NL8403583A - Subsoil working attachment for tractor - has forwards inclined rotating shafts with angled blades under ground - Google Patents

Subsoil working attachment for tractor - has forwards inclined rotating shafts with angled blades under ground Download PDF

Info

Publication number
NL8403583A
NL8403583A NL8403583A NL8403583A NL8403583A NL 8403583 A NL8403583 A NL 8403583A NL 8403583 A NL8403583 A NL 8403583A NL 8403583 A NL8403583 A NL 8403583A NL 8403583 A NL8403583 A NL 8403583A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
soil cultivation
machine according
cultivation machine
tine
members
Prior art date
Application number
NL8403583A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8403583A priority Critical patent/NL8403583A/en
Priority to EP85201926A priority patent/EP0183321B1/en
Priority to DE8585201926T priority patent/DE3582720D1/en
Priority to DE19853541490 priority patent/DE3541490A1/en
Priority to FR8517379A priority patent/FR2573608B1/en
Publication of NL8403583A publication Critical patent/NL8403583A/en
Priority to US07/113,392 priority patent/US4775013A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Abstract

The subsoiler has the angled shafts (12) on a support beam and driven from the tractor PTO via a gearing. The ends of the shafts have two angled arms (14) with shaped ends. The front edge of the shafts are fi-tefitted with deflector plates (44) to deflect stones etc. while disc harrows (42) slit the soil in front of each shaft. The shaft ends can be changed to generate different patterns of subsoiling. The subsoiler efficiently changes the subsoil structure without affecting the crop on the surface.

Description

* '« C. van der Lely N.V., Maasland.C. van der Lely N.V., Maasland.

2630/Ned/JP/VS2630 / Ned / JP / USA

"Grondbewerkingsmachine "Soil cultivation machine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen.The invention relates to a soil cultivating machine provided with a number of cultivating members which can be driven on upwardly directed axes.

Grondbewerkingsmachines van deze soort zijn 5 veelal niet geschikt om zich in de ondergrond bevindende harde lagen te bewerken.Soil cultivation machines of this kind are often not suitable for working hard layers located in the subsurface.

Met de constructie volgens de uitvinding kan men nu een machine verkrijgen waarmee doelmatig zich in de ondergrond bevindende harde lagen kunnen worden 10 verbroken doordat ten minste één bewerkingsorgaan is voorzien van een in het verlengde van zijn draaiingsas gelegen tand die zich in voorwaartse richting uitstrekt.With the construction according to the invention it is now possible to obtain a machine with which hard layers in the underground can be broken efficiently, in that at least one working member is provided with a tooth which extends in the direction of its axis of rotation and which extends in the forward direction.

Met behulp van dit constructieve voorstel kan men een inrichting verkrijgen waarbij met behulp van 15 de tand een zich in de ondergrond bevindende, voor water ondoordringbare laag op effectieve wijze kan worden verbroken zonder dat hierbij een bewerking van de bovengrond plaats vindt.With the aid of this constructional proposal, it is possible to obtain a device in which, with the aid of the tine, a layer of water-impermeable layer located in the subsoil can be effectively broken without an operation of the topsoil taking place.

Een verder facet van de uitvinding betreft 20 een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort waarbij « een tand aan zijn ondereinde ten minste twee onder een hoek ten opzichte van elkaar aangebrachte woelorganen omvat. Met behulp van deze constructie kan op effectieve wijze het werkbereik van een tand worden vergroot. Hierbij 25 kan ten minste één woelorgaan een hoek van meer dan 90° met de langshartlijn van de tand insluiten.A further aspect of the invention relates to a soil cultivating machine of the above-mentioned type, wherein a tooth at its lower end comprises at least two agitating members arranged at an angle to each other. Using this construction, the working range of a tooth can be effectively expanded. At least one agitator can herein enclose an angle of more than 90 ° with the longitudinal axis of the tooth.

Een ander aspect van de uitvinding betreft een schijfkouter dat vóór een tot de bewerkingsorganen behorende tand is aangebracht. Met behulp van deze voorzie- 30 ning kan men een sleuf in de grond maken waardoor de bovenzijde van de tand kan bewegen. Hierdoor wordt voorkomen dat bij het gebruik van de machine.de bovengrond op ongewenste wijze wordt opengebroken zodat men in staat is om op effectieve wijze met de machine weidegronden 35 of gronden waarop zich reeds een gewasbestand bevindt te bewerken.Another aspect of the invention relates to a disc coulter mounted in front of a tine belonging to the working members. With the aid of this provision it is possible to make a trench in the ground through which the top of the tine can move. This prevents the topsoil from being undesirably broken up when the machine is used, so that one is able to effectively cultivate pasture areas or grounds on which a crop stock is already present with the machine.

Γ A Λ t ς .- -7 ·* * V ν' 0 ; \ * f - 2 -Γ A Λ t ς .- -7 * * V ν '0; \ * f - 2 -

Een volgend aspect van de uitvinding betreft een met een tand van een bewerkingsorgaan samenwerkend, zich langs de tand uitstrekkend afstrijkorgaan. Op deze wijze wordt voorkomen dat de tand door aanhangend materiaal 5 de werking van de inrichting ongunstig gaat beïnvloeden.A further aspect of the invention relates to a scraper extending with the tooth of a processing member and extending along the tooth. In this way it is prevented that the tooth, due to adhering material 5, will adversely affect the operation of the device.

De uitvinding betreft tenslotte een grondbewerkings-machine, die is voorzien van een driepuntsaankoppeling voor aankoppeling aan de hefinrichting van een trekker, waarbij het de bewerkingsorganen dragende deel van de 10 machine schuin naar achteren en omhoog beweegbaar is aangebracht.The invention finally relates to a soil cultivating machine, which is provided with a three-point coupling for coupling to the lifting device of a tractor, wherein the part of the machine carrying the cultivating members is arranged sloping backwards and upwards.

Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

15 Fig. 1 geeft in zijaanzicht een grondbewerkings- machine volgens de uitvinding weer.FIG. 1 is a side view of a tillage machine according to the invention.

Fig. 2 geeft een aanzicht weer volgens de lijn II - II in fig. 1 , terwijlFig. 2 is a view taken on the line II - II in FIG. 1, while

Fig. 3 een aanzicht weergeeft volgens de lijn 20 ui - in in fig. 2 .Fig. 3 shows a view along the line 20 u-in in fig. 2.

Fig. 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IV in fig. 3.Fig. 4 shows a view according to arrow IV in fig. 3.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, welke in het bijzonder inzetbaar 25 is als ondergrondwoeler.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, which can in particular be used as a subsoiler.

De machine omvat een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende gestelbalk 1, die althans nagenoeg horizontaal is gelegen.The machine comprises a frame beam 1 extending transversely of the direction of travel A. It is located at least substantially horizontally.

De gestelbalk omvat een U-profiel, dat zodanig 30 is opgesteld dat de benen althans nagenoeg verticaal zijn gelegen. Nabij de einden van de gestelbalk 1 en verder op onderling gelijke afstand daartussen zijn in totaal zes dragers 2 aangebracht, waarvan er een, die zich nabij het midden bevindt en niet zichtbaar 35 is, korter is dan de andere. De dragers 2 strekken zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van de machine.The frame beam comprises a U-profile, which is arranged such that the legs are at least substantially vertical. Near the ends of the frame beam 1 and further equidistant therebetween a total of six carriers 2 are provided, one of which is located near the center and is not visible, shorter than the others. The carriers 2 extend at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A of the machine.

Elke drager 2 omvat een zich althans nagenoeg in horizontale 8403583 i * - 3 - richting uitstrekkend deel dat juist achter het midden via een knik onder een hoek van + 145° overgaat in een zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkend deel (fig. 1). De dragers zijn nabij het midden van 5 het voorste deel door middel van bouten 3 aan haaks omgezette einden van de benen van het U-profiel, dat de gestelbalk 1 vormt, aangebracht. Elk van de dragers 2 is eveneens gevormd uit een U-profiel. De opstelling is hierbij zodanig dat de benen van het voorste gedeelte 10 zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekken.Each carrier 2 comprises a part extending at least substantially in horizontal direction 8403583 i * - 3 - which, just behind the center, merges into a part which extends obliquely downwards and backwards via an angle at an angle of + 145 ° (fig. 1). ). The carriers are arranged near the center of the front part by means of bolts 3 at angled ends of the legs of the U-profile, which constitutes the frame beam 1. Each of the carriers 2 is also formed from a U-profile. The arrangement here is such that the legs of the front part 10 extend at least substantially in a horizontal direction.

Aan weerszijden van het midden van de gestelbalk 1 zijn dragers 2 zodanig opgesteld dat de benen steeds naar de buitenzijde zijn gericht (fig. 2).On both sides of the center of the frame beam 1, carriers 2 are arranged such that the legs are always directed outwards (fig. 2).

Aan de onderzijden van de zich schuin naar 15 beneden en naar achteren uitstrekkende delen van de respectieve dragers 2 is een kokervormig gesteldeel 4 aangebracht, door middel van nabij de voor- en achterzijde van het gesteldeel bevestigde beugels 5. Hierbij zijn de dragers 2 aan weerszijden van het symmetrievlak van 20 de inrichting aan de van elkaar afgekeerde zijden van de beugels 5 bevestigd (fig. 2). In het kokervormig gesteldeel 4 zijn op onderling gelijke afstanden assen 6 gelegerd door middel van in de boven- en onderzijde van het gesteldeel 4 in een legerbuis 7 resp. 8 ondergebracht 25 leger 9 resp. 10. De assen 6 zijn aan de onderzijde voorzien van schroefdraad, waarop een stang 11 is geschroefd, die aan de onderzijde is voorzien van schroefdraad.A tubular frame part 4 is arranged on the undersides of the parts of the respective carriers 2 extending obliquely downwards and backwards, by means of brackets 5 fastened near the front and rear of the frame part. Here the carriers 2 are on either side. of the plane of symmetry of the device attached to the remote sides of the brackets 5 (fig. 2). Shafts 6 are supported at mutually equal distances in the tubular frame part 4 by means of a bearing tube 7 and 6 in the top and bottom of the frame part 4, respectively. 8 accommodated 25 army 9 resp. 10. The shafts 6 are threaded at the bottom, onto which is screwed a rod 11, which is threaded at the bottom.

Op de stang 11 is een tand 12 aangebracht die een hol cilindervormig deel 13 omvat dat aan de binnenzijde 30 van boven naar beneden drie gedeelten met een afnemende diameter heeft. Het deel met de grootste diameter is door middel van spiebanen op het ondereinde van de as 6 aangebracht. De onderzijde van de tand 12 heeft twee zich in tegengestelde richting uitstrekkende woelor-35 ganen 14, die dwars op de richting van de gemeenschappelijke langsas van de as 6 en de tand 12 gezien recht verlopen en een hoek van + 110® met elkaar insluiten (fig. 3).A tine 12 is provided on the rod 11, which comprises a hollow cylindrical part 13, which has three parts with a decreasing diameter on the inside 30 from top to bottom. The largest diameter part is mounted on the lower end of the shaft 6 by means of splines. The underside of the tooth 12 has two oppositely extending turbulence channels 14, which run straight across the direction of the common longitudinal axis of the shaft 6 and the tooth 12 and enclose an angle of + 110® ( Fig. 3).

Met de langshartlijn van de tand sluit een woelorgaan 14 een hoek in die groter is dan 90°. Vanaf het cilindervor-With the longitudinal axis of the tooth, a agitator 14 encloses an angle greater than 90 °. From the cylinder shape

C- ·*» v C; O JC- * v C; O J

ί ί - 4 - mig deel 13 van de tand 12 verlopen de respectieve wpel-organen taps en hebben een hoekige uitvoering. De dwarsdoorsnede van een woelorgaan 14 is hierbij enigszins trapeziumvormig, waarbij de oppervlakte in de richting van het 5 vrije einde afneemt. Aan de onderzijde zijn de uit één stuk met het cilindervormig deel 13 gevormde woelorganen 14 voorzien van een uitsparing 15 waarin zich een moer 16 bevindt, die met schroefdraad op de stang 11 samenwerkt ter bevestiging van de tand 12 op de stang. Elk woelorgaan 10 14 is halverwege voorzien van een knik die twee via een hoek van + 130° praktisch rechte delen met elkaar verbindt, waarbij het tot het einde verlopende rechte deel ten opzichte van de rotatierichting B, die een woelorgaan tijdens het bedrijf verkrijgt, naar voren 15 is geknikt.The part 13 of the tooth 12, the respective wafer members, are tapered and of angular design. The cross section of an agitator 14 is somewhat trapezoidal, the surface decreasing in the direction of the free end. At the bottom, the one-piece swirling members 14 formed with the cylindrical part 13 are provided with a recess 15 in which there is a nut 16, which cooperates with thread on the rod 11 for fixing the tooth 12 on the rod. Each agitator 10 14 is provided with a bend halfway connecting two practically straight parts at an angle of + 130 °, the straight part extending to the end relative to the direction of rotation B, which an agitator receives during operation, furrow 15 is bent.

Nabij de einden zijn aan de voorzijde van tot het kokervormig gesteldeel 4 behorende platen 17 tappen 18 aangebracht, welke zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekken en waarom vrij verzwenkbaar zich naar 20 achteren langs de platen 17 uitstrekkende armen 19 zijn aangebracht. Tussen de vrije einden van de armen 19 is een rol 20 vrij draaibaar aangebracht. Bij dit uitvoerings-voorbeeld is de rol 20 voorzien van staafvormige langselemen-ten 21; echter kan deze rol elke uitvoering hebben.Arranged at the ends of the plates 17 of the plates 17 belonging to the tubular frame part 4 are provided near the ends, which tapes extend transversely to the direction of advancement A and why arms 19 extending rearwardly along the plates 17 are provided. A roller 20 is freely rotatable between the free ends of the arms 19. In this exemplary embodiment, the roller 20 is provided with rod-shaped longitudinal elements 21; however, this role can be of any design.

25 Nabij de achterzijde van het kokervormig gesteldeel 4 is een niet nader weergegeven verstelinrichting aanwezig voor het in meerdere standen brengen en vastzetten van de armen 19, teneinde op deze wijze de gewenste werkdiepte te kunnen instellen van de door de assen 6 en tanden 30 12 gevormde bewerkingsorganen 21.Near the rear of the tubular frame part 4 there is an adjustment device (not shown in more detail) for bringing the arms 19 into multiple positions and securing them, in order in this way to be able to set the desired working depth of the shafts 6 and teeth 30 12 formed processing bodies 21.

Binnen het kokervormig gesteldeel 4 is op elk van de assen 6 een tandwiel 22 met rechte vertanding aangebracht. Met uitzondering van de twee nabij het midden van het gesteldeel 4 aanwezige bewerkingsorganen 35 21 zijn tussen de overige bewerkingsorganen 21 identieke tandwielen door middel van kortere assen in het gesteldeel vrij draaibaar ondersteund. Tussen de nabij het midden gelegen bewerkingsorganen 21 zijn twee kleinere tandwielen aangebracht, een en ander zodanig, dat de bewerkingsorganen 8403583 -5=- ï * £ aan weerszijden van het symmetrievlak van de machine tegengesteld roteren (zie fig. 2), waarbij de aan dezelfde zijde gelegen bewerkingsorganen in dezelfde richting roteren. Op deze wijze wordt tijdens het bedrijf een 5 rustige gang van de machine verkregen.Within the tubular frame part 4, a spur gear 22 with straight teeth is arranged on each of the shafts 6. With the exception of the two working members 35 near the center of the frame part 4, identical gears between the other working members 21 are freely rotatably supported in the frame part by means of shorter shafts. Two smaller gears are arranged between the working members 21 located near the center, such that the working members 8403583 -5 = - ï * £ rotate in opposite directions on either side of the plane of symmetry of the machine (see Fig. 2). rotate machining members located on the same side in the same direction. In this way, a quiet run of the machine is obtained during operation.

Nabij het midden is een as 6 van een bewerkingsor-gaan 21 naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 22, waarbinnen de as via een conische tandwieloverbrenging en een aan de achterzijde van de tandwielkast gelegen 10 toerenvariator 23 in verbinding staat met een zich evenwijdig aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting uitstrekkende as 24, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. De betreffende as 24 is door middel van een tussenas 25 met de aftakas van een trekker 15 koppelbaar. Zoals uit fig. 2 blijkt zijn de assen 6 van de respectieve bewerkingsorganen 21 door middel van de tandwielen 22 en de daartussen gelegen tandwielen zodanig aangebracht, dat de paren woelorganen 14 ten opzichte van elkaar in het in fig. 2 weergegeven patroon 20 zijn opgesteld. Deze opstelling werkt gunstig met betrekking tot het verkrijgen van een zo rustig mogelijke gang van de machine.Near the center, a shaft 6 of a machining member 21 is extended upwards and extends into a gearbox 22, within which the shaft communicates via a bevel gear transmission and a 10-speed variable 23 located at the rear of the gearbox with a parallel shaft 24 extending on a vertical plane in the direction of travel, which protrudes beyond the gearbox at the front. The shaft 24 in question can be coupled to the power take-off shaft of a tractor 15 by means of an intermediate shaft 25. As can be seen from Fig. 2, the shafts 6 of the respective working members 21 are arranged by means of the gear wheels 22 and the gears located therebetween, such that the pairs of agitating members 14 are arranged relative to each other in the pattern 20 shown in Fig. 2. This arrangement has a favorable effect on getting the machine as smooth as possible.

Op gelijke afstand van het midden zijn op de gestelbalk 1 paren zich althans nagenoeg evenwijdig 25 aan een verticaal vlak uitstrekkende platen 26 aangebracht, die zich tot boven en onder de gestelbalk 1 uitstrekken.Equally spaced from the center on the frame beam 1 are pairs of plates 26 extending at least substantially parallel to a vertical plane, which extend above and below the frame beam 1.

Tussen de paren platen 26 zijn nabij de boven- en onderzijde door middel van zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende scharnierpennen 27 armen 30 28 verzwenkbaar aangebracht. De armen 28 zijn met hun voorzijde verzwenkbaar aangebracht door middel van scharnierpennen 29, die eveneens zijn gelegen aan de scharnierpennen 27 en zijn aangebracht tussen paren platen 30, die nabij de voorzijde aan de onder- en bovenzijde door 35 middel van twee dwarsbalken 31 met elkaar zijn verbonden.Arms 30 28 are pivotally mounted between the pairs of plates 26 near the top and bottom by means of hinge pins 27 extending at least substantially transverse to the direction of travel A. The arms 28 are pivotally mounted with their fronts by means of hinge pins 29, which are also located on the hinge pins 27 and are arranged between pairs of plates 30, which are connected to each other near the front at the bottom and top by means of two cross beams 31 are connected.

Nabij het midden van de bovenste dwarsbalk 31 zijn zich naar voren uitstrekkende lippen 32 aangebracht, die een bovenste aankoppelpunt vormen voor een driepuntshef- O & Λ * · 5 p 1 f » è - 6 - inrichting van een trekker. De onderste dwarsbalk 31 is nabij de einden voorzien van paren zich naar voren uitstrekkende lippen 33, die de onderste aankoppelpunten vormen voor de driepuntshefinrichting van een trekker.Near the center of the upper crossbar 31, forwardly extending lips 32 are provided, which form an upper coupling point for a three-point linkage of a tractor. The lower crossbar 31 is provided near the ends with pairs of forwardly extending lips 33 which form the lower coupling points for the three-point hitch of a tractor.

5 De onderste armen 28 zijn aan de achterzijde aan hun bovenzijde voorzien van een opwaarts gerichte steun 34 waaraan door middel van een pen 35 scharnierend een stang 36 is aangebracht. De stang 36 is aan de bovenzijde verschuifbaar t.o.v. een bus, die door middel van een 10 pen 35 scharnierend is bevestigd nabij het midden aan de voorzijde tussen de platen 30. Om elke stang 36 is tussen een verschuifbare aanslag 37 aan de bovenzijde en een vaste aanslag 37 aan de onderzijde een voorgespannen drukveer 38 aangebracht, een en ander zodanig dat de 15 drukveer 38 het door de scharnierpennen 27 en 29 en de armen 28 gevormde parallellogram 39 in een bepaalde stand trachten te houden tijdens het bedrijf van de machine, waarbij de onderste armen 28 tegen een tussen de platen 30 bevestigde aanslag 40 rusten. Aan de voorzijde 20 van elke drager 2 is door middel van een bus 40 een opwaarts gerichte, als kruk uitgevoerde arm 41 aangebracht, die aan de onderzijde is voorzien van een schijfkouter 42, die aan de omtrek is voorzien van een snijrand en vrij draaibaar is aangebracht tussen zich vanaf de 25 arm naar achteren uitstrekkende steunen 43, een en ander zodanig dat de schijf zich in de voortbewegingsrichting A gezien, recht voor een van woelorganen 14 voorziene tand 12 van een bewerkingsorgaan 21 bevindt. Deze opstelling wordt mogelijk doordat de dragers 2 excentrisch ten 30 opzichte van de beugels 5 zijn aangebracht.. Elke drager 2 is verder voorzien van een naar beneden gerichte plaatvormige afschraper 44 die naar beneden breed uitloopt en reikt tot nabij het cilindervormig deel 13 van een tand 12. Hierbij strekt de afschraper 44 zich tenminste 35 vanaf de bovenzijde tot voorbij het midden van het cilindervormig deel 13 van de tand uit.The lower arms 28 are provided at their rear side with an upwardly directed support 34 to which a rod 36 is hingedly mounted by means of a pin 35. The rod 36 is slidable at the top relative to a bush, which is hingedly mounted by means of a pin 35 near the center at the front between the plates 30. Around each rod 36 there is between a slidable stop 37 at the top and a fixed stop 37 is provided at the bottom with a pre-tensioned compression spring 38, such that the compression spring 38 tries to keep the parallelogram 39 formed by the hinge pins 27 and 29 and the arms 28 in a certain position during the operation of the machine, wherein the lower arms 28 rest against a stop 40 mounted between the plates 30. At the front 20 of each carrier 2, an upwardly directed crank arm 41 is provided by means of a sleeve 40, which is provided on the underside with a disc coulter 42, which is provided with a cutting edge on the periphery and is freely rotatable arranged between supports 43 extending backwards from the arm, all this so that the disc, viewed in the direction of advancement A, is situated directly in front of a tooth 12 provided with agitating members 14 of a working member 21. This arrangement is made possible by the fact that the carriers 2 are arranged eccentrically relative to the brackets 5. Each carrier 2 is further provided with a downwardly directed plate-shaped scraper 44 which extends broadly downwards and extends close to the cylindrical part 13 of a tooth. 12. Here, the scraper 44 extends at least 35 from the top to beyond the center of the cylindrical part 13 of the tooth.

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt: 8403583 φ. -¼ - 7 -The machine described above operates as follows: 8403583 φ. -¼ - 7 -

Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de door de lippen 32 en 33 gevormde aankoppelpunten met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en kunnen vanaf de aftakas van de trekker via de tussenas 25 en de be-5 schreven overbrenging de aan weerszijden van het symmetrie-vlak van de machine gelegen bewerkingsorganen 21 worden aangedreven in richtingen zoals met pijlen in fig. 2 zijn weergegeven. Hierbij roteren, zoals reeds vermeld, de aan een zelfde zijde van het symmetrievlak gelegen bewerkingsorganen 10 21 in een zelfde richting en wel aan de voorzijde in de rich ting van een einde van het gesteldeel 4.During operation, the machine is coupled to the three-point hitch of a tractor by means of the coupling points formed by the lips 32 and 33, and from the PTO of the tractor via the intermediate shaft 25 and the described transmission, the machine can Machining members 21 located plane of the machine are driven in directions as indicated by arrows in FIG. As already mentioned, the working members 10 21 located on the same side of the plane of symmetry rotate in the same direction, namely at the front in the direction of an end of the frame part 4.

Zoals vermeld kan de werkdiepte van de tijdens bedrijf onder een hoek van ten minste 50° en bij voorkeur 55° met de horizontaal naar voren gerichte tanden 12 met 15 behulp van de rol 20 aan de achterzijde van het kokervormig gesteldeel 4 worden ingesteld.As mentioned, the working depth of the during operation can be adjusted at an angle of at least 50 ° and preferably 55 ° with the horizontally forward-facing teeth 12 by means of the roller 20 at the rear of the tubular frame part 4.

Tijdens het bedrijf worden bij voortbeweging van de machine in de richting volgens pijl A de respectieve schijven door middel van de om de stangen 35 gelegen druk-20 veren 38 zodanig belast, dat zij een sleuf in de grond snijden waardoor het cilindervormig deel 13 van een tand 12 kan bewegen. Tijdens de voortbeweging worden de zich aan het ondereinde van een tand 12 bevindende, zich in tegengestelde richting uitstrekkende woelorganen 14 zodanig door de grond 25 bewogen, dat verharde lagen in de ondergrond op effectieve wijze kunnen worden losgewoeld. Hierbij nemen de woelorganen een stand in zoals in fig. 1 is weergegeven, waarbij één woelorgaan zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekt en het andere woelorgaan in deze stand enigszins slepend staat 30 opgesteld.During operation, while the machine is moving in the direction of arrow A, the respective discs are loaded by means of the pressure springs 38 surrounding the rods 35 such that they cut a slot in the ground, so that the cylindrical part 13 of a tooth 12 can move. During advancement, the oppositely rotating agitators 14 located at the lower end of a tooth 12 are moved through the soil 25 such that hardened layers in the substrate can be effectively loosened. The agitating members herein assume a position as shown in Fig. 1, wherein one agitating member extends at least substantially in a horizontal direction and the other agitating member is arranged somewhat dragging in this position.

Tijdens bedrijf zorgen de afstrijkplaten ervoor dat geen ongewenst materiaal aan de cilindervormige delen 13 van de tanden 12 blijft hangen. Doordat de bewerkingsorganen aan weerszijden van het symmetrievlak in tegenge-35 stelde zin roteren, worden eventueel optredende reactiekrach-~en effectief opgevangen.During operation, the scraper plates ensure that no unwanted material gets stuck on the cylindrical parts 13 of the teeth 12. Since the processing members rotate in opposite directions on either side of the plane of symmetry, any reaction forces that occur are effectively absorbed.

Zoals uit fig. 1 blijkt, bevindt het zich in althans nagenoeg horizontale richting uitstrekkende woelorgaan 0 A Π 7- * ~ ? C v- - 8 - 14 zich praktisch in zijn geheel onder de schijf 42, waarbij het cilindrisch deel 13 van de tand 12 praktisch direct na de passage van de schijf door de gemaakte sleuf beweegt, zodat hiervoor weinig vermogen benodigd is daar de sleuf 5 geen of nauwelijks obstakels bevat.As can be seen from Fig. 1, the agitating element extending in at least a horizontal direction is 0 A A 7- * ~? C v- - 8 - 14 practically in its entirety under the disk 42, the cylindrical part 13 of the tooth 12 moving through the slot made almost immediately after the passage of the disk, so that little power is required for this since the slot 5 contains no or hardly any obstacles.

Door middel van het parallellogram 39, waarvan de onderste scharnierpunten vóór de bovenste scharnierpunten zijn gelegen, kan het geheel van schijven 42, bewerkingsorga-nen 21 en rol 20 tegen de werking van de veren 38 in schuin 10 naar achteren en omhoog bewegen bij het ontmoeten van obstakels. Met behulp van de boven beschreven machine kan men gemakkelijk velden met gewasbestand en/of weiden bewerken ter verbreking van ondoorlatende lagen waardoor hemelwater niet kan stagneren en het ontstaan van aanzienlijke schade 15 aan de gewassen of de weide kan worden verhinderd. Doordat - zoals uit fig. 2 blijkt - de banen beschreven door de woelorganen 14 op een afstand van elkaar zijn gelegen die + de helft van de diameter van de baan van de woelorganen bedraagt, kan de machine zeer goed bij rijen-culturen worden 20 ingezet. Hierbij kan de afstand tussen de assen van de be-werkingsorganen 21 aan de gebruikelijke rijafstand zijn aangepast.By means of the parallelogram 39, the lower hinge points of which are located in front of the upper hinge points, the whole of discs 42, processing members 21 and roller 20 can move backwards and upwards on encountering the action of the springs 38 in the angle 10. of obstacles. With the aid of the above-described machine, fields with crop stock and / or meadows can easily be worked to break impermeable layers, so that rainwater cannot stagnate and the occurrence of considerable damage to the crops or the meadow can be prevented. Since - as can be seen from Fig. 2 - the webs described by the stirring members 14 are spaced apart which is + half the diameter of the web of the stirring members, the machine can be used very well in row cultures. . The distance between the axes of the working members 21 can be adapted to the usual row spacing.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet 25 beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

-Conclusies- 8403583-Conclusions- 8403583

Claims (33)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal cm opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat ten minste één bewerkingsorgaan is voorzien van een in het verlengde van zijn draaiingsas gelegen 5 tand, die zich in voorwaartse richting uitstrekt.1. Soil cultivating machine provided with working members which can be driven a number of upwardly directed axes, characterized in that at least one cultivating member is provided with a tooth which extends in the direction of its axis of rotation and which extends in the forward direction. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tand aan zijn ondereinde ten minste twee onder een hoek ten opzichte van elkaar aangebrachte woel-organen omvat.Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the tine at its lower end comprises at least two agitating members arranged at an angle to one another. 3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat één of meer bewerkingsorganen een tand omvatten met aan zijn ondereinde ten minste twee onder een hoek ten opzichte van elkaar aangebrachte woelorganen.3. Soil cultivation machine provided with a number of cultivating members which can be driven upwardly directed axes, characterized in that one or more cultivating members comprise a tine with at its lower end at least two agitating members arranged at an angle to each other. 4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een woelorgaan een hoek insluit van meer dan 90° met de langshartlijn van de tand.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that an agitator includes an angle of more than 90 ° with the longitudinal axis of the tine. 5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen, met het ken- 20 merk, dat ten minste één bewerkingsorgaan een tand omvat, die nabij zijn ondereinde is voorzien van een woelorgaan dat een hoek van meer dan 90° met de langshartlijn van de tand insluit.5. Tillage machine provided with a number of upwardly drivable shafts, characterized in that at least one cultivating member comprises a tine, which is provided near its lower end with a stirring element which is at an angle of more than 90 ° to the longitudinal axis. of the tooth. 6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat vóór een tand van een bewerkingsorgaan een schijfkouter is aangebracht.6. Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that a disc coulter is arranged in front of a tine of a cultivating member. 7. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een schijfkouter vóór een tot een be- 30 werkingsorgaan behorende tand is aangebracht.7. Soil cultivation machine provided with a number of working members drivable upwardly directed axes, characterized in that a disc coulter is arranged in front of a tine belonging to a cultivating member. 8. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een afstrijkorgaan aanwezig is dat met een tand van een bewerkingsorgaan samenwerkt.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a scraper is provided which cooperates with a tine of a cultivator. 9. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal 35 om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een met een tand van een bewerkingsorgaan samenwerkend, zich langs de tand uitstrekkend afstrijk-orgaan is aangebracht. v* ^ * * - 10 -9. Soil cultivation machine provided with a number of working members which can be driven on upwardly directed axes, characterized in that a scraper member, which cooperates with a tine of a cultivating member, is arranged along the tooth. v * ^ * * - 10 - 10. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tand een cylindervormig deel omvat dat aan de onderzijde is voorzien van twee zich in tegengestelde richting uitstrekkende woelorganen.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the tine comprises a cylindrical part which is provided on the underside with two agitating members extending in opposite directions. 11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaan de conclusies 2-10, met het kenmerk, dat loodrecht op de langshartlijn van de tand gezien de woelorganen een hoek van + 110° met elkaar insluiten.Soil tillage implement according to any one of claims 2 to 10, characterized in that, perpendicular to the longitudinal axis of the tine, the agitating members enclose an angle of + 110 ° with each other. 12. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 10 conclusies 2-11, met het kenmerk, dat een woelorgaan vanaf zijn aansluiting op het cylindervormig deel van de tand conisch verloopt, waarbij een hoekige dwarsdoorsnede aanwezig is.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 2-11, characterized in that a agitator is conical from its connection to the cylindrical part of the tine, an angular cross-section being present. 13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met 15 het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede in hoofdzaak trapeziumvormig is.13. Tillage machine according to claim 12, characterized in that the cross section is substantially trapezoidal. 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 2-13, met het kenmerk, dat in de langsrichting van de tand gezien, een woelorgaan twee een hoek met elkaar 20 insluitende delen omvat; een en ander zodanig dat een buitenste deel in de draairichting verloopt.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 2-13, characterized in that viewed in the longitudinal direction of the tine, a agitator comprises two parts enclosing an angle with each other; all this in such a way that an outer part runs in the direction of rotation. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de delen via een nabij het midden gelegen knik in elkaar overgaan en althans nagenoeg recht verlopen.Soil cultivation machine according to claim 14, characterized in that the parts merge with each other via a bend located near the center and run at least substantially straight. 16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaan de conclusies 10 - 15, met het kenmerk, dat het cylindrisch deel van de tand hol is uitgevoerd, een en ander zodanig dat de tand op een stang aanbrengbaar is, die op het ondereinde van de as van een bewerkingsorgaan is bevestigd.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims 10-15, characterized in that the cylindrical part of the tine is hollow, all this in such a way that the tine can be mounted on a rod which is mounted on the lower end of the shaft of a processor is attached. 17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de stang aan zijn einde is voorzien van schroefdraad waarmee een moer kan samenwerken, die in een uitsparing tussen de woelorganen rust.Soil cultivation machine according to claim 16, characterized in that the rod is provided at its end with screw thread with which a nut can cooperate, which rests in a recess between the agitating members. 18. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 35 conclusies 10 - 17, met het kenmerk, dat de uitholling van het cylindrisch deel van de tand aan de bovenzijde is voorzien van spiebanen, een en ander zodanig dat dit deel met spiebanen op het ondereinde van de as van het bewerkingsorgaan kan samenwerken. 8403583 - XI -Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 10 - 17, characterized in that the hollowing out of the cylindrical part of the tine is provided with keyways on the top side, such that this part with keyways on the lower end of the shaft of the processor can cooperate. 8403583 - XI - 19. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen in een. dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende rij naast elkaar zijn aangebracht en de banen van de woelorganen 5 op een afstand van elkaar zijn gelegen.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the cultivating members are in one. row arranged transversely of the direction of travel are arranged next to each other and the paths of the agitating members 5 are spaced apart. 20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de banen op een afstand van elkaar zijn gelegen, die ten minste de helft van de diameter van een door de einden van de woelorganen beschreven cirkel bedraagt.Soil cultivation machine according to claim 19, characterized in that the tracks are spaced apart which is at least half the diameter of a circle described by the ends of the agitators. 21. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat vóór elk bewerkings-orgaan een schijfkouter is aangebracht, een en ander zodanig dat het schijfkouter zich recht vóór een tand bevindt.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a disc coulter is arranged in front of each cultivating member, such that the disc coulter is located directly in front of a tooth. 22. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21, met 15 het kenmerk, dat een woelorgaan tijdens het bedrijf zich tot onder een schijfkouter uitstrekt.22. Soil cultivation machine according to claim 21, characterized in that during agitation an agitator extends below a disc coulter. 23. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande ’ conclusies, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het sym- metrievlak van de inrichting groepen bewerkingsorganen zijn 20 gelegen, die in een zelfde richting roteren.23. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that groups of cultivating members, which rotate in the same direction, are located on either side of the symmetry plane of the device. 24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen van de respectieve groepen tijdens het bedrijf zodanig roteren dat zij aan de voorzijde in de richting van de langszijde van de machine 25 bewegen.24. Soil cultivation machine according to claim 23, characterized in that the cultivating members of the respective groups rotate during operation such that they move at the front in the direction of the longitudinal side of the machine. 25. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat deze met de driepunts-hefinrichting van een trekker koppelbaar is en het de bewerkingsorganen dragendgestel ten opzichte van het met de trek- 30 ker te koppelen gesteldeel schuin naar boven en naar achteren beweegbaar is.25. The soil tillage implement according to any one of the preceding claims, characterized in that it can be coupled to the three-point lifting device of a tractor and that the support frame carrying the working members is inclined upwards and backwards relative to the frame part to be coupled to the tractor. is movable. 26. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal om opwaartse assen aandrijfbare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van een driepuntsaankop- 35 peling voor aankoppeling aan de hefinrichting van een trekker en het de bewerkingsorganen dragende deel van de machine schuin naar achteren en omhoog beweegbaar is aangebracht.26. Soil cultivation machine provided with a number of working members which can be driven on upward shafts, characterized in that the machine is provided with a three-point coupling for coupling to the lifting device of a tractor and the part of the machine carrying the working members sloping backwards and upwards movable. 27. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat een zich dwars op de voortbewegings- 8403533 \ Ί S> - 12 - richting van de machine uitstrekkend, de bewerkingsorganen dragend gesteldeel door middel van ten minste één scharnierende vierhoek ten opzichte van het met de trekker te koppelen gesteldeel in hoogterichting beweegbaar is aangebracht.27. Soil cultivation machine according to claim 25 or 26, characterized in that a frame part extending transversely to the direction of advancement of the machine carries the cultivating members by means of at least one hinged quadrilateral with respect to the frame part to be coupled to the tractor is movable in height direction. 28. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat ten minste twee op afstand van elkaar gelegen scharnierende vierhoeken aanwezig zijn.Soil cultivation machine according to claim 27, characterized in that at least two hinged quadrilaterals spaced apart are provided. 29. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de 10 scharnierende vierhoeken tegen de werking van een veer in vervormbaar is.29. Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that at least one of the 10 hinged quadrilaterals is deformable against the action of a spring. 30. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 27 - 29, met het kenmerk, dat een scharnierende vierhoek een parallellogram is.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 27 - 29, characterized in that a hinged quadrilateral is a parallelogram. 31. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de onderste scharnierpunten van de respectieve parallellogrammen ten opzichte van de voortbewegings-richting van de machine vóór de bovenste scharnierpunten zijn gelegen.Soil cultivation machine according to claim 30, characterized in that the lower pivot points of the respective parallelograms are located in front of the upper pivot points relative to the direction of travel of the machine. 32. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de langshartlijn van een tand een hoek van + 50° met de horizontaal insluit.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the longitudinal axis of a tine encloses an angle of + 50 ° with the horizontal. 33. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 25 -o-o-o-o-o- 840358333. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures. 25 -o-o-o-o-o- 8403583
NL8403583A 1984-11-26 1984-11-26 Subsoil working attachment for tractor - has forwards inclined rotating shafts with angled blades under ground NL8403583A (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403583A NL8403583A (en) 1984-11-26 1984-11-26 Subsoil working attachment for tractor - has forwards inclined rotating shafts with angled blades under ground
EP85201926A EP0183321B1 (en) 1984-11-26 1985-11-21 Soil tilling machine
DE8585201926T DE3582720D1 (en) 1984-11-26 1985-11-21 Soil cultivation equipment.
DE19853541490 DE3541490A1 (en) 1984-11-26 1985-11-23 TILLAGE MACHINE
FR8517379A FR2573608B1 (en) 1984-11-26 1985-11-25 ROTARY SUB-SUNER.
US07/113,392 US4775013A (en) 1984-11-26 1987-10-27 Soil tilling machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403583A NL8403583A (en) 1984-11-26 1984-11-26 Subsoil working attachment for tractor - has forwards inclined rotating shafts with angled blades under ground
NL8403583 1984-11-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403583A true NL8403583A (en) 1986-06-16

Family

ID=19844813

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403583A NL8403583A (en) 1984-11-26 1984-11-26 Subsoil working attachment for tractor - has forwards inclined rotating shafts with angled blades under ground

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8403583A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT526062B1 (en) * 2022-06-30 2023-11-15 Pit Products Gmbh rotary harrow

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT526062B1 (en) * 2022-06-30 2023-11-15 Pit Products Gmbh rotary harrow
AT526062A4 (en) * 2022-06-30 2023-11-15 Pit Products Gmbh rotary harrow

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1123256A (en) One-pass complete tillage system
US4088083A (en) Rotary harrow and attachments
EP1182920B1 (en) Agricultural machine and device
US4687065A (en) Soil-inversion cultivator
US20180206388A1 (en) Double rolling basket linkage
EP0407896B1 (en) Groundworking machine for row cultures
NL8501109A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
EP0183321A2 (en) Soil tilling machine
NL8403583A (en) Subsoil working attachment for tractor - has forwards inclined rotating shafts with angled blades under ground
NL8601048A (en) SOIL TILLER.
NL8203748A (en) PLOW.
US4884640A (en) Soil cultivating implements
NL9300659A (en) Soil cultivation machine.
NL8602301A (en) SOIL PROCESSING UNIT WITH EQUALIZATION SECTION POSTED.
EP0771520B1 (en) A rotary harrow
NL8300154A (en) SOIL TILLER.
NL8602005A (en) SOIL TILLER.
NL8402753A (en) SOIL TILLER.
NL8203749A (en) GROUND TILLING DEVICE.
GB2163933A (en) Soil-inversion cultivator
NL8500135A (en) SOIL TILLER.
EP0305600A1 (en) A soil cultivating machine
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
NL8701010A (en) SOIL TILLER.
NL8501286A (en) Seed-sowing soil cultivating machine - has rotatable soil working members between which are outlet openings of seed drill

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed