadelen te ondervangen voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het toepassen van buitenlucht voor het vormen van een dubbel werkende barrière welke verhindert dat koude lucht binnen een 25 gebouw kan treden.

De uitvinding wordt meer in detail beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen. Daarin toont:

Figuur 1 een perspectievisch aanzicht van de middelen voor het in de praktijk toepassen van de nieuwe werkwijze; 30 Figuur 2 een doorsnede van de inrichting volgens figuur 1.

Nabij een opening 1(zoals bijvoorbeeld een grote deur of dergelijke) in de wand 2 van een industrieel gebouw is een apparaat geplaatst met een horizontale bovenpijp 3 en een vertikale pijp 4 welke onderling gekoppeld zijn door bij voorkeur een centrifugaal ventilator 5 welke 35 door een electromotor 6 of dergelijke wordt gedreven.

84 D 3 90 0 “3- '

De PijP 4 is gekoppeld met een derde pijp 7 welke geplaatst is onder de vloer van het gebouw.

De pijp 3, welke zich over de gehele lengte van de opening uitstrekt, is in het ondergedeelte voorzien van een opening 8 welke over 5 de gehele lengte van de pijp doorloopt.

De pijp 5 staat in verbinding met de buitenzijde via een smalle ventilatie opening 9 welke helt zoals uit figuur 2 blijkt. De centrifugaal ventilator 5 onttrekt lucht uit de pijp 3 en perst deze in de pijpen 4 en 7.

10 Vanaf de pijp 7, treedt de lucht met hoge snelheid via de ventilatie opening 9 naar buiten waardoor een luchtstraal wordt gevormd welke volgens een vlak naar omhoog is gericht dat min of meer op enige afstand ligt van de wand van het gebouw terwijl de lucht zich naar omhoog beweegt.

De opening 8 in de pijp 3 is van grotere afmeting dan de ventilatie 15 opening 9 in de onderste pijp.

De snelheid van de lucht welke uit de ventilatie opening 9 treedt neemt in snelheid af terwijl de lucht zich vanaf de grond beweegt en wordt weer aangezogen door ventilator 5 via de opening 8 in de pijp 3 en komt dan weer in hercirculatie.

20 Dit veroorzaakt een continue circulatie van buitenlucht welke werkt als barrière om te voorkomen, of in elk geval aanzienlijk te verhinderen, dat koude buitenlucht in het gebouw treedt.

Bovendien zal in de bovenzone, waar de uitgestoten luchtstraal drager is een tweede ventilatie opening, waar een constante onderdruk heerst, 25. eventueel buitenlucht aanzuigt welke anders naar binnen zou treden, bijvoorbeeld als gevolg van wind.

De gehele inrichting bevindt zich buiten het gebouw zonder dat thermische energie wordt verbruikt.

Verschillende proeven hebben getoond,,dat door een juist bemeten..

30 van de openingen 8 en de ventilatie opening 9, in overeenstemming met de afmetingen van een grote deur, de hoeveelheid lucht welke naar buiten zou kunnen lekken een minimum is en in elk geval door de ventilator 5 zal worden aangezogen.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat de werkwijze volgens de 35 uitvinding bestaat uit het in de nabijheid van een grote doorgang van een 8403900 -4- Φ*. -4¾ gebouw énhet daar buiten vormen van een koude luchtbarrière welke een effectief opstakel vormt voor de buitenlucht welke de neiging heeft in het gebouw te treden.

Deze lucht wordt bij voorkeur aan één zijde van de opening aange-5 zogen en aan de overliggende zijde uitgestoten.

Een deskundige zal bepaalde veranderingen en variaties kunnen toepassen zonder dat buiten hét kader van de uitvinding wordt getreden.

8403000

Claims (5)

1 Werkwijze voor het verhinderen van het binnendringen van buitenlucht door ingangen van gebouwen, gekenmerkt, doordat het buiten het gebouw gezorgd wordt voor een geforceerde circulatie van lucht onttrokken aan de buitenzijde van het gebouw, zodanig, dat in de nabijheid van de 5 ingang een barrière wordt gevormd, geschikt om het binnendringen van buitenlucht te verhinderen.

2. Werkwijze voor het verhinderen van het binnendringen van buitenlucht door de ingangen van gebouwen, met het kenmerk, dat deze bestaat uit de navolgende stappen. 10 a) aanzuigen van buitenlucht aan de zijde van de ingang welke geïsoleerd' moet worden, b) vervolgens het met hoge snelheid uitblazen van de lucht aan de overliggende zijde zodat deze lucht naar de aanzuigzone wordt gestuwd en aldus een barrière wordt gevormd om te verhinderen,dat koude lucht van 15 buiten af binnendringt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat een luchtstroom met hoge snelheid volgens een iets hellend vlak wordt- uitgestoten waardoor deze naar buiten wordt gestuwd.

4. Apparaat voor het toepassen van de werkwijze van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat buiten de ingang een aanzuigpijp is aangebracht alsmede een injectiepijp aan de overliggende zijde, welke pijpen onderling gekoppeld zijn door een centrifugaal ventilator.

5. Apparaat volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat de openingën aanwezig in de injectiepijp van kleinere afmetingen zijn dan de openingen 25 aanwezig in de aanzuigpijp. 8403900